Mijn liefje en ik wonen in een land met een rijke traditie. Nu denk ik dat elk land bol staat van de tradities dus dat maakt het nog niet bijzonder. Zo kent mijn Vaderland onder andere karbietschieten en vreugdevuren als tradities maar die hebben mij nooit kunnen boeien.
6 januari is in Spanje een nationale feestdag. Eentje die van origine rooms-katholiek is. Het is de dag van Driekoningen. Caspar, Melchior en Balthasar waren volgens de overlevering wijzen uit het oosten die offers kwamen brengen aan baby Jezus van Nazareth. In apocriefe geschriften en legenden kregen deze oriëntaalse magiërs een naam. Zij werden ‘geïdentificeerd’ als Melchior, koning van Nubië en Arabië (bracht goud mee); Balthasar, koning van Gondolië en Saba (van de mirre); Caspar, koning van Tharsis en van het eiland Egryscilla (van de wierook). Zij zouden de drie takken van het menselijk geslacht vertegenwoordigen.
Wij gingen op de avond van 5 januari (dat gebeurt door het hele land) voor het eerst naar de optocht in de eigen woonplaats. Zo’n stoet van praalwagens wordt in het Spaans ‘cabalgata’ genoemd. Het zou mij niets verbazen als het Nederlandse woord kabaal daarvan is afgeleid. Want dat het pokkenherrie met zich meebrengt, is een gegeven. Zelfs een vereiste. Spanjaarden zijn in hun sas als er keiharde muziek wordt gespeeld of gedraaid.
Dat dit niet bij iedereen in de smaak valt, zag ik ook. Er stond een minder enthousiast jochie langs de route bij wie zijn moeder de beide oren afdekte, terwijl papa het schuw ogende kind in zijn armen hield. Ik moest denken aan de geluidsarme Sinterklaasvieringen die opgang maken in Nederland. Kinderen die een stoornis hebben op het autismespectrum kunnen er kennelijk een prikkelarme Sinterklaasavond vieren. In een afgesloten ruimte, zonder muziek en zonder rondspringende pieten.
De Driekoningenoptocht is vooral bestemd voor de kinderen in Spanje. Het is ook de dag dat zij kadootjes krijgen. Op weg naar het beginpunt van de optocht zagen we al menig volwassene met een grote ingepakte doos onder de arm over straat gaan.
Dus geen goud, wierook en mirre maar keiharde muziek (uit zware boxen achter oude maar glimmend gepoetste auto’s), bonte dansgezelschappen van heinde en ver, trommelaars en huizenhoge poppen. Een carnavalsoptocht ziet er waarschijnlijk hetzelfde uit.
Mijn liefje maakte video’s voor de twee kleintjes in Bali, ik maakte foto’s voor het webalbum (hiernaast). Het begin van een nieuw kalenderjaar begint vaak ingetogen en dat zie je aan de foto's. Het was in de afgelopen dagen regelmatig zonnig dus blauwe luchten zijn er wel maar het voelt soms alsof zo'n nieuw jaar, een nieuwe leven weer even op gang moet komen.
Een van de mooiste momenten was omkijken en zien dat een Oekraïens jochie met zijn eigen mobiele telefoon opnamen maakte met een glimlach van oor tot oor op zijn mooie gezichtje. Dat ontroerde mij. Hij was daar met zijn moeder en oma. Ik geef ze geen ongelijk dat ze hun gemaltraiteerde, platgeschoten land verlieten. Oorlogsgebied is geen plek voor kinderen, zeker niet. Dat geldt ook voor de Palestijnse kids in de Gaza-strook...
Het is hier gewoonte om op Driekoningen (vandaag) roscón de reyes te eten. Dat is een ronde Driekoningentaart, een soort grote donut met een gat in het midden. De rand is versierd met gekonfijt fruit en er zit slagroom of crème tussen als vulling. En niet te vergeten (het hoogtepunt): een verrassing binnenin. Als je de boon treft in het stukje taart dat je krijgt aangereikt, moet je de taart betalen maar als je het kadootje vindt, ben je de koning(in) van de dag. Wij kochten een kleine roscón en mijn liefje was the lucky one. Zij had een kleine, keramische koning in haar stukje cake. De bofkont. De gouden kroon die erbij hoort, hangt nu om de berenlamp in de woonkamer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten