Translate

dinsdag 17 juni 2025

Ra-ta-ta-ta-ta-ta

Ik denk dat ik in de 17 jaar dat ik het nu doen, nog nooit blogde over militaire aangelegenheden. Niet vrijwillig en niet onder de druk van de tijd. Wel blogde ik regelmatig over militairen die -in het licht van de geschiedenis van de democratie- de fout in gingen ergens in de wereld. Maar het is nooit te laat voor verandering.

Binnenkort wordt de NAVO-top gehouden in mijn voormalige woonplaats Den Haag en dat heeft veel voeten in de aarde. Gastland zijn anno 2025 is geen sinecure. Vriendin Bernadette woont aan de rand van het gebied waar de ontmoeting met de 32 leden volgende week dinsdag begint. Ze heeft wel een beetje last maar geen overlast, naar verluidt. Ik zag foto’s van hekken, betonblokken en slagbomen voorbijkomen. Zij ziet het belang van deze top in, net als ik. Haar huis zal volgende week niet achter een scherm van Fort Den Haag verdwijnen maar toch... 

Met de ambitieuze Nederlander Mark Rutte als nieuwe secretaris-generaal van dit bondgenootschap, kon het organiseren van een nieuwe top in eigen land niet uitblijven. Het enige dat ik hoop is dat daar geen geweld of andere ellende ontstaat. De baas van de Nederlandse Strijdkrachten zei laatst op tv dat ze in hun gelederen de voorbereidingen ‘Operation Orange Shield’ noemen.  

Spanje wordt in dit verband weleens het luiste jongetje van de Europese tak van het NAVO-bondgenootschap genoemd. Dit land, mijn tweede Vaderland, zit met zijn defensie-uitgaven nog niet op de 2%-norm. Tien jaar geleden werd afgesproken dat ieder lid 2% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) aan defensie zou gaan uitgeven. Dat was lange tijd geen optie voor Spanje en ook niet voor Nederland. Het feit dat niet elke bondgenoot aan zijn budgettaire verplichtingen voldoet, was een doorn in het oog van president Trump. 

Zo was het ook in 1951 voor de Amerikaanse generaal Eisenhower. Hij maakte zijn afkeur duidelijk in een brief aan de Amerikaanse ambassadeur in Nederland: Den Haag vertoont een gebrek aan gevoel van urgentie, een gebrek aan bereidheid om offers te brengen, een gebrek aan vastberadenheid om zijn deel van de gezamenlijke last te dragen. (Gelezen in de Volkskrant,) Het uitbreken van de Koreaanse oorlog gaf de aarzelende Nederlandse regering het laatste zetje. De defensie-uitgaven werden stapsgewijs verhoogd naar circa 4% van het toenmalige BBP. Dat zou ook de piek van de naoorlogse nationale defensie-inspanningen blijken te zijn.  

Sinds de daad van agressie van Rusland onder leiding van Poetin, namelijk een buurland op weg naar volledige democratie binnenvallen (Oekraïne) en vervolgens platbombarderen tot er bijna geen bestaan meer mogelijk is, is er veel veranderd in de wereld om ons heen. Heel veel. In de wijde wereld maar ook bij mij persoonlijk, in mijn denken over defensie en de strijdkrachten. 

Na Trumps aantreden eerder dit jaar verkondigde hij dat de eerdere 2% niet meer voldoende is; dat moet naar 5%. Voor de goede orde: Washington zelf geeft momenteel 3,4% aan defensie uit en zou ook niet zonder slag of stoot in korte tijd naar 5% kunnen groeien. 

Dat is meer dan een verdubbeling van de huidige afspraak en dat stuitte op bezwaar bij sommige Europese leden van de NAVO. Het altijd slimme oliemannetje Rutte vond een compromis: een stijging van het defensiebudget naar 3,5% en een verdere 1,5% uitgave aan defensiegerelateerde projecten zou ook goed zijn. Dat lijken de (meeste) leden van het bondgenootschap wel te kunnen accepteren. We gaan zien wat de aanstaande top brengt. Uiteindelijk zal men dit niet per se doen omwille van Trump maar om Europa veilig te houden. Een typisch voorbeeld van voortschrijdend inzicht. 

Spanje bleef muisstil na het recente commando uit het Witte Huis en stribbelde daarna, ernaar gevraagd, tegen. De regering heeft echter toegezegd voor het einde van dit jaar wel te voldoen aan de oude afspraak van 2%. De daarmee gepaarde extra investering van ruim 10 miljard voor Defensie en Innovatie zal worden gedaan zonder belastingen te verhogen, “zonder ook maar één cent aan investeringen in de verzorgingsstaat te onttrekken en zonder dat er een groter overheidstekort ontstaat, aldus premier Sánchez. Dat geloven we dan maar. 

Overigens zou het zo maar kunnen dat er binnenkort nieuwe verkiezingen worden uitgeroepen in Spanje want de secretaris van de PSOE raakte verwikkeld in een onverkwikkelijk corruptieschandaal. De man in kwestie (Santos Cerdán) werd stante pede geroyeerd maar daarmee zijn zeker niet alle problemen beteugeld. 

De Spaanse Minister van Defensie (nog wel), Margarita Robles Fernández (1956; lid PSOE), verklaarde dat het nieuwe budget van 2% genoeg moet zijn om het land veilig te houden en te beschermen. Tegelijkertijd zei ze ook dat zij nieuwe besluiten in Den Haag volgende week niet zal blokkeren. Zij stelt eenheid in het Noord-Atlantische bondgenootschap en eenheid in Europa hoger als prioriteit dan politieke principes van haar partij en coalitiepartner. Inderdaad, het belang van internationale allianties nam exponentieel toe in de afgelopen periode. We moeten zeker ook minder afhankelijk worden van de (minder betrouwbaar geworden) Verenigde Staten van Trump.

Spanje trad in 1982 toe tot de NAVO maar nam aanvankelijk niet deel aan de geïntegreerde militaire structuur. Het land wordt inmiddels beschouwd als een betrouwbare bondgenoot. Het levert aan alle belangrijke missies en operaties en op Spaanse bodem staan enkele NAVO-operatiecentra. Zo is de Combined Air Operations Center (CAOC) bij Madrid verantwoordelijk voor alle planning, leiding en coördinatie van luchtverdedigingsoperaties in Zuid-Europa. Met andere woorden: Spanje is hoofdbeheerder van het gehele luchtruim boven Zuid-Europa. (Spanje is een van de 13 zogenaamde kaderlanden van de NAVO.) In 2022 organiseerde het de NAVO-top om hun 40-jarig lidmaatschap van het bondgenootschap te vieren. 

Wij waren afgelopen weekend aanwezig bij het jubileum van de jaarlijkse vliegshow van San Javier, getiteld ‘Aire 2025’. Deze show bestaat al 25 jaar en de daar gevestigde Adelaarspatrouille (Patrulla Águila) viert dit jaar zijn 40-jarig bestaan. Koning Felipe VI en de Defensieminister waren ook aanwezig. 

Op 14 juni was er gelegenheid de vliegtuigen in stilstand te zien en foto's op de grond te maken. Dat sloegen wij over. Op 15 juni traden de beste acrobatische teams van Europa aan: de Italiaanse Frecce Tricolori, de Britse Red Arrows, Patrouille de France, Patrouille Suisse en de jubilerende  Patrulla Águila. Plus alle militaire vliegtuigen van de Spaanse luchtmacht. 

Het type vliegtuig van de Patrulla Águila  (Airbus C-101), beter bekend als de ‘culopollo’ (kippenkont), gaat na 40 jaar met pensioen als officieel opleidingstoestel van de Academia del Aire. Alle vliegtuigen van deze patrouille werden voor deze gelegenheid uitgerust met het roofvogellogo van de groep op de staart. De P-21 Pilatus turboprop wordt de opvolger. De koning vloog erin als co-piloot tijdens deze vliegshow. Zijn 19-jarige dochter, kroonprinses Leonor, begint na de zomer aan haar opleiding tot vliegenierster. Het is het derde en laatste onderdeel van haar verplichte opleiding als toekomstig staatshoofd. Amalia kan direct een studie naar haar keuze volgen na de middelbare school, Leonor niet. Zo staat dat in de Spaanse Grondwet. 

Fietsend naar Lo Pagán zagen we parachutisten op grote hoogte met de Spaanse vlag afdalen. Mijn liefje en ik vonden een tafeltje met twee stoelen op een bediend terras, onder een degelijke overkapping. De betreffende strandtent had een bord buiten staan waarop was te lezen dat je maximaal 30 minuten met een drankje mocht blijven zitten. Daarna was het tijd om te verkassen. Daar had werkelijk iedereen op dat terras maling aan! Dat is ook Spaans.   

Het optreden van de Bombardier brandblusser was het eerste dat we er live zagen, bij het nuttigen van een kopje koffie met worteltaart. Dit toestel kan in 10 seconden 6.000 liter water opslurpen om het elders op de vlammen uit te spuwen. 

Dit werd gevolgd door verrichtingen van een Chinook-helicopter. Dat loodzware toestel (ruim 22.000kg) liet zien dat het ook achteruit omhoog kan vliegen en dat het zich als een gewone helicopter langzaam kan voortbewegen. Wow. Als puber droeg ik een gebroken geweertje op een rever van mijn jas maar tegenwoordig kan ik dit soort verrichtingen waarderen. Over verandering gesproken... 

Een optreden van de Northrop F-5 straaljager (eveneens opleidingsvlieguig) werd afgewisseld met een duo-optreden van een T¡6 FIO (Noord-Amerikaans toestel uit Texas) en een Mentor Beechcraft T-34. Die twee oude kisten vlogen kont-aan-kop. Dat ziet er eenvoudig uit maar is in werkelijkheid razend knap. De F-18 Hornet was voorbij voordat ik er erg in had. Zijn maximale snelheid is 1.915km/uur (ofwel Mach 1,8). De piloot vloog op zijn kop en dat vond ik al indrukwekkend maar toen hij zijn vermaarde ‘vuelo lento’ (langzame vlucht) vertoonde, viel mijn mond open. Dit razendsnelle vliegtuig kan ook bijna verticaal vliegend vooruit op zeer lage snelheid (ongeveer 200km/uur). Wow-wow. Toen zaten we inmiddels aan de Sierra Cazorla agua mineral.

Wat eveneens nieuw was tijdens deze vliegshow is dat er rechtstreeks contact was met de piloot in de cockpit. Dat vond ik eveneens bijzonder. Moet je halsbrekende, soms zelfs dodelijke capriolen uithalen en ook nog een beetje zitten chatten met het publiek onder je. Tja. 

De Eurofighter Typhoon (opvolger van de F-18) was van de buitencategorie qua geluidsoverlast en snelheid, wat mij betreft. Toen dat monster overkwam, voelde je de grond onder je voeten langdurig beven. Het schoot als een reuzenhaai door het water. Zo enorm wendbaar als dat gevaarte is. Triple wow! De muziek uit de huizenhoge geluidsboxen was erop aangepast: keihard geschreeuw van head bangers. Zelfs de speaker deed zijn best met zijn gera-ta-ta als imitatie van een mitrailleur. Het leek wel oorlog! Dat vliegtuig kan in 5 seconden naar 800km/uur acceleren. Het heeft een maximale snelheid van 2.450km/uur (Mach 2.0). De motoren samen leveren ongeveer 150.000pk. Een Eurofighter slurpt 4.500 liter brandstof per uur. Even vloog de piloot door de geluidsbarrière. Toen zaten wij aan een bordje inktvisringen en een tinto de verano. Ons kregen ze niet weg! 

De omroeper wist mij nóg meer interessants te vertellen over dit vliegtuig. Het is een Airbus-toestel dat in Getafe (bij Madrid) wordt geassembleerd, getest en daarna geleverd aan de Spaanse luchtmacht. Spanje heeft er momenteel 90 in bezit. Dat getal liet ik op mij inwerken... ne-gen-tig?! Ze kosten circa €160 miljoen per stuk. In december 2024 bestelde de Spaanse Luchtmacht er nog eens 25 bij. Hoeveel procent van het BBP is dat?! Deze vliegtuigen hebben een basis blij Sevilla en op de Canarische Eilanden. Ik ben blij dat ik daar niet woon. 

Er volgde veel meer, teveel om op te noemen. Maar de massa kwam voor het optreden van de eigen 6-koppige patrouille, Patrulla Águila. Een van hun spectaculairste capriolen is dat ze met hun zessen tegelijkertijd landen. Ik zag het ze niet doen maar er werd voldoende vertoond om onder de indruk te zijn van hun vakmanschap.

De Ambulancedienst SAMU rukte die dag 83 keer uit. Bij sommigen liep de spanning te hoog op, anderen raakten oververhit. Een piloot zou op 14 juni gewond zijn geraakt en door de militaire medische dienst zijn behandeld nadat hij met zijn toestel in aanvaring kwam met een meeuw. (Met een snelheid van Mach 0,9.) Daarbij raakte ook de cockpit beschadigd. De vlucht werd direct afgebroken. Het zou gaan om de piloot van een Eurofighter Typhoon. Ik trof een indrukwekkende foto van de botsing op het web aan. Iemand had dat moment gefotografeerd. Hoe het dier het maakt, bleef onvermeld (maar dat laat zich raden). 

Ons kregen ze evenmin klein. De foto’s van deze dag vind je in mijn webalbum.


woensdag 11 juni 2025

Cruisin' together... ♫

We gingen afgelopen weekend het water op met onze vrienden Paco y Rolando. Zij zijn zelf booteigenaren in Nederland maar we stapten niet bij hen aan boord. Nee, we gingen aan boord van een opgeknapt Spaans cruiseschip om te gaan varen op de Mar Menor, Europa’s grootste binnenzee (135km2). De Spaanse organisatie die de tocht organiseert en uitvoert, heet Cruceros Mar Menor. Niet heel creatief maar je weet wel waar je aan toe bent als je zoekt naar een bootritje. 

Wij zagen deze boot aan het einde van de vorige zomer naar de aanlegplaats van Los Alcázares varen en afmeren waarna een stel jolige passagiers van boord stapte. Dat wekte mijn belangstelling. Ik liep op de kapitein af en vroeg hem wat deze vaart inhield. Het bleek een zonsondergangcruise te zijn met wijnproeverette aan boord. Varend wijn savoureren? Dat leek ons leuk! Dat bleek echter de laatste vaart van het seizoen te zijn. Ik kreeg een folder mee die we bewaarden tot het volgende seizoen.

Nu dus. Momenteel vaart men alleen uit op zaterdagochtend (11:00 uur). Alhoewel de zomer hier is begonnen, is dit voor hen nog min of meer voorseizoen. Zonsondergangcruises worden alleen in het hoogseizoen georganiseerd. Dan kan voor deze rondvaart ook worden opgestapt in Lo Pagán en Santiago de la Ribera. Wellicht gaan mijn liefje en ik later deze zomer nog een keertje mee. 

Op de website van het bedrijf is te lezen dat het schip Joven Ana Belen vorig jaar grondig werd gerenoveerd. Er kwam een zonnescherm op het bovendek (geen overbodige luxe), het dek werd gemoderniseerd, de toegang to de boot werd vergemakkelijkt, de elektrische installatie werd vernieuwd, aan de achterzijde van het schip kwam een zwemplatform, de toiletruimte werd vernieuwd. De boot is nu ook toegankelijk voor rolstoelgebruikers. De Ana Belen werd uitgerust met een AIS-systeem (klasse A), een automatisch identificatiesysteem dat in verbinding staat met de Maritieme Reddingsdienst. Dus als het ten onder gaat, weet die dienst het tenminste! Nu moet wel worden vermeld dat de Mar Menor nergens dieper is dan zeven meter maar verdrinken kun je daarin niettemin. En, het klapstuk van alle verbeteringen, er werd een model van een zeepaard op de boeg geplaatst; het logo van het bedrijf. 

In 2012 waren er in Mar Menor nog ongeveer 200.000 zeepaardjes, in 2022 was dat aantal door hardnekkige vervuiling gedaald naar 800 exemplaren. In 2023 trof men er zelfs nul aan... De Universiteit van Murcia startte daarop een broedprogramma dat suksesvol is. In 2024 vond men weer een handvol jonge zeepaardjes in zee. (Ja, levend!) Als de conditie van het water voldoende is verbeterd, wil men deze bijzondere diertjes terugplaatsen in de lagune.

We waren niet de enige geïnteresseerden in dit tochtje op het water, ik denk dat alle kaartjes waren uitverkocht. Er stapte slechts een handjevol niet-Spanjaarden aan boord. De meerderheid bestond uit Spaanse gepensioneerden en ouders met jonge kinderen. Toen we aan boord gingen, ontvingen we een zonnehoedje met opdruk van het bedrijf. Als aandenken. 

Onze varende vrienden zijn meer luxe gewend aan boord van hun eigen gevaarte maar ze vonden het leuk om mee te gaan. Ana Belen voerde ons langs de vijf eilanden van de Mar Menor: Isla del Barón (ook wel Isla Mayor genoemd), Isla Perdiguera, Isla del Ciervo (Herteneiland), Isla del Sujeto en Isla Redonda (ook wel Rondella genoemd). Al deze eilanden zijn lava-eilanden, ontstaan door vulkaanuitbarstingen in dit gebied. Er was een gids aan boord. 

Isla del Barón is het grootste eiland met bijna 94ha oppervlakte. Het is eigendom van de Spaanse adelijke familie Figueroa. Isla Perdiguera is met een kleiner  eiland verbonden door een zogenaamde zandtombolo; dat landje heet Esparteña omdat daar ooit veel aspertogras stond. Vroeger liepen daar veel patrijzen rond. Op en rond Isla del Ciervo vind je de interessantste flora en fauna, onder andere het zeepaardje. De eilanden Sujeto en Redonda zijn de belangrijkste broedplaatsen voor vogels. Rondom Sujeto ruik je de tijm en lavendel die er volop bloeit. Alle vijf eilanden zijn beschermd gebied. 

Gedurende deze twee uur durende trip werd het nooit enerverend maar het zicht was altijd goed en de kleuren van het water waren prachtig: van aguamarijn tot azuurblauw. We zaten lekker op het bovendek met zonnescherm, op een zee die door talloze zeilboten werd bevaren. Er was genoeg te zien. Alle vier vinden we het een feestje om op het water te zijn. (Mijn liefje en ik bevoeren alle oceanen van Moeder Aarde.) Zelf aan het roer of genietend van de verrichtingen van professionele schippers. We love our Blue Planet! Foto’s van dit uitje vind je in het Spanje-webalbum (rechterkolom).

Van Europa’s grootste binnenzee naar de oceaan is een vloeiende overstap. Deze week vindt in Nice (Zuid-Frankrijk) namelijk de VN Oceaan-conferentie plaats (van 9 t/m 13 juni). Dit is een belangrijke bijeenkomst. Deskundigen vergelijken deze conferentie met de VN-conferentie in Parijs van 2015. Daar werd het Akkoord van Parijs, een internationaal verdrag over klimaatverandering, door leden van de Verenigde Naties aangenomen. 

Voor een verdrag over oceanen lijkt er wereldwijd een gebrek aan commitment te bestaan. Er zijn deze week 60 staatshoofden aanwezig in Nice maar die van de Verenigde Staten schittert door afwezigheid. We weten dat Trump lak heeft aan dit soort afspraken en samenwerkingsverbanden. Die wil vooral ‘drillen’! Ook de demissionaire Nederlandse regering stuurde niemand. De afgetreden Minister van Waterstaat was een PVV’er dus dan weet je het... Natuurbeheer is geen hobby, Schiphol steunen en 130 rijden op de snelweg wel. Tja. 

Belangrijke onderwerpen zijn onder andere de regulering van diepzeemijnbouw, bescherming van internationale wateren, bestrijding van plasticvervuiling, instelling van visserijvrije zones en maatregelen tegen illegale visserij en industriële visvangst. 

De oceanen beslaan 71% van het aardoppervlak, omvatten 90% van de biosfeer, bieden voedselzekerheid aan meer dan drie miljard mensen, maken het transport van meer dan 80% van de wereldwijde goederen mogelijk en herbergen zeekabels die 98% van het internationale internetverkeer vervoeren. Nieuwe statistieken en analyses van de OESO tonen de cruciale rol aan die de oceanen spelen in de economie en het levensonderhoud van honderden miljoenen wereldburgers. 

Als we de oceaan als land zouden beschouwen, zou deze de op vier na grootste economie ter wereld zijn, volgens gegevens uit 2019. Van 1995 tot 2020 droeg de oceaan 3 à 4% bij aan de wereldwijde bruto toegevoegde waarde (de economische waarde van een sector) en bood werk aan 133 miljoen voltijdsequivalenten (de omvang van een personeelsbestand). 

Van kelpbossen die zo hoog zijn als reuzensequoias tot warmwaterreservaten waar grote walvissen worden geboren: oceaangebieden kunnen wedijveren met de grootsheid en diversiteit van bekende nationale parken op land. 

Onderzeese canyons evenaren de pracht van sommige canyons op aarde, zoals bijvoorbeeld in Frankrijk, Spanje, Verenigde Staten, Australië, Zuid-Afrika, Argentinië en Chili. Net zoals deze parken op land in beheer zijn en zijn gereserveerd voor het algemeen belang, zijn beschermde zeegebieden (Marine Protected Areas) onderwaterreservaten waar de schoonheid en gezondheid van mariene ecosystemen moeten worden behouden.  

MPAs beslaan tot nu toe samen circa 75.000km2. Dat is slechts een fractie van het wateroppervlak want het komt neer op 2,8% van de totale oceaan. Ongeveer 10% daarvan ligt in territoriale wateren (0-12 zeemijl), 5% behoort tot exclusieve economische zones en 0,14% betreft de volle zee. Met volle zee worden internationale wateren buiten de maritieme grenzen van landen aangeduid. Deze beschermde gebieden liggen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika, Verenigde Staten (incl. Hawaii), Australië, Kiribati, Ecuador en Chili. Daarenboven zijn er twee internationale commissies die over zo’n gebied besluiten, rondom Antarctica (27 landen) en in het noord-oosten van de Atlantische Oceaan (15 landen en de EU).

Bescherming van mariene ecosystemen werkt. Er bestaat inmiddels een aantal Blue Parks op de wereldkaart. Dit zijn eveneens beschermde natuurgebieden (MPAs), met de juiste regels en het juiste beheer om de natuur in die wateren te beschermen. De criteria voor Blue Parks zijn gebaseerd op de wetenschap achter de effectiviteit van beschermde natuurgebieden. Ze beslaan met elkaar op dit moment slechts 1% van de wereldwijde oceaan; beheerd door 23 landen. Maar niet alle MPAs zijn Blue Parks, ofwel niet gebaseerd op wetenschappelijk standaarden voor effectief beheer. Gebieden voor de kust van Colombia, Filipijnen, Costa Rica, Verenigde Staten en Brazilië zijn thans genomineerd om Blue Park te worden.

Beschermde, goed beheerde zeegebieden kunnen de effecten van overbevissing ongedaan maken, kwetsbare koraalgemeenschappen versterken en onszelf -nationaal en wereldwijd- beschermen tegen stijgende zeespiegels en sterker wordende stormsystemen. Het probleem is echter dat veel delen van de oceaan eigendom zijn van niemand (en daarmee dus van iedereen). Dat bemoeilijkt het dragen van verantwoordelijkheid voor het beheer van bepaalde blauwe zones. 

In een tijd van versnelde klimaatverandering, afnemende visserij en een stijgende zeespiegel die de 3,5 miljard bewoners van kustgebieden wereldwijd bedreigen, moeten landen pleiten voor de bescherming van de oceanen door middel van goed beheer. 

Er is een dringende noodzaak om de bescherming van tenminste 30% van de oceanen vóór 2030 te versnellen. Dit internationale 30x30-voornemen werd jaren geleden geformuleerd. Dat wordt in de volksmond het Verdrag voor de Hoge Zee genoemd. Daarvoor zijn 60 ratificaties nodig; 31 landen -waaronder Spanje- deden dat eerder. 18 landen en de EU verbonden zich er formeel aan afgelopen maandag tijdens de top in Nice. Dat brengt het aantal op 49 ratificaties. (Nederland tekende al wel maar ratificeerde nog niet.) Hoewel de mijlpaal van zestig landen mogelijk pas eind dit jaar wordt bereikt, biedt deze conferentie een belangrijk podium om politieke steun te verkrijgen. De tijd dringt.

Een ander belangrijk agendapunt in Nice is de decarbonisatie van maritiem transport. Het doel is een stappenplan overeen te komen voor het verlagen van broeikasgasemissies op het water. En ja, dat geldt ook voor cruiseschepen of ze nu groot zijn of klein.  


zaterdag 7 juni 2025

Sierramania

We reisden weer eens af naar Andalusië. Binnen twee uurtjes tijd zitten we in deze zuidelijkste autonome regio van Spanje. Het is een van onze favoriete regio’s maar zo hebben wij er meer. Dit is zo’n groot en afwisselend land!

Laatst stond er een artikel in SpanjeVandaag over het lege Spanje, España vacía. Het binnenland is bijna ontvolkt, de meeste mensen wonen langs de kust of in de buurt ervan. De steden Madrid en Zaragoza vormen daarop de uitzonderingen. 

Mijn liefje, ook nieuwsjunkie qua Spaanse media, vertelde mij dat er recent een temperamentvolle discussie losbarstte in Andalusië, in de provincie Jaén (waarnaar wij onderweg waren), over zonnepanelen versus olijfbomen. We weten dat een olijfboom talloze liters water per week nodig heeft om olijven voort te brengen. Die kleine op ons terras drinkt minimaal één liter water per dag. Water dat in die regio steeds schaarser wordt vanwege extreme droogte en dreiging van verwoestijning in het gebied. Spanje wil dé Europese leverancier van schone energie worden. Men is goed op weg maar dat betekent dat er miljoenen olijfbomen moeten worden opgeofferd aan dat doel. En dat doet zeer. Bij velen maar ook wel bij mij, liefhebber van dit landschap. Ik weet niet hoe dit afloopt... 

Deze keer was ons bezoek aan Andalucía gericht op de bezichtiging van reuzensequoia’s (Sequoiadendron giganteum) in het gebied. Voordat we afreisden, stuurde ik mails naar de beheerders van La Losa, een landgoed in de omgeving van Granada waar enkele oude mammoetbomen staan. Het duurde even voordat mijn mailpartner wakker werd maar ik kreeg uiteindelijk -zij het laat- wel antwoord.

Zodoende weet ik nu dat een bezoek vooraf moet worden aangemeld, plekken in de rondleiding moeten worden gereserveerd en ze alleen worden gegeven op zondag 12:00 uur. Dat zou ons niet gaan lukken. Wij zouden daar pas op maandagochtend aankomen. Dat mailde ik terug. Ik vroeg of ze voor ons, twee Hollandse vrouwen met grote liefde voor de natuur, een uitzondering wilden maken. Daartoe bleken ze bereid (een afspraak in de late namiddag) maar wij zouden dan uren wachtend moeten doorbrengen. Dat paste niet in ons reisschema. Bovendien wilden we niet in het donker de Sierra inrijden. 

We besloten later in het jaar terug te keren voor dit sequoyabos met hoge bomen van meer dan 200 jaar oud. Deze bomen staan in de volksmond bekend als Mariantonias”. Het blijkt dat de vrouw van de markies van Corvera, eigenaar van het landgoed, María Antónia Sagade heette. Ik bedankte hartelijk voor hun medewerking en schreef dat we in de toekomst een nieuwe poging gaan doen. 

Op maandag reden we dus door naar de plek waar ons hotel stond voor de komende nachten, middenin de Sierra van Cazorla. Dat hotel kwam tijdens een vorig bezoek op ons netvlies. We passeerden het destijds toen we op weg waren naar het ‘centro de interpretacíon’. Toen logeerden we elders. Dit natuurpark is het grootste beschermde natuurgebied van Spanje en het een na grootste van Europa. (Tenminste tweemaal zo groot als nationaal park De Hoge Veluwe.) Dit gebied werd al in 1983 uitgeroepen tot UNESCO biosfeerreservaat en dat is niet voor niets. Het is er prachtig en bijzonder. 

Het hotel was nieuw voor ons en stelde niet teleur: alle wanden in de openbare ruimte waren behangen met geprepareerde koppen van geschoten wild uit het omringende bos. Er hangen koppen van een moeflon, alpensteenbok, ree, damhert en edelhert. Sommige herten zijn in hun geheel opgezet en begeleiden de gasten bij de maaltijden. De pronkstukken waren stuk voor stuk mooi geprepareerd. Het beroep van taxidermist heeft mij altijd geïntrigeerd. 

Coto del Valle heeft een tuin met diverse soorten bomen en struiken, een aantal terrassen rondom en een groot buitenzwembad. Het personeel is uiterst aimabel. De porties in het restaurant zijn groot. Ze lijken afgestemd op wandelaars die de Sierra in één dag doen. Wolven op twee pootjes... Dat wetende, deelden we gerechten, met volle instemming van de keuken. 

De hotelkamer was eenvoudig maar comfortabel, met goede bedden en een heerlijke douche. We hadden een langgerekt balkon met zitje en zicht op een groene wand. In een van de houten buitenpilaren bleek een familie vleermuizen te huizen. Daar luisterden we 's avonds naar het zangconcert. 's Nachts hoorden we de herten brullen en de roofvogels krijsen. 's Morgens wekte een groot symfonie-orkest van zangvogels ons. Dat was fijn wakkerworden! 

De ‘Jardín Botanico’ in de Sierra is de moeite van een bezoek zeker waard. Er staan daar niet alleen de meest representatieve soorten van de regio maar ook van alles van over de hele wereld. Je vindt er 1.300 gecatalogiseerde bloemen- en plantensoorten. Vanzelfsprekend is niet alles op hetzelfde moment in bloei. Toch brachten mijn liefje en ik er ruim anderhalf uur met plezier en interesse door. 

Maar ja, we kwamen voor de sequoia’s! Er staan er daar vier. Twee wat kleinere exemplaren (Sequoia sempervirens ofwel Redwood) in de botanische tuin en twee reuzen (Sequoiadendron giganteum) in het tegenovergelegen park. De mammoetboom is qua volume de grootste ter wereld met de grootste diameter qua stam en de verwante soort heeft een slanke stam maar is de hoogste boom ter wereld. De kleur en constructie van hun stammen verschilt eveneens. Nu hielp vriend Roland ons eraan herinneren dat het niet de eerste sequoia kon zijn die we zagen in ons leven. In 2023 bezochten we met hem en Frans ‘Pinetum Blijdenstein’ (een arboretum in Hilversum bij hen om de hoek) en daar staat inderdaad een mammoetboom van aanzienlijke omvang. ¡Gracias, Rolando!

We maakten een praatje met de baliemedewerkster van centrum ‘Torre del Vinagre’ (maandag gesloten). Zij maakte ons attent op een nieuwe attractie in dit gebied, te weten het ‘Centro de Fauna Silvestre Callado del Almendral’. Daar kun je een treinreis maken door een groot bosrijk gebied (circa 100ha) waar veel wildsoorten voorkomen. Wij stapten in de auto en kwamen net op tijd aan om met het treintje van 12:00 uur mee te gaan. (Kaartjes voor de hele route kosten 15 per persoon; kinderen en gepensioneerden ontvangen korting.) In dat treintje zaten we ruim bemeten, op een eigen rij stoelen. Onze groep bestond uitsluitend uit Spanjaarden, van alle leeftijden. Iedere trein had een eigen bestuurder en gids. 

Deze rondrit kent vier etappes, met reeën (corzos), damherten (gamos) en edelherten (ciervos), steenbokken, berggeiten, wilde zwijnen (jabalís), moeflons en wolven (lobos). In dit bos herintroduceerde men de ‘corzo morisco’, het kleine bruine hoefdier zonder witte stippen op de fotocollage. Dit is het kleinste hert van Eurazië. Een baby-ree wordt ‘corcino’ genoemd. 

Het jonge edelhert in de fotocollage draagt een beginnend gewei. De bekleding van dat gewei ziet er als velours uit; dat wilde ik wel aanraken (maar dat deed ik niet). Een ervaren gids lichtte van alles toe over de fysieke kenmerken van deze dieren, hun voortplanting, soorten gewei, kuddegedrag, enzovoort. Boeiend. Hij vertelde dat de groei van het gewei pijn doet, zoals bij de mens het doorkomen van een tand. De eerlijkheid gebiedt mij te melden dat de hoefdieren op bepaalde delen van het traject worden bijgevoerd. Ten behoeve van betere foto’s voor de passagiers!

Een deel van het traject moet te voet worden afgelegd, over circa 3km lengte; een stuk ervan is gemiddeld tot moeilijk begaanbaar vanwege ondergrond en stijgingspercentage (helemaal als het net heeft geregend). Daar vind je wel alle officiële uitkijkpunten en de plek van de roofvogels. We sloegen de post over waar enkele wolven in een klein afgeschermd territorium worden gehouden die je vanaf een platform kunt bewonderen. De laatste wolf werd daar in 1923 geschoten. Drie nieuwe wolven werden hergeïntroduceerd. Dat was aan ons niet besteed, die zien we liever in het wild op de Veluwe! 

Wel stonden we te popelen om de roofvogels van dichtbij te zien: vogelaars als we zijn. De kerkuil en grote uil (bubo bubo), een steenarend en een andere variant arend, een buizerd en een verdwaalde ooievaar. Ook deze dieren worden bijgevoederd door medewerkers van het centrum. Dit park heeft een verbintenis met de universiteit van Jaén dus er zijn mooie stageplaatsen en banen te verkrijgen. Een van de roofvogels, een havikensoort, wilde die dag niet meewerken; die bleef continu vliegen en meldde zich nooit in de buurt van waar wij zaten. Ik vond het prima, mijn telelens ook. Een extra vermelding is hier gepast voor de foto met de rode lijnen. Deze kerkuil in vlucht werd door mijn liefje vastgelegd. Met haar telefoon. 

Deze excursie is een aanrader voor natuurliefhebbers; dat zal duidelijk zijn! Na dit bezoek van tweeenhalf uur gingen we op zoek naar een restaurant voor de lunch. Spaanse tijden. Mijn liefje bestelde daar koteletjes van het edelhert, bereid met rozemarijn en op open vuur. Tja.


donderdag 5 juni 2025

Bagagedraagster

Iemand in mijn familie noemde mij ooit ‘een zondagskind’. Nu ben ik niet op zondag geboren dus het moest wel overdrachtelijk zijn gebruikt. In veel opzichten ben ik dat ook. Ik kon vroeg stoppen met werken, bereisde een groot deel van de wereld, had nooit noemenswaardige financiële problemen, heb een mooie groep vrienden om mij heen - hier en in Nederland. En last but not least: mijn liefje is na 36 jaar nog steeds aan mijn zijde. Dus ja, zo iemand kun je wel een geluksvogel noemen. 

In de context van vandaag, de dag van de Alpe d'Huzes, klopt het ook min of meer. In de familie aan mijn vaders kant waart een genmodificatie rond die de kans op borst- en eierstokkanker aanzienlijk vergroot bij dragers ervan. Dat bleek helaas ook van toepassing op het gezin waarin ik werd geboren. Een neef van mijn vader bezocht mijn moeder (reeds weduwe) bijna 20 jaar geleden om te vertellen dat hij borstkanker kreeg vanwege een familiaire genmutatie. 

Mijn liefje en ik waren net terug van onze wereldreis toen dat nieuws werd gedeeld. Mijn zussen en ik deden een DNA-test; zij in Nederland, ik in Spanje. Er zijn tienduizenden personen in Nederland die drager zijn van de erfelijke genmutatie BRCA-1 of BRCA-2; BRCA staat voor Breast Cancer, type 1 en 2. Ieder mens heeft twee BRCA1- en twee BRCA2-genen. Van elk gen erf je een versie van je moeder en een van je vader. In ons geval droeg mijn pa een genmutatie over aan zijn kinderen. Mannen worden ‘stille dragers’ genoemd. Met een BRCA2-mutatie hebben zij 6% kans om bij leven borstkanker te krijgen, vergeleken met 1% van mannen met een BRCA1-mutatie. 

Nadat ik erfelijkheidsonderzoek had laten doen in het lokale Spaanse ziekenhuis, het zogenaamde stamboomonderzoek, zei de betrokken geneticus dat hij al bij aanvang vermoedde dat ik degene zou zijn zonder genmutatie. Als alle anderen dragers zijn, is kennelijk eentje de uitzondering, statistisch gezien. Dat ik de enige ben in het gezin die geen draagster is, kun je zeker mazzel noemen. Dus een zondagskind? Best wel. Elk van mijn zussen kreeg de diagnose kanker gesteld, twee van hen zelfs tweemaal. Tot op heden kreeg ik zelf geen kanker. 

Dat wil echter niet zeggen dat ik werd gespaard. Ik draag al jarenlang veel bagage met mij mee. Dat schrijf ik niet uit zelfmedelijden. Mijn zus Angela overleed op jonge leeftijd aan uitzaaiingen van botkanker. Ze verbleef lang in het ziekenhuis, er werd geamputeerd. Ik was nog te klein om mij dat destijds allemaal te realiseren maar een gezinsdrama was het. Later op de lagere school ontdekte ik het fotoalbum van haar ziekenhuisverblijf in een diepe kast, tijdens een schoolvakantie. Met foto’s in zwart-wit van de patiënte, als overledene met niet helemaal geloken ogen, een typisch grote strik in het haar, het dodenmasker, de doodskist thuis, de vele kaarten en lieve briefjes van klasgenootjes, meesters en juffen. De schok was enorm. (Mijn moeder reageerde met ‘dat wist je toch?’ Tja.) Het werd een soort trauma. Tot op de dag van vandaag kan ik het beeld van een dierbare dode niet verdragen; hoe close we bij leven ook waren... 

Nadat de bom van de foute gen in het gezin was ontploft, overleed mijn zus Christa -eveneens draagster- aan te laat ontdekte uitzaaiingen van eierstokkanker. Dat was het doemscenario waarvoor de neef van mijn vader ons had gewaarschuwd. Mijn zus Ineke kreeg daarna borstkanker, werd behandeld en overleed jaren later alsnog aan uitzaaiingen van een andere kankersoort. Haar echtgenoot, mijn zwager Aad, overleed kort voor zijn partner aan uitgezaaide botkanker. Mijn andere zus en Ineke’s tweelingzus kreeg de diagnose borstkanker weer iets later gesteld. Zij werd effectief behandeld en leefde door. 

Mijn beste vriendin Nelly overleed in 2009 op 48-jarige leeftijd aan de gevolgen van uitgezaaide longkanker (niet-rokersvariant). Onze vrienden Ben en Guus overleden vorig jaar aan respectievelijk uitgezaaide leverkanker en uitgezaaide prostaatkanker. Een bont palet aan kankersoorten, helaas.

Mijn liefje kreeg borstkanker in het jaar dat Nelly overleed maar zij kan het gelukkig navertellen. Dat is geen kwestie van vechtlust of doorzettingsvermogen maar van geluk. Alle nabestaanden die in overlijdensadvertenties schrijven dat hun naaste ‘heeft gevochten’ tegen kanker maar heeft verloren, doen hun dierbare tekort. Sterven aan kanker is grote pech, het is als Russische roulette. Tijdigheid in het ontdekken speelt wel een grote rol bij overleving. 

De enige zus die nog leeft (en woonachtig is in Nederland), degene die eveneens borstkanker kreeg en daaraan werd behandeld, ontwikkelde recent een andere kankersoort. Men verwijderde de tumor chirurgisch maar dat lukte niet volledig. Er moest worden nabehandeld. Recent rondde zij de chemo- en bestralingsbehandeling af. Ze doorstond de beproevingen kranig en daar prijs ik haar voor. Tijdens de eerdere borstkankerbehandeling kreeg haar lichaam teveel te verduren waardoor ze deze keer twijfelde of ze dat nog eens wilde ondergaan. Ik luisterde naar haar, drong mijn mening niet op. Het is uitsluitend aan haar. Ik accepteerde haar standpunt, hoe dat ook zou uitpakken. Ze koos alsnog voor een behandelingstraject. De fysieke bijwerkingen zijn ook deze keer niet mals. Ze krijgt nu verschillende vormen van therapie om die te verminderen. Haar lichaam moet herstellen, over enkele maanden weten wie hoe effectief deze behandeling was. Fingers crossed. 

Dus kanker is mijn Nemesis, een geduchte tegenstander die maar moeilijk is te verslaan! 

Ik heb een goede fiets maar ik ben geen wielrenster. Ondanks alles dat zich tot dusver in mijn wereld afspeelde, heb ik Alpe d'Huzes nog nooit bedwongen en dat zal ik hoogstwaarschijnlijk nooit gaan doen. Als ik tegen deze Franse alp -met 21 haarspeldbochten- naar boven zou fietsen, zouden er veel dode dierbaren op mijn bagagedrager zitten. Loodzwaar. 

Deze actiedag draag ik echter een heel warm hart toe. Doneren aan de Nederlandse Kankerbestrijding KWF is ook een goede actie; niet alleen vandaag. Elke euro voor onderzoek telt. 

Wat ik sinds de ontdekking van de genmutatie ook deed als blogger was een lans breken voor embryoselectie. Waarom zorgen we er niet voor dat deze genmutatie een halt toe wordt geroepen in een heel vroeg stadium? Zodat het geen kind of volwassene treft in de toekomst? Wie durft te beweren dat embryoselectie zondig is? In 2008 voerde ik daarover een gepassioneerd gesprek met Khadija Arib. Zij was toen Tweede Kamerlid en woordvoerster Gezondheidszorg van de PvdA. Ik woonde weliswaar niet meer in Nederland maar volgde de Nederlandse politiek op de voet. Ik kwam haar bij toeval tegen tijdens een bezoek aan Den Haag, mijn voormalige woonplaats. Inmiddels is embryoselectie (ofwel preïmplantatie genetische diagnostiek, PGD) in Nederland toegestaan via IVF, onder bepaalde voorwaarden. 

De medische wetenschap maakt grote vorderingen in de detectie en behandeling van soorten kanker en dat is een zegen voor de mensheid. Zo wordt nu een experimenteel medicijn ingezet dat longkanker bij niet-rokers (nooit-rokers) bestrijdt. Deze tumorsoort komt steeds vaker voor bij vrouwen. Ongeveer 60% van deze tumoren wordt gevonden bij vrouwen en 40% bij mannen. Kanker komt over het algemeen vaker voor bij mannen, maar longkanker bij personen die nooit hebben gerookt, komt om onverklaarbare redenen vaker voor bij vrouwen. Uit wetenschappelijke literatuur blijkt dat ongeveer 1 op 10 personen met longkanker nooit heeft gerookt.

Er zijn nu doelgerichte, zogenaamde ‘precisiemedicijnen’ die zijn gericht op het blokkeren of remmen van de abnormale processen die kankergroei bij specifieke soorten longkanker stimuleren. ALK-remmers bijvoorbeeld, richten zich op een specifieke genherschikking die wordt gezien bij niet-rokers met longadenocarcinoom. Er wordt ook geëxperimenteerd met een oraal medicijn genaamd ‘zoldonrasib´dat bemoedigende resultaten vertoont voor patiënten met niet-kleincellige longkanker die de zeldzame KRAS G12D-mutatie dragen.  

Ook de behandeling van borstkanker die voortkomt uit de BRCA1- en BRCA2-mutatie boekt vooruitgang. Olaparib -verkocht onder de merknaam Lynparza- is een relatief nieuw medicijn voor de behandeling van gemuteerde kanker bij volwassenen. Het is een zogenaamde PARP-remmer, een kankerremmende stof die is betrokken bij DNA-herstel. Dit medicijn zit anno 2025 echter nog niet in het basispakket Zorg in Nederland dus dat moet veranderen.

Ook met celtherapie wordt vooruitgang geboekt, de behandeling van een patiënt met levende lichaamscellen; meestal afkomstig van het afweersysteem van de behandelde persoon zelf. Het doel hiervan is dat deze (moleculaire berwerkte) cellen kanker beter kunnen herkennen en vernietigen. De dendritische celtherapie is een innovatieve vorm met veelbelovende resultaten, zoals melanoom en prostaatkanker. 

Een andere vooruitgang is de ontwikkeling van organoïden, mini-organen die in een laboratorium worden gekweekt uit organische stamcellen. Ze worden gebruikt in kankeronderzoek om tumoren te modelleren en te testen welke medicijnen het best werken bij een patiënt met een bepaalde kankersoort.  

Het zijn kleine stappen voor de mensheid maar grote stappen voor kankerpatiënten en hun dierbaren. Ik word blij van deze verrichtingen op medisch vlak. Juist hiervoor rijden mensen vandaag die berg op.


P.S. De blog over onze recente Andalusiëtrip houd je tegoed. Die moet ik nog schrijven. Het webalbum van dat uitstapje is al wel te bezichtigen.