Translate

vrijdag 7 mei 2010

Campinglife 2010-2020

Onze huidige verblijfplaats, camping Kijkduinpark is fraai gelegen: tegen de duinrand, op loopafstand van het strand en de boulevard van Kijkduin (deelgemeente Den Haag), naast de golfbaan, met altijd het geluid van de Noordzeebranding op de achtergrond en zilte lucht alom. De camping is een grote groene oase met ruime kampeerplaatsen. Kortom: alle randvoorwaarden voor een fantastische kampeervakantie zijn aanwezig. Maar wat gaat er hier regelmatig veel mis!

Op dit vakantiepark van organisatie 'Roompot', beheerder van 796 andere recreatieparken in binnen- en buitenland, is sprake van een chronisch gebrek aan beheer. En wat ik nóg erger vind: men begrijpt nog steeds niet hoe klantencontacten moeten worden onderhouden.
Facilitair schort er hier ook het een en ander aan: de sanitaire gebouwen zijn nog steeds onder de maat -ondanks jaarlijkse renovatieplannen-, het restaurant blijft ver onder het niveau van snackbar Ockenburgh, de vuilnisophaal laat wekelijks te wensen over en sinds enkele dagen hebben we nauwelijks of geen internetverbinding vanaf de eigen kampeerplaats.
Om in contact met de buitenwereld te blijven, moet ik mij thans begeven naar de kantine van de camping. (Anderen noemen dat restaurant.) Daar zit ik dan achter mijn computerscherm: in een schimmige hoek, bij het enig vrije stopcontact van het treurige, paarsverlichte zaaltje met snookeraars en eenarmige bandieten om mij heen. Het doet mij terugdenken aan mijn Haagse brugklasfeestjes. Dat was toen heel gewoon; nu is zo'n omgeving bloggeronwaardig. Nee, Roompot is zeker geen vetpot voor kampeerders!

Ondanks dat alles is en blijft kamperen leuk en is Kijkduin een plaats om te koesteren. De vraag is echter hoe lang die combinatie zal bestaan. Er is namelijk een rapport uitgebracht met de titel 'Masterplan Kijkduin, structuurvisie Den Haag 2020' met een zeer ambitieuze inhoud. Het dikke marketingdocument ziet er gelikt uit. Het kwam met € 1.000.000,= Europese subsidie tot stand. Met heel veel foto's en schetsen en in rijk jargon wordt in 134 bladzijden een beeld geschetst van het toekomstige Kijkduin. Dat lijkt in niets op de familiebadplaats waar ik als kind speelde en zwom, als volwassene een aantal jaren met veel plezier duurzaam in de duinen woonde en die ik nu als kamperend toerist in eigen Vaderland jaarlijks bezoek.

De plannen moeten 'de ruwe diamant Kijkduin in 2020 volop laten schitteren', aldus het rapport. Wereldstad Den Haag heeft twee badplaatsen: 'het drukke, bruisende toeristencentrum Scheveningen met attracties en een uitbundig uitgaansleven en dat andere Den Haag aan zee: Kijkduin'. Aldus het trotse gemeentebestuur. Daar begint het al: je moet wel enorme oogkleppen dragen om Scheveningen bruisend te noemen... Ik vind die badplaats eerder toonbeeld van gebrek aan visie, betonrot en patatcultuur!

Het uitgangspunt voor het Masterplan is dat Kijkduin groen en stijlvol blijft, aldus het college van de burgemeester en zijn wethouders. Een prachtig streven maar hoe wordt dat ingevuld als er in de volgende zin staat dat het woningaanbod 'wordt uitgebreid met maximaal 1.000 woningen'?! Waar zullen de SUV's en Toyota's Prius van nieuwe inwoners en bezoekers gaan parkeren? Niet alleen in nieuw te bouwen onder- en bovengrondse parkeergarages waarvoor straks dik zal moeten worden betaald. Men zal ook op, onder en tussen het fraaie groen (moeten) gaan staan. Maar wel stijlvol, als ik het rapport mag geloven.

Ik ben erg voor verandering maar niet elke verandering is persé een verbetering. Ik vermoed dat er in het toekomstige Kijkduin weinig ruimte zal overblijven voor 'verblijfsaccomodatie in de meer economische sector', zoals men het eufemistisch uitdrukt in het rapport. Wat een stijlbloem! In gewoon Nederlands betekent het dat kamperen in Kijkduin in de toekomst weleens onmogelijk kan worden. Kampeerders hebben geen recht op zee meer!

In het rapport wordt vaak gesproken over 'bungalowpark Kijkduinpark', daarmee de campingfaciliteit van het park buiten beschouwing latend. Een voorteken? Men schrijft dat het huidige recreatiepark weliswaar zal worden gehandhaafd maar dat het zal worden 'geherstructureerd tot een meer hoogwaardig recreactiepark'. Op het hoogwaardige na (ô ironie) is dit geen nieuwe visie. Een dergelijke herstructurering is hier namelijk al jaren aan de gang: het grondgebied van de oorspronkelijke camping Ockenburgh werd kleiner en kleiner en op enig moment werden toercaravans niet meer toegestaan op vaste staanplaatsen. Fantasieloze kunststoffen standaardchalets werden de norm. Ook het terrein van de toercamping werd in de loop van de jaren kleiner: steeds meer campinggrond werd ingenomen door houten chalets, zogenaamde 'white camp cottages' en 'duingalows' (inhoud 40-65m²). Eentonigheid en lelijkheid troef. Daaraan verdient de eigenaar van het park veel meer geld; dergelijke accomodatie kan immers gedurende het gehele jaar worden verhuurd terwijl campinggasten vooral in de lente- en zomermaanden met hun huis-op-wielen naar het park komen.
Deze roompot stroomt al jaren niet over van liefde voor kampeerders. Hoe dat in 2020 zal zijn? Ik verwacht niks nieuws onder de Kijkduinse zon.