Translate

maandag 15 mei 2017

Indrukken van een semi-bionische vrouw

De operatie ligt achter mij. Joehoe! Mijn liefje en ik verwachtten dat ik heel nerveus zou zijn op D Day maar ik bleek de rust zelve... Ik was zelfs gelaten; niet eerder meegemaakt. De eerste ziekenhuiservaring deed ik op toen ik mijn amandelen liet knippen. Ik herinner mij dat ik op schoot zat van een zuster die vervolgens een kapje over mijn neus en mond zette. Na wakker worden herinner ik mij de pijn in mijn keel, een ziekbed voor het woonkamerraam en ijsjes, heel veel ijsjes. In de vervolgjaren liep ik regelmatig een ziekenhuis binnen om dierbaren te bezoeken. Dat ervoor ik doorgaans als stressvol maar zelf bleef ik buiten schot. 

Tot afgelopen woensdag.

Rond het middaguur meldde ik mij bij Admisión en dat was een ervaring op zich. Ik mocht plaatsnemen aan een bureau. Bij mijn liefje kwam de stoom weldra uit de oren, mij deerde het niet al begreep ik haar verbijstering. Op de foto hiernaast zie je namelijk het uitzicht dat ik had. Geen moment maakte de medewerkster oogcontact, ze praatte voortdurend tegen mijn liefje, mij compleet negerend. Terwijl een vel patiëntstickers uit de printer rolde, nam ze ook nog uitgebreid de tijd voor een paar externe telefoontjes. Tja. 
De verpleger die mij daar ophaalde om mij naar mijn eigen kamer te begeleiden, bleek niet veel communicatiever al was hij vriendelijker. Ik vermoed dat Spanjaarden zwijgen uit angst dat wij, buitenlanders, Engels gaan praten. En dat terwijl ik Spaans spreek?!

Kamer 105 bleek de mijne. Het infuuskraantje werd vakkundig aangebracht en het blauwe schort lag klaar. Om vier uur zou ik worden opgehaald. Het werd half één, half twee, half drie, half vier. De tijd snelt voorbij met een goed boek. Ik las het autobiografische werk ‘The Man in the White Sharkskin Suit’ (2007) van Lucette Lagnado. Ze beschrijft het leven van haar joodse vader Léon in Caïro, net voor de Tweede Wereldoorlog totdat Nasser aan de macht komt. Op meeslepende wijze vertelt jongste dochter Lucette (koosnaam ‘Loulou’) over hun leven in cosmopolitisch, post-koloniaal en tegelijkertijd mystiek islamitisch Caïro van destijds.

Ik legde het boek om half vier opzij toen de hoofdpersoon na een dramatische val in een steeg zijn heup verbrijzelde en een heupprothese nodig had. Ik geloofde mijn ogen niet maar het is echt waar! We zijn in het boek dan beland in de jaren '50 van de vorige eeuw. Op pagina 119 las ik de volgende dag: My dad was under anesthesia, but for years, even decades thereafter, he could recall with a shudder the pounding pounding pounding pounding of the hammer used to drive the Smith-Petersen nail into him.” Brrrr. Inderdaad geen pré-operatieve tekst. De familie moet uiteindelijk vluchten uit antisemitisch Egypte en belandt in New York waar vader Léon met onbeschrijfelijk veel heimwee aan Caïro en veel pijn in de heup verder leeft, gescheiden van zijn vrouw. Een prachtig, meeslepend boek. Aanrader.

Op woensdag was het pas na zes uur mijn beurt; toen was ik inmiddels tien uur nuchter. De vertraging kwam volgens de verpleegster door complicaties in de operatiekamer. Even voelde ik mij niet zo gelaten… De ruggeprik was een nieuwe ervaring. Ik moest op de operatietafel zitten met gekromde rug, schouders en hoofd werden door een OK-medewerker verder naar beneden gedrukt. De anesthesist telde mijn ruggenwervels en ter hoogte van mijn navel werd de injectienaald aangebracht. Eerst voelde ik een warme gloed in mijn onderrug, daarna voelde ik eerst mijn linkerbeen van heup tot tenen ongevoelig worden, gevolgd door mijn rechter. Men legde mij neer op de operatietafel, er werd een rail met een doek voor mijn gezicht gehangen en de neusslang voor sedatie werd aangebracht. Daarna weet ik niets meer. Ik zweefde naar een diep dromenland, ver van hamer, beitel, vijl en zaag. De operatie duurde ruim twee uur. Wakker werd ik in één klap: ik hoorde veel vrouwenstemmen om mij heen. Volgens mij waren ze de operatiekamer aan het opruimen. Ik las vanmorgen een heel boeiend artikel over het minutieuze schoonmaken van OKs, in het blad Psychologie.

Ik had een afdruk op mijn linkerwang en afdrukken van een band op beide bovenbenen. Ik vermoed dat ik op mijn linkerheup ben gedraaid met beide benen vastgebonden, met mijn sneue heup als een tafel naar de specialist gekeerd. Mijn geopereerde bovenbeen is bont en blauw en tweemaal zo dik als normaal. Mijn heupprothese bestaat uit een 100% titanium pin die in mijn dijbeen werd geschroefd en een titanium kop met daarop een ceramische press fit-dop die precies past in de nieuwe, polyethyleen kom die eveneens werd aangebracht. De pin is semi-poreus waardoor mijn bot om de prothese kan groeien; dat geeft extra stevigheid.

De chirurg, doctor César, in een appelgroen operatiepak met bloemetjes en bijpassende groene bril, was erg tevreden over eigen werk: het ding zat er, naar eigen zeggen, perfect in. Na de operatie werd een röntgenfoto van de prille prothese in mijn lichaam gemaakt. Met zijn scalpel zette hij een zeer persoonlijke handtekening op mijn lijf, met een fraaie krul naar achteren. De wond loopt van de zijkant van mijn bovenbeen naar mijn bil. Het is een flinke jaap; zitten en liggen is momenteel geen pretje. Ik verloor veel bloed -net tegen de grens van bloedtransfusie aan-; dus nu moet ik tevens medicijnen tegen bloedarmoede slikken. Op aanraden van vriendin Emmy, ervaringsdeskundige, koos ik voor capsules met vloeibaar ijzer. Vriend Diederik, eveneens een zeer ervaren Mantelzorger Plus, had aanvullende suggesties voor smakelijke recepten op basis van ijzerhoudend voedsel. 

Na lezing van dat Psychologie-artikel weet ik hoezeer het schoonmaakteam zal hebben moeten boenen. Met een microvezeldoekje met 16 vouwvlakken en vezels die 70 tot 100 keer fijner zijn dan een mensenhaar. Werk voor mensen die van protocollen houden en afstand kunnen nemen van hun job. Heel interessant. De werking van anesthesie op de hersenen herbergt nog veel geheimen, ook voor de medisch specialisten op dit vakgebied. 

Nog niet alle herinneringen aan die dag zijn terug. Zo kan ik mij onder andere niet heugen dat ik tegen de chirurg heb gezegd dat hij mijn liefje op kamer 105 moet bellen, na de geslaagde operatie. Ik kan mij evenmin herinneren dat mijn liefje mij tegemoet liep op de gang naar de kamer en dat ik op haar vraag of alles goed ging met mij todo bien” antwoordde

Het emotioneelst aan deze hele ervaring vond ik Yuda’s reactie toen mijn liefje hem een foto van mij in pyjama, met bleek hoofd en looprek stuurde. Hij zag mij en huilde dikke tranen, volgens moeder Elsa. Wat was er in godensnaam met zijn grote vriendin gebeurd? Het brak mijn hart toen ik die tekst las. Mijn Balinese vriendje is zo’n gevoelig joch! Na de tranen te hebben gedroogd, stuurde ik hem een Whatsapp-bericht met uitleg. Dat ik nu, als een robot, een supersonische heup heb en weer moet leren lopen maar dat ik in de toekomst weer als vanouds met hem kan duiken en zwemmen.

Thuis is het goed toeven; mijn liefje is de beste Florence Nightingale van de wereld. Ik kan nog veel niet doen. It gets worse before it gets better. Zij moet thans erg veel doen in huis; kasian. Mede door haar steun en toewijding maak ik goede vorderingen. Dank voor al jullie medeleven. Ik ben weer op de goede weg. Wordt vervolgd!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten