Translate

donderdag 29 mei 2008

Birma

Van november 2007 tot maart 2008 reisde ik door Zuidoost-Azië. Die reis begon in Bangkok en wij zouden met het openbare vervoer op ons gemak naar Noord-Thailand reizen, tot aan de grens met China om vervolgens in het noordoosten van Thailand de grens naar Laos over te steken. Daarna zouden wij naar Vietnam en Cambodja doorreizen. Voor een foto-impressie van de reis, verwijs ik naar mijn fotoalbum 'Indochina'.

Een van onze reisdoelen was de grensplaats 'Mae Sot', in het noord-westen van Thailand. We wilden daar met eigen ogen het Birmeze vluchtelingenkamp aanschouwen. (“Nee, geen ramptoerisme maar oprechte aandacht voor mensen in nood...”) De vluchtelingen daar zijn met name mensen van het Karen-bergvolk. De Karen worden bruut onderdrukt door de militaire junta van Myamar: ze hebben hun 'homeland' moeten verlaten, hun dorpen zijn in brand gestoken, mensen zijn gedwongen tot dwangarbeid. Veel Karen zijn gevlucht naar de grens met Thailand waar ze inmiddels met meer dan 200.000 in kampen langs de grens met Thailand verblijven.

We kwamen vroeg in de middag aan in Mae Sot, na een lange, lastige bustocht door de 'Three Pagodas Pass'. Het is een pas door de Bilauktaung Bergen, op een hoogte van 280 meter. Dat klinkt als niet bijzonder hoog en dat was het ook niet. Het waren de vele honderden haarspeldbochten die de reis -zeker voor iemand met aanleg voor wagenziekte- een ware verzoeking maakten!
's Morgens vroeg waren we met een groot aantal andere mensen in een gammel busje gepropt maar het goede nieuws was dat we een monnik in ons midden hadden. Hij zou voor een veilige reis zorgen... Deze oude monnik bleek geïnteresseerd in vrouwelijke buitenlanders want hij maakte veelvuldig oogcontact en sprak ons regelmatig in zijn eigen taal toe. Geen idee wat hij zei maar ik glimlachte met plezier terug.

De ochtend na aankomst in Mae Sot reden we met een tuk-tuk naar het Birmese vluchtelingenkamp dat min of meer onder de 'Friendship bridge' ligt. Het stemde treurig: veel mensen op een klein oppervlak, schamele behuizing, schaarsgeklede kinderen, badende vrouwen in vies water, mannen die hun buffel wassen, grote vuilstapels, sigarettenverkopende schoffies, blote, vuile voeten, snottebellengezichtjes, gedeukte pannen en potten op het vuur. Maar natuurlijk veel zwaaiende handjes!

Na dit indrukwekkende bezoek reden we -wederom- in een overvol vrachtwagentje terug naar Mae Sot. Ook die rit werd gedenkwaardig: mijn liefje werd door haar buurman op slinkse wijze van haar camcorder beroofd. Volgens de politie-agent ter plaatse was het delict gepleegd door 'een Karen'. De vermeende dader droeg een sarong (een soort wikkelrok) die door Birmese mannen wordt gedragen. Er zijn veel Birmezen die illegaal in Thailand verblijven en zich maar moeten zien te redden. Al was het een nare ervaring, we hopen oprecht dat hij met de verkoop van de camera zijn familie tenminste een dag voldoende eten heeft bezorgd.

En dan nu ook nog die verschrikkelijke gevolgen van cycloon Nargis... Plus het feit dat het huisarrest van Aung San Suu Kyi wederom met een jaar is verlengd. Het raakt mij diep. Ik moet denken aan een uitspraak van Diederik Samson in een recent interview met hem: 'overdrijven helpt niet, de waarheid is al erg genoeg'. Het is zeer toepasselijk op het leed van de Birmezen. Van mij mag Albayrak ze allemaal persoonlijk gaan ophalen!

De vertaling van de officiële aanduiding van het Koninkrijk van Thailand (Prathet Thai) is 'Land of the Free', het land van de vrije mensen. Thailand is het enige land in deze regio dat nooit door een buurland of andere vreemde mogendheid is bezet.
Ik hoop zó dat er weldra ook vrijheid zal komen voor de Birmezen. Maar wat hebben zij aan onze hoop? Ik moet als Westerlinge oppassen niet cynisch te worden maar... “waar zijn nu de politieke druk, de dreigementen aan het adres van een fout regime..?!”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten