Het plukken en verorberen van de eerste rijpe mango uit eigen tuin is een feit. De vrucht rook en smaakte heerlijk. Dit heugelijke feit staat volledig op naam van tuinman Arya die vandaag zijn laatste werkdag bij ons heeft.
Als het op spinnen verwijderen aankomt, laat huishoudster Elsa het graag aan haar echtgenoot en onze projectmanager Ketut over. De beide schelpenkroonluchters op het terras blijken ware spinnenwalhalla's. Ik stond erbij om de trap vast te houden terwijl Ketut zich ophees en in de nesten werkte. Na dit klusje was ook ik toe aan een douche: eitjes, rag, nestjes, baby-spinnen, moeders en vaders Spin... ik had het allemaal via mijn haar, langs mijn schouders naar beneden zien en voelen gaan. Gelukkig ben ik niet bang voor spinnen en dit zijn
geen bijters; dan had ik wel anders gepiept.
Eerder deze week vond een sollicitatiegesprek plaats met de kandidaat-tuinman. Hij werd in het weekend door beveiliger Made voorgedragen en door zijn oudere broer -die wij persoonlijk kennen omdat hij de tuinman is van een van onze buren- op de betreffende ochtend geïntroduceerd. Hij heet Putu Agus en is 19 jaar oud. Voorts is hij een verlegen jongeman met een slank postuur (!) en een aardig gezicht die senior highschool afmaakte. Alweer een slimmerik. Het opvallende is wel dat hij, ondanks zijn goede vooropleiding, nauwelijks Engels spreekt. Daarin gaan we snel verandering brengen. Eerder had hij een baan als kledingbezorger in Denpasar, de hoofdstad van Bali. Werkeloosheid onder jongeren is hier een groot probleem. Degenen die iets willen en kunnen, vertrekken naar het Zuiden van Bali om in de toeristenindustrie te werken.
Je had de sollicitatiecommissie moeten zien: Ketut, Elsa, mijn liefje en ik, oudere broer Ketut en De Kandidaat. Wij hadden ons serieus op het gesprek voorbereid en na iedereen op gemak te hebben gesteld en van water te hebben voorzien, stelden wij onze vragen: 'heb je al eerder als tuinman gewerkt?' 'Nee.' 'Wat spreekt jou aan in de baan?' Hij antwoordde dat hij geen kamerhuur meer hoefde te betalen in Denpasar, dat hij kon terugkeren naar zijn geboortedorp, dat hij dan fietsend naar zijn werk zou kunnen. Het waren allemaal extrinsieke motivatoren, zoals dat in headhunter-jargon heet. Ik maakte oogcontact met mijn liefje en wist dat zij op dat moment precies hetzelfde dacht.
Ik deed een poging om nog iets tuingerelateerds uit zijn mond te horen en stelde dus een vraag over bloemen, bomen en planten. Hoeveel kun je een mens in de mond leggen? Putu Agus zweeg nu in alle toonaarden. Oh-oh. Er kwam wel een enthousiast antwoord van grote broer! Voordat hij verder wilde gaan, keek ik hem lachend aan en legde mijn wijsvinger tegen mijn lippen, daarmee zeggend: 'niet voorzeggen'. Het bleek een internationaal gebaar en iedereen lachte.
Al met al liep het goed af: per 1 juli gaat Putu Agus in onze tuin aan de slag als trainee. Wat ik wel te weten ben gekomen is dat hij niet lui is en niet bang voor spinnen. Ook voor een eventuele levende slang zal hij niet wegrennen. De komende weken gaat hij het vak leren onder begeleiding van projectmanager Ketut; af en toe gesteund door zijn volleerde broer. Wij hebben er alle vertrouwen in dat het hem gaat lukken. Zeker nu hij met snoeien hulp krijgt van vogels die hun nest opbouwen met materiaal uit eigen tuin. De nesten bevinden zich in palmbomen op het terrein. Ze vliegen af en aan. Wij zijn kennelijk niet de enigen die citroengras lekker vinden.
Ook zender BVN is weer in de lucht, al gaan we de schotel wel verplaatsen. Er is thans teveel gehaper. Ik wil nog graag een (samenvatting van een) wedstrijd van het Nederlands elftal met eigen ogen zien. Wie weet is de kwartfinale tegen Brazilië aanstaande vrijdag wel de laatste mogelijkheid... Sinds ons vertrek uit Spanje zocht ik bij gebrek aan beter de eindstanden via internet op. Dat is weliswaar niet hetzelfde maar 'the poule must go on'. Tussenstand: 37-33. Voor mij, welteverstaan.
Sumatraanse etnische groepen die tot de Batak behoren, geloven heilig in 'third party power': een sterk gebruik waarbij iemand vanaf de geboorte volledig wordt voorbeschikt om vijanden te bezweren. Volgens dit bijgeloof moet die persoon op enig moment worden gedood en het lichaam worden gekookt. Dit heet 'pangulubalang'. Alhoewel het woord 'bal', 'balang' (belang?), 'gul' (goal?) en 'lang' (verlenging?) erin voorkomen, lijkt de procedure mij toch geen optie ten faveure van het Nederlandse elftal...
In de Jakarta Post las ik onlangs dat er op de Molukse eilanden overal voor Oranje wordt gevlagd. Dat zou naar verluid vooral komen door Giovanni van Bronckhorst, aanvoerder van het elftal met Ambonees bloed door d'aderen. Maar uit de geschiedenisboeken weet ik ook dat Molukkers tijdens Neêrlands koloniale tijdperk veelal rijksambtenaren en militairen in het Nederlandse leger waren. Dat schept een band. In Nederland wonen meer dan 70.000 personen van Molukse afkomst. De journalist merkte sip op dat Ambon hoogstwaarschijnlijk niet zo enthousiast zal vlaggen op 17 augustus, Indonesië's onafhankelijkheidsdag. Die tegenprestatie kunnen wij dan wellicht aan hem leveren.