Mijn liefje en ik hadden 3 dagen nodig om ieder de eigen versie van de lekkerste bitterbal te vervaardigen. Ambachtelijker kan niet! Ook in de aanloop was niets ons te veel: wij vroegen een bevriende Nederlander die omwille van zijn visum toch naar het zuiden van Bali moest, daar enkele boodschappen voor ons te doen. Ik kan daarover niet uitwijden; de tegenpartij leest mee. Wedstrijders Marja en Zoë gingen nóg een stap verder: uit Singapore lieten zij paneermeel invliegen. Jawel, een onmisbaar ingrediënt maar gewoon lokaal te verkrijgen. Wij kennen de plaatselijke wegen! Zij zegden toe ter compensatie enkele bomen te planten. Plek genoeg in hun tropische tuin die Marja met veel inzicht en passie ontwierp. Echtgenoot Theo is overigens de creatieve ontwerper van onze tropische villa.
Bij een bitterbal is het niet alleen de kwaliteit van het rundvlees die bepaalt of het kleinood winnaarspotentieel heeft, ook de versgetrokken bouillon is van grote invloed op het eindresultaat. Ik stond urenlang met mijn neus boven het pannetje. Heerlijk! Veel kon alsnog misgaan bij de vorming van de roux en de ragout alsmede bij het draaien van de ballen. Er zijn vele varianten in omloop van het beste korstje. Het mijne is anders dan die van mijn liefje.
Ik haalde de frituurpan uit de motteballen. Het is belangrijk dat de bal op de juiste temperatuur wordt gefrituurd. Het moge duidelijk zijn: we haalden ons heel wat op de hals. Zo klein als deze Hollandse snack is, zo lang en geconcentreerd ben je ermee bezig. Onze ballen liggen inmiddels -strict gescheiden- in de diepvries. Wachtend om zaterdagavond te kunnen verleiden...
De bokaal leukte ik op, de persoonlijke scorekaarten zijn klaar. Iedere deelnemer geeft een cijfer van 1 t/m 10, voor bitterbal A t/m D. Ik koos bewust geen nul. Voor al die moeite moeten
- vorm/uiterlijk
- smaak
- viscositeit
- complete smaaksensatie
Over de uitslag van deze wedstrijd wordt op zéker gecommuniceerd!
Dat is overigens niet het enige waarnaar ik uitkijk. Ooit stelden wij in onze Balinese villa een Melkertbaan in die werd bezet door Nur, de jongste zus van Elsa. Ze had af en toe een baantje in een winkel of als babyzitter maar dat was telkens van korte duur. Wij stimuleerden haar om Engels te leren en van het een kwam het ander. Inmiddels is Nur officieel 'pembantu' (huishoudelijke hulp) bij de aardigste Nederlandse villa-eigenaren van Noord-Bali die daar permanent wonen.
Nur's Engelse taalbeheersing ging in het afgelopen jaar flink vooruit, zelf werd ze volwassener en mondiger. Het kuikendons is eraf, zogezegd. Al vind ik haar nog erg jong, ze gaat aanstaande zondag trouwen met Adi, een goedlachse jongeman met vollemaansgezicht. Hij heeft een prima baan en een eigen, stenen huis in zijn geboortedorp in de bergen. “Joehoe”, riepen mijn liefje en ik in koor toen we dat hoorden. Zo zouden ze wellicht hun eigen leventje kunnen gaan leiden?! Al te strakke familiebanden kunnen zelfs voor jonge, ambitieuze Balinezen beknellend zijn.
Voor Nur pakt het anders uit: de ouders van Adi willen graag bij hun jongste zoon inwonen... Als Balinese aangetrouwde wordt Nur geacht de verzorging van haar schoonouders op zich te nemen. Waarschijnlijk tot aan hun dood. Ik zeg bewust niet: tot de dood erop volgt; dat zou een verkeerde indruk wekken. Onder goede begeleiding wordt ze langzaam maar zeker een goede junior-kok, naar voorbeeld van haar grote zus.
Wij zijn uitgenodigd voor de moslimbruiloft. De imam komt uit de familie en een kleine en grote offerkoe werden aangewezen als bruidsschat. (Jammer dat de bitterballenstrijd dan reeds is gestreden; een bal van kalfsschenkel was geheid winnaar geworden!) Ik ga de fotoreportage verzorgen. Zelfs zonder bokaal kan het weekend niet meer stuk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten