Op 5 juni jongstleden, World Environment Day, werd de Indonesische Kalpataru-onderscheiding uitgereikt aan de Balinese eco-activist Wayan Patut. Hij werd daarmee officieel gelauwerd als redder van het milieu. Deze man, die voorheen koraal hakte voor gebruik in de bouw en wier collega’s visten met gebruikmaking van explosieven, is al jaren actief in het herplanten en restaureren van koraal rondom zijn geboorte-eiland Serangan (ten Zuiden van Sanur). Met collega’s plantte hij daar inmiddels meer dan 35.000 koralen en herstelde daarmee zo 3 (van de 5) hectare verwoeste oceaanbodem.
In 1997 zorgde El Niño wereldwijd voor een verhoging van de temperatuur van oceaanwater waardoor onder andere veel Balinees koraal verbleekte en doodging. De gevolgen leken rampzalig. Het tij lijkt te keren... Een recent onderzoek van Conservation International bevestigt dat het goed gaat met de koraalriffen rondom Bali. Een team van wetenschappers onderzocht 33 duikplekken rondom het eiland en verbleef 350 uur onder water.
“The ratio between live and dead coral is [now] seven to one. This is remarkable” volgens de directeur van Conservation International Indonesia Ketut Sarjana Putra. “The coral has recovered strongly thanks to the ocean’s good upwelling system that brings lower temperature currents to the surface”. Het koraal rondom Bali lijkt goed bestand tegen klimaatverandering. Het percentage levend koraal verdubbelde sinds 1997. In Menjangan was de koraaldekking toen circa 15% maar nu 50%. Tien à 15 jaar geleden was het koraal in Amed zwaar beschadigd; er was toen sprake van een dekkingsgraad van slechts 10%. Ook daar blijkt het precentage te zijn gestegen naar 50%.
Het team trof 393 soorten koraal aan, waaronder twee nieuwe soorten in Padangbai en Amed: Euphyllia and Isopora, gevonden op 40 meter diepte. Een van die nieuwe koraalsoorten, bubble coral, is opgenomen in het foto-overzicht (eerste foto, linksboven) dat afkomstig is van Conservation International.
Topwetenschappers die onderdeel uitmaakten van het onderzoeksteam telden tevens het aantal soorten tropische vissen dat zij onder water aantroffen: het bleken er 952, waarvan 8 nieuwe soorten die nergens anders op de wereld voorkomen. Ze werden aangetroffen in Pemuteran, Gilimanuk, Tulamben en Nusa Dua.
Dat zocht ik uit. Het betreft een nieuwe soort straalvin (Stephanolepis), twee soorten kardinaalvis (Apogon en Siphamia; 1 en 10), een soort zeegrondel (Grallenia; 2), een soort kongeraal (Heteroconger; 3/4), twee soorten dwergzeebaars (Manonichtys en Pseudochromis; 5/6 en 9), een soort lierstaartblennie (Melacanthus; 7) en een nieuwe soort zandbaars (Parapercis; 8). Een beetje aquariumnerd loopt het water nu in de mond! Ik snorkelde in alle genoemde Balinese wateren, behalve rondom Nusa Dua. Zelf aanschouw ik tropische vissen en koralen het liefst in open water.
Maar niet alles in de Marine Rapid Assessment Program Survey 2011 stemde optimistisch. In de wateren rondom Bali werden tevens enorme hoeveelheden plastic afval aangetroffen die koraal ervan weerhouden tot fotosynthese over te gaan. Dat proces is nodig om licht te kunnen omzetten in zuurstof dat koraal in leven houdt.
“In many sites, we found litter and mud fouling the reef as well as abandoned nets tangling the corals,” aldus Sarjana. Vooral Sanur, Melaya en Candidasa zijn in dat opzicht probleemgebieden. De onverschilligheid jegens het milieu en het gebrek aan afvalbeheer op Bali is mij al lang een doorn in het oog. Ik mopperde al bloggend dan ook al vaak over het kwaad dat plastic heet.
Deze week ga we nog één keer snorkelen in Menjangan voordat we naar Spanje afreizen. In het droge seizoen, als de monsoon niet heerst, kun je onder water minstens 50 meter ver kijken. Dit snorkelparadijs was voorheen beroemd om zijn rode rifplateaus maar die zijn er naar mijn weten niet meer. Wel vind je nog steeds grote hoeveelheden gorgonen (zacht koraal) die tegen de steile wanden op de stroming meebewegen. Eens kijken wat ik er deze keer aantref. Het vorige snorkeluitje was met Saskia en Kirk, in het regenseizoen.
Ik zag er toen voor het eerst grote hoeveelheden plastic onder water drijven. Geen fijn gezicht, het materiaal was soms letterlijk 'in my face'. Ik vroeg de gids van het nationale park waar dat afval vandaan kwam. Volgens hem kwam het met de stroming mee uit Java. Een bekende reactie. Volgens Balinezen komt overlast per definitie daar vandaan. Ik weet beter: er zijn (tè) weinig Wayan Patuts op Bali!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten