De regelmatige lezer weet dat wij binnenkort naar de oostkust van Australië vliegen. Op locatie loopt de temperatuur rap op maar ‘s avonds en ‘s nachts is het nog beneden 20 graden Celsius. De zomer begint daar officieel op 1 december. De verwachting is echter dat de teenslippers en bermuda’s, mijn favoriete uitdossing, eerder uit de koffer zullen komen. De warmte van Bali, de luxe van de eigen villa, elke dag zwemmen in warm water, de aanwezigheid van Elsa en Yudha… dat alles zal ik missen.
Tegenover die ‘ontberingen’ staat veel goeds: een verblijf in een ‘normaal land’ (quote van een permanente resident op Bali), het weerzien met twee lieve en zeer onderhoudende vriendinnen, boodschappen doen bij supermarkten als Coles en Woolworths, prachtige wijnen kopen voor mooie prijzen, fietsen over de boulevard en wandelen over witte stranden tot je erbij neervalt, zwemmen in zee tussen de vlaggen, body-surfen op fantastische golven, bootje varen op de Grote Meren, genieten van Sydney en andere bezienswaardigheden van New South Wales èn… niet in de laatste plaats: walvissen kijken.
In de online-versie van de Syndey Morning Herald las ik onlangs:
‘the world's biggest newborns are expected to turn the NSW east coast into a whale nursery for the first time in 50 years. The National Parks and Wildlife Service (NPWS) said a large number of whales with newborn calves in tow were expected to grace the state's shores soon.’
De woordvoerder van de NPWS verklaarde dat hij nog nooit zo’n groot aantal babywalvissen zag aan de oostkust sinds de afschaffing van de commerciële walvisjacht (1986)! Dit jaar wordt de 25ste verjaardag gevierd van dit moratorium.
De ecovriendelijke tak van de walvisindustrie, zeezoogdieren kijken, begon in Australië in de jaren 50 van de vorige eeuw. De vrijwilligers die jaarlijks op Cape Solander het aantal migrerende walvissen tellen, constateerden dit jaar een toename van 17% van zowel moeders als baby’s. Op de migratieroute naar het noorden telden de vrijwilligers tussen 1 juni en 31 juli 2011 meer dan 2.200 volwassen bultruggen die op weg waren naar warmere wateren voor de geboorte van hun kalveren. Dat is een toename van 378 walvissen, vergeleken met dezelfde periode vorig jaar.
Een groep economen uit Melbourne berekende in opdracht van de ‘International Fund for Animal Welfare’ (IFAW) hoeveel er thans omgaat in deze bedrijfstak in Australië: $47 miljoen per jaar aan kaartjesverkoop en $264 miljoen per jaar aan andere, daaraan gerelateerde inkomsten. Het rapport, dat hier kan worden gelezen, geeft tevens een gemiddelde waarde per walvis: van $32.000 in Broome (WA), $97.000 in Hervey Bay (QLD) tot $1.25 miljoen per walvis in Warnambool (VIC). Alhoewel die info kil kan overkomen, maakt het duidelijk dat een levende walvis vele malen meer waard is dan een dode. Dat was weleens anders...
Een grote stoet blote babybultruggen trekt thans langs de kust van New South Wales. Zij zwemmen met hun moeders weer 7.000 kilometer zuidwaarts, terug naar de zuurstof- en visrijke wateren van Antarctica. De NPWS ontwikkelde een smartfoonapplicatie waarmee je op enig moment precies kunt zien waar de beste spotplekken langs de Australische oostkust zijn. Zo wordt walvissen kijken nóg aanlokkelijker. Voorpret is dubbele pret!
In 2008 stonden wij op Australia Day op Cape Solander -nabij Sydney- met onze vriendinnen July en Claire. Drie babyboomers aan wal... Daar spraken wij af dat we de eerstvolgende keer samen walvissen zouden gaan kijken. Die kaap is een van de beste plekken in Australië waar je migrerende walvissen vanaf land kunt zien. Ik verheug mij erop. Ik zie de blogkop al voor mij: ‘voormalig zuster Clivia bezoekt kraamkamer NSW’.
Ik hoop op a whale of a time!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten