Nelly en ik waren graag oud met elkaar geworden
maar dat mocht niet zo zijn.
Het rauwe verdriet wijkt langzaam voor een gevoel
van dank voor het feit dat zij in mijn leven kwam. Ik heb vele herinneringen
aan haar, aan onze wilde jonge jaren en aan de vriendschap die hechter werd met de jaren. We kenden heel veel ups en af en
toe een down.
Er zijn vele momenten waarop ik haar mis: op betekenisvolle dagen, na bijzondere ervaringen en in mindere tijden. Ze genoot intens mee, luisterde goed.
Er zijn vele momenten waarop ik haar mis: op betekenisvolle dagen, na bijzondere ervaringen en in mindere tijden. Ze genoot intens mee, luisterde goed.
Ze is er niet meer maar ik voel haar nabijheid. Ik zal haar nooit vergeten, zij kan mij niet verlaten...
Je hebt
me alleen gelaten
maar ik heb het je allang vergeven
maar ik heb het je allang vergeven
want ik
weet dat je nog ergens bent
vannacht nog, toen ik door de stad
dwaalde, zag ik je silhouet in het glas
van een badkamer
vannacht nog, toen ik door de stad
dwaalde, zag ik je silhouet in het glas
van een badkamer
en
gisteren hoorde ik je in het bos lachen
zie je, ik weet dat je er nog bent
zie je, ik weet dat je er nog bent
laatst
reed je me voorbij met vier
andere mensen in een oude auto
en ofschoon jij de enige was die
niet omkeek, wist ik toch dat jij
de enige was die mij herkende
andere mensen in een oude auto
en ofschoon jij de enige was die
niet omkeek, wist ik toch dat jij
de enige was die mij herkende
[..]
en ik
heb geglimlacht
ik was
zeker dat je me niet verlaten zou
morgen misschien zul je terugkomen
of anders overmorgen of wie weet wel nooit
morgen misschien zul je terugkomen
of anders overmorgen of wie weet wel nooit
maar je
kunt me niet verlaten
Hans
Lodeizen (1924-1950)
Uit: “Verzamelde gedichten” (1996)
Uit: “Verzamelde gedichten” (1996)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten