Als je naar de foto van toen kijkt, valt een
aantal dingen op. Staatsieportret en 'Oranje Boven' gaan goed samen! Vervolgens het korte haar op het magere koppie van mijn
liefje. Het haar dat zij toentertijd miste, lijkt op mijn hoofd te zijn
bijgeplant. Ik zie eruit als een vogelverschrikker. Aangezien mijn liefje een
maand ervoor de laatste chemokuur kreeg toegediend in Spanje en in Bali was om aan
te sterken, was het aan mij om de vereiste ceremoniële verplichtingen namens de
familie uit te voeren. In de bloedhitte.
Vanzelfsprekend waren we in ceremoniële kleding.
Op het staatsieportret staan Elsa, Ketut en hun drieenhalf jarige zoon Yudha
tussen ons in. Wij met een gulle lach op ons gezicht, zij zonder. Het ontbloten
van de tanden op een foto wordt als ongepast beschouwd.
Die foto hangt sindsdien pontificaal in hun huis.
Om precies te zijn: boven hun bank. We lieten de afdruk inlijsten en deden 'm kado bij de inwijding van hun
huis, niet veel later. Tijdens onze afwezigheid werd Yudha dagelijks onder de
foto 'overhoord': wie is wie? Toen wij in juni
van dat jaar naar Bali terugkeerden, wist hij ons nog feilloos uit elkaar te houden.
Onlangs maakte ik een nieuwe foto met de
zelfontspanner. Niet op het terras van de eigen villa maar in de tuin van het
huis dat wij tijdelijk huren, in Gang Bintang. Het werd een foto met een andere uitstraling. Zoek de verschillen!
Ook op die hernieuwde foto valt een aantal dingen
op: allereerst het feit dat daarop zes mensen staan. De kleine Damai, die
volgende maand twee jaar wordt, volgde in de afgelopen jaren dezelfde cursus
als zijn grote broer: wie is wie op de foto? Hij vroeg zijn moeder regelmatig
waarom hijzelf niet op de foto staat. Onze namen hebben nu ook voor hem geen
geheimen meer al verhaspelt hij de mijne tot een langgerekte keelklank. De
mannetjes brachten hun pluche vriendjes mee: beertje Pino is van Yudha, Pinguïn
werd van Damai. Onze Euraziatische familie bestaat uit (tenminste) acht wezens!
Met Ketut en Elsa maakten wij veel mee en dat schiep
een band. Met hen persoonlijk beleefden wij vooral hoogtepunten al gaven ze ons
als personeel ook weleens kopzorgen. Toen wij op een bepaald moment in Bali buiten
onze schuld in problemen raakten, steunden zij ons waar zij konden. Onlangs
sprak ik hier met buurman Tom die een vergelijkbare relatie heeft met zijn
manager Putu. Hij zei mij dat hij Bali al jaren geleden zou hebben verlaten als
hij niet, net als wij, zo’n lokaal maatje zou hebben gehad. Ik schreef het
enkele keren eerder: als Westerling wonen in een land waarin velen veel minder
of zelfs niets hebben, is geen sinecure...
De beide zonen van Elsa & Ketut verschaften ons altijd plezier door hun aanwezigheid. Het contact met hen hield ons jong en was
goed voor mijn Indonesische taalbeheersing. De band die we met hen allen hebben, zal in
de toekomst wellicht minder innig worden en van karakter veranderen maar ik
koester de herinneringen.
Ik nodigde iedereen direct uit voor de groepsfoto; er hing namelijk een zware regenwolk boven het huis. We zitten hier nog middenin het regenseizoen. Ik stelde de zelfontspanner van de camera in en
vloog van het terras naar de tuin, nog net tijd hebbend om mijn ruime shorts op
te halen.
Het is opmerkelijk dat we allemaal in de camera kijken en allemaal met een lach op het gezicht staan. Ketut toont zelfs zijn tanden. Het werd een ander portret: moderner, minder traditioneel, vrijer. Dat past bij de relatie van nu, denk ik. Mijn liefje staat met flinke wallen op de foto. Het was namelijk zaterdagnamiddag, we nuttigden een lunch met wijn bij Spice Beach Club Lovina en waren zojuist aan een korte siësta begonnen... totdat ik de stem van Yudha door de Biersteeg hoorde schallen. Wat tenslotte opvalt, is dat onze huidskleur niet onderdoet voor die van de Balinezen. Iedereen is verguld met deze foto; zelfs Damai kan zijn ogen er niet van afhouden, volgens zijn moeder. De foto gaat op twee continenten boven de bank!
Het is opmerkelijk dat we allemaal in de camera kijken en allemaal met een lach op het gezicht staan. Ketut toont zelfs zijn tanden. Het werd een ander portret: moderner, minder traditioneel, vrijer. Dat past bij de relatie van nu, denk ik. Mijn liefje staat met flinke wallen op de foto. Het was namelijk zaterdagnamiddag, we nuttigden een lunch met wijn bij Spice Beach Club Lovina en waren zojuist aan een korte siësta begonnen... totdat ik de stem van Yudha door de Biersteeg hoorde schallen. Wat tenslotte opvalt, is dat onze huidskleur niet onderdoet voor die van de Balinezen. Iedereen is verguld met deze foto; zelfs Damai kan zijn ogen er niet van afhouden, volgens zijn moeder. De foto gaat op twee continenten boven de bank!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten