Translate

zaterdag 30 maart 2013

Goede week

Terwijl men in Nederland de koudste Paasdagen sinds 1964 beleeft, is het hier goed weer. Deze periode in het jaar is een van de belangrijkste voor katholiek Spanje. De dagen rondom Pasen worden hier Semana Santa genoemd. In Nederland noemt men het de Goede Week. De katholieke lekenbroederschappen (cofríadas) hebben het er elk jaar maar druk mee. Op elke dag van deze goede week worden namelijk in vele Spaanse dorpen en steden processies door de straten gehouden. Eerder maakten mijn liefje en ik de Semana Santa mee in Carthagena (2002), Madrid (2005) en Algeciras (Andalusië, 2009). Het werd dus tijd voor een religieuze beleving dichter bij huis.

Op Goede Vrijdag, waarop het lijden en de kruisiging van Christus wordt herdacht, gingen wij, vergezeld van vriendin Bernadette, naar Torrevieja om de Stilteprocessie mee te maken. 
Wij zijn weliswaar geen praktizerende katholieken maar wij vinden wèl dat dit aspect van het Spaanse volksgeloof en het culturele leven deel uitmaakt van Bernadette’s éducation permanente. Daar zij als logée bij ons ook al niet had kunnen vasten, had zij als nette vrouw met een katholieke opvoeding behoefte aan enige vorm van boetedoening.

Die boetedoening kwam eerder dan gedacht… Voordat we naar de processie zouden gaan, die volgens schema op 19:30 uur zou beginnen, zouden we een restaurant bezoeken. In Torrevieja ken ik eerlijk gezegd geen geschikt restaurant voor een serieus avondmaal; een goede tapasbar vinden is geen probleem. We hadden allemaal trek in een visje. Aan de mooie boulevard van Torrevieja streken we neer in een Spaans restaurant dat volgens mijn liefje een aardige kaart had. Zo gezegd, zo gedaan. De rosé werd voorgeproefd en niet goed bevonden. Dat had ons moeten waarschuwen. We bestelden een rode wijn -crianza 2008- uit de Rioja-streek. Niks mis mee; Bernadette vond ‘m zelfs heerlijk. Plus tweemaal zeetong (lenguado) en eenmaal heek (merluza). Wat er vervolgens op tafel verscheen, was a-bo-mi-na-bel! Ik heb nog nooit zo’n vieze vis gezien en gegeten. Bij navraag bleken het vissen te zijn uit de diepvries. Ondanks dat ze waren gegrild, bleven ze kleddernat en zonder enige smaak. De borden bleven dan ook nagenoeg onaangeraakt. Wij verlieten diep teleurgesteld (en hongerig) het restaurant om daar nooit terug te keren. Elluk nadeel hep se voordeel: we vastten alsnog!

Om half acht zaten wij op gemeentelijke klapstoelen langs het parcours, op een kruispunt van wegen. Aanvankelijk kwamen er nog auto’s uit zijstraten de hoofdweg op draaien. Langzaam vulden de klapstoelen zich en sloten de rijen. Hier en daar ontstond ergernis als mensen zich tussen de aaneengesloten stoelen en kinderwagens wilden wurmen om de straat over te steken. Een oudere Spaanse politie-agent-met-natuurlijk-overwicht trad sussend op. Mobiele kramen verkochten snoep aan jong en oud. Het was stemmig op straat.

Drie kwartier later was het zover: de eerste puntmutsen kwamen in zicht. Toen ik ze voor de eerste keer in mijn leven zag (Carthagena), schrok ik omdat ze mij deden denken aan de Amerikaanse Klu-Klux-Klan. 
Ik vind hun uitrusting nog steeds ‘spooky’ alhoewel ik inmiddels weet dat er geen rechts-radicalen onder schuilen. 

Kinderen in onze omgeving openden hun plastic zakken om het snoepgoed, dat de heren, dames en kinderen onder hun ceremoniële kleding meedragen, dankbaar in ontvangst te nemen. Ook Bernadette werd niet overgeslagen. 
Grote heiligenbeelden werden op schouders, op hoofden (en soms ver daarboven!) van sterke mannen en vrouwen gedragen. Devote vrouwen getooid met zwarte mantilla’s liepen in de processie mee.

De Semana Santa is niet alleen een religieuze aangelegenheid, we vierden tevens de eerste volle maan van de lente. Toen we gisteravond huiswaarts keerden, was het nog 19 graden Celsius. Met een tapasbordje op schoot namen we de dag door; die kreeg driemaal een dikke voldoende. Kortom: een Goede Dag, in een tevens Goede Week.

Vanuit een zeer zonnige Costa Blanca wensen we je een vrolijk Pasen!


dinsdag 26 maart 2013

Gevederde vriendjes

In de afgelopen weken hoorde en zag ik vele nieuwe soorten vogels in onze Spaanse habitat. Bekend geluid en nieuw getwitter ging door de lucht. Daaruit trek ik de conclusie dat de vogeltrek van Afrika naar Europa is begonnen. De meteorologische lente brak aan maar koning Winter speelt een verraderlijk spelletje in het noorden van Europa. Vrieskou overal, sneeuw tot aan de dakrand in het Verenigd Koninkrijk, schaatsers in Friesland?! Maart roert zijn staart - en hoe! Ik heb het idee dat gevederde vriendjes momenteel langer dan gewoonlijk in deze contreien blijven hangen, in afwachting van beter weer op hun bestemming.

Als we ‘s ochtends genieten van een kopje koffie op het zonnige terras, klinkt altijd een hoop gekwetter. Eén nieuwe vogel verraadt zich met zijn geluid meteen: de koekoek. Het dier zit in het pijnboombos in het terrein naast ons. Ik heb ‘m nog niet gezien maar dat zal niet lang op zich laten wachten. Verrekijker en telelens staan paraat. Ik hoor veel nieuwe zangvogelsoorten. Ze laten zich van hun beste kant zien en horen. Rechts is de alombekende merel, links is hoogstwaarschijnlijk een rietzanger, de middelste is een putter.

Ouwe getrouwen zoals valken en steenuilen, hangen constant in de lucht. Toch lijkt hun gedrag anders dan in voorgaande jaren. Als trekvogels hier inderdaad een langere tussenstop dan gewoonlijk maken, zou dat de reden van de reuring kunnen zijn.

Onlangs zat ik met een boek op het terras toen twee valken wel heel dichtbij kwamen. Het leek alsof ze zich niets van mijn aanwezigheid aantrokken en van plan waren een ommetje via het terras te maken. Ik kon ze bijna aanraken. De zon bescheen hun lichaam en verendek waardoor het een magische vertoning werd. Ik heb dat moment scherp op mijn netvlies.
Het zijn torenvalken, de ene een beetje groter dan de andere. Ik doopte ze Lex & Max en zo noemen mijn liefje en ik ze sindsdien. Soms zit ik binnen als ik van buiten hoor “Max kwam weer langs” of “Lex jaagt voorbij”. Het maakt duidelijk hoe prominent ze aanwezig zijn. We hebben er kennelijk twee permanente residenten bij. Tijdens een wandeling in de omgeving zag ik er een neerstrijken op de waterafvoer van een appartement op de bovenste verdieping. Soms hoef ik alleen maar mijn oren te tuiten om te weten waar ze uithangen. Waar veel gefladder en gekwek is, zijn zij. Ze zitten vooral achter duiven aan.

Tot vorig jaar waren er relatief veel duiven in onze woonwijk. De vereniging liet eerder een valkenier komen (à raison van € 1.200) om de duiven op natuurlijke manier te verjagen. Sinds het vertrek van een Frans echtpaar dat jarenlang een appartement huurde en waarvan de echtgenote duiven voerde, nam hun aantal af. Duiven voeren in woonomgevingen is wettelijk verboden in Spanje en daarom ook niet toegestaan binnen onze vereninging van huiseigenaren. Duiven zijn levende opslagplaatsen van bacteriën, ze worden om die reden terecht ‘vliegende ratten’ genoemd. Dat is geen bakerpraatje, het is bewezen door -onder andere- Spaanse wetenschappers. De bacteriën zijn niet schadelijk voor de vogels zelf maar wèl voor de mens. De betreffende vrouw werd door de president van de vereniging op haar gedrag aangesproken maar ontkende glashard terwijl de voederbakjes elke ochtend leeg onder het appartementencomplex stonden. Je moet haar echter op heterdaad betrappen als je juridische actie wilt ondernemen en dat gebeurde niet. Het probleem loste vanzelf op. Everybody happy. Ze voert nu waarschijnlijk stadsduiven in Alicante.

Een torenvalk kan dus een duif verschalken en onze Lex & Max doen erg hun best hun prooi te pakken. Tijdens zo’n achtervolging streek een van de valken neer op een boomtak, recht tegenover ons appartement. Mijn liefje, een vogelspotter van formaat, maakte mij erop attent. Ik greep mijn camera en zoemde in. Het gevleugelde dier liet zich van alle kanten bekijken, draaide majesteitelijk om zijn (of haar) as. De takken van de boom wipten op en neer maar de gele klauwen hadden goede grip. Het is verbazingwekkend zoals zij zichzelf in evenwicht kunnen houden. En die spiedende ogen... niets ontgaat hen. Zelfs mijn gefotografeer niet!

Gevederde vriendjes en ik: amigos para siempre. Dat is ook bij anderen bekend. Mijn neef Dennis stuurde mij deze week een weblink toe van Bored Panda waarop perfect getimede foto’s zijn te zien. Hij dacht dat ze mij als amateurfotograaf wel zouden kunnen bekoren... De understatement van de week! Je vindt er vele serieuze en ‘tongue in cheek’-foto's. Ook de foto's waarin vogels de hoofdrol spelen, zijn de moeite van het bekijken zeer waard.


zaterdag 23 maart 2013

Een dag niet gelezen…

Het is nog steeds boekenweek in Nederland. In zo’n week zou ik graag in het Vaderland willen zijn. Ik zou dan dagelijks naar mijn favoriete boekhandel gaan en de boekenweekactiviteiten van dichtbij meemaken. Hier is elke week voor mij echter boekenweek. Onlangs zei ik tegen mijn liefje dat lezen, van de vele hobby’s die ik heb, de allergrootste is. Lezen maakt mij blij. Een dag niet gelezen, is een dag niet geleefd. Ik wissel papieren boeken af met digitale, nu en in de toekomst. Mijn reader is een waardevolle vriend maar sommige boeken behoren nu eenmaal in mijn boekenkast. Hebben!

Volgende week krijg ik het boekenweekgeschenk persoonlijk overhandigd. Dan krijgen we namelijk een logée die het in haar reistas meebrengt. Ik vroeg haar een papieren boek van mijn lijstje mee te brengen. Het is van de Catalaanse schrijver Jaume Cabré (1947), getiteld ‘De bekentenis van Adrià’ dat onlangs in het Nederlands werd vertaald. Alhoewel mijn kennis van de Spaanse taal aardig is, lees ik -nog- geen Spaanse literatuur. Voor kranten draai ik mijn hand niet om. Ik probeerde het met romans en poëzie maar het geeft mij geen voldoening: ik ben teveel bezig met het opzoeken van woorden en te weinig met de inhoud.

Cabré is Catalaan en schrijft in die taal; het lezen van een Catalaanse roman is voor mij nóg moeilijker dan een Castiliaanse! Ik kwam deze auteur op het spoor door een interview met hem in NRC Handelsblad van februari jongstleden. De interviewer noemt het boek “een kolossale roman die de hele Europese geschiedenis wil verbinden.” Dat is niet niks… tegelijkertijd is het typisch iets voor mij: een werk met historische èn literaire aspiraties. Het gaat over het kwaad door de eeuwen heen. Antisemitisme en intolerantie blijken centrale thema’s in het boek. Het is een dikke pil van 700 bladzijden dus ik kan even vooruit.

In de online Volkskrant van deze week las ik een artikel van de hand van een docent Nederlands aan een journalistiekopleiding die van mening is dat het niet goed gaat met het boek. Nederlandse jongeren lezen steeds minder en zeker geen literatuur of kwaliteitskranten. Dit is volgens hem vooral het gevolg van een gebrek aan receptieve taalvaardigheid. Veel jongeren zijn niet meer in staat zelfstandig een iets langere en complexere tekst te lezen. Zelfs studenten aan de journalistiekopleiding waaraan Slagter lesgeeft, lukt het in vele gevallen niet een serieus achtergrondartikel te lezen. Dat komt door een gebrek aan concentratie. “Maar als je van een tekst veel woorden niet kent, de beeldspraak niet begrijpt en grammatical constructies niet volgt, moet je concentratievermogen wel heel groot zijn om de tekst uit te lezen.”

Een taal leren gaat niet vanzelf. Hoe slechter jongeren thuis Nederlands leren, hoe meer les ze daarin op school moeten krijgen. In het MBO, waar de meeste jongeren naartoe gaan, is taalles in de afgelopen 25 jaar teruggebracht tot 1 uur per week (!) en het wordt zelden door bevoegde neerlandici gegeven. De journalist is van mening dat veel jongeren over een verbijsterend geringe woordenschat beschikken. Het meest alarmerend vindt hij het onvermogen om de grammaticale structuur van samengestelde zinnen te begrijpen. Dat vind ik op mijn beurt schokkend!

Deze week deed ik mee aan het online (inter)nationale onderzoek naar de omvang van de Nederlandse woordenschat. De betreffende test is een initiatief van de Nederlandse publieke omroepen NTR en VPRO en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Marc Brysbaert en Emmanuel Keuleers, taalonderzoekers aan de Universiteit Gent, hebben de leiding over het onderzoek.

Alvorens aan de test te beginnen, dien je enkele demografische gegevens (anoniem) te verstrekken: leeftijd, geslacht, opleiding, talenkennis en… of je links- of rechtshandig bent?! Dat laatste intrigeerde mij dusdanig dat ik de heren een mail stuurde met de vraag waarom. Tot op heden kreeg ik geen antwoord.

Tijdens de test verschijnen 100 bestaande en niet-bestaande woorden op het scherm waarvan je moet aangeven of je ze herkent of niet. Ik was niet ontevreden over mijn resultaat; als ‘talig’ mens en semi-professionele lezer heb ik iets hoog te houden. Na de test kun je in detail zien waar het goed en fout ging. Mijn liefje verging het anders maar dat is logisch voor iemand die niet verblikt of verbloost bij het gebruik van woorden als ‘strakdag’ (een dag met strakblauwe lucht) en ‘sudokoelie’ (iemand die dagelijks zware puzzelarbeid verricht). Dat in mijn lijst van bestaande maar niet-herkende woorden een ooruil voorkomt, neem ik muzelluf kwalijk als liefhebber van gevederde vriendjes!


woensdag 20 maart 2013

Valencia Fallas 2013

Van 15 t/m 19 maart vond in Valencia de viering van Las Fallas plaats en als razende reporter stond ik erbij en keek ernaar. 

Het is een jaarlijkse festiviteit waarmee afscheid wordt genomen van de winter en het voorjaar wordt begroet. Grote poppen, fallas genoemd (van het Latijnse woord fax, fakkel), sieren de straten en pleinen. Op de laatste dag van het evenement worden ze allemaal in brand gestoken.
De eerste viering maakten we mee in 2007; toen waren we er op de laatste dag van het festival, la Cena. Ik vond het dus weer tijd voor een hernieuwde kennismaking, temeer daar ik dit jaar veel politieke en sociale ‘statements’ verwachtte. Doorgaans gebruikt men de fallas om het leven in Spanje te becommentariëren, met een knipoog en een grijns.

We gingen vroeg van huis. Valencia ligt op ongeveer 2.5 uur rijden (naar het Noorden). Het was niet druk op de weg, we lieten de tolwegen links liggen. De route voerde ons door het binnenland, langs glooiende velden, rode aarde, kale pieken en begroeide heuvels. Ik zag veel jonge sinaasappelbomen in aanbouw, terreinen vol met jonge olijfboomgaarden en heel veel nieuwgeplante wijnranken. Spanje investeert weer fors in landbouw en dat vind ik een goede ontwikkeling.

500 straten in de binnenstad van Valencia waren afgesloten. Toch vond ik op loopafstand van het epicentrum van het evenement een parkeerplaats voor The Beast. Dat overkomt mij vaak. Ik parkeerde achteruit in, strak langs een olijfboom, zonder kras noch parkeerbon dus wat wil de chauffeur nog meer?! Na een cortado en een café con leche waren we klaar voor het spektakel. Valencianen, jong en oud, dossen zich in traditionele kleding uit op deze feestdagen. Zelfs een Chihuahua was voor de gelegenheid aangekleed. De Spanjaarden die ik ontmoette, waren alleraardigst: men poseerde met een glimlach voor de fotograaf.

Vroeger werden de fallas gemaakt van hout, ijzerdraad en klei. Tegenwoordig is piepschuim het basismateriaal. Daar omheen komt papier dat verder wordt bewerkt. Een enkele rijke culturele vereniging maakt zelfs gebruik van computergestuurd ontwerpen. Vanwege het lichte materiaal kan nu hoger en groter worden gebouwd; soms wel tot 25 meter. Ieder werk staat onder toezicht van een bekende kunstenaar, de ‘artista fallero’ genoemd. Naast een poppenopstelling voor volwassenen, staat doorgaans een creatie voor kinderen.
Alle poppen zijn voorzien van teksten in het Valenciaans. Die streektaal is nogal anders dan het Castiliaans. Ik deed mijn best teksten te vertalen en de betekenis te duiden maar dat mislukte regelmatig. Daarin bleek ik overigens niet de enige, zelfs Spanjaarden hoorden ik zeggen dat de pointe hen ontging. Dit jaar kon een App op de smartphone worden gedownload waarmee je je persoonlijke gids had langs alle poppen van Valencia.

Ik had mij niet vergist. Dit jaar bevatten de 400 fallas een fikse dosis kritiek: vooral op banken. Zo werd bad bank Bankia ‘Boooomkia’, Banco de Valencia werd de Bom van Valencia. Ook de Valenciaanse (regionale) regering kreeg er flink van langs, net als het stadsbestuur, Spanje’s huidige president Rajoy en de vorige MP Zapatero. Zelfs Maria Figa, Spanje’s ambassadrice in Vaticaanstad, moest eraan geloven. De enige buitenlandse die op de korrel werd genomen, was Angela Merkel. Oliesjieiks, Aziaten, Afrikaanse straatverkopers: ze waren allemaal van de poppenpartij.
De vele uithuiszettingen, de lange wachtlijsten in de zorg, op hol geslagen bouwbedrijven, frauderende politici, nutsbedrijven die hun prijzen sterk verhoogden, de verhoging van het BTW-tarief (Spanje en belastingen is sowieso geen goede combinatie), de lege portemonnee… al die kritiek werd creatief verbeeld. Kroonprins Felipe was eveneens onderwerp van spot: zijn koninklijke familie werd in een afbeelding ‘la familia irreal espanyola’ genoemd. Ook poppen met scabreuze thema’s ontbraken niet. Je vindt het allemaal in mijn webalbum.

Om 2 uur ‘s middags zou op het stadsplein een grote vuurwerkshow plaatsvinden. Mijn liefje en ik (hiernaast afgebeeld) liepen erheen maar kwamen weldra tot de conclusie dat het voor ons te vol was. We konden over de hoofden lopen. Daar wij niet van dit soort mensenmenigten houden, liepen we weg van het centrum, op zoek naar een restaurant. 

Daar zagen we het vuurwerk live op de lokale televisie en dat vonden we spectaculair genoeg! Op het plein kon je vanwege de rook geen hand voor ogen zien. De verse paëlla met schaal- en schelpdieren smaakte mij goed, huisgemaakte stokviskroketjes waren de keuze van mijn liefje. Na het vuurwerkspektakel liep het plein leeg en de straten weer vol. In het restaurant waar wij zaten, stonden gasten rijendik tevergeefs te wachten. Volgens de Spaanse regering wordt er in het land voor circa € 250.000 miljoen gefraudeerd. De sokken zijn in vele casas -nog steeds- goed gevuld. Dat is de andere kant van Spanje...


zondag 17 maart 2013

Het B-woord

In de afgelopen weken bleek uit webstatistieken dat mijn voormalige blog over Blue Zones goed wordt  gelezen. Medio 2008 schreef ik voor het eerst over het toentertijd verschenen boek van onderzoeker Dan Buettner 'Blue Zone: Lessons for Living Longer From the People Who've Lived the Longest'. Er is een aantal plekken op de wereld waar relatief veel 100-jarigen leven. Buettner deed onderzoek naar de levensomstandigheden en levensstijl van deze supersenioren. Een van de dingen die naar voren kwam, was dat bonen vast onderdeel uitmaken van hun dagelijkse dieet. Dat is wat wij dan ook regelmatig en met veel smaak eten. Bonen, in vele kleuren en vormen, vers en uit pot of blik, gepureerd, gebakken, gestampt. Als voor-, hoofd- of bijgerecht.

In de ramsj (€1) kocht mijn liefje onlangs het boek 'The low GI Diet' van de Australische Dr Jennie Brand-Miller. Het was niet haar eerste kennismaking met dit dieet. Zij ontdekte het toen we nog in Engeland woonden en werkten, vaak buiten de deur aten, te weinig bewogen, te veel zaten, in de auto maar ook in vliegtuigen. Kortom: relatief ongezond leefden. 

Sinds zij stopte met werken houdt zij zich in grote lijnen aan de regels van het GI-spel. Eigenlijk is het geen dieet, het is veeleer een eet- en levenswijze. De aanpak brengt balans aan tussen voeding met weinig vet en weinig koolhydraten.
GI is de afkorting van Glycaemic Index, een aanduiding voor de bloedsuikerspiegel. Koolhydraten in voedsel hebben effect op die suikerspiegel; sommige ingrediënten veel, andere weinig. Voedsel met een hoge GI-waarde (70 of meer) breekt snel af waardoor glucose snel in het bloed terechtkomt, voeding met een lage GI-waarde (55 of minder) brengt glucose geleidelijk in de bloedbaan. Geleidelijkheid is goed. Het GI-dieet wordt om die reden ook wel de nieuwe glucoserevolutie genoemd.

Het boek bevat een weekschema, recepten en een alfabetische lijst met ingrediënten en hun GI-waarde. Bonen worden in de GI-leer natural super food genoemd omdat ze de laagste GI-waarden bevatten (30 - 40 met uitschieters naar beneden) en toch voedzaam zijn. Volgens de deskundigen gaat het niet alleen om voeding: food minus exercise equals fat. Er moet dus ook elke dag worden bewogen. In huize Barefoot wordt echt weleens gezondigd tegen de GI-regels maar feit is dat mijn liefje geleidelijk afviel en sindsdien op het door haar gewenste gewicht blijft.

Mijn oog viel op de autobiografie van de Schotse chefkok Gordon Ramsey, getiteld 'Humble Pie'. (Ook €1.) Dat boek gaat eveneens over eten maar is van heel andere orde. Niet in de laatste plaats omdat er geen boon in voorkomt! Ramsey is bekend van tv, eigenaar van restaurants met drie Michelinsterren, hoofd van een internationaal restaurantimperium. Hij is tevens berucht om zijn veelvuldig gebruik van 'the F-word'.

Hij verhaalt op nuchtere toon over zijn straatarme jeugd met voedselbonnen, over zijn liefdeloze, drankzuchtige, gewelddadige vader-van 12-ambachten-13-ongelukken, de tientallen verhuizingen, zijn zwaar verslaafde broertje, het respect voor zijn moeder. Voor zijn 16de verjaardag wordt hij door zijn vader uit huis geschopt. Letterlijk.

Ramsey heeft een zeer sterke arbeidsmoraal: wie keihard werkt die deugt. Aanvankelijk is hij op weg profvoetballer te worden (hij traint bij Glasgow Rangers) maar na een ernstige blessure spat die sportieve droom uiteen. Hij komt als hulpje in de keuken terecht. Daar ontwikkelt hij een culinaire droom die hij met tomeloze energie en ambitie nastreeft. Alles is erop gericht ooit een eigen restaurant te bezitten. Begeren is vooruitzien. Hij doet ervaring op bij beroemde chefs van restaurants in binnen- en buitenland. Nooit is hij te beroerd om opnieuw onder aan de ladder te beginnen, ondanks zijn rijke ervaring. In 1998 is het zover: de opening van Royal Hospital Road is een feit. Daarna volgen vele andere toprestaurants, op diverse continenten.

Het F-woord komt ook in het boek veelvuldig voor, soms meermalen per bladzijde, zelfs meer keren in één zin?! Ramsey is en blijft grof in de mond; hij is een chef die graag provoceert. Zo zegt hij onder andere dat hij een hekel heeft aan keukenpersoneel met hun naam op het schort en aan dikkerds in de keuken. 
In Maleisië aten wij een avond in een restaurant waar de mannelijke bediening t-shirts droeg met de tekst never trust a skinny chef. Het kan verkeren. Het is echter onomstreden dat Ramsey in de culinaire wereld niet (meer) voor spek en bonen meedoet!


donderdag 14 maart 2013

Sahara

In de afgelopen dagen werd alles dat hier buiten staat, bedekt door een weliswaar dunne maar dekkende laag Saharazand. De wind kwam uit het Zuiden, de afstand tussen ons en de Westelijke Sahara is slechts 2.000 kilometer. Mijn liefje, die niet alleen hoofd Financiën van het gezin is maar tevens de terraspoetser, was elke dag druk aan het bezemen en uitkloppen. Het gele zand zat werkelijk overal! We verdelen de straftaken in dit huis zo eerlijk mogelijk. 

Nadat het zand was neergestreken, begon het ook nog te regenen dus je begrijpt: door de meeste ramen konden we niet meer kijken. Dat is nog steeds het geval. De combinatie van Saharazand en regen maakte van witte huizen in de omgeving groezelige gebouwen. Gelukkig kozen wij in onze eigen woonwijk voor gele buitenwanden. Ook de auto, mijn terrein, leek in een luipaardpakje te zijn gestoken.

Eerder deze week keek ik naar de laatste uitzending van de BBC-natuurserie ‘Africa’. Deze aflevering ging over het leven in de Sahara, de grootste woestijn ter wereld. Mijn liefje vond dit de minst interessante aflevering van de vier vanwege de beperkte hoeveelheid dieren in beeld. Het waren er inderdaad relatief weinig en ze waren ook nog eens piepklein: de meeste aandacht ging uit naar de zilveren Saharamieren (Cataglyphis bombycina).Twee cameramedewerkers rekenden op hun boeren fluitjes uit dat het razendsnelle diertje op vier poten in verhouding honderden kilometer per uur loopt. Am I kidding? No. De mieren staan hoog op hun -zes- poten zodat hun lichaam zich niet aan de aarde kan schroeien. Vanwege de barre omstandigheden waarin ze leven (gemiddeld 50 graden Celsius) komen ze maar tien minuten per dag boven de grond. Fascinerend.

Zelf was ik het meest geboeid door de manier waarop de opnamen van de bewegende duinen tot stand kwamen. Het opnameteam koos een plek in de Sahara waar ze een hoge stellage in beton stortten en met staalkabels vastklonken met daar bovenop een camera in sterke behuizing. Die camera maakte elke dag (slechts) één foto en dat gedurende twee jaar. De opstelling werd constant bewaakt door twee bedoeïen die het gewend zijn onder dit soort omstandigheden te leven.
Het leverde honderden opnamen op die, indien snel na elkaar afgespeeld, de beweging van de duinen in beeld zouden moeten brengen. Twee jaar wachten op een filmpje van circa 14 seconden?! Ze deden het en het lukte. Aan de vooravond van het uitlezen van de opnamen, vond nog wel een staaltje plaatselijk vandalisme plaats: de behuizing van de camera werd ingeslagen maar gelukkig bleek de camera intact.

Kijkers, grote bofkonten, zagen complete duinen over de vlakten golven. Ik vond het een magisch gezicht. De BBC zet zich altijd in om de mooiste, bijzonderste natuuropnamen te maken. Ze zijn er wat mij betreft wederom in geslaagd. Jammer dat de serie hiermee tot een einde kwam. Het wachten is op hun volgende megaproject.

Het deed mij terugdenken aan onze eigen rondreis door Marokko in april 2009. Die reis bracht ons ook in de Sahara. De bijgevoegde collages zijn samengesteld met zelfgemaakte foto’s van Erg Chebbi. ‘Erg’ betekent zandduin die door de wind is opgeworpen. We kwamen daar in de middag aan en ik heb vanaf dat moment urenlang gefascineerd om mij heen gekeken. Een ritje op de rug van een kameel kon mij worden gestolen (zeker na mijn eerdere ervaringen in Egypte). De kleuren van de duinen leken elk uur te veranderen. Op het ene moment stond de aarde in vuur en vlam, op het andere moment trokken koel blauw en beige mijn blikveld binnen. Ik keek mijn ogen uit. Zo'n fotogeniek landschap had ik nog nooit gezien. Erg Chebbi was niet bepaald shabby!

Tegen zonsondergang stak de wind op. Ik herinner mij dat mijn kuiten aanvoelden alsof ze werden gezandstraald. Die avond verbleven mijn liefje en ik in de Auberge du Sud waar we bij kaarslicht heerlijke Marokkaanse gerechten aten. De volgende ochtend waren de stoelen deels ingegraven. Als je de foto goed bekijkt, zie je dat de wind zandkorrels met zich meevoert. Wat de BBC op grote schaal aantoonde, aanschouwde ik op de vierkante centimeter.


maandag 11 maart 2013

Yolo…

In Spanje lees ik met enige regelmaat over mensen die een einde aan hun leven maken omdat hen een bevel tot uithuiszetting boven het hoofd hangt. Door de banken- en financiële crisis die in Spanje hard toesloeg, kan een toenemend aantal inwoners hun hypotheek of huur niet betalen. Het aantal uithuisuitzettingen in Spanje ligt inmiddels tussen 200 à 300 gezinnen per dag. Dat alles is diep triest.

Volgens een Spaanse wet uit 1909 moet iemand zijn of haar schuld aan de bank blijven afbetalen, ook nadat een appartement of huis door de bank in beslag is genomen. De Spanjaarden die het betreft, verenigden zich in het Plataforma de afectados por la Hipoteca (PAH). Spaanse lokale overheden besloten, in overleg met enkele banken, het aantal uitzettingen voorlopig te bevriezen.

In het afgelopen weekend brak wederom groot maatschappelijk verzet uit in heel Spanje. Tienduizenden betogers gingen in tientallen steden de straat op. De protestmarsen hadden vooral de gigantische werkeloosheid (26%) tot onderwerp. Van iedere twee Spaanse jongeren heeft één persoon geen baan. De helft van de afgestudeerden verliet het Vaderland inmiddels, op zoek naar werk elders. Men heeft geen vertrouwen in het probleemoplossend vermogen van deze regering.

Wij kennen ook een gezin dat recent uit hun huis werd gezet. Ze wonen echter niet in Spanje… 
Vorige week kregen we een mail uit Bali waarin Elsa, onze (voormalige) huishoudster, uitlegde dat zij met echtgenoot en kinderen uit hun huis waren gezet. Mijn eerste reactie was er een van ongeloof. Nog maar vier weken geleden waren wij in Bali en daar werd met geen woord gerept over een op handen zijnd woonprobleem?! Mijn tweede reactie was boosheid. Hoe had het zover kunnen komen met niet een maar twee salarissen in het gezin?! We besloten eerst maar eens door te vragen en dat deden we afgelopen weekend via Skype.

Onlangs dacht ik nog “waar zal ik volgende week eens over bloggen?” maar met personeel in Bali valt er elke week wel iets te melden.

De computertelefoon rinkelde op zondagmorgen. Mijn liefje en ik zaten nog in pyjama maar we waren klaar voor het gesprek. Ze bleken uit de Biersteeg te bellen. Het eerste hoofd dat zich via de camera aandiende, was van Elsa. Bekend maar met kringen onder de ogen. Vijf seconden later sprong het gezichtje van Yudha tevoorschijn. Hij riep ons toe dat hij nu ‘geen huis meer heeft’… Hij lijkt niet te beseffen ‘homeless’ te zijn maar dat mag je ook niet verwachten van een vijfenhalf-jarige. Na begroetingen en plichtplegingen over en weer vroeg ik Elsa naar de stand van zaken.

Sinds November 2012 waren zij en haar echtgenoot achter met de betaling aan de bank, terwijl het drie jaar goed ging. Wij hielpen hen een beetje bij de verkrijging van hun huis. In mijn perceptie waren ze goed op weg met afbetalen. Waarom ging het dan toch mis? Het is een te lang en ingewikkeld verhaal om hier te vermelden. Zoals altijd hangt het van toevalligheden aan elkaar. Twee maanden achterstallige betaling kon de bank nog door de vingers zien, vier maanden niet. Vorige maand greep men dan ook in: ze moesten uit hun huis.

Waarom had ze ons dat niet verteld toen het speelde? Ze wilde ons geen verdriet doen. Het siert haar maar dat verdriet hebben we nu alsnog?! 
Ik vroeg Elsa of de bank genoegen zou nemen met een eenmalige betaling achteraf om de achterstand op te heffen maar dat bleek een gepasseerd station. 
Eerder ontdekte ik dat sommige banken in Bali snoeihard zijn voor hun inheemse ‘klanten’: men berekent heel hoge rente en heeft geen clementie als de afbetaling even hapert. Het enige dat haar rest als ze doortastend optreedt (!), is de teruggave van het deposito. Ze zijn terug bij af. Zucht. Diepe zucht.

Het volgende probleem diende zich direct aan: Elsa wil niet bij haar schoonfamilie gaan inwonen terwijl haar echtgenoot Ketut die optie de meest kostenneutrale oplossing vindt. Rationeel heeft hij gelijk maar emotioneel vind ik het abject. Zijn traditionele oudjes zijn om vele redenen niet geschikt om onderdak te verlenen aan een jonge, moderne, ambitieuze Balinese vrouw en haar gezin. Zij voelt zich een gekooide vogel, moet elke stap buitenshuis aan hen verantwoorden. 
Dat is niet alles: het betreffende huis staat in de bergen, ver van de bewoonde wereld, ver van Elsa’s werk, in een omgeving zonder vriendjes voor Yudha en Damai. De schoonfamilie heeft bovendien gaten in de hand (een belangrijke oorzaak van het probleem) en Ketut is een brave zoon en kan hen niets weigeren.

Elsa wel. Zij verzet zich  sterk tegen het inwoonplan en vroeg onze steun. Of wij echtgenoot Ketut op andere ideeën willen brengen. Elsa is van plan een klein, goedkoop huis te huren in hun voormalige woonwijk en nam intussen een tweede baan als serveerster in een restaurant om garant te kunnen staan voor die huur. Ketut past op de kinderen als zij 's avonds werkt. Mijn liefje en ik deden eerdere pogingen, met wisselend sukses. I will keep my fingers crossed. Het is en blijft hun beslissing. 
Tja, yolo… you only live once maar Balinese Hindoes geloven in reïncarnatie!


vrijdag 8 maart 2013

Educate girls, change the world

Het is weer 8 maart, internationale vrouwendag! Dit jaar sta ik stil bij een bijzonder samenwerkingsproject tussen onbekende meisjes en bekende vrouwen. Een welbewust teken van internationale solidariteit.

De actrices Meryl Streep, Anne Hathaway en Cate Blanchett gaven hun steun recent aan een prachtig project: de totstandkoming van de baanbrekende documentaire Girl Rising. De documentaire verhaalt over de strijd om onderwijs van negen onbekende meisjes, in negen verschillende landen. Op de website met dezelfde naam zijn de verhalen van de meisjes te lezen.

De drie actrices leenden hun stem om de opmerkelijke verhalen, de dromen en de hoop van de meisjes te verwoorden. Ook Freida Pinto, Priyanka Chopra, Selena Gomez, Salma Hayek, Kerry Washington en Alicia Keys zetten zich voor dit project in. Een mooi gebaar.

De documentaire is gebaseerd op de algemene overtuiging dat het bieden van scholing aan meisjes in ontwikkelingslanden de snelste en duurzaamste manier is om levensomstandigheden te verbeteren, niet alleen voor hen persoonlijk maar voor de gehele gemeenschap waarvan ze onderdeel uitmaken.

Meryl Streep gaat een stap verder en zegt over dit project:

"This film gives visual corroboration to knowledge we already have: educating women and girls has the most optimistic, positive effects on families, communities and economies worldwide. If to see it is to know it, this film delivers hope; reasonable, measurable, tangible hope that the world can be healed and helped to a better future."

De documentaire ging gisteren wereldwijd in première. Hieronder is de fraaie trailer te zien:



Girlpower in haar beste verschijningsvorm, wat mij betreft.


woensdag 6 maart 2013

Zeg het met bloemen

Begin deze week las ik over een publicatie van systeembiologen in ‘Nature Biotechnology’ die de ontwikkeling van een zogenaamde stofwisselingskaart beschrijft. Die kaart geeft de omzetting van stofjes in andere stoffen in het menselijke lichaam weer.

“We begrijpen voor het eerst hoe een mens zichzelf precies maakt uit de voeding die hij tot zich neemt.” Aldus Hans Westerhoff, hoogleraar Systeembiologie.

Wetenschappers brachten bijna 7.500 biochemische reacties in kaart; dat komt neer op 90% van het menselijk totaal. Experts zijn van mening dat het “een van de grootste wetenschappelijke doorbraken aller tijden” is. Zij denken dat het in de toekomst mogelijk is -al op jonge leeftijd of zelfs via de ouders- het genoom (alle genen waaruit ons lichaam is opgebouwd) uit te lezen, waarna de stofwisselingskaart er overheen wordt geprojecteerd. Van eenieder kan zo in theorie duidelijk worden voor welke ziektes men aanleg heeft en welke tekorten aan welke voedingsstoffen hen parten kunnen spelen. 

Mijn liefje en ik verwoordden onze bewondering voor dergelijke baanbrekende onderzoeksresultaten. Hulde aan die knappe koppen! We zagen meteen grote voordelen: ziektes kunnen worden voorkomen, zieke mensen kunnen met specifiek voedsel worden behandeld en wellicht genezen, ziektekosten zullen dalen. Ik vrees wel dat er steeds vaker zal worden geconstateerd dat een ziekte genetisch is bepaald maar ook genetici maken grote vorderingen. Bedoelde genetische manipulatie in het menselijke lichaam gebeurt reeds.

Door bovengenoemde ontwikkelingen zullen meer mensen in leven blijven en langer leven. De wereldbevolking zal nóg sneller gaan toenemen. 
Er zal dan ook steeds meer voedsel nodig zijn om alle wereldburgers te voeden. In 2050 zal Moedertje Aarde naar verwachting 9 miljard kostgangers hebben… 

Duurzame innovatie op gebied van voeding is dus broodnodig. Als zo’n stofwisselingskaart effectief wil worden ingezet, zal ook voeding gezonder moeten worden. 
Bestrijdingsmiddelen zijn uit den boze. Genetisch gemodificeerde gewassen mogen pas als voedsel worden gebruikt als de eventuele gevolgen voor de gezondheid van de mens in kaart zijn gebracht. Biologische groenten en fruit voor iedereen zal eerder regel dan uitzondering moeten worden.

In de papieren editie van ‘El Mundo’ las ik afgelopen weekend een interessant artikel over eetbare bloemen. Een aantal soorten eten we reeds al is menigeen zich daarvan niet bewust: bloemkool, broccoli, artichokken. Ook Oost-Indische kers, anjers, rozen, begonia’s, vlijtig liesjes, goudsbloemen en vooral viooltjes (pensamiento in het Spaans; mooi, he!) zijn echter eetbaar. Er zijn nog veel meer soorten beschikbaar. Allemaal zijn ze gezond, zij het in meer of mindere mate. Er is niet één eetbare bloemensoort die geen enkele heilzame eigenschap heeft. Ze bevatten onder andere calcium, fosfor, kalium, ijzer en magnesium, foliumzuur, evenals vitaminen A, B, C, D en E.

Het beroemde restaurant El Bulli van superchef Ferran Adriá begon in Spanje als eerste in 2004 gebruik te maken van eetbare bloemen in de keuken. Niet alleen als decoratie maar ook als ingrediënt. De leverancier vertelde dat hij begon met twee bosjes per week maar dat liep snel op tot 2.000 per week!

Laura Carrera, onderzoekster en jonge ondernemer uit Zaragoza, ontving onlangs een prijs voor innovatie: zij zette een bedrijfje op dat eetbare bloemen kristalliseert en verkoopt. Zij houdt een (Spaanstalige) blog bij met dezelfde naam Flores en la Mesa (bloemen op tafel). Je vindt er tevens recepten met eetbare bloemen. Haar snoepjes noemt zij caramelos vegetales. Een doos handgemaakte en 100% natuurlijke gecarameliseerde viooltjes kost bij haar € 19,90 - exclusief verzendkosten. Daarmee voedt zij de wereldbevolking niet, (maar) lekker is het wel! 


Eetbare bloemen zie ik hier sporadisch in de supermarkt liggen. Tante Cor (Supercor, de supermarkt van El corte Inglès) biedt ze heel soms in het schap aan. Zelf heb ik ze nooit gebruikt, wel in restaurants gegeten. 
Teneinde dit blog fleurig te eindigen, geef ik hier een eenvoudig recept Zalmroosjes met avocadoblaadjes, uit het boek ‘Mijn beste vriend heet… Chocolade’. De ingrediënten spreken voor zich: gerookte zalm, avocado, bieslook. Wat je wellicht niet ziet, is dat er cacaopoeder op de rozenknopjes zit en citroensap op de 'bloemblaadjes' is gesprenkeld.


zondag 3 maart 2013

Slaapkamerperikelen

Als ik ‘s morgens wakker word en de luiken gaan open, verschijnt er als vanzelf een glimlach op mijn gezicht. Dat heeft niet alleen te maken met de zon die doorgaans schijnt. Sinds enkele dagen hangt er namelijk ook een schilderij in de slaapkamer. Die zeefdruk hing daar vele jaren, daarna hing het er gedurende enkele jaren niet en nu dus weer wel. In juli 2009 ging het betreffende schilderij, net als vele andere persoonlijke spullen, in een container richting Bali. In juni 2012 keerde die container terug, met onder andere dit schilderij aan boord. Sinds die tijd stond het, stevig ingepakt, tegen een wand te wachten.

Toen wij dat schilderij in Noord-Bali uitpakten, bleek één hoek van het glas kapot.
Ik vroeg Ketut, onze toenmalige projectmanager, op zoek te gaan naar een lokale glaswinkel. Speciaal schilderijglas bleek niet voorradig. ‘Dan maar vensterglas?’ Ik stemde ermee in, bij gebrek aan andere alternatieven. Ketut nam de afmetingen op en ging aan de slag. Niet veel later keerde hij terug met een grote glasplaat. Senang. Totdat ik de messcherpe randen zag?!

Het was dan ook een hele klus om de glasplaat in de lijst te krijgen zonder gewond te raken. Gelukkig vloeide er geen bloed. Ketut zette het schilderij overeind en ik hoorde een luide tik… glasplaat kapot. Hij ging naar de winkel terug en bestelde een tweede glasplaat, nu van dikker materiaal. Die nieuwe glasplaat kwam, zag en overwon. Alles bleef heel dus het schilderij kon aan de wand.

Nu had ik in Bali een houten schilderijrail laten aanbrengen nèt onder het plafond zodat er geen gaten in de muren hoefden worden geboord. Het was de bedoeling dat alle schilderijen in het huis aan koperen haken en visdraad zouden worden opgehangen.
Het schilderij bleek door de nieuwe glasdikte loeizwaar te zijn geworden, tè zwaar voor de draagconstructie. Er werd dus alsnog een gat in de muur geboord en het schilderij ging aan een fikse haak boven het bed in een van de logeerkamers. Ik vond het, gezien het exotisch-erotische thema, ongeschikt voor een woonkamer in Bali; temeer daar er een zwoele Aziatische in het schilderij figureert…

Afgelopen week bracht ik het schilderij, op een golfkarretje, naar een gespecialiseerde lijstenmaker annex schilderswinkel. Ik legde de mevrouw van de winkel uit dat er fout glas in de lijst zat. De Spaanse deskundige corrigeerde dat vakkundig. Het schilderij hangt nu dus weer aan de wand en ernaar kijken maakt gelukkig. Het werk is van de hand van Anton Vrede, een Nederlandse kunstenaar die in 1953 in Willemstad (Curaçao) werd geboren. In 1961 kwam hij met zijn ouders naar Nederland. Vrede volgde zijn opleiding aan de Academie van Beeldende Kunsten in Rotterdam. 

Mijn liefje en ik kochten het werk tijdens een expositie in Den Haag. Het is getiteld “Wild Honey”. Het schilderij waarvoor wij toentertijd vielen, bekoort nog steeds.

Wikipedia schrijft over hem: ‘Vrede componeert in zijn werk figuratieve voorstellingen, waarin dieren menselijke trekjes krijgen en verwijzen naar exotische verhalen. In zijn schetsmatig uitgewerkte kunstwerken figureren dansende of spelende dierfiguren tegen een vaak kleurige achtergrond.’

Ik haal dit aan omdat ik het niet beter kan verwoorden. Daar is trouwens niets teveel aan gezegd. Vrede’s koele blauw en warme aardekleuren vind ik een boeiend contrast. Wild tafereel of honingzoet spel? Dat is aan de fantasie van de kijker. Dat is het mooie aan kunst: eenieder kan zijn eigen verhaal erbij vormen. De giraffe, met kenmerkende blauwe tong, versmaadt een groen blaadje niet. Geen verkeerd idee om mee in slaap te vallen!