Gisteren verloren we Bernadette… Haar maand
vakantie zit er bijna op. Time flies when you’re having fun. En dat hadden we. Zij
was een goed en gezellig reismaatje. Ze is inmiddels terug op het Australische
vasteland; vandaag bezoekt ze Sydney nog eenmaal voordat ze naar Nederland
terugvliegt. Inmiddels ben ik ruim 900 foto’s verder. Mijn liefje en ik verruilden
Winnie II voor Vannie I, een kleinere kampeerwagen. Ons eerste nachtje in een omgebouwd
tweepersoonsbed zit erop; we overleefden het al kregen we bezoek van muggen.
Gisteren was het 35 graden Celsius rondom Hobart, vandaag is het 17 graden.
Bernadette meldde vanmorgen dat het vandaag 36 graden wordt in Sydney. Het
schommelt dus nogal qua weersgesteldheid.
Bernadette’s laatste dagen in Tasmanië brachten
we zeer afwisselend door: we maakten een bootcruise langs het zuidereiland van
Bruny Island waar we, goed ingepakt tegen de koude wind die over de Zuidelijke
Oceaan blies, heel veel dieren en een dramatische kustlijn zagen. Het enige
diertje dat ontbrak, was de kleinste pinguïn maar daarover lieten we geen
traan. (Die was namelijk al uit de ooghoek geblazen!) Af en toe kwamen hoge
golven aangerold maar ook dat deerde ons niet: op advies van de bemanning namen
we alledrie twee gemberpilletjes tegen mogelijke zeeziekte. We stapten vrolijk
van boord.
Gisteravond appte Bernadette ons vanuit de
hotelbar waar ze ons gemis weg dronk met enkele glazen Australische rode wijn dat een van de
ferries vanuit Melbourne op weg naar Hobart, door extreme wind iets in de haven
had geramd, met passagiers aan boord. Vanmorgen las ik in de plaatselijke krant
Mercury dat de Spirit of Tasmania in de haven van Melbourne was losgeschoten
met de laadklep open (!) en dat alle passagiers gisteravond rond 8 uur van
boord konden. Het grote schip kwam tot op 80 meter van het strand en wird daar
als de wiedeweerga terug naar open zee gesleept omdat men vreesde dat het
anders aan de grond zou raken. Het liep goed af maar het kan dus flink spoken in
dit deel van de wereld. Dat zagen we tevens toen de Sydney-Hobart zeilrace plaatsvond!
De laatste volle dag brachten we door in Hobart,
de kleine hoofdstad van deze staat die we eerst met de Hop On-Hop Off-bus
verkenden. Afgezien van menig fraai art décogebouw, koloniale structuren en MONA, het Museum of Old and New Art, heeft het
niet veel hoogtepunten. Wel vind je kekke restaurants in het centrum. We lunchten bij Frank, met uitzicht op de haven van Hobart.
Het museum is echter zeer de moeite van een bezoek
waard. Op dat moment was een expositie van Gilbert & George te zien van wie
wij voor het laatst in Tate Modern in Londen ten tijde van ons verblijf aldaar,
een overzichtstentoonstelling zagen. Ook hun latere werk is zeer politiek van
aard, met werken waarin het Verenigd Koninkrijk in 2013 reeds een Islamic State
wordt genoemd. We zeggen er tevens werk van een andere oude bekende James Turrell. Hij bouwde vele jaren geleden een kunstinstallatie in de duinen van Kijkduin. Vanuit ons toenmalige huis hadden we er uitzicht op.
Wij zitten nu in een ouderwetse koffieshop waar
het binnen lekker warm is en waar wifi razensnel is, het snelst tot nu toe. We
gaan zo op weg naar Port Arthur, een van de plekken op dit eiland met een tranentrekkende
geschiedenis van de eerste Engelse veroordeeldenkolonie Down Under. Bovendien schoot
een gestoorde (witte) persoon hier in 1996 op ANZAC Day 35 toeristen dood. We hopen
het bezoek te kunnen navertellen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten