Het is deze week boekenweek in Nederland en ik
pakte de leesdraad weer op. Als je intensief reist en elke reisdag staat bol
van de nieuwe ervaringen is er nauwelijks (tijd en) ruimte in het hoofd om te
lezen, ondervond ik. Sinds ik thuis op de bank zit, ving het veellezen weer
aan. Zo las ik in de afgelopen week de (papieren) boeken ‘Margje’ van Jan
Siebelink en ‘De Amerikaanse prinses’ van Annejet van der Zijl. Leesvriend Ben
herstelt langzaamaan van aliens in zijn lichaam maar met zijn boekenkeuze is
niets mis! Het zijn zeer verschillende boeken maar ze boeiden allebei. Siebelinks
roman schiep een mooi verstild beeld, Van der Zijls (historische) biografie las
ik als een spannend boek.
Momenteel lees ik ‘Honolulu King’ van Anne-Gine
Goemans; dit is de eerste keer dat ik kennismaak met haar werk. Qua stijl en
genre is het weer heel anders dan bovengenoemde werken. Hoofdpersoon van het boek
is Hardy Hardy, een 80-jarige Indische Nederlander die terugkijkt op zijn
leven. Hij keerde terug naar Nederland, was en is succesvol steelgitaarspeler
in een band die hawaiaanse muziek speelt, toko-eigenaar, leerling-gezel bij de
vrijmetselarij, echtgenoot, vader, vriend en opa. Alle aspecten van die persoon
krijgen een eigen verhaallijn die Goemans op overtuigende en zeer onderhoudende
wijze met elkaar verweeft. Knap en leuk!
Hardy kijkt terug op zijn leven dat begon in het
Indië van voor de Japanse bezetting en voor de Onafhankelijkheid. Op Java maakt
hij grote persoonlijke drama’s mee als kind in een (buiten)kamp en tijdens de
bersiap. Hij ontwikkelt een diepe haat jegens Japanners en pleegt bloedwraak
voor wat zijn familie overkwam. Zijn openbaring leidt tot grote ophef onder zijn
vrijmetselaarsbroeders. Delen van het boek zijn waargebeurd, historische data zijn
in het boek verwerkt, een groot deel is echter fictief. Het leven van Hardy is
tragikomisch en Goemans’ stijl is navenant maar op geen enkel moment wordt het
boek een niemendalletje, vind ik.
Goemans’ boek bracht mij weer in Indonesische
sferen. Het blijft boeiend om over Indonesië en de cultuur te lezen en te leren.
Op mijn leesplank ligt nu het boek ‘The Gay Archipelago’ (2006) van Tom Boellstorff klaar. Deze Amerikaanse antropoloog onderzocht de
geschiedenis van homoseksualiteit in de archipel, het dagelijkse leven van homo’s
en lesbo’s aldaar en de invloed van een veranderende wereld op de seksualiteit
van hen in het land met de meeste moslims ter wereld.
In de afgelopen weken kwam Indonesië weer
negatief in de publiciteit door gerichte acties tegen LGBT-ers. (Voor wie het
niet weet: LGBT staat voor Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender.) Afgelopen week
las ik het Volkskrant-artikel ‘Homo niet veilig meer in Indonesië’ van
correspondent Michel Maas die zich, net als ik, ernstig zorgen maakt over
haatcampagnes en censuur in het land. Hij schetst een beeld van het Forum Umat
Islam (FUI) van Muhammed Fuad die met zijn militante groep in camouflagepak door
de straten van Yogyakarta gaat. Maas noemt hen de fatsoenspolitie maar die vlag dekt de lading niet, wat mij betreft. “Homo’s zijn ziek, ze moeten worden behandeld door een dokter of psychiater. Elke
keer als zij zich laten zien, zullen wij in actie komen” aldus de commandant.
Het begon met televisiecensuur: homo’s werden verbannen
van de buis. Op de Indonesische tv zijn tientallen leden van de LGBT-groep
presentator. Een van de bekendste is Ivan Gunawan, liefkozend Mbak Igun (Mevrouw Igun) genoemd door
zijn vele fans.
Voor mij maken lady boys vast onderdeel uit van de
Indonesische cultuur - net als spekkoek, gamelan en wayangpoppen! Tijdens ons
bezoek aan Bali in november 2015 maakte ik persoonlijk kennis met een van hen.
Ze trad op tijdens het feest van de jarige Cintia en kwam regelmatig naar onze
tafel voor een praatje. Ze vertelde bij die gelegenheid dat ze met lotgenoten
in een gescheiden kampong woont en dat we haar daar konden bezoeken. Mijn
liefje en ik waren het daadwerkelijk van plan maar het kwam er niet van. Onder
andere omstandigheden zou ik een foto van haar bij deze tekst plaatsen. Nu niet
(meer).
De Indonesische minister van Onderwijs Mohammad
Nasir zei in februari dat mensen uit de LGBT-groep niet thuishoren op de
universiteit, de minister van Defensie Ryamizard Ryacudu deed er nog een schepje bovenop door te zeggen dat ze “erger dan een kernoorlog” zijn. Parlementsleden spraken zich openlijk negatief
uit over homoseksualiteit en president Jokowi zwijgt als het graf… Hoe kwalijk.
Waarom onderstreept hij de rechten van LGBT-ers en de zelfverklaarde principes
van Nawa Cita niet?! De eerste van zijn negen
prioriteiten voor een beter Indonesië is immers to protect Indonesian citizens. Tja. In mijn ogen zakt de eens zo veelbelovende man dieper en dieper door de
mand.
Een recent onderzoek door een Amerikaanse LGBT-vriendelijke
reisorganisatie plus tijdschrift wijst
uit dat 61% van de ondervraagde LGBT-ers zich niet prettig voelt op een
reisbestemming waar homoseksualiteit onwettig is. Volgens dezelfde
reisorganisatie is homoseksualiteit in meer dan 70 landen ter wereld wettelijk verboden.
Het aparte is dat dit niet het geval is in Indonesië; het is niet bij wet
bepaald, het zijn religieuze fanatici die homoseksualiteit niet tolereren. Al
ben ik opgelucht geen permanente resident meer te zijn, het weerhoudt ons niet
naar de archipel af te reizen. Ondanks alles zijn mijn liefje en ik alweer
bezig met een volgend bezoek aan Bali, later dit jaar. (Leo Dovente.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten