Onze dagen als oppasmoeders van het Haagse huis zijn gevuld met bezoekjes
aan vrienden en familie die in deze omgeving wonen. Elke dag staat er wel een
ontmoeting met iemand op het programma. Terwijl ik naar buiten kijk, zie ik
mensen diep weggedoken in hun kragen op de fiets, wandelaars met opwaaiende
poncho’s en andere verzopen katjes. We
hoeven Bers tuinplanten geen water te geven; die komen ruimschoots aan hun
trekken.
Het is fijn om bij te praten met mensen die we soms jaren niet zagen. Zo
ook met vriend Diederik, de man van mijn beste vriendin Nelly die in 2009
overleed. Hij woont al meer dan 20 jaar in Rotterdam. Ook mijn liefje bracht
enkele jaren van haar leven in deze havenstad door. Ze streek er tweemaal neer:
eerst in haar eentje en jaren later, komend vanuit het buitenland, met haar voormalige
partner. Toen Nelly en Diederik naar Rotterdam verhuisden, begon ik die stad
regelmatig te bezoeken en zeer te waarderen. Vooral de skyline kon mij bekoren en
de vooruitstrevende architectuur vond en vind ik boeiend.
We spraken met Diederik af in de nieuwe hal van het verbouwde Centraal
Station (bijnaam ‘Station Kapsalon’) van architect Crouwel en consorten. Voor
de goede orde: Rotterdammers geven hun markante gebouwen bijnamen. Diederik
schoor speciaal voor mij zijn prikkende baard af. Hij dook met roze wangen voor
mij op. Ik was blij hem te zien. Terwijl we om elkaar heen draaiden, speelde
een toevallige passant klassieke muziek op een pop-up piano in de hal. Na tien
minuten sloot hij de pianoklep zacht, pakte zijn rugzak en liep door. Een passend
begin van wat een topdag zou worden.
Het stationsgebouw heeft een indrukwekkende glazen pui en een opvallend puntdak
dat in de richting van het kloppend stadshart wijst. We knobelden samen uit dat
we elkaar voor het laatst in 2012 zagen. Op het stationsplein vielen de eerste
regendruppels. Diederik nam ons geanimeerd mee op sleeptouw langs nieuwe aanwinsten
van zijn stad. Net als vele andere Rotterdammers is hij content met de burgemeester.
Hij vertelde ons dat hij diens eerste toespraak in functie in 2009 nog goed herinnerde:
daar sprak een bedeesde man uit 020 (ofwel: Amsterdam) zijn nieuwe goegemeente
toe. Inmiddels voelt Aboutaleb zich als een vis in de Maas. Als daadkrachtige leider
wordt hij door menig burger op handen gedragen. Ook wat mij betreft, blijft hij
zitten waar hij zit en laat hij de politieke stoelendans om het leiderschap van
de PvdA aan anderen over.
Wat mij vanaf het begin van onze stadswandeling opviel, waren de kinderkopjes
op en bij markante gebouwen, de eerste aan de gevel van het Groothandelsgebouw.
Het blijkt onderdeel te zijn van de campagne ‘Rotterdam viert de stad!’, een culturele manifestatie waarmee in dit
jaar 75 jaar wederopbouw van Rotterdam wordt gevierd. Zeven iconische
gebouwen, die werden neergezet tijdens de jaren van wederopbouw (1945 tot circa
1968), hebben kunstwerken in de vorm van baby- en peutergezichten die met
laserprojecties en animaties overdag en 's avonds tot leven worden gewekt.
We gingen in de richting van de Kruiskade en sloegen af naar de Meent
waar we bij THOMS Restaurant & Underground Bar -een nieuwe hotspot in town-
een kopje Giraffe-koffie dronken. Deze horecagelegenheid is gelegen naast het
Timmerhuis, het recentste bouwwerk van architect Rem Koolhaas; het betreft weer
zo’n vernieuwde versie van een iconisch gebouw uit de wederopbouw. Inmiddels
was het droog, met dramatische wolkenluchten.
Keuvelend liepen we door naar de markthal (‘De Groentegrot’) die al lange tijd
op mijn Nederlandse lijstje van te bezichtigen gebouwen staat. Het ontwerp is
van architectenbureau MVRDV, de bouw begon in 2009. Ik vond het rijk geïllustreerde
plafond prachtig. Kunstenaar Arno Coenen creëerde daarmee het grootste kunstwerk ter wereld: the Horn of Plenty, de Hoorn des Overvloeds. Het gehemelte wordt ook wel de Sixtijnse kapel van Rotterdam genoemd. De
staalconstructie achter de glazen voorgevel vond ik eveneens imposant. Als
voedselwalhalla vond ik de markt echter tegenvallen maar ik ben dan ook verwend
met levendige overdekte markten in Spanje. Vooral de frietlucht van Bram Ladage
stond mij tegen.
We haalden herinneringen op aan onze geliefde Nelly en pinkten alle drie
een traantje weg. Diederik valt het leven zwaar zonder zijn Nelly. Ook ik mis
mijn levenslustige, energieke en grappige vriendin nog elke dag. Ze is
onvergetelijk. Bij boekhandel Paagman kocht ik recent het boek ‘De boom in het
land van de Toraja’ van de Franse auteur Philippe Claudel; een favoriet. De
hoofdpersoon beschrijft daarin de relatie met zijn beste vriend die overlijdt
aan kanker en die hij daarna zeer mist. “Ik denk dat ik met dit verhaal,
dat vrij is van vorm, opbouw en ontwikkeling, niet alleen Eugène bij me in de
buurt kan houden maar ook dat ik hem min of meer aan de beademing leg, in een
coma hou die niet geheel gelijk staat aan de dood, zodat ik ook weer door kan
[..].” Ach.
De wandeling voerde verder over de Erasmusbrug (‘De Zwaan’) en via de Rijnhavenbrug
(‘De Hoerenloper’) naar Katendrecht. We lunchten bij Hotel New York waar mijn
liefje en ik in 1993 de opening meemaakten. Het was ouderwets lekker. Op de
wandelroute terug naar het centrum dronken we een glaasje bij wijnbar Nostra in
de Van Oldenbarneveltstraat. Diederik zegde bij die gelegenheid een bezoek aan
Spanje toe; wij kijken ernaar uit. Hij ziet weliswaar op tegen de vele herinneringen
van Nelly en hem in ons appartement maar daaraan gaan we een mouw passen. We
zetten die dag ieder 15.000 stappen dus ook Fitbit was dik tevreden. A Meaningful Day, indeed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten