Vriend Hugo bracht het septembernummer van FiscAlert mee ter lezing.
Daarin stond een artikel over pensioenen met de kop ‘Waar gaat het heen met ons
pensioen?’ Nederland is toe aan een herziening van het bestaande
pensioenstelsel, vanwege de meer dan verwachte toename van de gemiddelde
levensduur, de lage rentestand (door beleid van de ECB) en weerbarstige
beurzen. De SER, het Nederlandse kabinet, de pensioenfondsen en de
toezichthouders willen het huidige stelsel -dat nu wereldwijd op de derde
plaats staat- onhoudbaar verklaren. Men wil versneld toe naar een nieuw
pensioensysteem alhoewel niemand precies weet of zo’n overstap een significante
verbetering voor deelnemers zal betekenen. Tja.
September was voor ons een feestmaand, niet in de laatste plaats omdat mijn
liefje de pensioengerechtigde leeftijd bereikte. Vanaf deze maand geniet zij,
voor het eerst in elf jaar, weer van
inkomen. De gevolgen van de lage rentestand leidden tot een flinke verlaging
van de nagestreefde uitkering maar dat valt haar niet te verwijten. Een jaar geleden
begon zij haar persoonlijke pensioenpotten bij verschillende verzekeraars nauwgezet
te volgen en onderhield ze contact met medewerkers van die bedrijven. Regelmatig
zag ik stoom uit haar oren komen. Het aantal keren dat zij in mails als ‘geachte heer’ werd aangeschreven, is niet op
de vingers van twee handen te tellen. Haar vragen waren dusdanig dat men waarschijnlijk
niet kon bedenken met een vrouw van doen te hebben.
Eén verzekeraar maakte het wel erg bont. Ongeveer een half jaar voor haar
pensioendatum besloot men -zonder overleg met de betrokkene- de samenstelling
van haar portefeuille radicaal te veranderen. Wekelijks hield zij de waarde van
de betreffende pensioenpot bij en soms voerde zij via haar persoonlijke webpage
kleine wijzigingen door in haar map. Mijn liefje moest op een ochtend zelf ontdekken
dat haar complete portefeuille was omgegooid. Ik zag haar niet eerder zó boos.
Ze kookte van woede en verontwaardiging. Terrecht! Na een afkoelingsperiode
stuurde zij een mail-op-poten naar de verzekeraar. Het bleek dat men had
besloten haar ‘risicoprofiel’ aan te passen, met het oog op de naderende pensioendatum.
Haar zorgvuldig samengestelde portefeuille die naar behoren functioneerde, bestond
ineens uit suffe componenten waarin zij absoluut geen heil zag.
Dat was een puur staaltje paternalisme van deze verzekeraar.
Aanvankelijk wist men zich geen raad met de gerezen situatie en reageerde
men niet accuraat dus het escaleerde snel. Vele mails volgden elkaar op. Uiteindelijk
belde een directeur van de verzekeraar haar persoonlijk op en zegde toe, na
1.000 excuses, dat alle wijzigingen ongedaan zouden worden gemaakt. Ondertussen
bleef mijn liefje de waarde van haar oude pakket bijhouden, zo goed en zo kwaad
als het ging. Het terugdraaien nam weken in beslag. Een wijziging in het computersysteem
aanbrengen, kan snel maar dit was een complexe rotklus. De waarde van haar pensioenpot
moest met terugwerkende kracht worden herberekend. Het waren spannende tijden maar
alles kwam goed. Men herstelde de oude status, ze leed geen verlies op haar
pakket.
Wat die verzekeraar niet wist, was dat ze te doen hadden met de winnares van
de P&O Jaarprijs 1994. De ironie wil dat ze die prijs ontving voor een,
voor Nederland innovatief
pensioensysteem… Als hoofd Personeelszaken van een Nederlands
voedingsmiddelenbedrijf bedacht zij het plan in 1993, met een collega van Corporate
Finance werkte ze het uit en een jaar
later wonnen zij met dat product de jaarprijs. Die bestond uit -bijna eeuwige-
roem, een uitnodiging voor een internationale P&O-conferentie in Florida en
zakgeld voor de daaraan verbonden vakantie aldaar. De weken daarna stond ze met
haar koppie in menige regionale en nationale krant en werd ze op de radio geïnterviewd.
Ik was apetrots op haar.
Onlangs vond ik in een diepe la een knipsel met de kop ‘Ferrari of
pensioen?’ waarin het winnende team met foto en een uitgebreid verhaal in een
Haagse krant stond. In hetzelfde mapje trof ik het juryrapport van de Stichting
P&O Jaarprijs aan, ondertekend door drs Wim Deetman (‘onze’ latere
burgemeester van Den Haag) en een bedankbrief van de hoofddirectie van het
bedrijf waarvoor mijn liefje destijds werkte.
Het oorspronkelijke idee kwam voort uit een diepgevoelde behoefte aan maatwerk
en persoonlijke invulling van het pensioen, alsmede de wens om kosten beter te
beheersen. Een deelnemer van dit nieuwe, flexibele stelsel zou op de
pensioendatum, binnen fiscale grenzen, een in hoogte variërende uitkering
kunnen kopen en die naar eigen inzicht aanwenden. Het was een beweging naar meer
eigen verantwoordelijkheid, weg van betutteling; thema’s die mijn liefje na aan
het hart liggen. Destijds bestond dat type bedrijfspensioen in Nederland niet.
Bestaande denkpatronen moesten dus worden doorbroken, de Nederlandse
Belastingdienst moest voor het idee worden gewonnen, steun van politieke
partijen moest worden verkregen. De verzekeraar die het moest gaan opzetten, werd
geselecteerd. Dat alles vergde veel creativiteit en doorzettingsvermogen. Die hoofdprijs
was dan ook zeer terecht, wat mij betreft.
Mijn liefje ging onlangs met het vrijgekomen kapitaal van haar pensioenpotten
shoppen bij verzekeraars. Nou ja, echt shoppen bleek het niet te zijn; niet iedere
verzekeraar keert namelijk uit aan een gepensioneerde Nederlandse in het
buitenland. De Ferrari komt er niet. We sluiten feestmaand september hiermee af.