Indonesië is zeer rijk als het gaat om natuurlijke bronnen: petroleum,
ruwe olie, aardgas, kolen, bauxiet, tin, nikkel, koper, goud, zilver en zout
zitten op vele plaatsen in de bodem in de gehele archipel.
In de Jakarta Post las ik recent dat de Indonesische minister van Energy
& Mineral Resources momenteel werkt aan een wetsbetaling die ervoor moet zorgen
dat 10% van de inkomsten uit nieuwe en hernieuwde olie- en gasconcessies in
regio X voortaan ten goede komt aan die regio. In 2001 voerde Indonesië
regionale autonomie in. Tot nu toe beheert de nationale overheid in Jakarta al
dat soort contracten en inkomsten. In de afgelopen jaren ontstonden echter
spanningen tussen Jakarta en die regionale overheden. 80% van het regionale
budget komt uit de nationale kas dus het is een goed idee om regio’s eigen
inkomsten te verschaffen. Deze wet gaat daarin zeker een handje helpen, zolang
het geld niet in de zakken van corrupte bestuurders verdwijnt.
Indonesië staat in de Top10 van 's werelds grootste vervuilers als het
gaat om de uitstoot van broeikasgassen dus er moet wel iets gebeuren. In schone
bronnen als zonne-energie, hydro-electrische energie (ook uit golven), geothermische energie, energie uit biomassa en uit afval wordt nog relatief weinig geïnvesteerd al heeft dit
uitgestrekte eilandenrijk ook op dit vlak veel kansen. President Jokowi maakte
groene energie een van zijn prioriteiten maar initiatieven kwamen nog niet op grote schaal van
de grond. Onder zijn bestuur werd Rpi 2.1 triljoen voor de ontwikkeling en exploitatie van nieuwe energiebronnen gealloceerd.
In de Bali Advertiser las ik onlangs een interview met vulcanologe Ratih Nurhayati,
geboren in Bandung, een stad in West-Java die is omgeven door vulkanen. Op
jonge leeftijd raakte zij bevangen door deze vuurspuwers. Heel Indonesië ligt
aan de Ring van Vuur, een hoefijzervormig gebied rondom de Grote Oceaan dat met regelmaat wordt
geteisterd door veelvuldige vulkaanuitbarstingen, zee- en aardbevingen. Op de afbeelding zie je het grote aantal Gunungs in de archipel. Vorige
week vond in Atjeh nog een krachtige aardbeving plaats (magnitude 6.5). Er
vielen tientallen doden, heel veel meer gewonden en de schade is onnoemelijk
groot. Ook op Bali steekt een draak af en toe de kop op.
Na de middelbare school ging Ratih een jaar naar Christchurch en Rotorua
(Nieuw-Zeeland), het geothermische mekka van het zuidelijke halfrond. In 1995
studeerde zij af als geologe aan het
Technologisch Instituut in Bandung.
Zij vertelt verder dat de Indonesische overheid pas
in 2000 -na de crisis van 1998- weer aandacht kreeg voor schone energiebronnen.
In de afgelopen jaren nam het electriciteitverbruik in de archipel met 10% per
jaar toe, al hebben 50 miljoen inwoners nog steeds geen beschikking over
electriciteit. (Het duurt, naar verluidt, minstens tien jaar voordat een nieuwe
energiebron kan worden aangeboord.)
In 1918 was kolonisator Nederland de eerste die een testboring deed in
een van Java’s vulkanen. In 1926 werden nogmaals vijf testboringen gedaan bij Kawah
Kamojang (stratovulkaan op West-Java). Boring nummer 3 leidde tot de bouw van 's
lands eerste station dat geothermische energie opwekt. Die centrale bestaat nog
steeds en levert 140 MegaWatt aan schone energie per jaar (operator is PT Pertamina Geothermal Energy). De productie van één
MegaWatt geothermische energie kost US$ 1.5 miljoen, vele malen duurder dan 1
MW traditionele energie. De uitstoot van CO2 ligt echter vele malen
lager. Men schat in dat Indonesië over 40% van 's werelds geothermische
energiereserves beschikt. In 2025 wil het land meer dan 9.000 MegaWatt aan
geothermische energie produceren, waarmee het producent nummer 1 van de wereld
zal worden.
In een andere krant las ik dat staatselectriciteitbedrijf PLN jaarlijks 100
Megawatt aan electriciteit gaat afnemen bij energiecentrales die afval
verwerken, in zeven steden: Bandung, Semarang, Surabaya, Surakarta, Jakarta, Tangerang
en Makassar; op Java en Sulawesi. Voor de goede orde: de hoofdstad Jakarta
produceert circa 7 miljoen kilo afval per dag. Bij deze vorm van hergebruik
snijdt het mes aan twee kanten: de troep wordt opgeruimd en het levert nog iets
substantieel op ook! De centrales moeten in 2019 in werking treden. In 2025 wil
Indonesië 23% van zijn energievoorziening uit afval halen.
Dat is goed nieuws maar ik vraag mij in alle ernst af waarom Bali’s hoofdstad
Denpasar niet in dat rijtje van steden staat?!
In de tijd dat mijn liefje en ik in het noorden van Bali woonden, was plastic
afval een zeer regelmatig gespreksonderwerp in Huize Barefoot. In het regenseizoen
waren de Balizee en het strand voor ons huis niet om aan te zien. Soms stonden
we tot onze enkels in het aangespoelde plastic. Het schadelijke spul wordt
vooral door rivieren uit de bergen aangevoerd. Vroeger gebruikte men
natuurlijke materialen als kokosnoot en
bananenblad als verpakkingsmaterialen. Met de vooruitgang deed plastic
zijn intrede.
Met Yuda las ik recent het drietalige kinderboek ‘Burung Camar
dan Kokokan’ (De zeemeeuw en de ibis). Het is een rijk geïllustreerd,
opvoedkundig boek over het enorme plasticprobleem voor mens en dier dat in de loop van de tijd ontstond op Bali. Dieren vinden geen voedsel meer, mensen hebben een slipper aan hun vislijn; dat soort scenario’s. Hij las het verhaal hardop voor in bahasa Indonesia, ik deed dat in
het Engels.
In een Australische krant las ik over de kolossale afvalberg, TPA Suwung,
in het zuiden van Denpasar. Vanuit de lucht ziet het er uit als een gigantisch grijs
rijstveld. De stortplaats heeft een omvang van 30 à 40 hectares die alle regels
tart: op Bali mag niet hoger worden gebouwd dan 15 meter maar deze vuilnisbelt
bereikte inmiddels een hoogte van 20 meter. Men vreest dat de berg nu al toxische
stoffen lekt in grondwater en de nabije oceaan. Investeerders zijn ook hier hard
nodig, voordat het te laat is. Adu.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten