Een artikel over
Spanje in de Britse krant Sunday Times ging afgelopen weekend viraal. Chris
Haslam, hoofd van de Reis-bijlage van deze krant, beschreef daarin ‘How to be
Spanish’. De foto bij het artikel zette de toon: een hipster als toreador. Het
explodeerde in zijn gezicht. Spanjaarden waren in hun kuif gepikt en ook
Britten in Spanje namen hem en zijn artikel onlangs op de korrel. Ik las het zelf
en kwam tot de conclusie dat de ophef terecht is. Zijn stuk staat bol van de clichés, zoals dat Spanjaarden vloeken als
tempeliers, hun rode wijn altijd koud drinken, immer te laat zijn tenzij er een
stier achter hen aan komt en dat “being Spanish involves walking into a bar,
kissing and hugging complete strangers, shouting ‘oiga’ at the
waiter and chucking anything you can’t eat or drink on the floor.”
Zelf moest ik grinniken om een aantal van Haslam’s voorbeelden; ze waren
herkenbaar, al zijn het platitudes en uitvergrotingen. Wat ik mij echter in
alle ernst afvroeg, is waar het misging met dat typisch Engelse gevoel voor
ironie van hem. Haslam is bepaald geen domme jongen. In de tijd dat wij in
Engeland woonden en werkten, las ik deze reissectie van deze zondagskrant regelmatig
en met plezier. Mijn conclusie: hij had zijn ironie en humor sterker in het artikel moeten laten
doorklinken.
In een tegenartikel in de Trans-Iberische uitgave van El País werd de
controverse puntig uiteengezet. Dat stuk werd geschreven door de Brit Simon
Hunter, getrouwd met een Spaanse vrouw en haar grote familie, reeds 18
jaar wonend in Spanje. Als journalist werkt hij hier al jarenlang. Hunter
schrijft dat het artikel (ook) bij hem tot gemengde gevoelens leidde.
Haslam beweert onder andere dat je als Brit je Angelsaksische opvattingen
van beleefdheid, discretie en decorum achterwege kunt laten als je wilt doen als de Spanjaarden. Hunter kopt terecht terug met “Really Chris? This is your first
instruction to Brits when in Spain? Have you been to Magaluf in high season?
Have you seen how soccer fans behave when they’re in Madrid?” Ik denk dat
iedere toerist of resident in Spanje wel een aantal persoonlijke ervaringen heeft
van hoezeer Britten zich (kunnen) misdragen, met of zonder alcohol in de
aderen. Wij kregen aan de Costa Blanca in de loop van de tijd te maken met restaurants
die borden met teksten -in Engels!- bij de ingang ophingen om klanten te vragen
shirts te dragen. En welk volk vond ‘binge drinking’ uit? Ik herinner mij een
vakantie naar Cornwall in 2001 waar we na restaurantbezoek een straatje om
moesten om een grote groep stomdronken lokale jongeren te ontlopen.
Haslam is eveneens kritisch over de ellenlange lunches en de siësta en raadt
mensen tevens aan “to drop the please
and thank yous. They’re so unnecessary”, daarmee hintend op de onbeleefdheid
van Spanjaarden. Alvorens op het argument in te gaan, zet Hunter vraagtekens
bij de gewoonte van zijn eigen volk om te pas en te onpas sorry te zetten. Ook
dat is herkenbaar, wat mij betreft. Je kunt ook tè beleefd zijn (al klinkt dat
vreemd). Afgelopen week zagen we nog een Engelse minister zijn ontslag
aanbieden omdat hij te laat in het lagerhuis aankwam… Tja.
Kortom: de auteur van het oorspronkelijke artikel sloeg de
plank behoorlijk mis, wat Hunter betreft. Hier is zijn eigen lijstje met suggesties
voor ‘How to be Spanish’:
- Enjoy life on the street, in the sunshine, as much as you possibly can
- Spend a lot, but I mean a lot, of time with you friends and your family, whether it’s having a caña, lunch or dinner
- Don’t drink to get drunk, and focus more on food than on drink
- Be confident when you speak to other people, but always be polite
- Forget about using oiga in a bar, ¿Cuando puedas? will do
- There’s no need to speak Spanish peppered with swear words (but once you do get to know them, they can be a lot of fun to employ)
- Use por favor and gracias, and leave a tip – even if it’s just a few coins
- Don’t assume that all Spaniards love bullfighting and flamenco
- Ladies, you can leave that fan at home – especially when, like today in Madrid, it’s going to be -1ºC.
Onze eigen woonwijk wordt
omgeven door velden waarop groenten worden verbouwd. Momenteel wordt er weer flink
geoogst, voor de zoveelste keer sinds we het hier kunnen aanschouwen. Die landerijen worden intensief benut. Een van
de groenten die we hier voorheen niet of nauwelijks zagen maar nu volop in lokale winkels
is te krijgen, wordt hier aangeduid met ‘kale’. In de wijde wereld beleeft deze groente al geruime
tijd een opleving, het wordt gewaardeerd als supervoeding. Mijn liefje wilde het
ook weleens proberen dus we kochten een zak van plaatselijke herkomst. Een nadere blik
op het groene blad bevestigde dat het om onze oude vertrouwde boerenkool gaat. We aten gisteravond dan ook boerenkoolstamppot met oer-Hollandse rookworst.
Iets dat ook recent werd
gepubliceerd, is dat in Spanje inmiddels een op de 26 families meer dan één
miljoen euro bezit. Het verschil tussen arm en rijk nam in de laatste jaren toe
waardoor Spanje inmiddels het EU-land is met de grootste ongelijkheid. De
rijken werden ook hier rijker, de armen armer. De socialistische politicus Miguel
Ángel Heredia (PSOE) herinnerde Minister-President Mariano Rajoy (Partido
Popular) er fijntjes aan dat er in 2017 33.914 huisuitzettingen plaatsvonden en
dat gepensioneerden er in twee jaar tijd €457
op achteruit gingen. Er leven hier momenteel 13 miljoen personen op de
armoedegrens; dat is bijna 28% van de Spaanse bevolking. Ook de salarissen gingen
achteruit onder de huidige regering.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten