Translate

woensdag 14 februari 2018

Nooit vergeten


Mijn liefje is CFO, Chief Finance Officer, van onze kleine familie. Zij zegt vaak dat je aan de staat van de bankbiljetten kunt zien hoe het met de economie van een land staat. Dat herhaalde zij toen wij recent in Bali waren. Van het wisselkantoor kregen wij voor de eerste keer in tien jaar tijd piekfijne biljetten, alsof ze net waren gedrukt. Voorheen werden ons regelmatig vieze vodjes in de handen gedrukt. Een van die splinternieuwe biljetten, met de waarde van 1.000 roepiah, trok mijn aandacht. Dat was een niet eerder gezien ontwerp. Daarop stond een mooie Aziatische vrouw afgebeeld. Nadere inspectie toonde aan dat het iemand betrof met de naam Tjut Meutia. Huh?! Een kruising van Tut Hola en Mien Meut?

Ik zocht op wie zij was. Het blijkt te gaan om Cut Nyak Meutia. Ze werd in 1870 geboren in het noorden van Atjeh. Zij was verzetsstrijder tegen het Nederlands-Indische koloniale bestuur. Haar eerste en tweede echtgenoot leidden gedurende enkele jaren aanvallen tegen de Nederlanders. Daarbij werden Hollandse soldaten gedood en wapens buit gemaakt. Beide mannen werden door de Nederlanders gedood. Daarna werd Cut/Tjut de nieuwe commandant van de troepen van Atjeh en ook zij ging strijdend ten onder. In 1910 verweerde ze zich met een Atjehse dolk tegen haar gevangenneming door de Nederlanders die haar daarop doodschoten. Op 2 mei 1964 werd zij uitgeroepen tot ‘Heldin van Indonesië. Opdat de onafhankelijkheidsstrijd tegen de koloniale bezetter  nooit wordt vergeten. Ik nam een ongeschonden biljet van 1.000 roepiah mee naar huis om het daar te plastificeren en als boekenlegger te gebruiken. Niet omwille van haar heldenstatus, ik vind haar beeld intrigerend en indringend. Dit bankbiljet kwam overigens in 2017 in omloop.

In 2015 waren we op Bali in aanloop naar de nationale viering van Heldendag. Ter voorbereiding werden leerlingen van lagere en middelbare scholen gevraagd een Indonesische held te kiezen en zich die dag als hem of haar te verkleden. Wij vroegen Yuda wat hij wilde zijn, zolang het maar niets militair was. We geven de mannetjes bewust geen vechtspeelgoed cadeau en willen geweld niet stimuleren, laat staan verheerlijken. Hij koos uiteindelijk voor een dokterskostuum: we lieten een witte jas op maat maken, kochten een medisch setje en zette hem een bril op. Hij bleek een van de weinige jongens van zijn klas die geen politie-agent of militair was.

Maandag jongstleden stond in De Volkskrant een interessant artikel van journalist Michel Maas. Het gaat over het Multatuli-museum in Rangkasbitung (Java) dat onlangs werd geopend; het is de plaats waar Eduard Douwes Dekker’s ambtswoning stond. Daarin las ik dat de familie Karta Nata Nagara wel was uitgenodigd voor de feestelijke opening van het museum maar weigerde te komen. Die familie stamt uit een oud West-Javaans geslacht. Javanen vergeten nooit.” Zelfs na vijf generaties waren ze nog woest op Douwes Dekker vanwege diens beschrijving van hun voorvader Raden Adipati Karta Nata Nagara. Douwes Dekkers historische roman is een aanklacht tegen machtsmisbruik in Nederlands-Indië, allereerst door inheemse notabelen die deel uitmaakten van het Binnenlands Bestuur. 

Karta Nata Nagara was regent van Lebak (provincie Banten) in de tijd dat Douwes Dekker daar bestuursambtenaar was. Zijn hoofdpersoon, Max Havelaar, klaagt de regent in het gelijknamige boek aan wegens misbruik van gezag. In het boek wordt Havelaar’s klacht door de plaatselijke Nederlandse bestuurder terzijde geschoven en hij wordt niet ontvangen door de gouverneur-generaal; de regent ontvangt extra geld als goedmakertje. Havelaar wordt overgeplaatst naar een ander deel van Java en neemt uiteindelijk ontslag. Ik vond het een goed boek dat ik met veel interesse las tijdens mijn middelbare schooltijd. Misschien wordt het tijd voor herlezing? Ik weet nu zoveel meer over het land en zijn gebruiken. Dan kan de boekenlegger van Cut/Tjut als moreel tegenwicht dienen.

Foto: Michel Maas
Het Multatuli Huis in Amsterdam doneerde een eerste druk van Max Havelaar‘ aan het museum op Java. Het aparte is dat alle romanpersonages fictief waren maar dat de regent bij naam en toenaam werd genoemd. Dat viel niet goed bij de nazaten van Karta Nata Nagara. Hun naam werd bezoedeld. Met de komst van het museum verheft het regentschap Lebak de Nederlandse schrijver alsnog tot icoon. Als we het nieuws van Maas mogen geloven, liep het storm bij de opening.

Dat Javanen niet vergeten, lijkt mij overigens niet helemaal waar. Toen Nederlandse nazaten van omgekomen militairen aan boord van de Nederlandse kruisers De Ruyter, Java en Kortenaer, onderzoek deden naar de zeemansgraven, bleken de oorlogsschepen en de stoffelijke overschotten van de zeebodem te zijn verdwenen. De schepen vergingen op 27 februari 1942 tijdens de Slag om de Javazee, in de oorlog tegen Japan. Mijn vader, die toen mijn vader nog niet was, keerde gelukkig in levende lijve uit Nederlands-Indië terug maar hij kwam er niet ongeschonden vanaf. Oorlog kent alleen maar verliezers, wat mij betreft. Als ik nabestaande zou zijn, zou ik ook geschokt en kwaad zijn.

De Nederlandse overheid nam contact op met de Indonesische autoriteiten op Java. Men wist niet mer hoe die plundering precies gebeurde. Wel vermoedde men dat de daders Chinezen waren die het om het schroot was te doen. De skeletten zouden in een massagraf aan land liggen. Tja. Internationaal recht verbiedt het schenden van oorlogsgraven en het bergen van oorlogsschepen. De nieuwe Nederlandse minister van Defensie, Ank-Hallo-Allemaal Bijleveld, liet vorige maand weten het Indonesisch bestuur om nieuw onderzoek te hebben gevraagd. Zij is dochter van een militair maar ik vraag mij af wat zij kan bewerkstelligen. De minister van Buitenlandse Zaken, Halbe-Waarheid Zijlstra, trad gisteren af vanwege het verspreiden van nepnieuws. Het was terecht maar het is een persoonlijk drama voor deze raspoliticus. Ik keek met natte ogen naar zijn afscheidsspeech. Zo'n domme actie met verstrekkende gevolgen. (Ook verslagen door de Volkskrant.) Zijn opvolger krijgt dit hoofdpijndossier in de maag gesplitst. 

Er zijn minstens twee Indonesiërs die van tenminste twee Hollanders houden. Vanmorgen vroeg kwam hier een gesproken Happy Valentine-groet binnen. Niks secret lovers... ik herkende de lieve stemmen van Yuda en Damai direct. Onvergetelijk en om te zoenen!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten