Vandaag een week geleden waren mijn liefje en ik met onze vrienden Emmy
en Hugo op Menorca, het ‘insula minor’. Voor ons was dat de kwartetkaart die we
misten want we bezochten de Balearen eerder: Formentera in 2001, Ibiza in 2007
en Majorca in 2012. (Het Balearische eiland Cabrera blijkt ook nog te bestaan. Ik las dat het een toevluchtsoord is voor vogels, reptielen en vissen.)
We gingen op bezoek bij Saskia en Kirk voor wie wij in 2011 de deuren van ons gastenhuis in Noord-Bali openzwaaiden. Wij kenden hen toen nog
niet. Het zijn long time-vrienden van Emmy en Hugo. Zij vertelden ons over hen en
meldden dat zij Bali gingen aandoen op hun eerste wereldreis. Een uitnodiging was snel uitgestuurd. Ze stapten bij ons binnen en er ontstond meteen een klik. Dat overkomt ons zelden
maar desalniettemin prijzen we ons gelukkig. Op de foto zijn we op weg naar Menjangan, Herteneiland, om te snorkelen.
Toen Emmy ons eerder dit jaar vertelde dat Kirk en Saskia, na zeven jaar
rondzwerven over de wereld, een plek vonden op het Spaanse Menorca en daar een thuis
bouwden, waren wij meteen in voor een hereniging. Vorige week vlogen we dan ook
rechtstreeks van Alicante naar Mahon (Maó in het plaatselijke dialect). Hugo
reed ons vervolgens in een grote huurauto richting Ciutadella, in het
noordwesten van dit Balearische eiland. De weersverwachtingen waren zodanig dat
wij regenjassen in de reistas stopten; het zou namelijk geen dag droog blijven.
Menorca wist veel van zijn boeiende karakter te behouden. Het landschap is
glooiend en groen, het heeft meer circa 120 baaien en inhammen (calas) met
prachtige strandjes. Geen enkel ander eiland in de Middellandse Zee heeft er zoveel.
Dit kleine eiland is een UNESCO-biosfeerreservaat. Bovendien zit deze plek bomvol
interessante geschiedenis en cultuur. Dat is niet verwonderlijk als je naar de
locatie kijkt: middenin het westelijke gedeelte van de Middellandse Zee. Het
eiland werd aangedaan door zeevarende Feniciërs, Carthagers, Romeinen,
Byzantijnen, Arabieren, Turken, Britten, Fransen en (tenslotte) Spanjaarden. Allen
lieten hun sporen op deze postzegel achter. Als tweede Vaderland is het hierdoor
een, in alle opzichten goede keuze.
De belangrijkste reden om Menorca te bezoeken was echter om te kunnen bijpraten met
Saskia en Kirk. En dat deden we. Big time! Tot diep in de nacht zaten we op het
terras en in de grote woonkeuken, uitkijkend over ‘hun’ baai waar bootjes
zachtjes op het water dobberden. We luisterden naar hun zeilverhalen die bij
tijd en wijle spannend waren. Tijdens een storm brak Saskia een voet die door
omstandigheden pas na zes weken kon worden verzorgd. Ze voeren tegen twee exen
van Wall Street op die een pizza-oven op hun boot installeerden om zo collega-zeilers
van voedsel te voorzien. Boeiende verhalen. Hun catamaran ligt momenteel aan de
andere kant van de Middellandse Zee maar het plan is om de boot in de nabije toekomst
dichter bij huis af te meren.
We praatten over kinderen en kleinkinderen die verspreid over de wereld
wonen. We haalden gezamenlijke herinneringen op, van vroege kinderjaren (Saskia
en Emmy) tot nu, lieten ouders en opvoeding de revue passeren, stonden stil bij
verdrietige momenten in onze levens. Ieder van ons wist het onderwerp Donald
Trump handig te omzeilen… Elke avond speelden we het kaartspel ‘Schoppenvrouw’,
dat al gauw werd omgedoopt tot Black Bitch. Je zult als speler namelijk maar
met haar blijven zitten! Wij leerden het spel van Emmy en Hugo en gaven het jaren
geleden door aan Saskia en Kirk. De spelregels veranderden wel meermalen tijdens
dit verblijf maar dat mocht de pret niet drukken. De taalgrappen en -grollen waren
niet van de lucht. Het Afrikaans dat nog steeds in Saskia’s manier van praten
doorsijpelt, is om te zoenen, Kirk’s Amerikaans is om bij weg te dommelen. Het zal
niemand verbazen dat het druivennat 's avonds rijkelijk vloeide. Dit soort vriendschappen
is hartverwarmend.
We boften met het weer: tegen alle verwachtingen in hoefde de regenjas niet aan. We fietsten
langs de kust en langs eeuwenoude pijnbomen naar Ciutadella, de hoofdstad van
Menorca ten tijde van de Arabische heerschappij. Het is een mooie stad, groter
dan gedacht en met een pittoreske haven. We wandelden door smalle, typisch
Spaanse straatjes, bewonderden de imposante kathedraal. We bezochten de
vismarkt waar we merluza (heek) kochten die ik 's avonds met plezier bereidde
in de ruime eetkeuken van onze gastvrouw en -heer. Hugo en ik zwommen in de eigen
baai en maakten er, al SUP-pend, ererondjes. (Die foto's stopte ik in het webalbum Spanje 2018, elders op mijn blogsite.)
We bezochten de ‘Naveta des Tudons’, een megalitische grafheuvel in de
buurt van Ciutadella. Het bouwwerk in de vorm van een schip deed tussen 1200 en
750 vóór onze jaartelling dienst als knekelhuis. Je kunt er niet in, slechts omheen lopen en dat is de moeite waard.
Twee Britse toeristen stonden daar het gebouw na te tekenen; dat was hun manier om de
herinnering van iets bijzonders vast te houden. Bloggen maar dan anders. Overigens vind je nergens ter wereld zoveel
relieken uit de bronstijd als op Menorca. Terwijl we om ons heen keken, vlogen
twee grote rode wouwen (havikachtigen) boven onze hoofden, zoekend naar een hapje
in de rollende, groene velden die zijn afgezet met handgestapelde stenen muurtjes die je overal ziet en zoals men dat al eeuwenlang doet.
Menorca is een aanrader voor mensen die houden van authentiek Spanje
en zijn geïnteresseerd in cultuur en natuur. Mijn liefje en ik keren er zeker naar
terug. Saskia en Kirk zijn lief, boeiend, grappig en zeer gastvrij. Ik vermoed
dat onze volgende hereniging minder lang op zich laat wachten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten