Na onze korte maar goedgevulde gang langs familie en vrienden in het
Vaderland was het fijn om weer samen op het Spaanse honk te landen. Het klinkt
gezapig -wellicht is het dat ook- maar we zijn drukte en tijdschema’s niet
meer gewend. Ik hoor het ook van andere ex-pats: als ze hun geboortegrond bezoeken,
is het van de eerste tot de laatste minuut vol met sociale contacten. Je komt doorgaans
moeier terug dan je afreist. Leuk hoor, daar niet van!
Toen mijn liefje definitief een punt zette achter haar internationale
carrière, kocht ik voor haar een magneetsticker met daarop de tekst “I don’t do
mornings”. Niet omdat ik haar er voortaan aan moest herinneren. Zo gehaast als we toen aan de dag begonnen, zo langzaam is die routine nu. Dat adagium hanteert zij tot op de
dag van vandaag: ze staat op wanneer ze is uitgeslapen, maakt geen vroege
afspraken. Een dag met twee afspraken noemen wij “overvol”; dat willen we dan
ook te allen tijde voorkomen.
Als zij eerder op is dan ik zet ze een kopje koffie voor zichzelf, leest de
eerste krant van de dag en maakt een Sudoku of andere puzzel. Als we
tegelijkertijd opstaan, maken we ontbijt met een grote pot thee. Daarna trekken
we ons ieder terug in de eigen sectie van het huis om Duolingo-oefeningen te
doen. Altijd in pyjama en huispak. Sinds we in Laren logeerden, noemen we die haar
‘Almere-broek’. Dit ochtendritueel bevalt ons uitstekend. Daarna zijn we vrij
om te doen en te laten wat we willen.
Elsa in Bali appte gisteren dat zoon nummer 2, Damai, in de aanloop naar
mijn verjaardag een tekening voor mij had gemaakt die haar goedkeuring niet kon
wegdragen. Ze deed zijn creatie af als “rubbish” en dat zei ze hem ook. Hij was op
de ochtend van zijn vrije dag aan de slag gegaan en nu werd al die inspanning vakkundig
afgekraakt. Volgens Elsa veroorzaakte haar reprimande tranen bij zoonlief. Er stond een reeks
lachende smileys onder haar tekst. Kasian.
Sowieso is niks van de mannetjes onzin als ze het speciaal
voor ons maken. Dat appte mijn überempathische liefje terug. Elsa is een heel goede
moeder maar er zit ook iets plagerig in haar. Zelf moest ik lachen om haar reactie want ik heb bij tijd en wijle ook een duiveltje in mij. Wij kennen in het
Westen ook de uitdrukking “was sich liebt das neckt sich”. Maar je hebt plagen
en pesten. Zoals ironie speels is en sarcasme bijtend. Lachen door je tranen
heen of sip op je kamertje zitten. Tja. Klein leed in Bali. Ik ben benieuwd wat
er wèl door moeders beugel kan.
Ik ben nog niet jarig...
De regelmatige lezer weet dat ik tijdens onze recente rondreis door Chili
last kreeg van draaiduizelingen en misselijkheid. Dat euvel gooide roet in het spotten
van blauwe vinvissen in de Stille Oceaan hetgeen ik tot op de dag van vandaag betreur. De grond golfde al genoeg onder mijn
voeten, daarvoor hoefde ik niet te gaan varen! De misselijkheid en onvaste tred
verdwenen weldra, de duizelingen hielden aan. Terug op Spaanse bodem maakte ik
dan ook een afspraak bij de kno-arts.
Inmiddels onderging ik een audiogram en een zogenaamd tympanogram. (De uitslagen hiernaast zijn niet van mij.) Aan het
buiten- en middenoor -de gehoorbeentjes en trommelvlies- mankeert kennelijk niets.
Wel kreeg ik pillen en oefeningen mee voor thuis. Spaanse artsen schrijven gemakkelijk
zware medicatie voor en deze man was daarop geen uitzondering. De pillen slikte ik niet vanwege de forse bijwerkingen,
de oefeningen deed ik dagelijks braaf. Die pasten naadloos in mijn ochtendritueel. In
een vorige blog noemde ik dat “mooi doodliggen”. Helaas bleven de
duizelingen, met name bij bukken, gaan liggen en opstaan. De wereld draaide
voor mijn ogen door.
Er werd een afspraak voor vervolgonderzoeken gemaakt en die vonden afgelopen
week plaats. Een strenge specialiste sloot mij op in een houten zweethokje met klein raam, gebood mij de koptelefoon op te zetten en op een knop te drukken, telkens
als ik een piep hoorde; die ging van hard naar heel zacht. Het goede oor eerst, gevolgd
door het lijdend voorwerp. Deze ‘Pure Tone Audiometry’ (PTA) vormde de basis
voor verdere diagnose. Met mijn gehoor is niets mis. Dat wist ik al maar dat
werd nogmaals bevestigd.
Vervolgens stapte ik een ruimte binnen met een stalen stoel aan de vloer
bevestigd, die niet erg comfortabel oogde. Dat bleek de opstelling voor een
gecomputeriseerde test van het vestibulair systeem, de plek in mijn binnenoor waar
onder andere het evenwichtsorgaan zetelt. De avond ervoor eindigde ik een
ijzingwekkende thriller van Karen Slaughter, getiteld ‘Pretty Girls’ (2015). De
gedachte aan een electrische stoel kwam per direct bij mij op.
Ik beklom de stoel en wist niet wat ik met mijn handen moest doen. De
armleuningen waren namelijk veel te laag. De beul zette mij vervolgens een zwarte kap op. De band om mijn hoofd liep met draden naar een computer. Niks virtuele
realiteit… het werd zwart voor mijn ogen! Ik
hoorde dat mijn ademhaling veranderde, zij waarschijnlijk ook. Als je zo’n
masker draagt, word je je -gek genoeg- nóg bewuster van de situatie. Mijn klamme handen legde ik in mijn schoot, mijn voeten zette ik schrap op
de stalen beugels.
Ik liet mij deze aanstaande behandeling uitleggen en toelichten.
Dit type onderzoek wordt nistagmografie genoemd. Eerst zou lucht van ongeveer 30
graden Celsius in mijn oor worden gespoten. Het goede oor eerst, het lijdend
voorwerp laatst. Tijdens dat gespuit moest ik mijn beide ogen sluiten. Als de
lucht stopte, moest ik mijn ogen openen en recht voor mij uit staren, naar het zwarte
scherm voor mij. Op datzelfde moment speurde de specialiste op een videoscherm naar zogenaamde ‘nystagmus’, ongecontroleerde en onvrijwillige bewegingen van de ogen. Die
kunnen namelijk duizeligheid veroorzaken.
Deze behandeling werd aan beide kanten herhaald met lucht van circa 44 graden Celsius. Niet eenmaal werd ik draaierig. Was dat nu juist goed of niet? Toen ik met een diepe afdruk van de bril op mijn gezicht naar mijn wachtende liefje in de gang liep, voelde ik mij enigszins licht in het hoofd. Ik overleefde het. Dat konden vele mooie meisjes in het boek van Slaughter niet zeggen. (De dader bleek een psyochopaat met vaste rituelen te zijn...)
Deze behandeling werd aan beide kanten herhaald met lucht van circa 44 graden Celsius. Niet eenmaal werd ik draaierig. Was dat nu juist goed of niet? Toen ik met een diepe afdruk van de bril op mijn gezicht naar mijn wachtende liefje in de gang liep, voelde ik mij enigszins licht in het hoofd. Ik overleefde het. Dat konden vele mooie meisjes in het boek van Slaughter niet zeggen. (De dader bleek een psyochopaat met vaste rituelen te zijn...)
Een consult bij de oorarts rondde de behandeling van die dag af. Hij
keek minutenlang naar zijn computerscherm, zonder oogcontact met mij te maken. Daarop waren de
beelden van zojuist te zien. Jawel, er is verschil tussen links en rechts maar
daarmee hoorde ik niks nieuws. Waaraan het euvel precies ligt? We hebben nog geen idee. De mogelijkheden
worden afgevinkt. Ik kreeg andere pillen mee maar ook die slik ik voorlopig
niet. Eerst maar eens zien hoe deze videonystagmografie uitpakt. Deze keer kreeg
ik een gidsje mee met 24 oefeningen voor thuis. Bewegingen van ogen, hoofd en torso. Daaruit moet ik dagelijks een
keuze maken en ze 20 à 30 minuten uitvoeren. Dat kan er nog wel bij. Ze hebben de “reeducación
vestibular” tot doel, de heropvoeding van mijn evenwichtsysteem. Mijn liefje
vatte het kernachtiger samen: “je bent ge-reset”.
Het goede nieuws is dat ik sindsdien geen last heb van duizelingen. Joehoe!
Ik buk, buk, buk nog maar een keer. Geluk is toch al zo teer... Een nieuwe afspraak
met de oorarts ligt in het verschiet. Hopelijk de laatste.