Translate

zondag 28 april 2019

Lentefeesten

Terwijl men gisteren in Nederland het leven vierde van de koninklijk familie (een Koningsdag zonder gedoe), waren we hier aanwezig bij de begrafenis van de sardien. Het is een van de lentefeesten die we niet willen missen. Met dit fiesta de primavera wordt het einde van het carnaval en het begin van het zomerseizoen ingeluid. In heel Spanje wordt dit evenement gevierd maar die van Murcia is het bekendst. Het noodweer van afgelopen weekend, dat mijlenver weg lijkt, was een keerpunt in het weer. Vandaag lopen we hier voor het eerst in t-shirt, shorts en teenslippers. Het zomerse seizoen brak hier aan. We maakten het terras in orde. 

Mijn liefje stond in de nacht voorafgaand aan bovengenoemde festiviteit om 04:00 uur mopperend op. Zij meldde dat ze de slaap niet kon vatten en naar beneden ging. Daarna verplaatste ze zich naar de logeerkamer. Haar slaapgebrek lag deze keer niet aan mij. Haar benen speelden haar parten… Na haar vertrek uit de echtelijke sponde kon ik de slaap op mijn beurt niet vatten. De daaropvolgende uren deed ik hazenslaapjes. In Huize Barefoot zijn er van die nachten maar zelf doe ik daar niet al te moeilijk over. Ik heb tegenwoordig geen toppresentaties of examens meer te doen dus we kunnen ons een dipje veroorloven. Ik hield er echter rekening mee dat mijn liefje niet fit genoeg zou zijn voor het geplande uitje naar Murcia. Later dan gebruikelijk schoot ik wakker omdat ik meende dat zij mij riep. Ik liep naar de logeerkamer en zag haar nog in comateuse toestand in een dekbedholletje liggen. O-o. Het geroep bleek niet van haar afkomstig te zijn. Op haar beurt werd zij wakker van mijn actie. Tja.

Na het ontbijt, de dagelijkse taallessen en een douchebeurt gingen we alsnog op pad. Het was alweer een tijd geleden dat we naar Murcia reden. Langs de route zag ik een flink aantal nieuw aangelegde landbouwgronden en nieuwe bedrijven. Het blijft een interessante route: golfbanen, uitgestrekte landbouwvelden vol jonge citrusaanplant en groenten, urbanisaties in the middle of nowhere, veelkleurige heuvels (soms afgegraven) en andere vergezichten. We zoefden erlangs.

Naarmate we de provinciehoofdstad naderden, zagen we af en toe een vliegtuig opstijgen. De nieuwe luchthaven Corvera ligt op ongeveer 45 minuten afstand van ons huis. Mensen die vroeger landden en vertrokken van het kleine vliegveld van San Javier -wat je qua schaal kon vergelijken met vliegen vanaf Rotterdam Airport- gingen er qua afstand flink op achteruit maar als je gewend bent om vanuit Alicante te vertrekken, is de reistijd nu korter. De route er naartoe is tevens gemakkelijker: goede,  overzichtelijke wegen zonder rotondes al heb je hier en daar wel radarcontrole op snelheid. Er komen momenteel nog niet veel vliegmaatschappijen aan op het nieuwe vliegveld. Het gemiddeld aantal vluchten ligt onder vijf per dag. Het is nu vooral de thuishaven van RyanAir, met vluchten van en naar het Verenigd Koninkrijk. In het hoogseizoen (zomer) zal het aantal en het aanbod gestadig groeien.

Vorig jaar namen we vriend Frans mee naar de Entierro de la Sardina. Wij vonden dat het tijd was hem bloot te stellen aan dit typisch Spaanse feest in Murcia. Hij genoot ervan, naar verluidt. Het ging er dit jaar veel bedaagder aan toe dan in vorige jaren, al begrijp ik niet waarom. Vorig jaar waren de straten overal en voortdurend gevuld met luidruchtige, kleurrijke gezelschappen. De groepen kwamen ze van heinde en verre, zelfs van ver over de landsgrens. Nu waren het dezelfde dweilorkesten die rondjes liepen. Het is vooral een kinderfeest. Verklede mannen delen plastic speeltjes uit, van het volledig nutteloze soort. Made in China. Tja.

Wat ons tevens opviel, was het grote aantal tweelingen in buggies. In onze eerste omgang door het centrum telde ik tenminste twaalf ouders die dubbele kinderwagens voortduwden. Vaak met prachtige kids. Het was het feest van de tweelingen. Ik begrijp hoe dat komt. De eurocrisis was heftig in Spanje en hield lang aan. Daardoor stelden Spaanse vrouwen hun moederschap jarenlang uit. Bijna drie op de tien aanstaande moeders is ouder dan 35 jaar en één op de vijf is zelfs ouder dan 40 jaar. Zij moeten dan relatief vaak gebruik maken van externe reproductieve technieken om zwanger te raken. Murcia heeft een wereldberoemde kliniek (IVI) waar men pionier is in dit soort technieken. Jaarlijks komen daar 5.000 stellen uit 80 landen om zich te laten bijstaan bij het zwanger raken. Het sukses van de kliniek is onomstreden: negen van de tien stellen die daar aan de bel trekken, gelukt het om zwanger te raken en kinderen op de wereld te zetten.

Murcia is en blijft een prachtige stad waar we altijd naar zullen terugkeren. Het is intiem, zeer Spaans en goed onderhouden. Het lentefeest van de Sardien werd dit jaar vooral opgesierd met bloemen: sommige straten kregen een plafond van duizendschoon en andere soorten. Gevels van bijzondere panden (Teatro Romano, Casino) werden aangekleed met paprika’s in alle kleuren. Een fraai gezicht. Als ik een jonge professional zou zijn (Spaans of niet), zou ik daar willen wonen en werken. Ik vind deze provinciehoofdstad mooier en interesanter dan provinciehoofdstad Alicante. Oké, Alicante heeft stranden en zee maar Murcia heeft heel veel sfeer, stijl en cultuur...

We ontdekten nieuwe plekken, zoals de Mercado de Correos. Je zou het kunnen vergelijken met de markthal van Rotterdam maar dan architectonisch minder interessant. Culinair is het juist interessanter. Dit gerenoveerde, oude postkantoor van de stad biedt onderdak aan stemmige tapasbars en een grote centrale bar. Je kunt er traditionele en minder traditionele hapjes verkrijgen. Wij zegen er neer voor een glaasje en een tapa. In een mum van tijd liep het pand vol, van piepjonge tot stokoude klanten. En tweelingen! Zo ontstond weldra een levendige sfeer. De sardien is begraven, mijn liefje voelt zich als herboren.

Vandaag gaat men in Spanje naar de stembus. Ik hoop dat de huidige regering als winnaar uit de bus komt en het mandaat krijgt verder te regeren. Ik vind dat de club van premier Sánchez het goed doet! En hopelijk krijgt de nieuwe partij VOX, als extreemrechts bestempeld, weinig voet aan de grond. Het leven wordt er niet per se beter op met dit gedachtengoed en al te vurig ultranationalisme. Aan deze landelijke verkiezingen mogen wij als buitenlandse residenten niet meedoen. Dat is eigenlijk best raar als je er goed over nadenkt. We wonen hier, betalen hier belasting. Ook in het Vaderland stemden we voorheen niet. Dat lag niet aan onze mindere betrokkenheid (in tegendeel), het lag aan een stuntelende tante Pos. Op ons vorige adres kwam post niet of nauwelijks aan. Dat veranderde radicaal met postbode Carlos die hier wekelijks voor de poort staat. Hier ontvangen we nu dus ook post van het Vaderland. Een stembiljet voor de Europese Parlementsverkiezingen is al binnen. (Daaraan zouden we ook langs Spaanse weg mogen deelnemen.) De plaatselijke gemeenteraadsverkiezing staat hier volgende maand wel op de rol. Ik weet al op wie ik mijn stem ga  uitbrengen; het zittende lokale bestuur doet het goed, wat mij betreft. 



woensdag 24 april 2019

Geen vrolijk Pasen

Nee, heel vrolijk was het paasweekend hier niet. Normaliter is Pasen een tijd van hoop maar dit jaar kwam het vooral neer op een hoop gedoe. Het begon ermee dat het sowieso binnenblijfdagen waren. We scoorden in deze contreien van Spanje weer enkele weerrecords. Deze keer ging het om de natste aprilmaand sinds 50 jaar en het slechtste paasweekend in 70 jaar gemeten. Het ergst was het hier in de nacht van Goede Vrijdag op Paaszaterdag. Het was bar en boos. Ik hoef dan ook niet uit te wijden over de lokale paasprocessies: die vielen compleet in het water. Broederschappen en buurtcomités oefenden een jaar lang voor dit belangrijkste evenement van het jaar. En dan dit.

In buurgemeente Torrevieja werd de noodtoestand uitgeroepen. Daar viel in twee dagen tijd meer dan 240 liter regenwater per vierkante meter. Daar dobberden de auto’s in de straten. De camping van de stad moest worden ontruimd. In Xabia viel maar liefst 330 liter. Stuwmeren in de regio moesten water lozen. Noodweer. De weg aan de zuidkant van onze wijk is de provinciegrens met Murcia. Die weg naar San Pedro werd door de politie afgesloten. De route werd onbegaanbaar door hevige modder; het was een combinatie van overtollig regenwater en vruchtbare landbouwgrond die van de velden stroomde.

Op zaterdagochtend kwam ik de trap af toen ik een plas water op de vloer van mijn kantoortje ontwaarde. Ik keek naar boven en zag een grote, natte vlek die zich snel verspreidde. De druppels hingen als eieren aan het plafond. Het epicentrum lag rond de grote Flos-lamp aan het plafond. Die ontmantelden we als eerste. Daarna versleepte ik mijn bureau met laptop naar een droge plek en bedekten we de vloer met handdoeken. Onder de grootste stroom kwam een emmer.

Toen ik vervolgens naar buiten keek, zag ik dat een stoel en het kledingrek op de patio omver waren geblazen. Verder kijkend zag ik dat de deur van ons washok wagenwijd open stond. Had de storm de stalen deur uit het slot geslagen? Hoe kon dit gebeuren? Ik trok een regenjas aan en liep naar de achterkant van het huis. De slagregens hadden de wasmachine en droger gegeseld. Alles was drijfnat. De wasmachine werkte niet meer. 

Die hele zaterdag bleef het hard regenen. De stapel natte handdoeken breidde zich uit maar we konden niet wassen. (We konden in die dagen evenmin Nederlandse tv kijken.) Ook zondag was het regenachtig, al waren de buien minder heftig en was de storm uit het noorden en oosten gaan liggen. Het was de combinatie van extreme regenval en harde wind die ons parten speelde. Op zondag liep ik op een rustig moment naar de straat achter ons huis om van daaruit het dak en de dakpannen optisch te inspecteren. Ik zag niets alarmerend.

Op maandagochtend stopte de regen en deden we een rondje door de wijk en langs het strand. De weg naar San Pedro was weer open maar er lag op delen van dat traject nog  een dikke laag modder. Bewoners van straten die net over de provinciegrens liggen, konden modderpoppen maken. Die modder kwam deels in de zee terecht, de branding was ongekend bruin. We constateerden dat er zeer hoog water moet zijn geweest: aanspoelsel lag tot aan de voet van de duinen. Wij hebben gelukkig duinen. In Torrevieja kwam de wassende zee tenminste 20 meter landinwaarts!

We gingen naar ‘Chirinquito Ramon’, onze favoriete strandtent. Daar gaan wij later deze week de maandelijkse buurtlunch organiseren. Die tent staat letterlijk op het strand. Het eerste dat mij opviel, was dat zijn pronte naambord weg was. De zee was onder de strandtent door, tegen de rand van de duinen gebotst en weer teruggeklotst. Geen vrolijk gezicht. Royer, een medewerker uit Ecuador die we al jarenlang kennen, was alles aan het fatsoeneren. Heftig.

Op dinsdagochtend kwam de technicus onze natte wasmachine controleren. Jammer genoeg kreeg hij de machine niet meer aan de praat. Het bedieningspaneel had de volle laag gekregen. Pure pech. Volgens hem zou dat een duurdere reparatie worden dat nieuwkoop. Daar heb ik wel moeite mee maar ik ben geen dief van mijn eigen portemonnee. De lokale electronica- en witgoedwinkel doet goede zaken met ons.  Daarentegen leveren ze goede service. Al ons witgoed stond die dag buiten het washok toen het weer begon te regenen. De nieuwe machine zou aan het einde van de middag of begin van de avond worden afgeleverd. Mijn liefje en ik voelden stress toen de regen niet bepaald zachtjes op ons zolderraam tikte. De droger zou ook zomaar kapot kunnen gaan. Het was vriendin Agnes die appte dat alles met drie komt?!

We zagen later die ochtend een groot vloerkleed op het terras van onze Spaanse buren te drogen hangen. Ook zij bleken waterschade te hebben, aan het plafond in dezelfde ruimte als wij en tevens in hun uitgebouwde eetkamer achterin het huis. Iedereen die ons huis kent, denk waarschijnlijk dat het plafond in onze aangebouwde eetkamer het kwetsbaarst is en zou gaan lekken maar niets was minder waar. Die kamer bleef kurkdroog (op een dun straaltje in een lastige hoek na). Het is nu dus zoeken naar de oorzaak van de gemeenschappelijke lekkage. De buren zijn niet erg content met de constructie in hun achterhuis. Zij schakelden hun verzekeraar reeds in. Die komt de situatie binnen 24 uur inspecteren. Men heeft de handen, naar verluidt, nu vol aan Torrevieja. In overleg met hen wachten wij dat onderzoek af, daarna gaan wij contact zoeken met onze verzekeraar. We zijn klaar met dit weertype, zowel letterlijk als figuurlijk! Vandaag wordt de eerste zonnige dag in tijden. Goed droogweer. Het is nu tijd voor de grote schoonmaak, zowel binnen als buiten.

Het goede nieuws is dat er in de zwaargetroffen regio Murcia gedurende dit Paasweekend echter geen doden vielen op de weg. Nul verkeersslachtoffers, dat is ongekend. Elluk nadeel hep se voordeel!

Dat kleine leed valt geheel in het niet bij het grote kwaad dat op eerste Paasdag in Sri Lanka gebeurde. Ik ben er nog steeds misselijk van. Boos ook. Meer dan 350 doden, waaronder drie Nederlanders en een jong Spaans stel. Lokale mensen in hun  katholieke en protestante kerken, toeristen in hun hotels. Ik heb geen woorden voor deze wrede, laffe daden. Het verhaal gaat dat buitenlandse veiligheidsdiensten de nationale politie begin april waarschuwden. De New York Times publiceerde afgelopen weekend een brief waarin een hoge pief van de landelijke politie het Srilankaanse ministerie van Defensie waarschuwde voor aanslagen tegen kerken en internationale hotels, door een radicale moslimgroep. In die brief werd tenminste één extreem-islamitische groep en enkele leden zelfs met naam en toenaam genoemd. De rest is bloedige geschiedenis, helaas.

Na de aanslagen meldde de premier aanvankelijk dat hij die informatie niet had ontvangen. Was dat waar? Dat er sprake is van politieke dysfunctie in het landsbestuur (b)lijkt. Al minstens een jaar is er politieke kinnesinne tussen de premier en de president van het land. De minister van het betreffende departement zei sorry in het openbaar en bood zijn excuses aan. Tja. Gisteravond las mijn liefje een NOS-bericht voor waarin stond dat de president de bezem haalt door de top van de politie, het leger  en de veiligheidsdienst. Vreemde actie... Op basis van de huidige, beschikbare info lijkt mij dat niet de juiste beslissing. 

In 2016 maakten wij een rondreis van ruim een maand door het land. Dat jaar was ik degene die de route uitstippelde. We gingen in zee met een lokaal reisbureau dat de details uitwerkte tot een zeer afwisselend reisprogramma van cultuur en natuur, van zuid naar noord, van west naar oost. We hadden destijds een eigen reisgids die ons door boeddhistisch Sri Lanka rondreed. We bezochtten alle denkbare hoogtepunten. Francis, onze chauffeur, was een belijdend katholiek en nam ons op dag 2 mee naar de belangrijke katholieke kerk in Negombo die bij deze aanslag doelwit werd. Hij vertelde ons bij die gelegenheid dat de katholieke en protestante minderheden in het land werden  gediscrimineerd door de boeddhistische meerderheid; dat gold ook voor de moslimminderheid. Als burger voelde hij zich niet beschermd door zijn overheid. Tijdens die reis kreeg ik een artikel onder ogen waarin een extremistische (nationalistische) boeddhistische monnik onder de loupe werd genomen. Die man was fel op minderheden, vooral moslims. Zijn taal had niet misstaan in de mond van Hitler. Niet alles is daar mindfulness & peace, zoveel werd mij toen wel duidelijk.

Vorig jaar vonden op vele plekken in het land aanslagen tegen moslims plaats. Francis zijn eigen kerk staat in hoofdstad Colombo, dat was de andere katholieke kerk aan de westkust waar een radicale moslim zichzelf afgelopen weekend met een bomgordel opblies en daarmee tientallen slachtoffers maakten. Ik moest in de afgelopen dagen regelmatig aan hem denken.

Sri Lanka is een boeiend en zeer fotogeniek land. Maar wel getroubleerd... In mijn Vaderland werd recent een inzamelingsactie georganiseerd door een Hollandse die haar geboorteland een hart onder de riem wilde steken. Op de NOS-site las ik dat zij het een lief land” noemt. Daar denk ik het mijne van, al begrijp ik goed waarom het land aantrekkingskracht heeft op reizigers. De burgeroorlog tussen Tamils (hindoes die zich gediscrimineerd voelden) en Singalezen (boeddhisten) die 26 jaar duurde, is een inktzwarte bladzijde in 's lands geschiedenis. Religie maakte daar jarenlang heel veel slachtoffers; 70.000 mensen kwamen om bij dat conflict. De wond die de recente reeks van aanslagen aanbracht, zal ook diep blijken. De annuleringen van reisorganisaties stromen thans binnen.

Uit respect en solidariteit met de slachtoffers voeg ik hier mijn webalbum van toen bij, het grootste album ooit.


zondag 21 april 2019

Madre de Tierra, Madre de Mia! (deel 2)

Illustratie: ROY
Welkom terug. Dit is het vervolg op mijn blog van gisteren over klimaatverandering en opwarming van de aarde. De grote vraag is: hoe zit het precies? In mijn vorige blog belichtte ik onder andere een aantal gezaghebbende consensuswetenschappers en klimaatsceptici.

Klimaatsceptische wetenschappers de mond snoeren die een andere mening hebben, vind ik ronduit verwerpelijk. Op de persoon spelen in plaats van op de bal is gewoon fout. Uit het voorafgaande blijkt helaas dat bezwijken onder ‘peer pressure’ van wetenschappelijke antagonisten de rode draad in de ervaringen van menig klimaatscepticus. Dat is betreurenswaardig. Vraagtekens zetten bij aannames is een kerntaak van de wetenschapper. We mogen het dan niet met elkaar eens zijn, laten we elkaars opvattingen respecteren. Let’s agree to disagree. Wat dit ‘kamp’ met elkaar gemeen heeft, is de opvatting dat de klimaatconsensus veel te snel conclusies trekt op basis van te weinig of omstreden data. Men is bovendien van mening dat de strekking van IPCC-rapporten te ver gaat en het klimaatpanel zelf een gesloten wereld is die niet open staat voor afwijkende inzichten.

Het IPCC, het intergouvernementele panel voor klimaatverandering, is een organisatie van de Verenigde Naties die de risico's van klimaatverandering moet evalueren. Het werd in 1988 opgericht en ontving in 2007 de Nobelprijs voor de vrede. Het panel bestaat uit honderden experts uit de hele wereld, afkomstig van universiteiten, onderzoekscentra, ondernemingen en milieu-organisaties. Het klimaatpanel doet zelf geen onderzoek maar evalueert publicaties in, aan collegiale toetsing onderworpen, wetenschappelijke tijdschriften. Het panel publiceerde tot nu toe vijf evaluatierapporten. Nummer zes wordt rond 2022 verwacht. Zoals we inmiddels weten, zijn de werkwijze en de conclusies van het panel niet onomstreden.

IPCC moest enkele malen -onder zware druk- fouten erkennen. Marcel Crok, auteur van het interesante boek ‘De staat van het klimaat’ stelt in hoofdstuk 7 de vraag of het instituut nog wel is te vertrouwen. “Het bewijs dat wij de aarde opwarmen, is er (nog) niet. Stellen dat er consensus zou zijn onder duizenden klimaatonderzoekers doet geen recht aan de diversiteit aan opvattingen die er bestaat. Laat staan beweren dat de wetenschap ‘eruit zou zijn.’”

Crok stelt dat de hoofdconclusies van het klimaatpanel alleen overeind blijven door veel gepubliceerde kritiek te negeren of te begatelliseren. Het IPCC-proces heeft gefaald, werkgroep 2 van het panel dikt de gevolgen van de opwarming van de aarde stelselmatig aan. Die opwarming wordt hoogstwaarschijnlijk overschat, de uniekheid van dat fenomeen is niet hard te maken. Er kleven bovendien problemen aan de gehanteerde klimaatmodellen en temperatuurmetingen. De vele factoren die op het klimaat van invloed zijn, compliceren de zaak. De modellen zijn nog niet in staat om natuurlijke schommelingen in het klimaat goed te simuleren, laat staan te voorspellen. Dat CO2-toename forse opwarming tot gevolg heeft en zou kunnen leiden tot een klimaatcatastrofe is nog onzeker.

De rol van IPCC-voorzitter Rajendra Pachauri, die zich in die functie schuldig maakt aan grootschalige belangenverstrengeling, vind ik ronduit stuitend. Grondige hervormingen zijn dan ook nodig. Dit vond ik een van de meest ontluisterende secties van het boek.

Maar de IPCC-trein dendert voort. Volgens het klimaatpanel staat ons een reeks catastrofes te wachten: grote stijging van de zeespiegel, hoge zeetemperatuur, verdwijnende gletsjers, verzuring van de oceanen en afname van het zuurstofgehalte,  bedreigde koraalriffen, afnemende biodiversiteit (zelfs het compleet uitsterven van plant- en diersoorten), verdorring van de aarde, toenemende schade als gevolg van weersextremen, tekorten in de voedselproductie (zelfs hongersnood), tekort aan drinkwater en toename van malaria (neemt het aantal malariadoden toe door global warming?). In hoofdstuk 6 van het boek stelt Crok die thema’s aan de orde. De auteur is van mening dat het klimaatpanel de zaken ernstiger voorstelt dan nodig is.

Klimaat is niet alleen een fysisch fenomeen, het wordt steeds nadrukkelijker een maatschappelijk fenomeen. Ook het maatschappelijke debat is verhit. De ene kant van het spectrum ziet CO2 niet als de boosdoener en wil er daarom niets aan doen, de andere kant bestempelt het als hét probleem en kan niet wachten tot beleidsmakers in actie komen. Ook hier is sprake van verhitte debatten. De Britse klimaatonderzoeker Michael Hulme (1960, Cambridge-professor) noemt klimaat “een kerstboom waaraan iedereen zijn favoriete kerstbal hangt.” Een sterke metafoor, goed gevonden! Crok schrijft in het laatste hoofdstuk van zijn boek dat je geen unanimiteit in de wetenschap nodig hebt om tot effectief klimaatbeleid over te gaan. Dat lijkt mij een prima afsluiter van dit deel van het betoog.

In 2015 werd het Klimaatakkoord van Parijs ondertekend door 196 naties. Daarmee commiteerden landen zich aan acties om de opwarming van de aarde in deze eeuw te beperken. (Onder Trump trok Amerika zich terug.) Aanvankelijk legde men de grens gelegd bij een opwarming van maximaal 2° Celsius. In 2018 bracht het IPCC op verzoek van de Verenigde Naties een speciaal rapport uit dat uitgaat van een opwarming tot 1.5° Celsius boven pre-industrieel niveau. Als we vanaf 2020 alle menselijke emissies tot nul reduceren, zal de opwarming beperkt blijven tot anderhalf procent. Uitgaande van de huidige opwarmingssnelheid zal dat punt rond 2040 worden bereikt. Het panel concludeert dat er zeer snelle en verregaande transitie nodig is in energiebeleid, in stad- en landinfrastructuur en in de industrie om de opwarming te beperken tot die 1.5° C.

De Nederlandse klimaatwetenschapper Heleen de Coninck werkte als een van de hoofdauteurs mee aan dit rapport. NRC interviewde haar in oktober 2018, het rapport lekte eerder uit. Daarin zegt zij onder andere het volgende. “De impact van anderhalve graad opwarming of meer komt disproportioneel terecht bij kwetsbare mensen in arme landen. Ook wel bij de zwakkeren in rijke landen, maar vooral in arme landen. Dat zijn de mensen die op de blaren moeten zitten. Het zijn tegelijkertijd de mensen die de minste schuld hebben aan het probleem. Ze hebben niet het geld om in een auto te rijden, ze gebruiken niet veel energie. Ik vind dat diep onrechtvaardig.”

Illustratie: De Volkskrant
Elk land dat het klimaatakkoord ondertekende, pakt de transitie naar schone energie en minder CO2-uitstoot anders aan. Volgens het planbureau behaalt Nederland de doelen van 2020 niet op basis van de huidige beleidsplannen. De rechter oordeelde in de omstreden Urgenda-zaak dat Nederland zich verplicht tot het behalen van het klimaatdoel van 2020. De Europese Unie streeft ernaar de uitstoot van broeikasgassen in 2030 minstens 40% onder het niveau van 1990 te brengen. Nederland moet hard aan de slag om het zelfopgelegde doel van 49% minder CO2-uitstoot in 2030 te halen. Met CO2-doelstellingen en CO2-emissiehandel kregen we de uitstoot van koolmonoxide in de wereld tot nu toe niet nu naar beneden. Er wordt nu gepoogd tot een alomvattend klimaatakkoord te komen dat wel in lijn is met die doelen.

Hoe dat met Spanje zit, ben ik aan het uitzoeken. Wat ik al wel begrijp, is dat mijn tweede Vaderland met zijn eilanden, lange kustlijn, hooggebergten en droge binnenland een klimaatkwetsbaar land is. Wat ik mij ook realiseer, is dat het tot nu toe niet het bestje, snelste jongetje van de klas is. In de vier voorgaande jaren nam de CO2-uitstoot in Spanje namelijk toe. Droogte zorgden ervoor dat de waterkrachtcentrales niet op volle kracht konden functioneren waardoor meer kolen werden verstookt. De klimaatwet die premier Mariano Rajoy (PP) na het Akkoord van Parijs toezegde, is er nog steeds niet. Rajoy had vanaf zijn aantreden sowieso een funeste invloed op het energiebeleid van Spanje. Hij zette destijds (2011) per direct alle schone energie-initiatieven stop. Ik las op het web dat de huidige regering (PSOE) inmiddels een eerste concept van de ‘Ley de Cambio Climático y Transición Energética’ heeft voorliggen. Het document is nog niet publiek gemaakt maar enkele hoofdpunten van het wetsvoorstel zijn al wel bekend.

Doelstellingen voor zover mij nu bekend: de uitstoot van broeikasgassen moet in 2030 met tenminste 20% verminderen ten opzichte van 1990. 70% van de elektriciteit moet dan voortkomen uit hernieuwbare energie. Dat is energie, afkomstig van natuurlijke bronnen die constant worden aangevuld: wind, waterkracht, zon, golven, aardwarmte (geothermie) en biomassa. Spanje is een groot, zonnig land met veel wind en water dus er zijn mogelijkheden. Tenminste 35% van 's lands totale energieverbruik moet tegen die tijd afkomstig zijn uit deze hernieuwbare bronnen.

Alleen CO2-beleid voeren, is geen oplossing voor het probleem. Een veel breder beleid is noodzakelijk. De auteurs van de ‘Hartwell Paper’ werkten die stelling verder uit. Het document werd in 2010 opgesteld door 14 onderzoekers uit de Natuur- en Sociale Wetenschappen, afkomstig uit Europa, Azië en Noord-Amerika. Ze gooien het over een heel andere boeg. Dat zie je al aan hun uitgangspunt. In plaats van te stellen dat klimaatverandering een probleem is dat moet worden opgelost, kan het verschijnsel beter worden gezien als een hardnekkige situatie die moet worden aangepakt en die slechts gedeeltelijk kan worden beheerd. Klimaatverandering is een onderdeel van een groter geheel van omstandigheden. Adaptatie, aanpassing aan de omstandigheden, krijgt meer aandacht dan mitigatie (vermindering van het probleem). De koers tot nu toe leidde tot de algemene en onjuiste veronderstelling dat oplossingen voor klimaatverandering door de wetenschap gestuurd moeten zijn; alsof een gedeeld begrip van de wetenschap zou leiden tot een politieke consensus.

Zij stellen voorts dat decarbonisatie” alleen succes kan hebben als het uiterst pragmatisch en politiek aantrekkelijk is. Bovendien moet de menselijke waardigheid de belangrijkste richtlijn zijn bij het vormen van nieuw klimaatbeleid. Iedereen in de wereld moet toegang krijgen tot goedkope energie. (Circa 1.5 miljard mensen hebben momenteel geen beschikking over elektriciteit.) Diversificatie van de energievoorziening zal nodig zijn om aan die groeiende vraag te kunnen voldoen.

Zelfs als de wereld massaal zou overstappen op kernenergie, zijn de huidige  doelstellingen nog niet haalbaar. Met zonne-energie, windenergie en biomassa alleen zal de groeiende energievraag al helemaal niet kunnen worden opgevangen. Er is dus een brede waaier aan ontwikkelingen nodig. Het is tijd voor een Energierevolutie. Teneinde dit te faciliteren zijn structurele investeringen in energie-R&D (Research & Development) nodig die bovendien fors omhoog moeten. De paper stelt voor dit te financieren met een koolstofbelasting. Bedrijven die fossiele brandstoffen uit de grond halen, moeten flink worden belast. En overheden moeten ‘early adaptors’ worden: zelf afnemers worden van de nieuwe energiebronnen. Alleen zo heeft een revolutie kans van slagen.

Teneinde dit blog op een positieve manier en op lichtere toon af te sluiten, haal ik tot slot een recent artikel aan in De Volkskrant, getiteld ‘Het klimaat, vijftig jaar later, een min of meer hoopgevend bericht uit 2069’. Heel interessant! Journalist Maarten Keulemans blikt namelijk vanuit de verre toekomst terug op nu. Hij schijnt licht op de weg voorwaarts maar dan achterwaarts geschreven, als je begrijpt wat ik bedoel. Als een soort back to the future-verhaal.

Keulemans somt op wat overheden, bedrijven en individuen na 2019 gingen doen om de energierevolutie vorm te geven. Vervroegd sluiten van kolencentrales, bouwen van uitgestrekte windturbineparken en zonne-energiecentrales. (De aarde ontvangt op enig moment circa 10.000 keer meer energie dan de menselijke consumptie wereldwijd vereist dus die bron is superbelangrijk.) CO2-afvanginstallaties, kleine gesloten kernreactoren, industrieën die overschakelen op gas, vervanging van fluorkoolwaterstoffen uit airconditioning-apparatuur, auto-arme binnensteden, zuinige straatlampen, slimme bedrijfspanden met automatisch geregeld binnenklimaat, bamboe als bouwmateriaal, schonere en overdekte rioleringen (elders in de wereld), beter openbaar vervoer, fiets- en wandelvriendelijke binnensteden overal.

Illustratie: Astrid Anna van Rooiij
(voor de Volkskrant)
Tegelijkertijd ontstond er behoefte aan innovatie: beton met een lagere kalkgraad, toegepaste zonnecelpasta in de bouw, zonnestroom opwekkende metaalcoating op transportmiddelen, verkeersborden en vangrails, buigzame zonnecellen, zonnedakpannen en zonneramen, grafeenbatterijen, lithium air-accu’s en siliciumbatterijen voor de grootschalige opslag van stroom uit zon en wind, schepen die varen op skoonboxen en van energie uit microkernreactors.

Het ging niet alleen om het terugdringen van de uitstoot van CO2. Er kwam ook behoefte aan NETs: Negative Emissions Technologies, systemen die meer CO2 uit de atmosfeer halen dan er door menselijk handelen is uitgestoten (zogenaamde bio-energieplantages).

De tweede Groene Revolutie brak aan: supersnel groeiend oliezaad en olifantsgras,
snelgroeiende tarwe, zoutwaterbestendige rijst, biologische zonnecellen op basis van algen, goedkoop en smakelijk kunstvlees en vleesvervangers -de zogenaamde  ‘ontdiering’ die leidde tot slinkende veestapels en drastisch minder mest-, silvopastuur, kale vlaktes beplanten met vochtvasthoudende gaobomen, overheden die vrijkomende akkers terugkochten om die te laten verwilderen, groene daken, grootschalige herbebossingsprojecten, betere drainage op rijstvelden.

Klimaat werd gekoppeld aan ontwikkelingshulp. Miljarden dollars klimaatgeld werden ingezet voor toiletten in India, kookstellen en waterleidingen in Afrika en vrouwenscholen in arme landbouwgebieden wereldwijd. Door kookstellen en waterleidingen hoefden vrouwen geen hout meer te sprokkelen en water te halen. Zo hielden ze tijd over voor onderwijs en betaald werk. Bovendien bleven de bossen rondom dorpen gespaard, wat weer hielp tegen verwoestijning, erosie en het verval van biodiversiteit. Zo ontstond voor het eerst een generatie geletterde, werkende vrouwen. Dat had een onmiddellijk positief effect op welvaart en volksgezondheid. Het aantal kinderen per gezin slonk, het scenario van de demografische explosie (de voorspelling dat de bevolking in Afrika in 2100 niet naar 2.2 miljard mensen maar naar 4.2 miljard zou groeien) werd daarmee afgewend.

Er was nóg iets dat men begin deze eeuw schromelijk onderschatte: het aanpassingsvermogen van de mens. Nadruk op het belang van adaptatie (in plaats van mitigatie, vermindering) zagen we ook al bij de auteurs van de ‘Hartwell Paper’. Geconfronteerd met hittegolven, overstromingen, noodweer, bosbranden, oogstproblemen, een stijgende zeespiegel en zwellende rivieren bleef men niet stilzitten maar bood veranderingen het hoofd. In overstromingsgevoelige gebieden ging men eenden kweken in plaats van kippen, men bouwde golfbrekers voor de kust,  stormbestendige huizen, beschermde de kust met mangrovebossen en kustmatig koraal. Bouwen aan de kust was bovendien nergens meer toegestaan. In droge gebieden ging men weer oude bouwtechnieken van woestijnbewoners toepassen. 

Zo begon de uitstoot van broeikasgassen na 2031 alsnog te dalen; later dan gehoopt, maar in hoger tempo dan voorzien. Niet als gevolg van een groots, wereldomspannend masterplan, maar door een opeenstapeling van duizend-en-een lokale maatregelen, vernieuwingen en ontwikkelingen. In Afrika en India was de sleutel welvaartsgroei. In het autocratische China gaf de volksgezondheid de doorslag. In Amerika kwam de duurzaamheid pas goed van de grond toen staten en bedrijven er onderling om gingen concurreren. Er was nooit één oplossing voor het klimaatprobleem; het waren er talloze.” Tot zover Keulemans.

Ik ben blij dat ik aan deze queeste begon. Ben ook blij met de kennis die deze zoektocht opleverde, al maakte het mij geen scepticus. Mijn liefje, kritische meelezer en grapjurk, noemt ons vanaf nu “klimaatneutraal”. Tja. Het fenomeen klimaat is véél complexer dan gedacht. Er bestaat geen allesomvattende model dat de veranderingen in kaart brengt en verklaart. Consensus-wetenschappers en klimaatsceptici zullen het nooit eens worden, vrees ik. Men is er nog lang niet uit. Crok stelt zelfs dat het klimaatprobleem mogelijk niet wordt opgelost. Klimaat zal er altijd zijn en het zal ons altijd voor verrassingen blijven plaatsen. Het energieprobleem is mogelijk wèl oplosbaar. Er moet wel per omgaande worden begonnen met het ontwikkelen van betaalbare alternatieven voor iedereen. De verwachting dat de CO2-uitstoot voorlopig zal blijven stijgen is onvermijdelijk. Hij vermoedt dat dit decennialang zal doorgaan. Laten we die tijd goed benutten!

Nog een laatste blogtip. Website Real Climate is opgezet en wordt onderhouden door de bekende klimaatonderzoeker Michael Mann en collega’s. Deze blog is een soort waakhond voor de IPCC-visie en besteedt veel aandacht aan het ontkrachten van klimaatsceptische artikelen en boeken. 

Climate Audit is een technische blog van klimaatscepticus Stephen McIntyre die vooral de zwakke plekken blootlegt in klimaatreconstructies en temperatuurmetingen. Daar wordt ook bijgehouden of de IPCC de eigen procedures naleeft en of wetenschappers hun data archiveren.

Dit was het. Het ei is gelegd. Vrolijk Pasen!

Het is hier nog steeds nat maar de storm ging voorlopig liggen. Het Spaanse Meteorologisch Instituut bestempelde deze buien en wind als het extreemst sinds 50 jaar. Er viel hier ruim 11 centimeter neerslag per vierkante meter in 24 uur. Hoezoe klimaatverandering?! Onze regenmeter gaf het op, wij hebben forse lekkage binnenshuis.

Nagekomen bericht: de regen komt hier weer met bakken uit de lucht. De statistiek van hierboven werd herzien: het is de zwaarste Paasneerslag sinds 73 jaar. In de Costa Blanca ging het alarmniveau omhoog. Van plaatsen in Alicante, is Torrevieja het hardst getroffen. Op sommige plekken dobberen auto's in de straten. Mijn kantoortje, waar recent zoveel goed blogwerk werd verzet (!) is flink nat aan het worden. Alle r/zegen komt van boven. Kasian. We hebben volgende week flink wat te repareren. 


zaterdag 20 april 2019

Madre de Tierra, Madre de Mia! (deel 1)

Illustratie: Tom Curry
Gedurende dit hele weekend vindt in mijn stadje het Madre de Tierra-festival plaats. Het evenement is niet om over naar huis te schrijven. Het gaat er tamelijk truttig en zweverig aan toe, weten wij uit eerdere bezoeken. Niet dat vandaag veel mensen op pad zullen gaan. Het is hier noodweer: het stormt en de regen komt al uren met bakken naar beneden. Het principe achter deze dagen ligt mij na aan het hart: de staat van Moeder Aarde. Dit wordt een extra lange longread. Ik stopte er heel wat tijd en energie in dus ik hoop op een beetje compassie van de lezer. Dit serieuze onderwerp wil ik als blogger al lang aansnijden. Deel 1 verschijnt vandaag, deel 2 morgen.

De behoefte om uit te zoeken hoe het zit met klimaatverandering en opwarming van de aarde is gestoeld op puur eigenbelang. Ik ben zeker geen wetenschapsjournalist, ik ben een betrokken blogger en wereldburger met behoefte aan feiten. Maar zoals ik ook eet met mijn ogen, zo denk ik tevens met mijn hart. Wat ik bedoel te zeggen, is dat mijn overtuigingen mede worden bepaald door mijn politieke kleur, karakter, maatschappelijke positie en levensfilosofie. Als mijn liefje en ik samenzijn met vrienden komen die onderwerpen regelmatig ter sprake. We zitten zeker niet allemaal op één lijn. Het leidt dan ook vaak tot verhitte discussies rondom de dis. Ook mijn vriendenkring kent klimaatsceptici. Het komt in de beste kringen voor. Ik geloof niet dat er ontkenners tussen zitten, personen als Trump die climate change en global warming ‘a hoax’ noemen. Ik denk niet dat deze man ooit één paper of boek over het onderwerp las, in tegenstelling tot mijn vrienden.

Zelf ben ik van mening dat menselijk handelen sinds de industriële revolutie -het tijdperk waarin we op grote schaal fossiele brandstoffen gingen verstoken- de planeet duur kwam te staan. Je hoeft geen wetenschapper of onderzoeker te zijn om in te zien dat grootschalige industrie de aarde er in de afgelopen 260 jaar niet mooier op maakte. Als mens voel ik een morele plicht om een steentje bij te dragen aan een leefbare planeet voor komende generaties. “Après nousle déluge” vind ik bijzonder egoïstisch. Dat vervuilende industrie flink mee moet betalen aan de opschoning en vergroening van de aarde, is voor mij gesneden koek. Ik plaats mij hiermee waarschijnlijk in de categorie ‘klimaatdrammers’ maar dat moet dan maar (al dram ik niet). Ik doe daar niet hysterisch over. Het debat is op zich al verhit genoeg.

De vraag naar hoe het precies zit met klimaatverandering en opwarming van de aarde houdt mij al lange tijd bezig. Dat er iets mis is met de planeet, dat de zeespiegel stijgt, dat menselijk handelen bijdraagt aan klimaatverandering, dat de CO2-uitstoot toeneemt en een belangrijke rol speelt in de opwarming van de aarde, lijkt mij evident. CO2 (koolstofdioxide) is een anorganische verbinding van koolstof en zuurstof; een zogenaamd broeikasgas. Dit gas komt van nature voor in de atmosfeer maar nam in de afgelopen 150 jaar sterk toe. Waardoor? Volgens een recente US Geological Survey kan de gemiddelde jaarlijkse vulkanische uitstoot -onder en boven water- dit verschijnsel niet verklaren; die ligt rond 200 miljoen ton gas. De gemiddelde uitstoot van, aan menselijk handelen gerelateerde, koolstofdioxide ligt op 24 miljard ton per jaar. 

Het gaat echter niet uitsluitend om koolstofdioxide. Methaan (het sterke neefje van CO2), lachgas, ozon en waterdamp (water in gasfase) zijn eveneens broeikasgassen die warmte vasthouden. Wolken die laag hangen, werken verkoelend. Hoge wolken vangen net als broeikassen infrarode straling op en hebben hiermee eveneens een opwarmend effect. Hitte wordt van nature opgenomen en verminderd door broeikasgassen als het tussen de aarde en de atmosfeer beweegt. Totdat de concentratie van die gassen dusdanig toenam dat dit natuurlijke systeem verstoord raakte.

Het debat over klimaatverandering en opwarming raakte in de afgelopen jaren sterk gepolitiseerd. Daarin vind je verdedigers van de consensus aan de ene kant en klimaatsceptici aan de andere. Vaak loopt de scheiding langs politieke lijnen. Beide einden van het spectrum vinden elkaar niet of nauwelijks in dit debat, iedereen zet de hakken in het zand. Voor mij is het vooral een maatschappelijk debat. De aarde is immers van ons allemaal.

Mijn klimaatsceptische vrienden zijn evenmin gek. Een veelgehoord bezwaar uit hun hoek is dat de huidige klimaatprognoses uitgaan van het somberste scenario: 6° Celsius opwarming in het jaar 2100, stijging van de zeespiegel met 2.5 meter. Maar loopt het wel zo’n vaart? Zelf vind ik worst case-scenario’s niet zo gek want risico-analyses moeten nu eenmaal uitgaan van het ergst denkbare.

Wie heeft er nu gelijk? Dat wilde ik graag uitzoeken.

Het was (lees)vriend Ben die mij enige tijd geleden het boek van Marcel Crok overhandigde, getiteld ‘De staat van het klimaat’. Crok (1971) studeerde Scheikunde en was redacteur van het populair-wetenschappelijke maandblad Wetenschap & Techniek. In die hoedanigheid won hij in 2004 de prestigieuze Glazen Griffioen-prijs met een artikel over de hockeystick-grafiek (later meer daarover). Daarop besloot hij een boek te schrijven over het klimaat, onder andere gefinancierd met het ontvangen prijzengeld. Crok schrijft over zichzelf dat hij qua politiek het best bij GroenLinks past. Hij doet alles op de fiets in woonplaats Amsterdam, gebruikt openbaar vervoer daarbuiten, heeft geen auto, eet weinig vlees en als hij dat al doet, gaat hij bij voorkeur naar de biologische slager, is tegen ongebreidelde consumptie. De ondertitel van zijn boek luidt ‘Een koele blik op een verhit debat’. Dat alles intrigeerde mij.

Voor zijn boek las hij honderden wetenschappelijke artikelen, delen van IPCC-rapporten en duizenden blogberichten. Bovendien interviewde hij wetenschappers aan beide zijden van het klimaatspectrum. Dat leverde een bijzonder inspirerend boek op, bomvol feiten. Goed en zeer degelijk werk. Aanrader! Het gaat voor dit blog te ver om alle wetenswaardigheden op te noemen. Het zijn er gewoonweg te veel en het is tamelijk complex. Je moet het boek zelf maar lezen. Voor mij was het in ieder geval een eye opener. Andere bronnen die ik hier gebruik, worden expliciet vermeld.

In wetenschappelijke papers over klimaatverandering en opwarming van de aarde valt een rijkdom aan uiteenlopende theorieën te bespeuren. Bestaat er ook consensus? De Australiër John Cook (geen klimaatwetenschapper) kwam met een paper waarin hij claimde dat er in de klimaatwetenschappelijke literatuur sprake is van een consensus van 97% waar het ‘anthropogenic climate change’ (ACC) en ‘anthropogenic global warming’ (AGW) betreft. Hij zegt daarmee dat de overgrote meerderheid het erover eens is dat temperaturen in de afgelopen decennia toenamen en dat deze trend wordt veroorzaakt door de uitstoot van broeikasgassen, veroorzaakt door menselijk handelen. Slechts een miniscuul percentage van de gepubliceerde onderzoeken zou die claim afwijzen. Die 97%-claim werd door sceptische collega’s zorgvuldig weerlegd.

Klimaatconsensus is het door velen geaccepteerde idee dat broeikasgassen een grote invloed op het klimaat uitoefenen. Je zou denken dat men het over deze zuinige definitie eens zou kunnen zijn. Niets is minder waar. Het aantal wetenschappers dat deze consensus niet onderschrijft, bleek veel groter dan gedacht. Is het klimaat wel zo gevoelig als wordt geschetst? De mens heeft inderdaad invloed op het klimaat maar hoe groot is die werkelijk? En is CO2 wel de hoofdschuldige?

Een grote groep klimaatsceptici meent dat het natuurlijke invloeden zijn die klimaatverandering domineren. Dit zal volgens hen in de komende decennia niet veranderen. Er is een, weliswaar kleine, groep wetenschappers die denkt dat opwarming van de aarde door de zon komt. En er zijn nóg minder wetenschappers die zich afvragen of bestaande modellen wel goed genoeg zijn voor de onderzoeksdoelen. Tja. Zoveel wetenschappers, zoveel meningen.

De algemene verwachting is wel dat verdubbeling van de CO2-concentratie rond 2020 een theoretische opwarming van de aardetemperatuur zal geven van één volle graad. Daarover is weinig discussie tussen aanhangers van de broeikastheorie en klimaatsceptici. (Dat zou je consensus kunnen noemen maar daarmee verklaar je het fenomeen niet...) Er zullen ongetwijfeld mensen zijn die denken: al die ophef over slechts één graad?! Op dit moment zien we het smelten van cruciale gletsjers aan de randen van Groenland en snelle krimp van de noordelijke poolkap. Zuidelijker gelegen gebieden worden vaker getroffen door fellere hittegolven, overstromingen, orkanen en bosbranden. Ook in het diepe zuiden, Antarctica, smelten ijskappen in een niet eerder vertoond tempo.

Dat de zeespiegel stijgt, lijkt een gegeven maar de vraag is of dat nu versnelt. En of dat door opwarming komt. Volgens het IPCC, Intergovernmental Panel on Climate Change (het klimaatpanel van de Verenigde Naties; daarover later meer) is de aarde een badkuip die egaal volloopt. Volgens aardwetenschappers is dat onjuist. Dat proces is vele malen complexer.

De opwarming van de aarde is een uiterst controversieel en ‘hot topic’ onder klimaatwetenschappers. Er wordt gediscussieerd over wel of geen opwarming, over het aantal graden, over hoe uniek die opwarming is, over de oorzaken (zijn het wel broeikasgassen?), over de ernst van de gevolgen en over acties die nodig zijn als de aarde deze eeuw inderdaad fors gaat opwarmen. Ook in de wetenschap is men tot op het bot verdeeld. Knappe onderzoekers die ruziën over tienden van graden meer of minder... Worden klimaatonderzoekers het überhaupt ooit over iets eens? Voor buitenstaanders als ik is het bijna onmogelijk te weten wie gelijk heeft.

Wat ik mij sowieso voornam, is uitzoeken welke wetenschappers zich roeren in het internationale klimaatdebat en wie kan rekenen op de meeste bijval van collega’s. Welke wetenschappers doen ertoe, waarom werden zij spraakmakend en gezaghebbend?

Op de website thebestschools.org, een onafhankelijke Amerikaanse organisatie die studenten helpt bij het kiezen van een universiteit en studierichting, deed journalist James Barham een poging de belangrijke klimaatwetenschappers in kaart te brengen. Er zijn duizenden mannelijke en vrouwelijke experts van meer en minder aanzien, uit uiteenlopende disciplines van de wetenschap die zich over het onderwerp buigen. Eén ding hebben ze gemeen: ze zijn allemaal gepromoveerd in een relevante wetenschappelijke discipline. Barham hanteert twee criteria: wetenschappelijk prestige en prominentie in het debat. Hoe meer wetenschappers in kwestie door collega’s worden aangehaald, hoe overtuigender hun stempel op de discussie is. Uiteindelijk kwam een lijst van 15 personen tot stand, tien consensus-wetenschappers en vijf klimaatsceptici.

Ik licht enkele van hen toe, beginnend met de eerste categorie.

De Amerikaan Wallace Broecker (1958) wordt wel de “Grootvader van de Klimaatwetenschap” genoemd. Hij studeerde Geologie, promoveerde daarin en is thans Geologie-professor aan het departement ‘Earth and Environmental Sciences’ van de universiteit van Columbia. Broecker was de eerste die onderzoek deed naar de geschiedenis van de oceanen sinds het Pleistoceen, aan de hand van radiometriek op koolstof. Bovendien is hij de ontdekker van de ‘Great Ocean Conveyor Belt’, een diepe stroming in de oceanen die door temperatuur en zoutgehalte wordt voortgedreven. Deze transportband vervoert energie en warmte over de planeet en helpt zo de temperatuur van de aarde te reguleren. Hij schreef meer dan 20 boeken en 900 peer-reviewed artikelen over het klimaat.

De Amerikaan James Hansen (1941) studeerde Astronomie en promoveerde als fysicus. Hij was jarenlang directeur van de NASA maar is daar inmiddels gepensioneerd. Hij is momenteel adjunct-professor van het programma ‘Climate Science, Awareness and Solutions’ van de universiteit van Columbia. Hansen werd onder andere bekend als de eerste wetenschapper die Amerikaanse politici bewust maakte van de rol van de mens in de opwarming van de aarde. Als eerste ‘klimaatalarmist’ en aanhanger van de broeikastheorie getuigde hij daarover in de Senaat (1988).

De Amerikaan Michael Mann (1965) promoveerde als geofysicus aan de universiteit van Yale. Hij is momenteel werkzaam als professor ‘Atmospheric Science’ aan de staatsuniversiteit van Pennsylvania. Hij stelde de hockeystick-grafiek op (1998), die hét symbool werd van de wetenschappelijke controverse over klimaat. Volgens deze curve zou het klimaat in de laatste 1000 jaar vrijwel constant zijn gebleven (de steel van de hockeystick) en pas rond 1850 snel zijn gestegen (het blad). Conclusie: een vrij stabiel klimaat werd in de 20ste eeuw wreed verstoord. Vooral de lange steel van de hockeystick baarde opzien onder onderzoekers. Dat het klimaat van nature zo stabiel is, was het nieuwe inzicht dat het ‘hockeyteam’ presenteerde. Want als natuurlijke factoren nauwelijks tot schommelingen in het klimaat leiden, kan de recente opwarming bijna alleen worden verklaard door broeikasgassen. Dit is cruciaal voor de broeikastheorie: CO2 is de dominante factor, de dramatische opwarming sinds 1900 komt door de uitstoot van broeikasgassen. Deze grafiek was in 2001 het centrale thema van het derde IPCC-rapport.

De Canadees Stephen McIntyre (1947), wiskundige werkzaam in de mijnbouw, toonde als eerste aan dat die curve fout was: de statistieken waren gemanipuleerd. Mann moest dan ook in 2004 van het wetenschappelijke blad Nature een correctie schrijven bij zijn oorspronkelijke hockeystick-artikel. Klimaatskeptici spraken voortaan over ‘Mann made global warming’, consensus-wetenschappers en het IPCC bleven Mann en zijn hockeystick-grafiek verdedigen. Dit wordt gezien als het keerpunt in het klimaatdebat.

De Brit Phil Jones (1952) promoveerde in Hydrologie. De meeste jaren van zijn werkzame leven bracht hij door in de ‘Climate Research Unit’ van de universiteit van East Anglia. Jones bracht de temperatuur van de aarde van de afgelopen 1000 jaar in kaart. Hij werd waarschijnlijk het bekendst vanwege zijn rol in Climategate, een kwestie in 2009 waarbij een server werd gehackt waarop duizenden mails van hem en collega’s stonden. De zin “hide the decline” in een bepaalde mail kwam in het oog van de storm terecht. Hij gebruikte Michael Manns truc van de hockeystick-grafiek (het niet laten zien van ongunstige data) om de daling van de temperatuur die inzette na 1960 te verbergen. Bovendien waren er mails waarin stond dat klimaatsceptici geen toegang moesten krijgen tot de meetgegevens. Deze correspondentie werd door een klokkenluider naar buiten gebracht om licht te werpen op hun bedenkelijke wetenschappelijke houding. Daarna ontstond een rel in wetenschappelijke kring en in de Britse politiek. Na onderzoek in het Verenigd Koninkrijk werden Jones en zijn collega’s min of meer vrijgepleit. Hij keerde terug naar het CRU maar niet meer als directeur.

Klimaatsceptische wetenschappers figureren ook in de Top15 van belangrijke klimaatwetenschappers die journalist James Barham, werkzaam bij thebestschools.org, in kaart bracht. Ook zij verdienden hun sporen in de wetenschap. Hierbij een nadere toelichting.

De Zweed Lennart Bengtsson (1935) is misschien wel de bekendste klimaatscepticus. Hij promoveerde in de meteorologie en was directeur van het ‘European Centre for Medium-Range Weather Forecasts’ in het Verenigd Koninkrijk en van het ‘Max Planck Institute for Meteorology’ in Duitsland. In 2014 ontstond een dispuut omtrent een van zijn wetenschappelijke papers. Daarin stelde hij dat er meer onzekerheden bestaan rondom de berekeningen van de CO2-uitstoot dan de rapporten van het IPCC doen vermoeden. De publicatie werd door Environmental Research Letters geweigerd vanwege vermeende fouten en dat zijn bijdrage de wetenschappelijke discussie niet verderbracht. Bengtsson deed zijn beklag hierover. Hij maakte bezwaar tegen de groeiende invloed van politiek op de wetenschap. Kort daarvoor werd hij bestuurslid van een klimaatsceptische denktank en dat werd hem door consensuscollega’s evenmin in dank afgenomen. Er kwam veel groepsdruk op hem om zijn kritiek te staken en uit de betreffende organisatie te stappen. Hij deed het allebei. Verbitterd.

De Amerikaan John Christy (1951) promoveerde in ‘Atmospheric Science’ en is professor aan de universiteit van Alabama. Hij is gespecialiseerd in remote sensing van het klimaat en klimaatverandering met behulp van satellieten. Hij werd, met collega Roy Spencer, bekend van de eerste succesvolle ontwikkeling van een satelliettemperatuurrecord. Christy beschuldigde IPCC, het klimaatpanel, van politisering van het debat. Hij betichtte collega-wetenschappers aan de andere kant van het spectrum van groepsdenken en kuddegedrag. Hij is van mening dat de gebruikte klimaatmodellen en datasets voor oppervlaktetemperatuur de veranderingen in de atmosfeer overdrijven en dat de feitelijke veranderingen niet zo alarmerend zijn als wordt geschetst. In verdere analyses stelt hij dat de, door IPCC voorgestelde acties die het broeikaseffect zouden moeten stoppen, een niet te merken effect zullen hebben op het klimaat. Het zou er alleen toe leiden dat energie veel duurder wordt en dat zal een negatief effect hebben op de economie. Christy schuwt de publiciteit niet, hij blijft zich roeren. 

De Amerikaanse Judith Curry (1953) promoveerde in ‘Geofysics Sciences’ aan de universiteit van Chicago. De klimatologe was hoofd van de ‘School of Earth and Atmospheric Sciences’ aan de Georgia Institute of Technology. Haar onderzoeksgebieden omvatten orkanen, remote sensing, atmosferische modellering, polaire klimaten, lucht-zee interacties en het gebruik van onbemande luchtvaartuigen voor atmosferisch onderzoek. Ze was de eerste klimaatwetenschapper die opwarming van de aarde in verband bracht met oorkanen. Ze begon als volgeling van het klimaatpanel maar extreme claims maakte haar tot antagonist. Ze gelooft nog steeds dat menselijk handelen bijdraagt aan klimaatverandering en leidt tot opwarming. Zij twijfelt echter aan de mate waarin men nu aanneemt dat het gebeurt. Onder president Obama ging het wat haar betreft de verkeerde kant op. Curry was er niet van overtuigd dat president Trump’s acties de klimaatwetenschap zou schaden. In 2017 moest ze onder zware druk van tegenstanders vervroegd de Academia verlaten. “I no longer know what to say to students and postdocs regarding how to navigate the craziness in the field of climate science.” Sindsdien heeft ze een eigen bedrijf met onderzoekstools en houdt ze een blog bij over wetenschap en klimaat, Climate Etc.

De Amerikaan Richard Lindzen (1940) kreeg eveneens veel kritiek over zich heen vanwege zijn klimaatscepsis. Hij promoveerde in Toegepaste Wiskunde, aan de universiteit van Harvard. Hij is thans emeritus-hoogleraar aan het departement van ‘Earth, Atmospheric and Planetary Sciences’ van het MIT. Hij werkte weliswaar mee aan specifieke hoofdstukken in IPCC-rapporten maar begon zich in de loop van de jaren 90 zorgen te maken over de betrouwbaarheid van computermodellen op basis waarvan het klimaatpanel officieel rapporteerde en waarop andere extreme klimaatprojecties werden gebaseerd. Lindzen is van mening dat het klimaat veel minder gevoelig is voor broeikasgassen dan huidige modellen aangeven en aankunnen. 

Zo. Even pauze. Wordt morgen vervolgd.

woensdag 17 april 2019

Barefoot loves…

Van enthousiaste meelezers moet ik het hebben! Gisteren ontving ik een mail van Lenie en Frans in Bali. Vanaf hun zonnige terras in Noord-Bali reizen ze altijd trouw met mijn liefje en mij mee wanneer wij aan het einde van een kalenderjaar weer ergens in de wereld gaan overwinteren. Als wij terugkeren naar Bali, zijn zij doorgaans de eersten bij wie wij langsgaan. Zij waren onze steun en toeverlaat toen wij als prille huizenbezitters niet op tijd konden afreizen om de verhuiscontainer ter plaatse te ontvangen en tijdens latere problematische papierkwesties. Het was Frans die ons in contact bracht met de latere eigenaren van onze tropische villa aan de Bali-zee.

Toen wij afgelopen winter twee maanden door Chili reisden, had Google een verbijsterend bericht voor mij en andere amateurfotografen annex webalbumbezitters. Het bedrijf meldde dat men ging stoppen met de functie waarmee je (nieuwe) Google webalbums kunt aanmaken en in een blog kunt plaatsen. Het leidde ertoe dat ik foto’s van de rondreis door centraal en noordelijk Chili niet meer met lezers en meereizigers kon delen. Ik was er enkele dagen behoorlijk chagrijnig van maar kon de situatie niet veranderen. Vanaf dat moment stopte ik meer foto’s dan gebruikelijk in mijn blogs.

Tot gisteren. Toen meldde Lenie mij dat ze de Google Photos-functie van Blogger weer eens uitprobeerde en constateerde dat het werkt. Inmiddels testte ik het ook... en ja, inderdaad. Joehoe! Het begin van een nieuw foto-album over Spanje heb ik alweer op mijn site geplaatst. Ik kan mij geluk niet op als amateurfotograaf. Mijn dank aan hen is daarom groot. Terima kasih banyak!

♥ bertelanjang kaki cinta ibu Lenie dan pak Frans ♥♥

Afgelopen weekend kregen we leuke, bijzondere filmpjes en foto’s toegezonden uit Bali. Ik zou ze graag willen delen maar ze zijn van een dermate persoonlijk kaliber, dat ik dat niet doe. Ik denk alleen al aan wat engerds met zulke lieflijke beelden zouden kunnen doen en dat wil ik niet op mijn geweten hebben.

Eentje kan ik wel beschrijving. Het is een foto van nummer 2 in het gezin, Damai. Hij is een heel goede zwemmer en oefende in de aanloop naar de nieuwe zwemcompetitie hard voor een medaille of bokaal. Zijn ouders wisten niet beter dan dat het een lokale wedstrijd zou worden. Zoiets vind elk jaar wel een keer plaats. De vorige keer won hij een fraaie beker. De tweede ging aan zijn neus voorbij omdat hij halverwege het bad zijn zwembroek verloor. Kortom: een kanshebber.

Deze keer bleek het echter om een regionale competitie te gaan, met niet alleen zwemmers uit heel Bali maar ook uit Oost-Java en enkele andere Indonesische provincies. Damai werd eenmaal vierde en eenmaal derde tijdens dit toernooi. Zijn derde plaats zou tot een prijs hebben moeten leiden maar zijn tijd was net boven de limiet. Hij was ontroostbaar, teleurgesteld van zijn haarvaten tot in zijn tenen. Toen we video-appten, kon er geen lachje vanaf. Kasian. Zijn witte oma’s aan de andere kant van de lijn waren echter heel trots op hem. Derde en vierde worden in een regionale wedstrijd is toch een schitterend resultaat?!

Op de foto zagen we Damai met ontblote torso zitten in perfecte lotushouding, met gesloten ogen, in diepe concentratie op een matje. Zijn lange voetzolen keurig omhoog, zijn gezicht heel sereen. (Zijn zwemschoudertjes indrukwekkend.) Op mijn vraag aan de afzender, moeder Elsa, of het mannetje op yogales zit, antwoordde ze ontkennend al besteedt zijn school er aandacht aan. Hij had zelf besloten dat hij behoefte had aan balans in zijn koppie na de enorme teleurstelling van het afgelopen zwemtoernooi. Ik las het en knipperde met mijn ogen. Een achtjarige die zoiets besluit en het vervolgens uitvoert?! Wow. Op de foto zag ik zijn grote broer Yuda weerspiegeld in de voordeur van hun huis, breed lachend en wijzend naar zijn grappige broertje. Later dit jaar gaan we weer een tijdje naar Bali. We nemen het grappige trio graag weer in de armen. Dan gaan we ook met plezier op bezoek bij Lenie & Frans.

Een van de verjaardagskado’s die ik ontving, werd vanuit Nederland verstuurd. Het gaat om het Lonely Planet-boek ‘Ultieme Culi-bestemmingen’. De reisorganisatie vroeg chefs, journalisten en de eigen foodbeluste experts naar hun beste culinaire ervaringen ter wereld. De gulle gever wist dat dit mij zou bekoren en dat doet het ook. De Top500 van hun keuzen wordt in 314 pagina’s rijk geïllustreerd en met begeleidende teksten gelardeerd. Indonesië staat met vijf gerechten genoemd, drie ervan hebben betrekking op een gerecht van of een eethuis in Bali: gadogado van ‘Chez Gadogado’ (Seminyak), nasi campur bij stalletjes die je overal op het eiland vindt, nasi goreng als ontbijtje voor het surfen op schiereiland Bukit (zuidpunt van het eiland). Een zeer inspirerend boek, qua eten en qua reizen. Wat mij tegenviel, was dat Nederland slechts éénmaal wordt genoemd. Met bosaardbeitjes in het wild, van de Utrechtse Heuvelrug. Huh?! Waar is de kroket, bitterbal of erwtensoep met worst? Gemiste kans.

Illustratie: C. Inton ((Reuters)
Vandaag gaat Indonesië naar de stembus. In een recent Reuters-artikel las ik dat het land meer dan 192 miljoen stemgerechtigden heeft die aan deze presidentiële en parlementaire verkiezingen kunnen gaan deelnemen. Je kunt daar gaan stemmen vanaf 17 jaar. Ik las dat 5 miljoen jongeren het voor de eerste keer gaan doen. Deze verkiezing is een enorme logistieke operatie want de archipel bestaat uit 17.000 eilanden en men kan slechts één dag de stem uitbrengen. (India gaat in deze periode ook naar de stembus maar daar kunnen de stemmen over een periode van vijf weken worden uitgebracht.) 350.000 politiemensen en militairen, vergezeld van 1.6 miljoen paramilitairen zien toe op een veilige verkiezing. 10.00 vrijwilligers stelden zich beschikbaar om het kiezen in goede banen te leiden en toe te zien dat fraude geen kans krijgt.

Er kan tijdens deze Indonesische verkiezingen op 245.000 kandidaten worden gestemd. Ga er maar aanstaan! Er kan uit twee kandidaten worden gekozen voor de ‘Top Job’, 575 zetels in het Indonesische lagerhuis (Huis van Afgevaardigden), 136 zetels in het Hogerhuis, 2.207 zetels in het provinciaal bestuur en 17.610 zetels voor locale politici. 40% van de kandidaten is vrouw en dat is opmerkelijk en goed. Wat minder goed is maar deste opmerkelijk is dat er tenminste 81 kandidaten op de kieslijst staan die voor corruptie werden veroordeeld. Elders las ik dat de postboot naar afgelegen Papua zonk met volle postzakken stembiljetten aan boord. 3 miljoen stembiljetten werden in de aanloop naar deze verkiezingen ongeldig verklaard. Hetzij omdat er sprake was van duplicaten of omdat het op naam stond van een niet-bestaande persoon.

Vriendin Bernadette stuurde mij nog een NRC Next-artikel toe van journaliste Annemarie Kas. Zij wordt de nieuwe NOS-correspondent Indonesië, opvolger van Michiel Maas die de baan twaalf jaar had. Daarin las ik onder andere het volgende: “een watersproeier voor de akkers is goed voor twintig stemmen. Een grasmaaier is veertig stemmen waard. En een nieuwe televisie voor de dorpsgemeenschap levert zelfs vijftig stemmen op, net als een generator om stroom op te wekken.”

Deze info komt uit een officieel aandoend document van een parlementskandidaat in de provincie Kalimantan. Op het document staat een stempel van de partij en de handtekening van de voorzitter van ‘tim sukses’, het campagneteam van de betreffende kandidaat. Onderaan staat de optelsom: dit team wist met het uitdelen van spullen en geld 7.465 stemmen te regelen. “Stemmen kopen doe je zo in Indonesië.” In Bogor, omgeving Jakarta, is ‘uang bakso’ (soep-met-gehaktballen-geld) heel normaal, al blijft het illegaal. De bakso komt overigens ook voor in het Culi-boek van Lonely Planet.

De presidentiële verkiezingen zijn voor mij vanzelfsprekend het belangrijkst. Ik hoop dat de zittende president en gematigd moslim Joko Widodo (57) gaat winnen van ex-generaal Prabowo Subianto (67). Ik was zeer ontstemd over de keuze voor zijn politieke rechterhand: de zeer traditionele religieuze leider Ma’ruf Amin. Jokowi zorgde in zijn eerste termijn voor verminderde armoede en minder inflatie. De polls wijzen op dit moment uit dat Jokowi met dubbele cijfers voorligt op zijn (besmette) politieke tegenstander maar de economie begint stil te vallen. Hij haalde zijn doel van 7% toename in Bruto Nationaal Product niet en 40 miljoen boeren verloren inkomsten tijdens zijn eerste termijn. Ook qua infrastructuur bleven de prestaties ver achter bij de doelstellingen van de president. Wat evenmin goed ging, was het nakomen van de belofte schoon schip te maken met de besmette geschiedenis van militaire machtshebbers in Indonesië. Kwalijk. Dat alles buitte Prabowo, naar verluidt, goed uit. Zijn kiescijfers verbeterden in de afgelopen dagen. Het vermoeden bestaat dat veel personen blanco gaan stemmen. Later vandaag zullen we de uitslag kennen.


vrijdag 12 april 2019

Desafortunadamente

De helaasheid van weer een jaartje ouder worden. Het zijn er inmiddels veel... Tja. Ik herinner mij enkele verjaardagen als kind, waar ik klasgenootjes mee uitnodigde naar de bioscoop, met frietjes en ijsje erna. Mijn ouders waren altijd gul. Mijn twintigste verjaardag vierde ik in het studentenhuis in Delft. Mijn dertigste vierde ik -voor de tweede keer- met mijn liefje; we woonden destijds enkele maanden samen in Dordrecht, de stad met de 900 monumenten die TIME onlangs als ‘het nieuwe Parijs’ bestempelde. Mijn veertigste vierden we in Thailand. Die dag viel dat jaar samen met songkran, het Thaise Nieuwjaar. Mijn vijftigste verjaardag vierden we in een koud maar kek Berlijn. Sweet memories.

Vorig jaar vierden 119.267 vrouwen in Nederland met mij dat ze 58 jaar werden. Dat getal, die leeftijd vond ik oké. Negenenvijftig vind ik een nikserig getal en een onbeduidende leeftijd. Bovendien zit het mij te dicht tegen zestig aan. Bijna zestig? Ik? You must be kidding! 60 wordt tegenwoordig het nieuwe 50 genoemd maar ik vind dat wensdenken.

In een 2017-interview met hoofddemograaf Jan Latten van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) zei hij tegen een journalist van De Volkskrant het volgende:

Als je nu 30 bent, zit je in je zogenaamde 'expansiefase'. Je kunt of moet nog van alles van je leven maken: nieuwe baan, carrière, eerste koophuis, verhuizen, nieuwe relatie, nadenken over kinderen, et cetera. Alles wordt steeds meer en groter. Maar naarmate je ouder wordt, ga je de 'contractiefase' in. Dat is de fase van afstand nemen: de kinderen gaan het huis uit, het einde van je carrière komt in zicht, je hebt minder jaren voor je dan achter je en je gaat nadenken over wat je van je die resterende jaren nog kunt maken. Vroeger gebeurde dat na je 50ste en alles wijst erop dat die grens steeds meer verschuift naar je 60ste. Op basis van de gestegen levensverwachting zou je kunnen zeggen dat 60 het nieuwe 50 is geworden.

Het wordt deze keer een bedaagd feestje thuis, in aanwezigheid van een handjevol vrienden. Onder een strakblauwe lucht. Dat wel. Vandaag is paars, de kleur van de ……


When I am an old woman I shall wear purple
With a red hat which doesn't go, and doesn't suit me.
And I shall spend my pension on brandy and summer gloves
And satin sandals, and say we've no money for butter.
I shall sit down on the pavement when I'm tired
And gobble up samples in shops and press alarm bells
And run my stick along the public railings
And make up for the sobriety of my youth.
I shall go out in my slippers in the rain
And pick flowers in other people's gardens
And learn to spit.

You can wear terrible shirts and grow more fat
And eat three pounds of sausages at a go
Or only bread and pickle for a week
And hoard pens and pencils and beermats and things in boxes.

But now we must have clothes that keep us dry
And pay our rent and not swear in the street
And set a good example for the children.
We must have friends to dinner and read the papers.

But maybe I ought to practice a little now?
So people who know me are not too shocked and surprised
When suddenly I am old, and start to wear purple. 


Jenny Joseph (1932, Birmingham)