Translate

vrijdag 7 juni 2019

Meten is (z)weten

De regelmatige lezer weet dat ik jaarlijks een verplichte controle onderga in het plaatselijke ziekenhuis, al blog ik zeker niet over elke gelegenheid. Het gaat onder andere om een mammografie en een echografie van de mama’s. Ik kom uit een familie met een erfelijke vorm van borst- en eierstokkanker.  Alhoewel ik persoonlijk geen draagster ben van de genmodificatie die de ziekte met een hoge waarschijnlijkheid veroorzaakt, kreeg ik het advies mij elk jaar te laten onderzoeken. Dat laat ik al 12 jaar lang uitvoeren, altijd zonder morren en tot dusver zonder complicatie.

Bij het recente medisch onderzoek werd echter een knobbeltje in een borst geconstateerd. Het bracht mij terug naar mijn jeugd, toen ik een jaar of 13 of 14 was. Ik had pijn in mijn ontluikende puberborst, had koorts en verbleef in bed. Mijn ouders waren in alle staten. Zij kregen ruim tien jaar daarvoor te maken met een dochter met een knobbeltje onder haar voet. Dat overkwam mijn oudere zus Angela, die als kind aan de gevolgen van uitgezaaide botkanker overleed toen ik twee jaar oud was. Mijn vader zat toen aan mijn bed met een blik vol glacés. Op de middelbare school kocht ik die af en toe in de kantine. Het knobbeltje bleek destijds een cyste die weldra verdween. Ik at daarna nooit meer één roze koek. (Een dat was maar goed ook nu ik weet waar die kleur vandaan komt...)

Deze keer werd het knobbeltje ontdekt tijdens de echografie, niet op foto’s van de mammografie. De radioloog, een nieuw gezicht voor mij, bleef vrij lang met de sonde op een plek aan één kant bewegen en maakte meer foto’s dan gebruikelijk. Hij was klaar en wilde de behandelkamer verlaten. Als ik niet had gevraagd hoe het ervoor stond, was hij weggelopen zonder iets te zeggen. Tja. Hij zei dat hij een nodulo” had geconstateerd (dus geen cyste), die waarschijnlijk goedaardig was en vanaf dat moment regelmatiger en structureel moest worden gevolgd. Er gingen geen alarmbellen bij mij af maar ik liep wel bedremmeld de behandelkamer uit. Bij mijn liefje, die voor de deur stond, gleed de glimlach van haar gezicht.

Ik maakte daarop een vervolgafspraak met de gynaecoloog. In die twaalf jaar ‘versleet’ ik er al drie in dat ziekenhuis. Mijn huidige arts is relatief jong (al draagt hij sinds enige tijd een baard), noemt mij altijd cariña” tijdens het consult en zingt als hij iets opzoekt in het computersysteem, een uitslag print of bevindingen vastlegt in het systeem. Wat je noemt een vrolijke vent. Deze keer kon er geen lachje vanaf. Er werd niet gezongen!

Hij bevestigde het knobbeltje en sprak de wens van een biopsie uit. Meten is weten. Ik keek mijn liefje aan, die voor de eerste keer in al die jaren mee naar binnen ging. Zij beaamde dat zij dat de enige juiste vervolgstap vond. Ook ik stemde met deze ingreep in. Meten is inderdaad weten al is een biopsie beladen. Maar ik ben geen wegkijker. Kanker kan iedereen overkomen, uit een besmette familie of niet. Eén op drie personen krijgt de diagnose gesteld, een op zeven à acht vrouwen krijgt bij leven borstkanker. Mijn drie zussen overkwam het, een kreeg het zelfs tweemaal, bij een ander werd het te laat geconstateerd. Zij overleefde de uitzaaiingen niet.

Wij van Huize Barefoot zijn geen vreemden van biopsies. Ook mijn liefje kreeg de diagnose borstkanker tien jaar geleden gesteld, nadat de biopsie een agressieve tumor aantoonde.

De afspraak werd gemaakt voor 20 mei jongstleden, toevallig de ‘Dag van de Klinische Tests’ genoemd. Ik verzin dit niet. De nacht ervoor had ik goed geslapen maar ik werd vroeg wakker. Tijdens de douchebeurt zeepte ik ‘haar’ extra goed in. Het ontbijt sloeg ik over, ik moest nuchter verschijnen. De dame aan de afsprakenbalie wierp mij een allerliefste glimlach toe, wenste mij sterkte en duimde voor een goede uitslag. Hoe aardig.

De biopsie zou om 9:00 uur plaatsvinden maar de klok tikte ruim voorbij het uur. Mijn liefje leidde mij af met foto’s van recente reizen en van Balinese jongetjes (die van onszelf, welteverstaan). Toen ik in de behandelkamer werd geroepen, kon ik alleen maar denken aan Damai in Zen-houding en zijn twee broers, vreugdes van mijn leven. 

Ook de verpleegster was erg aardig. Ze legde uit wat haar rol zou zijn, dat er plaatselijke verdoving aan te pas kwam en dat ik, voor de zekerheid, een infuuskraantje in mijn arm kreeg. Mocht ik misselijk worden of iets dergelijks, dan kon men direct iets toedienen. Ik heb geen weerzin tegen injecties. Ik krijg ze immers al twaalf jaar lang minstens tweemaal per jaar (bloedtests op tumormarkers). Dat lag anders voor de holle naald die in mijn borst zou worden gestoken en hapjes uit mij zou nemen. Pijn(tjes) kan ik goed verdragen maar het schenden van mijn lichamelijke integriteit vind ik wel een dingetje, om het populair te zeggen. Daar laat ik achteraf een traantje om. Dat gebeurde na de heupoperatie in 2017 en nu weer.

Er zijn verschillende soorten biopsies, afhankelijk van hoe iets wordt ontdekt: op mammo- of echofoto’s. Vervolgens heb je echogeleide biopsie of biopsies met behulp van andere technieken, zoals röntgenstralen of MRI. In mijn geval werd het een echogeleide naaldbiopsie. Daarvoor stapten een mij eveneens onbekende radioloog en een bekende radiologisch laborant de behandelkamer binnen. Laatstgenoemde nam achter het echoscherm plaats en nam de sonde ter hand. De arts stelde zich aan de andere kant van de behandeltafel op, toonde belangstelling, maakte een grapje en gaf uitleg.

De borst werd door de verpleegster ontsmet, de arts spoot plaatselijke verdoving op de  huid waar de dunne naald zou prikken. Na enige wachttijd werd de onderhuidse verdoving aangebracht. Pas daarna kwam de holle naald in zicht. Het speelde zich pal onder mijn neus af dus wegkijken kon niet. De eerste keer voelde ik de naald naar binnen gaan dus er werd meer verdoving toegediend. Op aanwijzing van de laborant schoof de arts de naald even later diagonaal naar de plek van het knobbeltje. De verpleegster die aan het hoofdeinde stond, greep mijn hand vast en liet die niet meer los; een lief gebaar. Er werd drie keer geknipt, de wond bleek nauwelijks te bloeden. Het weefsel werd door de radioloog persoonlijk naar het laboratorium gebracht, aldus mijn liefje die wederom voor de deur van de behandelkamer stond.

Later die dag vroeg Elsa hoe het met ons ging. Die vraag stelt ze vaak maar nu kwam die op een a-typisch tijdstip: middenin hun nacht. Reeds eerder vermoedde ik telepatische krachten tussen hen en ons... Het bericht ging vergezeld van een allerliefste selfie die Yuda maakte van zichzelf en Damai. Een pleister op de wonde!

De volgende dag was wereldwijd I Need A Patch-dag. Ook dat is geen verzinsel. Wat opmerkelijk was, is dat de ongehavende borst als eerste verkleuringen vertoonde en wel op drie plekken. Dat kwam door de terugslag van het apparaat op mijn huid, na elke knip. De behandelde borst vertoonde geen bloeduitstortingen maar verkleurde wel. Dat was anders na de biopsie van mijn liefje: die van haar was destijds bont en blauw!

De uitslag was in principe een week later bekend. Dokter Rodolfo ging echter een week op vakantie en ik besloot op zijn terugkeer te wachten. Mijn liefje vond dat niet per se een goed plan maar dat was mijn keuze. Tweeenhalve week wachten op de uitslag bleek af en toe lastig, inderdaad. We zochten afleiding, maakten uitjes, gingen op pad met vrienden, aten comforteten. En ik had mijn handen vol aan de prachtige roman van de Georgische schrijfster Nino Haratischwili, getiteld Het achtste leven (voor Brilka)’; bijna 1.300 pagina’s leesplezier. Het boek is inmiddels uit, het liep goed af.

Eerder deze week was het zover: de uitslag. Er viel niets kwaadaardig in de drie hapjes borst te ontdekken. Joehoe! Het schema van controle wordt wel uitgebreid. Voor de zekerheid. All good. Vandaag begint het WK Voetbaltoernooi voor vrouwen in Frankrijk. De eerste wedstrijd zou worden gefloten door de suksesvolle Canadese scheidsrechter Carol Anne Chenard (1977). Dat feest ging niet door, zij had minder mazzel dan ik. Deze microbiologe van beroep kreeg eerder deze week wèl de diagnose borstkanker gesteld. Kasian.


P.S. Je moet je als familielid en vriend niet gepasseerd of buitengesloten voelen door het feit dat ik deze situatie niet eerder met jou deelde. Daar meende ik goede redenen voor te hebben. Temeer na nu blijkt dat het loos alarm was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten