Mijn liefje raakte vorig jaar in de ban van een andere vrouw… Ik was erbij toen ze als een blok voor haar viel. Ze is een Spaanse, komt uit Barcelona en heet Victoria de los Ángeles. De engelachtige Victoria. Tja. Zijn we bijna 31 jaar samen, moet ik alsnog iemand naast mij dulden. O Vee! Deze hartenbreekster volgde het conservatorium in haar geboortestad, waar ze de vijf studiejaren in drie jaar afsloot, en werd operazangeres.
In 1951, het geboortejaar van mijn liefje, beleefde ze een bijzondere wereldprimeur: ze trad in één jaar op in Covent Garden (Londen), Teatro Alla Scala (Milaan) en Metropolitan Opera House (New York). Ze reisde graag en naar opmerkelijke oorden (Sovjetunie, Zuid-Amerika, Australië), sprak haar talen en bouwde als lyrische sopraan een imposante internationale carrière op. Ook op vaderlandse bodem werd ze zeer bejubeld. Overigens nog steeds. Mijn liefje is bepaald niet de enige fan.
Victoria had een unieke stem. Ze vertolkte een onvergetelijke Marguerite, Mimì, Butterfly, Manon, Salud, Rosina, Condesa de Almaviva, Mélisande en Carmen. Ze weigerde Tosca te zingen, dat personage paste niet bij haar karakter, noch bij haar stem. Een van haar (twee) zonen overleed in 1998 op 34-jarige leeftijd aan een hersenbloeding. Daarop stopte ze met optreden en trok zich uit het openbare leven terug. Ze overleed in 2005, op 82-jarige leeftijd. Ze kreeg acute bronchitis, raakte in coma en werd niet meer wakker.
Als ik mijn liefje met verdwaasde blik en met oortjes in zie zitten zwelgen, weet ik hoe laat het is. Dan luistert ze weer stiekem naar haar nieuwe favoriet. Die rode konen ontgaan mij echter niet. Voor mij hoeft ze geen doppen te dragen want ook ik kan de stem en de vrouw waarderen. Jaloezie is mij vreemd. Tien keer achter elkaar haar ‘Cuándo’ horen zingen, vind ik echter teveel van het goede.
Zelf raakte ik recent in de ban van Julio Iglesias. Dat komt niet door Victoria de Los Ángeles; die twee zongen nooit samen. Julio zingt ‘Cuándo’ wèl met de Griekse Nana Mouskouri. Dat nummer is een van de vele nieuwe, Spaanstalige liedjes van haar Spotify-speellijst die dagelijks door het huis galmen. Ik geniet van zijn omfloersde stem en het mooie Spaans dat hij bezigt. Ik blijk mij de tekst van veel liedjes te herinneren, zing zachtjes mee.
Een ervan heet ‘Baila Morena’. ♫ Baila Morena, baila, que tú lo bailas como ninguna. Moviendo las caderas, moviendo la cintura. ♫ Het lied gaat over een Moorse die beter kan dansen dan wie dan ook, wulps schuddend met haar heupen. De Gipsy Kings hebben ook Spaanstalige liedjes over El Moro en La Mora. Ze zijn zeker niet de enigen. In Spanje is de Moor namelijk vast onderdeel van de cultuur. Daarmee verwijst men hier naar Arabieren die het Iberisch schiereiland in de 13de eeuw binnenvielen en eeuwenlang bezetten. De festiviteiten van ‘Moros y Cristianos’ worden sinds de 16de eeuw jaarlijks op verschillende datums in grote delen van het land gevierd. De christenen verdreven de moren destijds van het grondgebied. Dit alles spookte door mijn hoofd toen ik deze week las dat de Nederlandse winkelketen Hema het woord ‘Moorkop’ in de ban doet. Het bedrijf vindt die aanduiding anno 2020 ongewenst vanwege de racistische connotatie. Dit taartje heet daar voortaan chocoladebol of roomkop.
Afgelopen week zagen mijn liefje en ik de Spaanse film ‘Vivir dos veces’ (Tweemaal leven) op Netflix. In het Engels kreeg de film de titel ‘Live Twice, Love Once’. Ook goed gekozen, als je er lang genoeg over nadenkt. Het is werk van de Spaanse cineaste María Ripoll.
Bij Emilio, een gepensioneerde universitaire Wiskunde-docent, wordt de ziekte van Alzheimer vastgesteld. Hij gaat met zijn tegensputterende dochter en eigenzinnige kleindochter op zoek naar zijn jeugdliefde voordat hij zich niets meer kan herinneren. Ondanks het zwaard van Damocles dat boven Emilio’s hoofd hangt en ondanks de afloop (ik zal niets verklappen), is het een feel good movie.
Bij Emilio, een gepensioneerde universitaire Wiskunde-docent, wordt de ziekte van Alzheimer vastgesteld. Hij gaat met zijn tegensputterende dochter en eigenzinnige kleindochter op zoek naar zijn jeugdliefde voordat hij zich niets meer kan herinneren. Ondanks het zwaard van Damocles dat boven Emilio’s hoofd hangt en ondanks de afloop (ik zal niets verklappen), is het een feel good movie.
Ripoll (1964) heeft acht films op haar naam staan; een aantal daarvan won prijzen op internationale filmfestivals. We zijn momenteel dusdanig ondergedompeld in de Spaanse taal dat we geen ondertiteling nodig hebben. Vooropgesteld dat er geen Catalaans wordt gesproken. Of Baskisch. Of Murciaans. Deze film is de moeite van het kijken zeker waard.
Gisteren las ik de roman uit 2019 van Chileense schrijfster Isabel Allende (1942) uit, getiteld ‘A Long Petal of the Sea’. Ik las het niet in het Spaans. Lezen in die taal lukt mij wel maar is meer een taalexercitie dan dat het leesgenot voorbrengt. (In het Nederlands kreeg het boek de titel ‘Bloemblad van zee’.) De titel is afkomstig van de Chileense dichter Pablo Neruda die zijn vaderland ooit omschreef als “A long petal of sea and wine and snow… with a belt of black and white foam”.
Deze historische roman las ik in één adem uit. Het vervlecht twee werelden die al jarenlang mijn interesse hebben: Spanje ten tijde van de Burgeroorlog (1936-1939) en Chili tijdens de regeringen van Allende en Pinochet. Tijdens het lezen van dit boek ontdekte ik ‘La Pasionara’, de Passiebloem. Ik raakte in haar ban. Het gaat om Dolores Ibárruri (1895-1989), een communistische vrouw van Baskische origine die aan Republikeinse zijde fel streed tegen de fascisten van Franco. Zij was het die de strijdkreet “¡No pasarán!” beroemd maakte tijdens de hevige Strijd om Madrid. Wat een passie, wat een mooi mens. Haar Engelstalige memoires zijn getiteld ‘They shall not pass’.
Isabel Allende’s roman in het kort: tijdens de Spaanse Burgeroorlog worden de jonge Catalaan Victor Dalmau (aankomend arts) en zijn jeugdvriendin Roser Bruguera (eveneens Catalaans en aankomend pianiste) gedwongen naar Frankrijk uit te wijken. Roser blijkt zwanger van haar grote liefde, Victors broer Guillem, die als Republikein wordt gedood in de strijd. Na de val van Barcelona en Madrid ontvluchten veel Spaanse Republikeinen de vervolging door Franco en de zijnen. De hoofdpersonages in dit boek zijn twee van hen.
Na een barre tocht over de Pyreneeën komen Victor en Roser in gescheiden concentratiekampen in Zuid-Frankrijk terecht. Tijdens deze zogenoemde ‘Retirada’ ontvluchtten 450.000 Spanjaarden hun land. Als onwelkome buitenlanders werden zij door de Franse autoriteiten achter prikkeldraad gezet. Dat bleek in Argelès-sur-Mer te gebeuren, ooit een vakantiebestemming van mij. Dat feit was mij destijds niet bekend. (Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, onder het Franse Vichy-bestuur vulde dit kamp zich tevens met Joden. Die plek is nu een herdenkingsoord.) Als vluchteling helpt Victor daar zieke en gewonde medestanders. Desalniettemin sterven Spanjaarden in groten getale aan de ontberingen. Roser wordt opgemerkt door een Zwitserse Rode Kruis-medewerkster die ervoor zorgt dat ze buiten het kamp kan bevallen en zij en haar kind onderdak krijgen bij een Quaker-gastgezin.
Pablo Neruda is op dat moment consul van Chili in Frankrijk. Hij organiseert het schip Winnipeg dat meer dan 2.000 Spaanse republikeinen en communisten na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog naar Chili zal vervoeren. Victor en Roser zijn twee van de passagiers. Ze stappen in Valparaíso van boord en worden door de Chileense bevolking warm onthaald. Ze nemen zich voor de buitenwereld voor als echtpaar door het leven te gaan, al is hun relatie platonisch (aanvankelijk dan).
Zoon Marcel wordt geboren en Victor zal hem als een eigen zoon liefhebben. Ze proberen een nieuw leven op te bouwen in Zuid-Amerika al blijft heimwee hen parten spelen. Zij wordt een gevierd pianiste, hij rondt zijn medicijnenstudie af en gaat als cardioloog in een ziekenhuis in Santiago de Chile aan de slag. Als schaakmaat van de staatssecretaris van Gezondheidszorg, Salvador Allende, (Isabel Allende’s vader was een neef van hem) wordt Victor in Chili weer politiek actief. Allende’s presidentschap, de moord op hem en de staatsgreep van generaal Augusto Pinochet en zijn fascisten worden naar waarheid beschreven. Victor krijgt als linkse activist in zijn tweede Vaderland weer met politieke vervolging te maken en komt in de gevangenis terecht. Als hij als arts een hoge militair, aanhanger van Pinochet, het leven redt, komt hij vrij. Hij en Roser wijken met kind wederom uit, nu naar Venezuela. Nadat Pinochet wordt afgezet (1973), keren ze terug naar Chili, het land dat hun ooit een tweede kans bood en dat ze als thuis gingen beschouwen. (Franco bleef als Caudillo in Spanje aan de macht tot 1975.)
‘Vivir dos veces’ zou ook een goede titel van Allende’s boek zijn geweest. Er gebeurt nog heel veel meer in het verhaal maar als je dat wilt weten, moet je het boek zelf maar lezen. Het is erg goed geschreven; dat kun je aan Allende overlaten! Absolute aanrader. Inmiddels hoor ik Victoria alweer zingen op de achtergrond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten