Translate

woensdag 1 juli 2020

Niet de enige vrouw aan tafel

De eerste helft van dit bizarre kalenderjaar zit erop! Vorige week deden mijn liefje en ik weer mee aan een maandelijkse buurtlunch. We deden dat voor het laatst in februari en daarna gooide corona roet in het eten. De regelmatige lezer weet dat we onderdeel zijn van een grotendeels Britse vrienden- en kennissenkring in de woonwijk. De personen die we recent troffen op het schaduwrijke terras van een kasteel in de buurt, kregen allemaal huisarrest in hun Spaanse casa. Daar kon niemand iets oplopen, geen van ons raakte immers besmet.

In de aanloop naar dit uitje vroeg ik mij af of de anderhalvemeter zou worden gerespecteerd. Nee, dus. Er was een lange tafel waaraan we op gewoonlijke afstand zaten, zonder mondkapje - dat eet namelijk nogal lastig. Aanvankelijk vond ik dat onprettig maar het wende snel. Deze lunch wordt voorlopig niet herhaald nu ook andere Britten, met hun mogelijke besmettingen, Spanje weer mogen bezoeken. Ik denk dat de Spaanse regering door Johnson en de zijnen onder druk werd gezet om ook hen toe te laten. Spanjaarden zijn banger voor nieuwe uitbraken en een tweede golf dan mensen in andere Europese landen. (Volgens nationaal onderzoek.) Recent doken hier en op veel andere plekken in de wereld weer besmettingshaarden op die bijna allemaal voortkwamen uit reizigers uit het buitenland. Los Angeles is nu de grootste brandhaard ter wereld. In de pandemie belanden, deden we in een oogopslag, eruitkomen is een ware strijd. Lang en pijnlijk. 

Deze groep bestaat uit een groot aantal dames op leeftijd; de meeste zijn gehuwd, enkele zijn gescheiden of weduwe. Wijzelf behoren tot de jongste deelnemers en zijn het enige vrouwenstel. Ik heb een paar favorieten: onze aardige, voormalige buurvrouw Barbara, de hartelijke Anne, de stoere Sandra, de interessante Conny. 80-plusser Judy vind ik echter de allerleukste. Zij was het die mij tijdens de eerste ontmoeting meldde dat ze een hekel aan mij had. Wij hadden net het huis van haar beste vrienden gekocht waardoor die naar hun vaderland terugkeerden. Weg van haar. Ik kon dit staaltje Britse ironie -want dat bleek het te zijn- wel waarderen. Vooral met haar hielden we, via whatsapp-berichten, grappen, grollen en foto’s contact tijdens het huisarrest. In dit gezelschap houdt men doorgaans een mannen- en een vrouwenkant van de tafel aan. Mijn liefje en ik zitten vaak, onopzettelijk, in het midden.

Afgelopen weekend deed zich nóg iets voor waarover ik lang nadacht. Ik ging voor de gebruikelijke boodschappen naar een buurtsuper toen het gebeurde. Terwijl ik de grepen van mijn winkelwagentje aan het desinfecteren was en daarna naar de fles met handgel reikte, gleed er een schaduw over mij heen. Ik draaide mij om en op 10 centimeter afstand stond een grote, dikke man van middelbare leeftijd met een sullige zonnehoed op (te klein voor zijn hoofd) en badslippers aan zijn blote voeten. Zijn mondkapje zat niet over zijn grote neus maar eronder. Dat alles zag ik in een oogopslag.

Ik vroeg in gepast Spaans of hij afstand wilde houden, zei er alstublieft achteraan. Dat kon niet op zijn goedkeuring of medewerking rekenen. Hij keek mij aan en noemde mij ‘koe’ in het Spaans. Hoorde ik dat goed?! Jawel. Hij deed het namelijk niet éénmaal maar drie keer. De vrouw die op afstand achter hem stond te wachten trok, net als ik, haar wenkbrauwen hoog op. Koe?! Terwijl ik toch geen gele oorbellen draag of Bertha heet... Wat een vent! Geen idee wat hem die ochtend overkwam of welke emotie ik in hem opriep. Was mijn mondigheid hem teveel? Mijn buitenlandse uiterlijk? Misschien is hij wel de grootste mysogin van zijn dorp! Ik zal het nooit weten. Wel was ik mij direct bewust van het seksisme in zijn uitlating.

Afgelopen weekend las ik een boeiend interview in De Volkskrant met de 82-jarige Madeleine Albright, voormalig Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken. Een mooi mens. Ze ziet met lede ogen aan hoe de Verenigde Staten hun internationale positie verbroddelen. De huidige buitenlandse politiek van haar –tweede- vaderland noemt ze een grap. Wat haar betreft is het hoog tijd voor een machtswisseling. (Ze denkt dat Joe Biden gaat winnen.)

Zelf wordt ze nog bijna dagelijks gebeld door journalisten uit binnen- en buitenland om haar mening te geven over de actualiteit onder president Trump. Als ex-minister oefende ze invloed uit op de politieke situatie op de Balkan en in het Midden-Oosten, als oud-diplomaat kent ze het belang van bondgenootschappen. Ze werd bekend als hardliner die geweld niet schuwde maar verdedigt haar keuzen tot op de dag van vandaag als noodzakelijk om erger te voorkomen. Albright ontdekte op haar 60ste haar joodse roots; die hadden haar Tsjechoslowaakse ouders bewust voor haar verzwegen. Een groot deel van haar familie kwam om tijdens de Holocaust.

Dit jaar bracht ze een nieuw boek uit dat gaat over haar leven na 2001, getiteld ‘Hell and Other Destinations. A 21st Century Memoir’ dat op mijn leesplank klaar ligt om ter hand te worden genomen. In het krantenartikel las ik dat ze in het boek persoonlijke herinneringen en anecdotes deelt, met humor en zelfspot. Ze was uitgeput na jaren van internationale onderhandelingen maar wilde het daarna niet rustiger aan gaan doen. Ze bleef dezelfde doelen nastreven als toen ze in de regering zat: het bevorderen van democratie in de wereld en het mondig maken van vrouwen. Voor die doelen zette ze met anderen een nieuwe groep op, The Albright Group (TAG).

Het boek schijnt ook te gaan over de moeilijkheden die ze als vrouw ervoer. Albright zegt daarover in het interview Het heeft lang geduurd voordat ik mijn stem vond maar nu zal ik niet meer zwijgen.” Pas na haar scheiding (op haar 45ste) leerde ze onafhankelijk te zijn en te denken in termen van ik, in plaats van wij. Het is voor haar altijd belangrijk geweest niet de enige vrouw aan tafel te zijn  in haar werk. Daarom zette ze menig vrouwenclubje op. Dat leidde onder andere tot de aanstelling van twee vrouwelijke rechters aan het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag. Ik kijk uit naar lezing van haar boek.

Albright wekte niet alleen mijn aandacht door haar werk en gedachtengoed, ze maakte zich onsterfelijk met een uitspraak. Ze zei namelijk ooit er is een speciaal plekje in de hel voor vrouwen die elkaar niet helpen.

Vrouwen oordelen vaak streng over elkaar (en dat herken ik). Zij vindt dat we elkaar meer moeten steunen. Zoiets resoneert bij mij. In mijn werkzame leven werkte ik graag en veelvuldig samen met vrouwen. Ik ben geen heilige maar nooit in mijn professionele leven haalde ik vrouwelijke collega’s onderuit of dwarsboomde hen. Dat verschijnsel wordt het krabbenmandeffect genoemd. Een allenige krab komt er wel uit maar als er meer exemplaren in de mand zitten, trekken de soortgenoten die ene escapiste naar beneden. Uit een onderzoek van 2019 van de universiteit van Californië bleek dat vrouwen die nauwe banden onderhouden met tenminste drie andere vrouwen, hogere en beter betaalde functies hebben dan vrouwelijke leeftijdsgenoten die geen warme banden onderhouden met andere vrouwelijke professionals.

Momenteel zit ik in het laatste deel van de roman ‘Rodham’, van Curtis Sittenfeld (1975). Deze Amerikaanse deed dit jaar een hernieuwde poging het leven van de inmiddels 72-jarige Hillary Diane Rodham te beschrijven. In deze roman trouwt Hillary niet met Bill Clinton. Vroeg in hun relatie ontdekt ze dat Bill een onverbeterlijke rokkenjager en een seksueel roofdier is. Ze kan daar niet mee leven en verlaat hem, alhoewel hij de liefde van haar leven is. (En de seks is goed, de scenes zijn uiterst beeldend…) Rodham gaat alleen verder en blijft single. Wat je noemt een alternatieve biografie.

Hillary’s politieke ambities en haar steun aan de vrouwenzaak blijven in het boek echter intact. In dit fictieve werk wordt ze senator en gaat ze de strijd aan om, namens de Democraten, de eerste vrouwelijke president van de Verenigde Staten te worden. Dat verloopt niet goed maar ze geeft niet op. Het boek bevat zowel grappige als kwalijke passages (uit het ware leven gegrepen). Zo wordt er bijvoorbeeld gerefereerd aan ‘Razorgate’. Hillary ging in het echt naar een verkiezingsralley zonder haar benen te hebben geschoren. Het leidde tot veel mannenkritiek en het vermoeden dat ze lesbisch zou zijn. Tja. Ik noem dat intussen een koetje-boeh.

In het boek van Sittenfeld gaat Bill Clinton na een verloren verkiezing in Silicon Valley aan de slag. Als CEO van een startup wordt hij er miljardair. Seksuele uitspattingen blijven hem en de Amerikaanse media bezighouden. Hij trouwt met vrouwen die in niets op Hillary lijken; hij scheidt van elk van hen. Tientallen jaren later, tijdens de campagne van 2016, komt Hillary Bill weer tegen als politieke tegenstander. Ze strijden dan om de nominatie van hun partij, die zij wint. Dan verschijnt ook Donald Trump op de bühne. Sittenfeld geeft zijn persona in het boek wel een heel aparte rol. (Dat is de understatement van dit blog!) Verrassend en vermakelijk. Of Rodham de presidentiële verkiezing wint in deze roman met dezelfde titel, weet ik op het moment van publiceren nog niet. Ik heb nog 20 pagina’s te gaan en heb wel een vermoeden…

De auteur nam flink wat hooi op haar vork want er werd al veel geschreven over Hillary Clinton; niet in de laatste plaats door het onderwerp zelf. Veel was mij dan ook bekend over haar, haar leven en ervaringen. Het begin van het boek vind ik daarom zwakker dan het gedeelte waarin de Sittenfeld haar rijke fantasie laat vieren. Ik zat weer dagenlang met Hillary aan tafel. Fictief of niet: ze blijft een boeiende vrouw.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten