Aan het begin van deze week wandelden we naar een regionaal park in de buurt, met wandelpaden en zoutmeren van San Pedro. Dat klinkt verder dan het is. De salina ligt net over de gemeente- annex regiogrens, aan Murciaanse zijde. Wij wonen in het zuidelijkste stadje van de autonome regio Valencia. San Pedro is de nabijgelegen buurgemeente. De salinas zijn altijd mooi om te aanschouwen met hun flamingo’s en andere waadvogels maar zodra de vogelmigratie begint, wordt het gebied nóg interessanter. In dit sneue coronajaar zoek ik vooral dingen op die nog wel mogen en mij extra plezier verschaffen, zoals vogels spotten en fotograferen. De telelens ging om mijn nek, de stevige stappers aan de voeten.
Het dichtstbijzijnde deel van dit 'parque regional' ligt aan de Middellandse zeekant. Daar lopen we naartoe over een houten wandelboulevard die jaren geleden in de wandelende duinen van het gebied werd aangelegd. Onderweg komen we langs een slootje dat deels om het zoutmeer heen ligt en dat water -met inhoud- af- en aanvoert vanuit de Middellandse Zee. Daar vind je een uitstekend gebied voor waadvogels. Als je die sloot volgt, kom je op een grindpad waarlangs zich een observatiepost op een verhoging bevindt. Daar kun je, tamelijk verdekt opgesteld, over de duinrand naar waad- en zeevogels kijken. Je treft daar flamingo’s, diverse soorten meeuwen en eenden, kluten en futen, stelt- en strandlopers, sternen en aalscholvers aan. Sommigen van deze vogels kiezen die plek als overwinteringsgebied.
In het omringende slootje blijken momenteel grote en kleine scholen vis voor te komen. Ze zwommen voortdurend heen en weer maar we werden er niet tureluurs van. Soms voegden ze zich samen tot één grote kluwe vinnen, dan weer zwommen ze langs elkaar heen om hun eigen weg in tegengestelde richting te vervolgen. Ze leken op zoek naar voedzame alg dat daar op de bodem van het ondiepe water groeit. Het is er glashelder dus je ziet de vissen goed zwemmen. Soms zag ik hun bekjes boven het water uitsteken. Wellicht om muggen en andere insecten te vangen? Een apart gezicht.
Het was dan ook niet verwonderlijk dat zich daar eveneens reigers ophouden. Twee grote witte reigers stelden zich op hun lange dunne staketsels strategisch op in het midden van de sloot. Ongeduldig wachtend op het schoolplein, zal ik maar zeggen… Het valt nog niet mee daar een visje (vorkje) te prikken! Ik zag de reiger hoge sprongen en gekke danspasjes maken zodra de vogel middenin een langszwemmende school vissen terechtkwam. De snavel bleef vaker leeg dan vol maar soms bleef een zilveren exemplaar spartelend aan de lange snavel hangen. De vangst werd ter plekke beheersd naar binnen gewerkt. Ik zag de prooi langs de slokdarm naar beneden glijden. De reiger boog zich vervolgens voorover om slokjes slootwater te nemen en het zilte hapje weg te spoelen.
Tijdens een van deze wandelingen ontdekte ik tevens een ijsvogel. Enkele weken geleden nam ik het intens blauwe dier voor het eerst waar toen ik in zee dobberde. Net boven het wateroppervlak zag ik een blauwe flits; eerst een zwarte snavel, gevolgd door een langgerekt vogellijf. Ik vertelde het voorval aan mijn liefje op het strand. Het bleef bij die ene keer. IJsvogels behoren tot de soort Alcedinidae, tot de orde van de scharrelvogels. Ze leven solitair en hebben in zitstand een gedrongen vorm, een korte hals en staart en korte poten.
Tijdens die eerste wandeling van deze week dacht ik een kleiner, donkerblauw ijsvogeltje boven de sloot te zien vliegen. Die was te snel voor mijn camera. IJsvogels zijn nogal schuw dus je krijgt als fotograaf niet veel gelegenheid rustig in te zoomen. Ik besloot de dag erna in het gebied terug te keren. Toen ik een blauwe stip verderop in een boom zag zitten, glurend boven het slootje, wist ik dat dit de favoriete habitat is van deze vogel. Deze diersoort moet elke dag ongeveer 60% van zijn lichaamsgewicht eten om te overleven dus het is belangrijk om een geschikte rivier of sloot volledig te controleren. Dat maakt ze nogal territoriaal. Indringers of concurrenten worden niet geduld. Het bleek te gaan om de gewone ijsvogel, Alcedo atthis, de enige soort die in Europa voortkomt. Het dier wordt ook wel rivierijsvogel genoemd. En voor de liefhebber: Atthis was de naam van een prachtige Griekse op het eiland Lesbos; een favoriet van de Griekse dichteres Sappho.
Er bestaan twee soorten ijsvogels: de vissende en de bosijsvogel. De eerste soort voedt zich met alles dat in het water krioelt (vissen, waterinsecten, kreefjes en kikkertjes). De bosijsvogel is niet gebonden aan water; die kan in allerlei gebieden voorkomen en voedt zich met insecten, krabben, reptielen, kleine zoogdieren en zelfs vogels. De ijsvogel schiet als een pijl op een prooi af en neemt het slachtoffer met de grote snavel mee. Pas terug op de tak wordt de vangst verorberd.
De aanwezigheid van dit dier is een goede indicator voor de gezondheid van een watergebied. Ik bleef op circa 50 meter afstand en kon zo rustig foto’s maken. Eentje stuurde ik daarna via de telefoon naar onze jongetjes in Bali. Hun tegenvraag was of we “in de jungle” waren geweest… Ik moest erom grinniken. In dit deel van de wereld noemen we zoiets een stadswildernis. Zij noemden de vogel “a Bali bird” en ook dat klopt. IJsvogels komen zeker op hun eiland voor.
Het was niet de eerste keer dat ik de koning van de gevleugelde vissers (vandaar ‘kingfisher’, volgens mij) met eigen ogen zag. Toen wij in Noord-Bali woonden, maakten we op ons domein tweemaal een avontuur mee. De eerste keer vloog een spelend paartje witkraagijsvogels per ongeluk onze open huis in de tropen binnen. Een van hen wist het pand direct te verlaten, nummer twee vloog in paniek naar de bovenverdieping. Tuinman Putu manoeuvreerde de vogel met zachte hand richting de voordeur. De volgende dag zagen we ze weer samen op een boomtak bij het ondergelopen rijstveld achter ons huis zitten. Die dag riepen ze wel harder dan normaal naar ons. Het tweede avontuur beleefden we met een baby-ijsvogel die tegen een bovenraam vloog en op het gras bij zinnen moest komen. Dat was een goede gelegenheid om het kleurrijke diertje, op gepaste afstand, van alle kanten te bekijken en te fotograferen.
De kookaburra (Dacelo novae-guineae, de ondersoort uit Nieuw-Guinea) is bij ons vooral bekend van de ontmoetingen in 2005 aan de oost- en zuidkust van Australië. Deze vogel behoort eveneens tot de familie van de ijsvogels. Daar hoorde ik hem voor het eerst lachen waarna ik op dat harde, opmerkelijke geluid afliep. Vanaf een hoge boomtak keek het dier rustig op mij neer. De chocoladekleurige ijsvogel in de collage zag ik in Sri Lanka tijdens onze rondreis door dat land (2016). Sri Lanka is überhaupt een aantrekkelijk land voor vogelliefhebbers. Daar spotte ik minstens 25 verschillende vogelsoorten. De grote verscheidenheid aan roofvogels en de allergrootste blauwe reiger ter wereld met een gigantische vis in de snavel bleven mij van die reis vooral bij.
Al moeten we dit jaar noodgedwongen thuisblijven, de ontdekking van de ijsvogel bij ons om de hoek maakt dat een beetje dragelijker. De kers op de taart was het zien van een jonge grutto in diezelfde sloot. Ik meende de vogelsoort te herkennen aan de lange, tweekleurige snavel en de grijsgevlekte borst maar helemaal zeker ben ik niet... Het zou namelijk ook een tureluur kunnen zijn, bedacht ik na een praatje met Engelse buren. Hoe het ook zij, het waren geluksmomentjes op een doodgewone, doordeweekse dag. Een dag zonder gevederde vriendjes is een dag niet geleefd!
Dat feest was echter van korte
duur. Het bestuur van Murcia besloot namelijk de grenzen van hun regio weer
potdicht te doen, met de dag van Allerheiligen en een lang weekend voor de
boeg. Men wenst geen heen- en weergereis van eigen bewoners en bezoekers. Wij
van de andere kant mogen hun grens dus niet meer over. Ook niet van die te voet. De komende twee weken kunnen we niet gluren bij de buren.