Translate

vrijdag 12 maart 2021

Boekenboel

Met de jongetjes in Bali bespreken we wekelijks het Woord van de Week. Ieder moet er eentje kiezen en toelichten. Dat doen we om hen aan de praat te krijgen in het Engels. Deze week hoefde ik over mijn woord niet lang na te denken: boeken! In het korte leven van Damai spelen lezen en boeken een grotere rol dan in dat van de 14-jarige Yuda. Door lezen te stimuleren, hopen we vooral dat hun wereld en hun woordenschat groter worden en dat ze nieuwsgierig worden naar Het Andere en de ander. Ik hoorde deze week dat het leesplezier onder Nederlandse kinderen in de onderste regionen van Europa bungelt. Nergens op dit continent haten 15-jarigen het lezen meer dan in mijn vaderland. Waar ging het fout?!

Zelf beschouw ik een dag zonder boek als een verloren dag. Boeken zijn essentiële producten voor de mens, wat mij betreft. Net als eten en drinken. Tijdens deze coronacrisis zouden die dus te allen tijde en onder alle omstandigheden verkrijgbaar moeten zijn. Dat idee werd helaas maar mondjesmaat gedeeld: de boekhandels gingen dicht. In het recente boek van Van Dis trof ik aan dat lezen ‘uitgestelde zelfmoord’ is. Dat is geen uitspraak van hem, ik kwam 'm eerder tegen. Ik wil het niet te dik aanzetten maar als ik tijdens deze pandemie niet zoveel had kunnen lezen, was het mij minder goed vergaan...

In Nederland zou nu de jaarlijkse Boekenweek plaatsvinden. Die wordt, vanwege corona (what else?), naar later in het jaar geschoven, hopend dat we dan -vooropgezet dat mensen grootscheeps zijn gevaccineerd- weer in groten getale naar de boekhandel kunnen om leesvoer te kopen, handtekeningsessies en lezingen van auteurs bij te wonen. Dat zou goed zijn voor de boekenbranche. De fysieke boekhandel in Nederland zag vorig jaar een substantiële omzetdaling, men poogde met online-verkopen de schade nog enigszins te beperken. In Spanje zag het er vorig jaar iets beter uit: de boekhandels verloren hier slechts 5 à 6% van hun omzet ten opzichte van het voorgaande jaar. (Dat stond in El País van december 2020.)

In crisistijd kun je tegenwoordig als lezer altijd boeken online kopen of bestellen, zowel papieren als digitale exemplaren. In de afgelopen maanden vonden veel mensen het prettiger vanuit huis te winkelen dan in persoon. Tijdens minder stricte lockdowns werden/worden papieren boeken door bezorgdiensten en personeel van boekhandels afgeleverd of door klanten opgehaald op een vantevoren afgesproken tijdstip. Als ik voorheen naar de boekhandel ging, kwam ik doorgaans met meer boeken thuis dan er op mijn wensenlijstje stonden. Zelf word ik erg hebberig in een vakboekhandel. 

Toen we aan de Costa Blanca neerstreken, was het schier onmogelijk Nederlandstalige boeken in Spaanse boekhandels te vinden en moeilijk qua  Engelstalige literatuur. Spaanse literatuur was er in overvloed, Spanjaarden zijn verwoede lezers, maar destijds kon ik dat nog niet lezen. Nu zou ik dat, met geduld en doorzetting, wel kunnen maar in de tijdspanne waarin ik één werk in het Spaans uitlees, kan ik er drie of vier in Engels of Nederlands verorberen. Dat is dus een no brainer voor een veellezer als ik.

Om de oorspronkelijke boekenweek niet ongemerkt voorbij te laten gaan, is deze week elke avond het programma Eus' Boekenclub te zien op NPO2, geleid door Özcan Akyol (affectueus bekend als Eus). Er zijn geen vaste boekenprogramma’s meer op tv te zien en persoonlijk vind ik dat een groot gemis. Het programma VPRO Boeken stopte vorig jaar na het overlijden van de presentator. Dit jaar komt daarvoor in de plaats het programma Brommer op Zee (vanaf 18 april, ook op NPO2). De titel is een zin van auteur Maarten Biesheuvel die eveneens vorig jaar overleed. Als ik de makers van het nieuwe programma mag geloven, zijn de ambities groot. Het wordt een BENE- (zonder LUX) duopresentatie. We gaan het zien.

Het boekenprogramma van Eus probeert in een half uur een nieuw concept uit: een literair boek recenseren in de studio door Bekende Nederlanders (met diverse achtergrond, leeftijd, etc.), in aanwezigheid van de auteur van het betreffende boek. Leuk! De eerste uitzending ging over ‘Otmar’s Zonen’ van Peter Buwalda. Die moest nog een beetje op gang komen, vond ik. Naast de recensie is er een gesprek tussen voor- en tegenstanders van een thema gelieerd aan lezen en boeken, is er muziek en Stefano Keizers is een soort tafelheer. We hebben weliswaar geen Boekenbal dit jaar, het werd alsnog een vrolijke boel! Het zijn 30 volle minuten en dat gaat wel ten koste van de diepgang…

De andere boeken die centraal staan bij Eus deze week: ‘De kaasfabriek’ (Simone van der Vlugt), ‘Ik ben er niet’ (Lize Spit), ‘De meeste mensen deugen’ (Rutger Bregman) en ‘KliFi’ (Adriaan van Dis). Op het boek van Van der Vlugt na (die ik als schrijfster zeker kan waarderen), las ik ze allemaal.

Persoonlijk keek ik het meest uit naar de (laatste) uitzending van vanavond met Van Dis (1949). Ik ben een fan van deze auteur. Zijn recentste boek heeft als ondertitel ‘Woede in de republiek Nederland’. Het verhaal speelt zich af rond 2030. De Oranje’s zijn vertrokken, er staat een enge populist met dictatoriale trekjes aan het roer van de Lage Landen en het water staat de Hollanders aan de lippen door de gestegen zeespiegel. Door klimaatverandering vluchtten mensen uit warme en drogen delen van de wereld naar het koude, rijke Nederland.

Dan barst daar de eerste orkaan los en volgen we het relaas van de drenkelingen. De auteur biedt ons een kijkje in de toekomst, we gluren met hoofdpersoon Jákob over de rand van de afgrond. Vooral het wereldweerbericht deed mij gniffelen. Stranden zijn geofferd aan zee, octopussen schuilen in rivieren. Het mannelijk zaad verdort. Het StaatsMuseum heeft een paar Friese doorlopers aangekocht. Topjaar voor Groenlandwijn. Dit bij tijd en wijle speelse boek van zware thema’s maar lichte toon stemt tot nadenken. Aanrader. Ik vind het overigens jammer dat er slechts één recent boek in het boekenprogramma van Eus aan de orde kwam. Hierbij dan ook nog wat leestips.

Zo is daar tevens ‘De stem’ van Jessica Durlacher (1961). Ook van haar ben ik fan maar zij schrijft aanzienlijk minder dan Van Dis. Haar pennevruchten zijn doorgaans het lange wachten waard. Over dit boek piekerde ze tien jaar en daarna duurde het nog drie jaar om te worden geschreven.

Twee weken geleden las ik een interview met de auteur in de Volkskrant en daardoor raakte ik geïntrigeerd door het boek. Het is namelijk geënt op de vriendschap die tussen Durlacher/De Winter (echtgenoot van) en Ayaan Hirsi Ali ontstond in 2005. 

De roman begint in New York op 11 september 2001. Daar trouwt het Nederlandse stel Zelda en Bor volgens de Joodse wet, in aanwezigheid van hun kinderen. Terwijl ze in het huis van de rabbijn zijn (33ste verdieping, hartje stad) zien 9/11 onder hun neus gebeuren en moeten ze vluchten van de plek des onheils. Jaren later neemt het Joodse gezin in Nederland een Somalische vrouw in huis die oppas wordt voor de twee jongste kids. Deze Amal is leergierig, intelligent en blijkt prachtig te kunnen zingen. Tijdens de finale van een nationale zangwedstrijd (De Stem) -die ze wint- werpt ze haar sluier af. Daarmee wordt ze het mikpunt van bedreigingen door moslimextremisten.

Klinkt bekend in de oren, nietwaar? De roman is geïnspireerd op een intense periode waarin Durlacher dol was op Ayaan Hirsi Ali, en vice versa (aldus het interview). “Maar verder is alles verzonnen.” Auteur Durlacher nam inderdaad flink wat literaire vrijheden maar de lijn van het verhaal scheert heel dicht langs de werkelijkheid. Het is veel meer dan een spannend verhaal over goed en slecht. Aanrader.  

Het zal niemand verwonderen dat ik zo terechtkwam bij het nieuwste boek van Ayaan Hirsi Ali (1969) zelf. Het is getiteld ‘Prey: Immigration, Islam, and the Erosion of Women's Rights’. Durlacher zegt in het interview het volgende: “Ze [Ayaan] heeft een missie. Dat zie je ook aan haar. De lol is wel uit haar gezicht, valt me op in televisiebeelden.’ […] Wat ze vroeger had... dat stralende... Ayaan heeft nu iets vermoeids. Zo’n strijd vreet je op. Ze is een vechter. Helder, duidelijk, geen speld tussen te krijgen. En soms erg kort door de bocht.” 

Hirsi Ali’s boek gaat over massamigratie, seksueel geweld en de rechten van vrouwen in Europa. Jonge mannelijke migranten uit orthodoxe moslimlanden zouden een gevaar zijn voor vrouwen in ons deel van de wereld. De auteur gebruikt misdaadgegevens, krantenartikelen, resultaten van sociaal-wetenschappelijk onderzoek en spreekt met enkele wetshandhavers. Het boek zou generaliseren (hetgeen Hirsi Ali toegeeft), oversimplificeren en geen diepgravende analyse van het probleem zijn. Ze geeft ruimhartig toe dat de gegevens heel beperkt zijn maar ze blijft bij haar beweringen. Boekrecensent Jill Philipovic van The New York Times sloot haar recensie af met “Like the fundamentalist religious views she and I both detest “Prey” is too absolutist to be credible.” Ga ik het lezen? Kweenognie...

En tot slot: ook las ik het boek van Jan Brokken (1949), getiteld ‘De tuinen van Buitenzorg’. In dit geval gaat het om biografische non-fictie. Het is een mooie reconstructie van de vroege huwelijksjaren van zijn ouders Olga en Jan in Nederlands-Indië. Hij wordt in 1935 als zendingstheoloog uitgezonden om onderzoek te doen naar de islamitische bekeringsbeweging op Saleier, een eilandje ten zuiden van Celebes. De jonggehuwden verblijven de eerste maanden op Java, daarna verhuizen ze naar Celebes, het huidige Sulawesi. (Vanwege mijn eigen rondreis door deze Indonesische provincie in 2014 las ik dat met veel interesse.) Han is vaak op reis, Olga (pianospeelster) blijft thuis en houdt zich vooral bezig met het leren van lokale talen als Makassaars en Boeginees, genieten van natuur, cultuur en de contacten met de lokale bevolking (via haar naaikrans). De Joods-Litouwse componist Godowsky, musicoloog Paul Seelig, taalgeleerden dr Matthes en professor Cenze, die ze daar leert kennen, spelen een grote rol in hun leven en dus ook in deze biografie.

Het boek, dat tot stand kon komen door de gedetailleerde brieven die Olga aan haar zus Nora schreef, is vooral een zoektocht naar de levendige vrouw die toen zijn moeder nog niet was. Jan Brokken werd in Nederland geboren, zijn broers Boris en Michiel op Celebes. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd vader Han van zijn gezin gescheiden. Allen kwamen in een jappenkamp terecht. Moeder Olga liep trauma’s op en, eenmaal terug op vaderlandse bodem (1947), veranderde in de gereserveerde domineesvrouw van Rhoon die hij zijn moeder ging noemen. Brokken is meesterverteller van zijn eigen familiegeschiedenis. Aanrader.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten