Translate

maandag 8 maart 2021

Niet iedere dag is vrouwendag

Dit wordt een longread van ongeveer 10 minuten. Langer is niet per se beter maar dit onderwerp doet ertoe. Er zijn vandaag in Spanje nergens marsen toegestaan voor Internationale Vrouwendag. Precies een jaar geleden, toen het coronavirus al onder mensen rondging, werd nog een groot demonstratie in Madrid georganiseerd waar hoogstwaarschijnlijk veel vrouwen met het coronavirus besmet raakten. In die grote groep die de straat op ging, van piepjong tot stokoud, vielen uiteindelijk ook doden te betreuren. Zoiets noemt men tegenwoordig een ‘superspreading event’. Het afblazen van de mars van vandaag is daarom een logisch besluit, al is het jammer. 

Het thema van 2021 is ‘Women in Leadership’, vrouwelijk leiderschap. In het Spaans houdt men het op ‘Mujeres líderes: Por un futuro igualitario en el mundo de la Covid-19’. Vrouwelijk leiderschap: voor een gelijkwaardige toekomst in de wereld van covid-19. 

Is dat toevallig of niet?! Daarover wilde ik juist gaan reppen! 

Een flink aantal weken geleden ontving ik een filmpje van een vriendin via Whatsapp. Dat inspireerde. Het begon met dramatische muziek en een tekst die erop neerkwam dat, terwijl bijna de hele wereld in opstand leek te komen tegen verandering en restricties, er zich een langzame maar belangrijke revolutie voltrok op de achtergrond: de opkomst van de vrouwelijke premier, minister-president of president wereldwijd. 

Duitsland, Bangladesh, Barbados, Denemarken, Estland, Ethiopië, Finland, Gabon, Georgië, Griekenland, Litouwen, Moldavië, Namibië, Nepal, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Taiwan, Schotland, Servië, Singapore, Slovakije, Trinidad & Tobago en IJsland. Al deze landen hebben inmiddels een vrouw die er politiek de scepter zwaait. Daarna volgden gezichten van Amerikaanse vrouwen in het filmpje, te beginnen met de eerste vrouwelijke Vice-President (Kamala Harris).

Het was een krachtige boodschap. Mij viel daarna op dat er momenteel geen land in Zuid-Amerika is met een vrouwelijke president. Argentinië, Chili, Nicaragua, Panama, Brazilië, Bolivia, Ecuador en Costa Rica hadden er allen ooit een maar die verdwenen in de afgelopen decennia. In Spanje staat evenmin een vrouw aan het hoofd van de regering maar het kabinet bestaat wel voor de helft uit vrouwelijke ministers en staatssecretarissen. Op internationale vrouwendag stelt men hier dat feminisme de genezing is... tegen het virus dat machismo heet!

Doordat in Nederland de post van staatssecretaris van Sociale Zaken niet werd opgevuld, is sprake van een historisch feit: voor het eerst in de Nederlandse parlementaire geschiedenis is het percentage mannen en vrouwen in het -weliswaar demissionaire- kabinet nu 50/50. Ik vind het belangrijk genoeg om te vermelden. In 2017 gaf premier Rutte nog aan de man/vrouw-verdeling in het kabinet van secundair belang te vinden. Er staat dit jaar ook een historisch aantal vrouwelijke lijsttrekkers op de stembiljetten voor de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen: 10 van de 37 partijen. Mijn liefje en ik stemden reeds via de post. Allebei op iemand anders en van verschillende partijen maar wel met overtuiging op een vrouw.

Vorige week las ik op dezelfde dag in de Volkskrant een interview met Sigrid Kaag en een messcherpe column van Sheila Sitalsing. Vooral bij het lezen van de column gingen mijn nekharen recht overeind. Die was getiteld ‘Vrouwenhaat gaat terug tot Eva en de appel’ (een opvatting die ik al jaren hanteer). Sitalsing herinnerde de lezer eraan dat het vandaag precies een jaar geleden is dat Kathalijne Buitenweg (Groenlinks) aandacht vroeg voor onlinevrouwenhaat. Vervolgens somde de columniste een rijtje ongevraagde adviezen, recensies, biografische schetsen (die vond ik het allerergst!) en intenties van dappere ridders van het vrije woord die zelf liever anoniem blijven. Het waren stuk voor stuk walgelijke teksten, de ene nog erger dan de andere. Ook Sitalsing krijgt wekelijks haar portie vrouwenhaat over zich heen gestort en besloot contact te zoeken met een van hen, een man die zich bleek te verstoppen achter een hondenplaatje. Waarom (zoveel drek uitstorten en waarom) anoniem? Zijn antwoord: vanwege de intolerantie en omdat zijn veiligheid niet is gegarandeerd... Tja.  

Buitenweg bedacht destijds de hashtag #ikspreekmijuit omdat ze zag dat het effect heeft. Niet de grofste vorm van intimidatie is het ergst, wat Sitalsing betreft, maar de zogenaamd redelijke adviezen die mannen aan vrouwen niet kunnen laten: “niet klagen [vrouwtje], dat staat je niet”. Een jaar na #ikspreekmijuit is op Twitter de hashtag #kutkaag trending.

Afgelopen week publiceerde weekblad De Groene Amsterdammer de uitkomsten van onderzoek dat het samen met de Utrecht Data School deed naar de hoeveelheid seksisme die vrouwelijke politici krijgen te verduren. Men ondervroeg onder andere twaalf prominente politici, van links tot rechts. Hoe worden vrouwelijke politici aangesproken op sociale media, in vergelijking met hun mannelijke collega’s? Hoeveel haat ontvangen vrouwelijke (kandidaat-) Kamerleden dagelijks, en waarop is die haat gericht? Wat gebeurt er op het moment dat je als vrouw de politieke arena wilt betreden? Welke onderwerpen komen aan bod in interviews met vrouwelijke en mannelijke volksvertegenwoordigers?

In totaal werden 1.268.889 tweets aan politici verzameld en geanalyseerd. Ongeveer een vierde daarvan, 339.932 tweets, werd verstuurd aan vrouwelijke politici; het meerendeel (928.957) aan mannelijke politici. Daarnaast analyseerde het team 245 interviews met Nederlandse politici. Het betrof kabinetsleden en (kandidaat-)Kamerleden, plus de burgemeesters van de vier grootste steden. (De enige vrouw onder hen, Femke Halsema, ligt al jarenlang onder vuur van nare mannen op sociale media en in sommige kranten.)

Qua tweets onderscheidde het onderzoek a) haatdragend b) agressief of c) geen van beide. Indien er wel sprake was van haatdragende of agressieve tweets onderscheidde men vervolgens vijf categorieën: gender, etniciteit, religie, leeftijd/lichaam en overig. Een tweet waarin een politica voor ‘moslimhoer’ wordt uitgemaakt, scoort dus op twee punten. De winnares in aantallen agressieve en haatdragende tweets aan haar adres is Sigrid Kaag: ruim 13.000, in minder dan vijf maanden. Dat komt neer op elke 15 minuten één. Dat liet ik even bezinken… Daarna ontstak een grote woede in mij!

Wie is deze, zo door -bepaalde- mannen gehate vrouw die in 2017 aan het Haagse firmament verscheen? Voordat ze haar mond kon opendoen, werd ze uitgemaakt voor ‘terrorismevereerder’ door de Nederlandse afdeling van Netanyahu’s Likoed-partij. Haar kinderen zouden ‘pro-terreur’ zijn opgevoed. Waar ze het vandaan halen is (g)een raadsel. Kaag is getrouwd met Anis al-Qaq, Palestijn, tandarts en voormalig Fatah-politicus (inmiddels atheïst). Samen hebben ze vier kinderen.

Vooral de Telegrof, de krant van wakker en gladakker Nederland heeft sinds Kaags terugkeer de pik op haar. Sommige journalisten van die krant zetten aan tot agressie (haat?) tegen haar, wat mij betreft. De heren Bidet en Wilders volgen gewillig in dat voetspoor. Kaag en haar gezin kregen een ware shitstorm over zich heen op sociale media. Die duurt voort tot op de dag van vandaag. Qua persoonlijke keuzen zegt ze niemand iets te hoeven uitleggen en daarin geef ik haar groot gelijk. Wie je kiest als partner en hoe je je persoonlijke leven inricht, gaat niemand iets aan. Zij was het die op dat moment de vinger legde op de zere plek van de Hollandse bekrompenheid: “een mannelijke minister was dit nooit overkomen.”

De kop van het recente interview met de lijsttrekker van D66 in de Volkskrant was ‘We denken dat we tolerant zijn en mannen en vrouwen gelijk behandelen. Dat is niet zo.’ Op zich is deze -terechte- opmerking voor menigeen al een reden een hekel aan haar te hebben. Ze is stellig maar met een reden. In aanloop naar deze verkiezing wordt in de Volkskrant elke dag een lijsttrekker ondervraagd. Telkens volgens hetzelfde stramien: wat als u op 18 maart (de dag na de parlementaire verkiezing) wakker wordt en uw partij heeft 76 zetels?

“Eerst mezelf knijpen: is dit een slaapdroom of zo? Het tweede wat ik ’s ochtends altijd doe, is een kopje thee maken met melk erin. Dan Rutte een bloemetje sturen, met een biografie van een oude componist. Daarna: zo snel mogelijk gratis kinderopvang invoeren. Dat is ontzettend belangrijk voor de vroege taalontwikkeling van kinderen. Ook biedt het een oplossing voor ouders die willen werken maar dat nu niet kunnen. Daarnaast is het een concreet antwoord op de toeslagenaffaire.”

Illustratie: Mirjam Visser (voor FD)

Sigrid Kaag (1961) pleit in dat gesprek voor: een progressief kabinet, heldere keuzes (in plaats van de compromis als kleinste gemene deler), herstel van de controlerende functie van de Kamer, meer leiderschap in de politiek (politiek moet leidend zijn!), de Ministerraad ontdoen van zijn onterechte ‘managementfunctie’, afschaffen van het wekelijkse coalitieoverleg, waarden weer centraal maken, aanpakken van onlinehaat, mannen zich eveneens doen uitspreken tegen misogynie (niet alleen online) en techgiganten dwingen daarin hun verantwoordelijkheid te nemen.

“Leiderschap is niet: achter de troepen aanlopen als er draagvlak is. Leiderschap is zeggen: dit is de beste manier. Laat je daarop afrekenen, volg niet alleen de peilingen.” Ze neemt daarin een voorbeeld aan Angela Markel en Jacinta Ardern, vrouwelijke premiers die niet altijd doen en zeggen wat mensen willen horen.

Kaag vertelt over de ophef die ontstond nadat ze tot lijsttrekker werd verkozen en haar andere ambitie duidelijk verwoordde: de eerste vrouwelijke premier van Nederland worden. De halve wereld viel over haar heen. Zelf vind ik het echt niet gek dat ze dit wil. Hoe kunnen we immers nog uitleggen dat Litouwen, Namibië en Nepal wel vrouwelijke premiers hebben maar Nederland nog steeds niet?!

Haar wordt voortdurend verweten dat ze elitair is (het gezin waarin ze opgroeide, behoorde zeker niet tot de elite), dat ze als voormalig topdiplomaat weinig zou ophebben met Nederland en dat Den Haag te klein voor haar zou zijn. Sigrid Kaag bereikte op eigen kracht een carrière waarin ze met sukses imposante banen bij de Verenigde Naties vervulde, meer dan 20 jaar lang.

De politieke standpunten van haar partij zijn: verhoging van het minimumloon, gratis kinderopvang (vier dagen in de week) voor elk kind, een studiebeurs voor kinderen van ouders met een jaarinkomen lager dan €70.000, één miljoen nieuwe woningen vóór 2030, meer rechters en meer geld voor sociale advocatuur, vermindering van de CO2-uitstoot in Nederland en Europa met 60% en 70% vóór 2040. Dat getuigt toch juist van een vrouw met verantwoordelijkheidsgevoel die naast durf en visie ook solidariteit en medemenselijkheid betoont?!

Het is duidelijk voor eenieder die het wil zien: zij heeft de gunfactor niet. Maar er is werkelijk niets mis met haar persoon, haar verhaal en haar ideeën. Waar een man al snel als daadkrachtig wordt neergezet, als iemand die ergens voor staat, worden vrouwen van datzelfde kaliber met dezelfde boodschap als heksen of kenaus weggezet. Het is dat D66 niet mijn politieke partij is anders had ik zeker op haar gestemd. Desalniettemin vind ik haar een uitstekend voorbeeld om te volgen, iemand met meer inhoud en visie dan Mark Rutte!

Zolang er Nederlandse politici zijn die in alle ernst verkondigen dat vrouwen die zijn verkracht en zwanger blijken te zijn, bedenktijd moeten krijgen voordat zij tot abortus overgaan (zoals nummer 4 op de kieslijst van de ChristenUnie) en in Nederland elke acht dagen een vrouw wordt vermoord omdat ze vrouw is en dit in het land nauwelijks een onderwerp is -in tegenstelling tot Spanje-, weten we dat wij, feministische vrouwen, nog een ellenlange weg te gaan hebben voordat gelijkheid tussen de seksen een feit is. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten