Translate

zaterdag 10 juli 2021

Een leven op en onder water

De eerste weken zwemmen in de Middellandse Zee van dit jaar zitten erop! Tijdens de eerste duik was het water glashelder maar voelde koud aan: terwijl ik mijn schouders pas na twee minuten dralen onderdompelde, stokte mijn adem. Dat leek mij vorig jaar anders maar toen ik de blogs van toen teruglas, bleek dat ik ook destijds niet zonder schroom te water ging. Doorraken gaat inmiddels elke dag gemakkelijker. De speeltoestellen liggen alweer in het water, klaar om door jonge kinderen te worden gebruikt. Ook de waterfietsen, met en zonder glijbaan, dobberen enthousiast rond. 

Onlangs stuurde mijn liefje uit haar Trending-sectie een bericht door over het een na grootste zeezoogdier ter wereld waarvan een exemplaar was gespot voor de kust van Murcia; om precies te zijn in de wateren van Cabo de Palos, een van mijn favoriete snorkelplekken in deze regio. We gaan er in de loop van deze maand weer naartoe als het zeewater verder is opgewarmd. De kaap steekt ver in zee dus het water is daar per definitie koeler. Het bleek te gaan om een gewone vinvis (balaenoptera physalus), een walvisachtige die in lengte alleen wordt overtroffen door familielid de blauwe vinvis.

De week ervoor zwom een gewone vinvis van 18 meter rond in de binnenhaven van de nautische club van Valencia-stad. Ik bekeek de videobeelden en zag de grote vis tegen bootjes duwen. Deze walvissoort kan wel 27 meter lang worden.  Ze komen in grote aantallen voor in de Middellandse Zee en migreren tussen de lente en de zomer naar het zuiden, met de Atlantische oceaan als eindbestemming. In mijn grote badkuip aan de Costa Blanca zouden volgens marien biologen tussen 60.000 en 90.000 van die exemplaren rondzwemmen. Hun route loopt langs Cabo de Palos, via de straat van Gibraltar langs Tarifa waarna deze machtige zeezoogdieren het ruime sop kiezen.

Wij maakten in de zomer van 2009 een excursie naar Tarifa (zuidwestpunt van Andalusië) om daar op een boot naar walvissen te gaan kijken. Ook toen werd ons voorgehouden dat we vinvissen zouden kunnen zien. Tarifa is een kleine hippiestad aan de kust die je een keertje zou moeten bezoeken. De sfeer is er heel relaxed, met stemmige winkels en restaurants. Op het water is -inderdaad- ook van alles te zien. Het waren destijds geen vinvissen maar dolfijnen en grienden, de kleinste walvissoort die er bestaat. Het aardige was wel dat er veel exemplaren om de boot zwommen zodat we ze van dichtbij konden bewonderen. 

In dit deel van de Middellandse zee kwam ik tot dusver niet verder dan kleine vissen. En ééntje in doodstrijd. Iets dat ik niet eerder met eigen ogen aanschouwde. De vis lag op zijn (haar?) zij op de zandbodem met open ogen en bek, de kieuwen en staart licht bewegend. De gouden strepen op de flanken van het dier waren levendig van kleur, er zaten geen vlekken op het lichaam die op ziekte wezen. Het ging om een zeebrasemsoort. Waarschijnlijk poogde de vis zich uit de voeten te maken met zo´n grote vinvis boven zich (al hield ik afstand). Dat lukte niet meer. Ik ben bepaald geen Koolhaas en deze vis was geen Wampoei. Deze voortreffelijke Nederlandse auteur beschreef ooit (in acht dierenverhalen) de doodstrijd van een grote, kwaaie, allesverslindende snoek op een indrukwekkende manier. 

Deze vissoort (sarpa sarpa), die altijd en overal in de Middellandse Zee en aan de kustlijn van Noord-Afrika voorkomt, behoort namelijk tot de zogenaamde hallucinogene vissen. Na consumptie veroorzaken ze een mogelijk hallucinogeen effect dat vergelijkbaar is met het slikken van een LSD-pil. Deze vis met gouden strepen is  in het Arabisch bekend onder de noemer "vis die dromen maakt" en in Hawaï als "de leider van de geesten". Ik vrees dat het gefotografeerde exemplaar niet meer in het dierenrijk rondzwemt maar ik wil niet in de verleden tijd spreken voordat de dood is bevestigd!  

Onlangs las ik de boeiende memoires van Charlie Veron, de onbetwiste Australische Koning van het Koraal. Het boek is getiteld A Life Underwater’. Met het zwem- en snorkelseizoen een eind op streek, leek mij dit toepasselijke lectuur. Dit is een zeer onderhoudend boek, zeker voor iemand met mijn interesses. Het gaat immers over zeeën en koralen, snorkelen en duiken, zeedieren en veel meer.

Charlie (eigenlijk heet hij John) was als kind al dol op de natuur en op de zee in het bijzonder. Met zijn zelfgemaakte schepnet struinde hij langs de rotsen, voetjes in het zeewater, stenen optillend en vondsten determinerend. Hij vertoefde tijdens de allervroegste jaren in zijn eigen wereld; buiten en thuis. Met zijn neus in de boeken of gedrukt tegen de wand van zijn eigen aquarium. Van de natuur en van populaire wetenschap wist hij meer dan zijn onderwijzers, door zijn klasgenootjes werd hij Charlie Darwin genoemd. Hij stotterde, was verlegen en  sociaal niet vaardig.

Uit een toevallige test aan het einde van de middelbare school blijkt dat hij zeer intelligent is en bovendien een kei in wiskunde. Daarom, ondanks zijn zeer slechte schoolresultaten, ontvangt hij alsnog een studiebeurs en gaat aan een goede (maar niet per se leuke) universiteit studeren. Daar krijgt hij zijn eerste vriend (Ric) en ontmoet hij zijn toekomstige vrouw Kirsty. In die tijd leert hij zichzelf duiken en dat komt later zeer goed van pas.

Charlie stopt niet na het behalen van zijn doctoraaldiploma Biologie maar kiest voor promotie. Hij doet onderzoek naar kleurverandering in libellen. Hierna solliciteert hij als enige naar een baan aan de James Cook-universiteit in Townsville en krijgt die, ondanks een totaal gebrek aan kennis van marien biologie. Zijn academische ster stijgt dan snel. Enige tjd later wordt hij gevraagd om de eerste full-time researcher van het AIMS te worden, het (nieuwe) Australian Institute of Marine Science. Daar begint zijn belangrijkste werk met het in kaart brengen van koraalsoorten (taxonomie) op het Great Barrier Reef en in de Koraaldriehoek; een tot dan toe -jaren ´70 van de vorige eeuw- tamelijk onontgonnen terrein. De rest is geschiedenis.

Veron doet onderzoek op riffen die mijn liefje en ik kennen van onze rondreizen in dat gebied: Hinchinbrook Island, Lizard Island, Dunk Island, Heron Island, Hedley Reef, Ribbon Reef en andere buitenriffen in dit gebied; sommigen hebben daar alleen een nummer, geen naam. Hij doet dat ook aan de westkust van Australië op Ningaloo Reef, rond Vanuatu (Fiji) en Belize (Caribisch gebied). Wij ook! 

Dit is een boek met boeiende, vaak grappige en soms spannende en sneue passages. Het zit barstensvol anecdotes. Het behoort tot mijn favoriete boeken op de leeslijst van 2021. 

In zijn schroom om voor het eerst in zijn leven rauwe vis te eten (!) tijdens een werkbezoek aan Japan, neemt hij maar een grote hap groente. Je voelt ´m al: dat was wasabi. Of hoe hij door een gigantische zeebaars van minstens 3 meter en de metershoge staart van een walvishaai in Ningaloo Reef aan de kant wordt geschoven. Of hoe levensgevaarlijk de stroming rond sommige riffen kon zijn: aan de westkust het water in duiken en pas aan de oostkant boven kunnen komen. Deze ervaren duiker heeft bij het schrijven van zijn memoires 6.000 duikuren onder de loodriem. Maar ook persoonlijke drama´s komen ruimschoots aan de orde. Ook Veron krijgt een fikse portie verdriet te verwerken (onder andere de verdrinking van zijn 10-jarige dochter Noni). 

Plus veel interessante weetjes!

De aanduiding Koraaldriehoek’ (Filippijnen-Indonesië-Papoea Nieuw Guinea) bedacht hij na twee flessen wijn op het achterdek van een jacht. Dat gebied, dat helemaal niet de vorm van een driehoek heeft maar wel 5.7 miljoen km2 beslaat, heeft meer koraaldiversiteit dan het Grote Barrièrerif! Ik zou graag nog eens naar Raja Ampat gaan (PNG); daar ligt een van de mooiste koraalvelden ter wereld.

De geboortegrond van koraal zoals we dat hedentendage kennen, ligt in de Tethyszee die 200 miljoen jaar geleden bestond maar nu niet meer. Ooit was er een zee-engte tussen Noord-Afrika en wat we nu Europa noemen. (De wereldkaart zag er toen heel anders uit dan nu…) 70 miljoen jaar geleden was de Middellandse zee verbonden met de Indische oceaan in het oosten en de Atlantische oceaan in het westen. De Tethyszee strekte zich destijds uit van Afrika tot Scandinavië. De zuidelijke Tethyszee noemen we nu de Middellandse Zee en die werd dieper en dieper. De noordelijke Tethyszee (Europa nu) werd steeds ondieper. Daardoor warmde het zeewater snel op en ontstond Super-Tethys: een superplek voor de groei van riffen. De aantallen en soorten koralen vlogen er toen de pan uit!

Hij beschrijft dat de Middellandse Zee oorspronkelijk geen zee was maar een gigantische kuil van 1500 meter diep in het aardoppervlak. Zo´n 5.3 miljoen jaar geleden werd die door de Atlantische oceaan opgevuld toen het oceaanwater zich door de straat van Gibraltar perste en daarmee de snelststromende waterweg in de geschiedenis van de wereldgeologie werd. 

Door deze immense waterverplaatsing daalde het zeeniveau op de wereld dramatisch, zodanig dat al het koraal dat destijds op bestaande riffen groeide, uitstierf. Dat bedenk ik mij niet dagelijks als ik in die plas dobber... Al kan snorkelen bij Cabo de Palos mij om andere reden telkens bekoren. De meeste (larven van) koralen uit de Tethyszee die in de Atlantische oceaan terechtkwamen, bereikten het Caribisch gebied. Dat gebied stond toen tevens in contact met de Indo-Pacific  waarna het koraal zich verder westwaarts kon verspreiden. De koude Humboldt-stroom die langs de kust van Zuid-Amerika naar het noorden stroomt, vernietigde echter bijna al het koraal dat leefde aan de oostkant van de Stille oceaan.

Een interessante vraag is wie nu eigenlijk eigenaar is van het Great Barrier Reef. Wetenschapper Veron geeft er antwoord op. Zowel de Australische centrale overheid als de regering van de staat Queensland zijn van mening dat dit bijzondere rif bij hen behoort. Echter, bij vloed komt het gebied onder water te staan en daardoor is het geen land. In die staat ligt dit rif buiten de 12-mijlzone van het Australische vasteland waardoor het zich in internationale wateren bevindt… en dan is het van ons allemaal. Joehoe! Zelf maakte ik in het verleden weleens een grapje met die strekking omdat opeenvolgende Australische regeringen veel te weinig doen voor het behoud van dit bijzondere rif. Tja. 

In 2000 belandde klimaatverandering met een plof op Verons bord. Hij las meer boeken over het onderwerp dan toen hij zijn doctoraalexamen en promotie deed. Tijdens de regeringsperiode van de conservatieve John Howard (1996-2007) kregen overheidswetenschappers te horen dat ze zich dienden te onthouden van publieke uitspraken over klimaatverandering. De tot dan toe relaxte wetenschapper werd kwaad op al zijn Australische collega´s die die slechte raad opvolgden of klimaatsceptici werden. Als chief scientist sloeg hij het advies van zijn bureaucratische (overheids)werkgever systematisch in de wind. Hij verliet het instituut in 2007, op eigen initiatief en voorwaarden. Wel met een bijzondere koraal in een perspex doos on de arm, het traditionele afscheidskado van de dienst.

Eenderde van alle levende wezens in onze oceanen is tijdens minstens een fase in hun leven afhankelijk van (gezonde) riffen. Als dit waar blijkt, zal het afsterven van ´s werelds riffen tot de ondergang van onze oceanen leiden. Tegen het einde van dit boek schrijft veldwerker Veron het volgende “It´s an exceedingly sad thought that nobody will ever study the world´s coral reefs as I have because much of that world no longer exists.” Ik weet niet hoe het met jou is maar ik kreeg een brok in mijn keel…


Geen opmerkingen:

Een reactie posten