Translate

dinsdag 13 juli 2021

Minder vlees, meer leven

Poeh-poeh, gisteren beleefden we hier de heetste dag tot nu toe. We zaten binnen met deuren en ramen dicht en de airco aan. Aan het einde van de middag gaf de thermometer 39 graden Celsius aan... in de schaduw! Ik kan je vertellen dat het een aparte fysieke sensatie is om dan buiten te zijn. Ik voelde goed hoe warm de lucht was die ik inademde. Dit maakten we niet eerder mee, niet hier en evenmin in de tropen. 

Als we wekelijks met de Balinese mannetjes praten, gaat het altijd wel even over eten en koken. Yuda is sinds zijn puberteit vooral gericht op meer eten maar we leerden hem zeker ook wat lekker is; van de eigen keuken leerde hij van zijn moeder en vader, van ons daarbuiten. Toen hij 1 jaar oud was, was hij ronduit een slechte eter. Hij hield niet van pittig en dat is niet eenvoudig als je Balinees bent. In die keuken slaan de vlammen vaak uit. 

Bij zijn stokoude overgrootmoeder, zijn dagelijkse oppas die naast het jochie lag te slapen, kreeg hij witte rijst met suiker maar niet elke dag. We vermoedden dat de peuter destijds honger had. Mijn liefje -ex-Nutricia- zorgde ervoor dat hij gezonde babyhapjes ging eten: met veel verse groenten en rijst of aardappel; altijd met een beetje kip, vlees of ei. Hij bleek van smaken en kleuren te houden. Soms kookten we voor een paar dagen maar zijn voederbakje kwam vaak eerder leeg terug dan gedacht. We weten inmiddels dat hij niet de enige was die ervan at. 

Wij namen hem en zijn broertje vanaf hun jonge jaren mee naar restaurants en toko´s waar iets lekkers viel te halen. Tegenwoordig sturen we Yuda foto´s van gerechten die we in Huize Barefoot bereiden en leggen -op verzoek- uit hoe we iets maakten, met welke ingrediënten. Aan de hand van culinaire steekwoorden zocht ik onlangs in Google Fotos in mijn webalbums door de jaren heen. Er kwam een grote stroom heerlijke gerechten voorbij en een stoet uiteenlopende eters die ervan (mee)genoot. De vroegste foto stamt uit juli 2002 en toont een typisch Spaanse vis in zoutkorst. Die aten mijn liefje en ik destijds voor het eerst in het clubhuis van de golfbaan waaraan we gingen wonen.

De jongetjes van Bali komen ontelbare keren in de culinaire snapshots voor. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Damai regelmatig praat over koken met zijn mama en over zijn favoriete gerechten. Jong geleerd is oud gedaan. Zijn recentste favoriet was een picant tofugerecht. Tijdens onze wekelijkse videocall kon hij alleen nog de bijbehorende saus tonen; de rest ging schoon op. Tofu en tempeh maken vast onderdeel uit van hun wekelijkse dieet. Elsa is een goede kok en een moeder die haar kinderen goed verzorgt. Ze kookt doorgaans gezond, met groenten en altijd iets van proteïne.

Damai´s gerecht herinnerde mij aan een recente meme op de satirische Spaanse website El Jueves. Daar trof ik een plaatje aan van minister-president Pedro Sánchez (PSOE) met een plak kruidige tofu op zijn bord. De Minister van Consumentenzaken van de Sánchez-coalitie, Alberto Garzón van de nóg linksere partij Podemos, startte onlangs een nationale campagne voor minder vleesconsumptie in eigen land, getiteld Menos Carne Más Vida. Dat deed hij op eigen houtje, zonder ruggespraak te hebben met zijn PSOE-collega, de Minister van Landbouw van dezelfde regering.

Garzón stelde een video samen die ik met interesse bekeek. Het is een geanimeerde film van zes minuten, met interessante achtergrondmuziek (een soort Indiaas lyrisch gezang) en fraaie vergezichten op delen van Spanje. Hij spreekt zonder autocue en richt zich zonder haperingen rechtstreeks tot de kijker. Hij spreekt vooral over gezonder eten door te minderen met de consumptie van rood vlees. Het gaat ook over constructieve resultaten die voor het milieu kunnen worden bereikt door kleine persoonlijke opofferingen. Daar is geen speld tussen te krijgen.

Van alle landen in de Europese Unie eet Spanje de grootste hoeveelheid vlees. Garzón refereert in zijn video aan een advies van de Wereld-gezondheidsorganisatie (WHO). Aanbevolen is wekelijks tussen 200 - 500 gram vlees per persoon te verorberen maar voor rood vlees beveelt men een kleinere portie aan. Spanjaarden eten gemiddeld een kilo vlees per week.

De minister legt in de video nadruk op het volgende: 70 miljoen dieren x 15.000 liter water per kilo vlees = waanzin.

Spanje slacht namelijk jaarlijks tientallen miljoenen dieren af voor consumptie en elke kilo vlees heeft duizenden liters water nodig. Dat komt neer op 105.000.000.000 liter water (105 miljard liters); dat is inderdaad een waanzinnige hoeveel! In dit land van droogte kan dat aan betere doelen worden besteed... Minder rood vlees eten is sowieso gezonder voor elke consument, niet alleen de Spaanse. Zelf kon ik Garzón op geen greintje nepnieuws betrappen. Zijn toespraak vond ik goed in elkaar steken.

Desalniettemin werd deze video in mijn tweede Vaderland een politieke rel van jewelste. Ging het eindelijk een keertje niet over corona! De leider van de oppositiepartij, de conservatieve Partido Popular (PP), reageerde als eerste en was verbolgen. Volgens hem moet de politiek zich niet bemoeien met wat zich achter de voordeur van Spaanse gezinnen afspeelt. Deze partij heeft een broertje dood aan inmenging door de overheid; vooral een linkse! Pablo Casado´s argument vind ik kul. In dit land dragen pakjes sigaretten toch ook het label Fumar Mata (roken doodt) waarmee de overheid het gedrag van mensen wenst te beïnvloeden? En er is toch ook een wet tegen huiselijk geweld? Dat speelt zich toch ook voornamelijk achter de voordeur af? Een flink staaltje hypocrisie, wat mij betreft.

Ik begrijp best dat, als je aan de vleesconsumptie van Spanjaarden komt, dat gevoelig ligt maar dan moet je niet met slechte tegenargumenten komen. Wie kan er als toerist niet bij tijd en wijle genieten van een plakje vers gesneden Iberico-ham? Afkomstig van biggen op zwarte pootjes die in de vrije natuur eikeltjes eten? Je hoeft er niet veel van te eten om te weten hoe lekker dat is.

Minister-president Sanchez voelde zich geroepen direct op de oproep van Garzón te reageren vanuit Litouwen waar hij op dat moment op staatsbezoek was. Hij meldde dat hij zelf erg van een biefstuk kan genieten en dat hij die bij voorkeur halfrauw eet (poco hecho). Een cuisson die ook ik kan waarderen, als de lappen vlees maar niet over de rand van mijn bord hangen. Dat is, wat mij betreft, dan ook een beter alternatief voor verstokte carnivoren: matiging en dat is precies de boodschap van Garzón.

Spaanse overbuurman Guillermo vertelde mij ooit dat hij erg kan genieten van het vlees in eigen land. Niet veel maar wel van goede kwaliteit. Een van zijn zonen woont in Den Haag met zijn gezin en als (groot)ouders bezochten hij en María-Victoria mijn vaderland en woonplaats regelmatig. Hij vindt het vlees daar minder lekker. Wat ik inmiddels uit eigen ervaring weet, is dat slagers in NL anders snijden dan hier. Dat is waarschijnlijk niet de enige reden: de rijping, de vrije uitloop, het gras, de lucht... Wie zal het zeggen?! Guillermo werd geboren in de autonome regio Extremadura, de streek in het zuidwesten van Spanje die tegen de Portugese grens ligt. Deze regio is onder andere beroemd om het malse kalfsvlees.

De vraag naar kalfsvlees stortte in Nederland volledig in door de coronacrisis. Deze duurdere (roze) vleessoort gaat normaliter naar toprestaurants maar aangezien die moesten sluiten, belandde het vlees niet op het bord van de klant maar in lokale vriezers. Maar dieren groeien door, ondanks het virus. Nederland is overigens na Frankrijk de grootste leverancier van kalfsvlees in Europa.

Dit jaar nam de toevoer van kalfsvlees op de consumentenmarkt ook toe in Spanje. Sinds enkele weken kunnen we het zelfs vinden in de betere supermarkten. Voorheen moest je er met een zaklantaarn naar zoeken of ruim vantevoren bestellen. Onze vriezer heeft nu een kleine voorraad van dit sappige, magere vlees. Zo genieten we tijdens dit zomerseizoen af en toe onder andere van vitello tonato, een Italiaans gerecht met kalfsvlees en tonijnsaus. A match made in heaven. We blijven echter ver onder de gemiddelde Spaanse vleesconsumptie per persoon. ¡No te preocupes, Alberto! ¿Of moet ik zeggen: Pablo?



Geen opmerkingen:

Een reactie posten