Translate

dinsdag 21 september 2021

Derde dinsdag

Illustratie: Jos Collignon
Het is vandaag Prinsjesdag in Nederland en dat gaat gepaard met veel folklore en traditie, al zal de gerestaureerde gouden koets niet meer door de straten rijden. In mijn voormalige woonplaats wordt jaarlijks op de derde dinsdag van september de Troonrede uitgesproken in de Ridderzaal van het Binnenhof, centrum van de Vaderlandse politiek. Dat gebeurt door de koning. Het regeringsbeleid voor het komend jaar wordt samengevat en het parlementaire jaar wordt daarmee geopend. De realiteit anno 2021 is echter dat er na zes maanden kissebissen tussen leiders van politieke partijen, nog niet eens een begin van een nieuwe regering is. Deze blog is dan ook geen ode aan politiek Den Haag!

Goed bestuur is een voorwaarde voor een florerende samenleving en een gezonde economie. Goed bestuur streeft naar rechtvaardigheid en gaat uit van dienstbaarheid en verantwoordelijkheid. Vandaag de dag is deze grondhouding aan erosie onderhevig. Het democratisch en grondwettelijk besef is zodanig afgenomen dat we kunnen spreken van een democratische crisis in het landsbestuur. Het algemene belang wordt onvoldoende door dat bestuur gediend. En dat heeft op zijn beurt gevolgen voor het beleid.

Zonder een ‘beter bestuur’ kunnen wij geen enkel maatschappelijk probleem in de kern oplossen. In beter bestuur zit, kortom, de sleutel voor hervormingen die Nederland nodig heeft. Als politici moeten we zorgdragen voor rechten van burgers, die zijn verankerd in de Grondwet. Die Grondwet gaat in het bijzonder over grondrechten van burgers, zoals het discriminatieverbod, de vrijheden van godsdienst en meningsuiting, de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam, het recht op privacy, rechtsbescherming en het recht op betoging. Nederlandse burgers hebben op basis van de Grondwet ook sociale grondrechten. De overheid draagt zorg voor werkgelegenheid, bestaanszekerheid, voldoende woningen en onderwijs. Dit zijn heldere opdrachten. [..]

Op papier hebben Nederlandse burgers recht op rechtsbescherming, huisvesting en bestaanszekerheid. In de praktijk kunnen burgers zich nauwelijks verdedigen als ze beschuldigd worden door bijvoorbeeld de Belastingdienst; kan inmiddels een hele generatie Nederlanders geen woning vinden; leven heel veel -ook werkende- mensen onder het bestaansminimum. Deze zorgen van Nederlanders worden onvoldoende behartigd door het landsbestuur.’

Met deze tekst opende parlementariër Pieter Omtzigt (1974) zijn Manifest, getiteld ‘Naar een beter bestuur van en voor Nederland’. Iets waaraan ik, als Nederlandse buiten de landsgrenzen, een schreeuwende behoefte heb. De gepromoveerde econometrist uit Enschede ontwikkelde een nieuwe website die samenging met zijn terugkeer naar de Tweede Kamer als onafhankelijk kamerlid. Dat nieuwsfeit ging aan niemand ongemerkt voorbij. 


Illustratie: Mirjam Vissers

Nu lijkt het alsof ik hem als nieuwe premier zou wensen maar dat is niet zo. Ik ben sowieso geen fan van zijn -voormalige- politieke partij die zich het Christen Democratisch Appèl noemt (CDA). In de afgelopen jaren maakte deze partij geen enkel aspect van die eigennaam waar. Het werd de partij die de verkiezingen verloor maar toch in de afgelopen formatiegesprekken tegen alles nee zei. Hoezo?! 

Omtzigt, die uittrad en als eenmansfractie verdergaat, mag bij eventuele verkiezingen volgens een prognose op een zetelwinst van 25 rekenen! Qua persoonlijkheid lijkt hij mij niet de meest geschikte minister-president. Wel is hij voor mij hét voorbeeld van hoe een integere parlementariër zijn taak dient op te vatten.

De regelmatige lezer weet dat ik mij in de afgelopen vier jaar druk maakte over het afbraakbeleid van de 45ste president van de Verenigde Staten. (Ik noem zijn naam liever niet meer.) En dat was nog wel een ver-van-mijn-bed-show. Kun je nagaan hoezeer ik mij in de afgelopen jaren begon te ergeren aan het uithollende beleid van het Vaderlandse bestuur. Werkgelegenheid, voldoende èn betaalbare woningen, betaalbare èn toereikende gezondheidszorg, een eerlijke arbeidsmarkt, kwalitatief goed onderwijs en een gezond leefmilieu (o.a. het stikstofvraagstuk en de situatie in de jeugdzorg) voor iedereen zijn verantwoordelijkheden van een overheid jegens haar burgers. De Nederlandse overheid liet jaar na jaar steek op steek vallen. Totdat de onvrede zich over de Lage Landen verspreidde. Op papier functioneert alles naar behoren in dit kikkerlandje, in de praktijk ontspoorde het. In de geschiedenis van de mensheid zijn veel voorbeelden aan te wijzen waarbij diepe maatschappelijke onvrede leidde tot grote -soms bloedige- revoluties.

“Dat de klasse die aan het bewind was, door haar onverschilligheid, haar zelfzucht en haar ondeugden onbekwaam en onwaardig was geworden om nog langer te regeren.” Aldus de, in dit verband, vaak aangehaalde Franse politiek filosoof, socioloog, historicus en staatsman Alexis de Tocqueville (1805-1859).

Wat heb je als burger aan politici die het partijbelang belangrijker vinden dan het landsbelang? Waar landbestuurders van mening zijn dat ze kunnen aanblijven als ze een motie van afkeuring van het Parlement -onze tegenwoordigers in de Tweede Kamer- aan hun broek krijgen? Waar politieke leiders elkaar niet meer vertrouwen? Waar de Rijksadministratie een puinhoop bleek - denk aan de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst en de chaotische evacuatie van Nederlanders en andere rechthebbenden uit Afghanistan? Waar modellen het land gingen regeren en de menselijke maat uit het zicht verdween? Waar het overheidsbeleid jegens burgers veranderde van ‘onschuldig totdat het tegendeel is bewezen’ naar ‘bij voorbaat schuldig bevonden’, zonder dat mensen zich konden verweren. (Dat mensbeeld deugt ten principale niet.)  

Illustratie: Bas van der Schot
Wat hebben we aan (de continuering van) een regering die geen openheid van zaken gaf wanneer kritische parlementariërs daarom vroegen? Aan een regering die de Tweede Kamer en de rechterlijke macht jarenlang onjuist, onvolledig en ontijdig informeerde? En de grootste vraagtekens, wat mij betreft: waarom gedogen we een premier die van mening is “dat visie iets is voor de opticien”? Waarom gedogen we een regeringscoalitie die te schijterig is om het volk te vragen iets minder vlees te eten voor het goede doel, in de nu al gemankeerde klimaatcampagne ‘Iedereen doet wat’? Dat zegt veel over het landsbestuur en het land zelf...

Deze en andere onverkwikkelijkheden brachten ernstige schade aan, aan het burgervertrouwen in de Nederlandse overheid en dat geldt ook voor de politiek. Wellicht tot op een niveau waarop dat niet meer zomaar valt te repareren. Misschien is het failliet van Nederland aanstaande (en dan bedoel ik het niet in economische zin)? Zonder rechtvaardigheid valt een samenleving uiteen.

Mijn liefje begon recent aan Nederlandse vrienden te vragen waar ze zouden willen wonen als er een diepe wereldcrisis zou ontstaan. Dat was naar aanleiding van twee van mijn blogs die ophef veroorzaakten in Huize Barefoot. Dit tweeluik is getiteld ‘Naar de reddingsboot!’ en gaat over de levensvatbaarheid van de menselijke beschaving, in het bijzonder over de weerbaarheid van een land in een tijd van aanhoudende crisis. De eerste ondervraagde wilde uitwijken naar zuid-Chili, de tweede naar noord-Noorwegen. Iemand dacht over Zweden, weer anderen kozen voor Australië of Nieuw-Zeeland. Er was ook een handjevol dat voor Spanje koos. Op de vervolgvraag “Waarom?” zeiden deze pragmatici dat ze daar toch al een vakantiehuis hebben. Wij vonden het opmerkelijk dat geen van hen ervoor kiest in Nederland te blijven.

Omtzigt ontvouwt zijn verfrissende gedachtengoed verder in het manifest. ‘Grondrechten van burgers in Nederland bestaan vooral op papier, steeds minder in de praktijk. Sluipenderwijs wordt daarmee onze democratie uitgehold. Onze tijd kent verschillende crises, maar deze democratische crisis is het ernstigst, omdat we hierdoor de mogelijkheid om problemen op te lossen, kwijtraken. De democratische crisis zorgt ervoor dat we niet meer kunnen bijsturen als het fout gaat. Er zijn drie dingen urgent nodig om uit deze crisis te komen:

  • verantwoordelijkheid voor en herstel van fouten;
  • herstel van vertrouwen en komen tot een nieuw sociaal contract (met een tienpuntenplan);
  • concrete en langetermijnplannen om sociale grondrechten te borgen.’

Daar is geen woord Spaans aan en bovendien geen speld tussen te krijgen. Dus aan het werk, vlerk... voor Volk & Vaderland! Op weg naar een bestuurscultuur die weer uitgaat van openheid, vertrouwen en dienstbaarheid. Wij, eenvoudige burgers, hebben hierin zelf ook een belangrijke taak te vervullen: kritisch zijn en blijven ten opzichte van hen die ons (willen) besturen. Raadgeving die ik al mijn leven lang ter harte neem.

Vandaag wordt met name memorabel door de verjaardag van onze vrienden Piet & Joan.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten