‘And then there were...’ Ik moest in de afgelopen dagen denken aan deze titel van een thriller van Agatha Christie uit 1939. Daarin wordt een bonte verzameling van personen (10) uitgenodigd voor een weekendje op een privé-eiland. De gasten zijn vreemden voor elkaar maar delen een bizar verleden dat ze niet aan elkaar willen onthullen. Totdat de een na de ander sterft. Het klinkt wellicht vreemd dat ik hieraan dacht maar ook ik raakte recent wederom een familielid kwijt.
Mijn zus Ineke overleed op de Internationale Dag van de Vreugde. Het kan niet ironischer.
Mijn ouders hadden ooit vijf dochters. Mijn vader overleed ruim 40 jaar geleden, mijn moeder bereikte de respectabele leeftijd van 95 jaar. Van ons vijftal zijn er nu nog maar twee over. De eerste zus, Angela, overleed toen ze nog een kind was (botkanker). Zelf was ik een peutertje. Christa, de oudste zus in het gezin, overleed jaren later eveneens aan de gevolgen van uitgezaaide kanker. In de tussenliggende jaren kregen mijn twee andere zussen, de tweeling Ineke & Lidy, borstkanker. Zelf bleef ik tot dusver verschoond van die rotziekte, al kwam het langs een andere weg weer dichtbij toen mijn beste vriendin Nelly de diagnose onbehandelbare longkanker ontving. Enkele jaren daarna kreeg ook mijn liefje de diagnose borstkanker gesteld. Nelly overleed in datzelfde jaar (2009). Dat noem ik daarom mijn ‘annus horibilis’.
Ineke was de oudste van een eeneiige tweeling, zij en haar zus waren de tweede en derde dochter van het gezin. Terugkijkend op ons gemeenschappelijke familieleven en met de kennis van nu, ben ik blij dat zij tweelingen waren. Altijd speelmaatjes, immer soul mates. Ze waren twee-zielen-een-gedachte, vier handen op één buik. De een goed in taal, de ander goed in rekenen. En geen onderwijzer of leraar had in de gaten dat ze wisselden! Zo waren ze samen goed voor meer voldoendes (😉). Ik denk overigens wel dat Ineke de braafste van de twee was... In hun jonge jaren vormden ze een speelse twee-eenheid op de af en toe woelige baren van een getraumatiseerd gezin. Soms konden ze niet met elkaar, doorgaans niet zonder elkaar.
Al gingen wij daarna ieder onze eigen wegen, we zouden nooit helemaal gescheiden zijn. Want een gedeelde mislukking verenigt meer dan een gedeelde overwinning.
Als jongste van het gezin logeerde ik graag bij Ineke en haar kersverse echtgenoot Aad. Het was harmonieus in hun huis, iets dat ik thuis niet altijd aantrof. 's Avonds zat ik dan, gedoucht en in pyjama, met hen op de bank, een bakje chips op schoot. Toen was geluk nog heel gewoon! Aad was als de grote broer die ik niet had. Samen waren ze een goed stel; ik beschouwde hen als een soort co-ouders, hoe jong en onervaren zij daarin nog waren. Sweet memories.
Aan die huiselijke gezelligheid kwam geen einde toen hun eerstgeborene en enig kind Dennis ter wereld kwam. Voor de eerste keer in mijn leven zag ik mijn vader huilen toen hij hoorde dat hij een kleinzoon had. Hij, de stoere man van een vijftal dochters. Als piepjonge tante hield ik dat ventje onwennig èn met verwondering in de armen. Ik schrijf het goede karakter en de vriendelijkheid van deze neef toe aan de liefde die hij van zijn ouders ontving. Daarvoor gaf ik mijn zus een groot compliment.
Ik herinner mij ook goed hoe Ineke voor de eerste keer borstkanker kreeg terwijl ieders ogen vooral op de toentertijd ernstig zieke Aad waren gericht. Daarop kijk ik met gemengde gevoelens terug. Ik had haar destijds meer moeten bijstaan. Maar nooit klaagde ze. Dat haar levensgezel en maatje zo ziek werd (botkanker), was sowieso een zwaar gelag. Als ik één stel een leven lang samen had toegewenst, was het hen! Hij bleef lang de vrolijke Aad van wie we hielden. Mijn zus verzorgde hem goed. Na zijn dood (2008) verloor haar leven veel van zijn glans... Zo verging het onze moeder ook.
Mijn vader zou zich omdraaien in zijn graf als hij wist dat hij enkele van zijn dochters onbewust en onbedoeld opzadelde met een gevaarlijke genmodificatie die tot kanker leidde. Dat zeg ik met natte ogen, als enige van het gezin die tot nu toe verschoond bleef van deze malheur. Gisteren startte in Nederland de campagne ‘Het zit in de familie’. Die roept mensen op zich te controleren op een verhoogde kans op kanker vanwege een BRCA-mutatie in de familie. Naar schatting zou het 1 op de 300 Nederlanders betreffen. Belangrijk en levensreddend!
Ineke kreeg tweemaal borstkanker en moest dit jaar wederom het brute beest in de bek kijken. Bij haar werd nu een agressieve vorm van longkanker ontdekt die niet meer was te behandelen of te genezen. De snelheid waarmee ze van een kuchje naar het einde ging, verbijstert mij nog steeds... Op haar verzoek bracht een combinatie van morfine en andere medicatie haar in een slaap waaruit ze niet meer wakker werd. Als oudste van de tweeling maakte ze ooit de weg vrij voor haar meest nabije zus, in de laatste fase van haar leven waren die rollen omgedraaid. Lidy verzorgde haar liefdevol tot het einde, tot de laatste ademtocht. Ook haar ben ik veel dank verschuldigd. Zelfs de dood zal hen niet kunnen scheiden.
Al ben ik geen gelovig mens ik hoop dat alle dierbaren en bekenden die haar voorgingen, haar aan gene zijde opwachtten en met open armen ontvingen. Tijdens ons laatste gesprek zei ze dat ze op mijn liefje en mij zal gaan letten. (Dat belooft wat...) Altijd zal ik aan haar blijven denken. Het is slechts een lichaam dat ze achterlaat. Dood is ze pas als ik haar ben vergeten.
We vliegen naar Nederland voor de uitvaart. De dag
van haar crematie is ook de sterfdag van mijn vader.
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderen