Translate

dinsdag 5 april 2022

Oorlog geeft geen rechten

Meermalen eerder blogde ik dat mijn gedachten doorgaans op tenminste twee continenten vertoeven. Momenteel denk ik veel aan mijn familie in Nederland. Hoe vergaat het de tweelingzus die geen tweelingzus meer heeft? Hoe gaat het met de enige zoon van mijn overleden zus? En haar drie kleinkinderen? Naar verluidt, valt het hen zwaar door te gaan zonder zus, mam en oma Ineke. Het is lastig de draad van het gewone leven weer op te pakken... 

Mijn gedachten gaan tegelijkertijd ook (altijd) uit naar onze grote kleine vriendjes  in Bali. Yuda en Damai gaan deze week voor het eerst in heel lange tijd weer vijf dagen aaneengesloten naar school. Joehoe! Ze waren beiden opgewonden over dit vooruitzicht. Yuda vertelde ons dat hij in de voorafgaande dagen met zijn vader en broertje een aantal van zijn grote voetbalhelden persoonlijk ontmoette in Gianyar; die van FC Bali United. Deze club is de eerste professionele voetbalclub van Indonesië en van Zuid-Oost Azië. Een van de spelers, iemand die ooit speelde bij het tweede elftal van PSG, zette een handtekening op zijn clubshirt. Dat toonde hij ons trots. Hij staat ook op de foto met de keeper van het team, Wawan Hendrawan. Yuda voetbalt zelf bij Soccer Kids, een leuke lokale club met ambities. Net als hij. Sinds de kereltjes weten dat we in de lappenmand zijn (nog steeds), sturen ze ons dagelijks opbeurende tekstberichten toe. 

Vader Ketut keerde terug naar zijn geliefde geboortegrond van werk in het buitenland. Hij vertelde ons tijdens een videoappsessie dat hij heel blij is weer thuis te zijn maar dat zijn hoofd in de eerste dagen omliep van de drukte in het gezin. Er lopen inmiddels vier kinderen rond en vooral de jongste twee, Varen & Santiya, zijn leuk, lief maar luid! Hij nam zich voor zijn thuistijd goed te benutten door te schilderen in huis en tegels te leggen. Ketut is handig dus dat zal goed uitpakken. Volgende maand vliegt hij naar Europa om daar weer aan boord te stappen. In de maanden daarna zal hij bijna de wereld rondvaren. Het plan is om ergens volgend jaar weer van boord te gaan in Bali. 

Zuid-Amerika houdt mij momenteel ook bezig. Niet alleen omdat ik het meeslepende boek ‘Violeta’ lees van Isabel Allende (1942). De ik-persoon van de roman, Violeta, is een 100-jarige vrouw die opgroeit in Chili, als kind van bourgeois ouders. Het is gebaseerd op Allendes moeder. Terugkijkend op haar leven, richt ze zich tot haar enige kleinkind Camilo, zoon van haar overleden dochter Nieves. (De dochter van Isabel Allende, Paula, overleed op 29-jarige leeftijd. Ze heeft ook een zoon.) Dit boek leest dan ook deels als de memoires van deze getalenteerde schrijfster... 

Het land lijdt onder de Spaanse griep -de pandemie van 1918-, haar vader gaat failliet tijdens de beurscrach van Wall Street in 1929 en pleegt zelfmoord. De berooide familie verlaat hoofdstad Santiago en duikt onder in het diepe zuiden: het afgelegen en ruige Patagonië. Zij en haar familie worden liefdevol ontvangen. Violeta spreekt over de relatie met haar eerste echtgenoot, nazaat van een Duitse emigrant. Ze houdt van hem maar was nooit verliefd. Dat geldt niet voor man nummer 2 in haar leven, Julían Bravo. Voor hem voelt ze een ontembare passie en ze krijgen twee kinderen. (In het zeer katholieke Chili is scheiden niet toegestaan.) Ook hem, eeuwige flirt, avonturier en maffiamaatje, verlaat ze - uit lijfbehoud. 

De politieke situatie in het land -van de democratisch gekozen linkse president Allende, gevolgd door de extreemrechtse coupepleger Pinochet- dient als achtergrond voor het verhaal maar deze mannen worden nergens expliciet genoemd. Violeta´s familieleden zijn onderling politiek sterk verdeeld en dat leidt tot verwijdering in eigen kring. Haar zoon Juan Martín is een linkse en staat op de lijst van gezochten, haar man is aanhanger van het bewind. (Hij trainde als piloot met enkele militairen die aan de macht kwamen.) Onder de dictatuur van Pinochet mag het woord ‘militaire coupe’ niet worden gebezigd. (Herkenbaar, nietwaar?!) Juan Martín vlucht naar Buenos Aires van waaruit hij onder een valse naam journalist wordt en over de oorlog in zijn land bericht. Totdat ook daar een militaire coupe wordt gepleegd, met verdwijningen, dood en verderf tot gevolg. Daar komen de dappere Dwaze Moeders van de Plaza de Mayo aangemarcheerd! Ik heb het boek nog niet uit dus ik ben benieuwd hoe Violeta haar relaas eindigt. 

Mijn liefje en ik reisden meermalen door Chili en dat beviel ons goed ook al is het een complex land. Duitse invloeden en sfeer in Valdivia en Osorno, de nogal  gesegregeerde hoofdstad Santiago de Chili, het hoge noorden van arme mijnwerkers, het diepe zuiden van achtergestelde, oorspronkelijke bewoners. Armoede èn puissante rijkdom, burgerprotesten tegen 's lands elite. Achtergestelden en bevoorrechten. Ondragelijke hitte en eindeloze zandvlakten, bevroren waterwegen en besneeuwde toppen... Het is en blijft een land van grote tegenstellingen. We zagen het met eigen ogen. Dat maakt een boek als dit extra pakkend. Mijn hoop op meer gerechtigheid en gelijkheid is gevestigd op de jonge en progressieve nieuwe president Boric (35). 

In Spaanse kranten die ik wekelijks lees, is altijd aandacht voor ontwikkelingen in Zuid-Amerika. Ik houd van dit continent, zou er graag naar terugkeren. Dan zou ik wederom starten in Argentinië, langzaam en op eigen gelegenheid over de Andes reizen naar Bolivia, onder andere de wonderschone zoutvlakten Salar de Uyuni bezoeken en daarna doortrekken naar Peru. Met een reistas, openbaar vervoer en mijn liefje. De besmettingssituatie is daar nog ronduit slecht omdat de vaccinatiegraad er zo laag ligt. Nog niet de helft van de Boliviaanse bevolking ontving een vaccin, de vaccinatiegraad van Peru ligt rond 75%.

Afgelopen dagen was er in de Spaanse pers veel aandacht voor de herdenking van de Falklandoorlog (1982) die precies 40 jaar geleden begon. Het was een kortstondige oorlog tussen het Verenigd Koninkrijk en Argentinië. Het toeval wil dat 1982 ook het jaar was waarin Isabel Allende haar eerste roman uitbracht, ‘Het huis van de geesten’. Sindsdien ben ik fan. Maar dat terzijde. 

Groot-Brittanië claimde dat de eilandengroep in 1592 door een Engelse navigator werd ontdekt. Deze John Davis noemde de archipel ‘Falklands’. In 1820 riep de regering in  Buenos Aires, die zich in 1816 onafhankelijk verklaarde van Spanje, haar soevereiniteit uit over de Falklands. Argentijnen noemen de Falklands ‘Las Islas Malvinas’. Het was een Franse ontdekkingsreiziger uit Saint-Malo (Iles Malouines) die er de eerste nederzetting stichtte in 1764.  Dat werden de Malvinas. In 1965 keurde de Algemene Vergadering van de VN een resolutie goed waarin Groot-Brittannië en Argentinië werden uitgenodigd besprekingen te voeren om een ​​vreedzame oplossing voor het geschil te vinden. Argentinië wil(de) wel praten, het Verenigd Koninkrijk niet.

De Argentijnse generaal die in 1982 president was van het land besloot de eilandengroep te bezetten als afleidingsmanoeuvre voor de verslechterende economische situatie en de zogenaamde ‘vuile oorlog’ die de militaire junta begon. Een inktzwarte bladzijde in de geschiedenis van dit land, net als in buurland Chili. Onder aanvoering van premier Margaret Thatcher wisten de Britten de eilandengroep te heroveren. In 2013 stemden de eilandbewoners in een referendum bijna unaniem om een ​​Brits overzees gebiedsdeel te blijven. 

Het verlies van deze oorlog is tot op de dag van vandaag een open wond in Argentinië. Van de hoofdstad Buenos Aires tot aan het diepe zuiden van het land (Ushuaia), overal staan  monumenten om de strijd te herdenken. Ze staan op pleinen die meestal Héroes de Malvinas worden genoemd. Deze oorlogsveteranen worden nog steeds als helden gezien, ondanks de afloop. In Buenos Aires bevindt zich ook het Malvinas-museum. 

Eind 2018 zetten we voet aan wal in Stanley (Harbor), de hoofdstad en grootste stad van de Falklandeilanden. Deze archipel ligt 480km ten noordoosten van de zuidpunt van Zuid-Amerika maar is zo Brits als je het je kunt voorstellen. Overal pubs, rode telefooncellen en rode brievenbussen op elke hoek van de straat, tea rooms, National Trust, fish & chips. Wij kwamen met veel vreedzamere bedoelingen: vooral om pinguïns te zien. Er marcheren ontelbare exemplaren rond; voornamelijk rockhopper-, magellan- en ezelspinguïns en een veel kleiner aantal konings- en macaronipinguïns. Ze waren om op te vreten!

In de online versie van de Spaanse krant El Diario las ik een BBC World-interview met de huidige president van Argentinië, Alberto Fernández, over de Falklandoorlog. Het was voor de eerste keer in 40 jaar dat iemand van dit kaliber een interview gaf aan Britse media. Hij was 21 jaar en student Rechten toen die  oorlog uitbrak. Sinds de onafhankelijkheid van Spanje beschouwt Argentinië de eilanden als onderdeel van het grondgebied dat ze erfden van deze kolonisator. Fernández is van mening dat het conflict met de Britten geen positief effect had op zijn land. “Het was een oorlog, verklaard door een dictatuur die een generatie dappere jonge mensen stuurde om te vechten in situaties van grote ongelijkheid. Degenen die het bevel voerden waren genocidaal, degenen die stierven in de Malvinas waren helden.” 

Ook hij denkt dat de Falklands tot Argentinië behoren. Hij claimt dat deze archipel  deel uitmaakt van de Argentijnse continentale plaat. Die eilanden zijn een voortzetting van de Argentijnse Andes die op een bepaald moment onder water kwamen te staan, weer boven kwamen en zo een nieuwe eilandengroep vormden. Las Islas Malvinas zijn daarom niet Brits. Dat is niet zijn sterkste argument, wat mij betreft. De Alpen in Europa liggen op het grondgebied van wel acht landen. Dat maakt Duitsland toch geen deel van Frankrijk of Liechtenstein onderdeel van Oostenrijk of Zwitserland?! Een van de Britse argumenten is dat ze deze oorlog wonnen en daarmee het pleit definitief beslechtten in hun voordeel. Maar oorlog verschaft geen rechten, aldus Fernández. En daar heeft hij wel een punt!

In diezelfde krant las ik onlangs een aardig artikel over Argentijnse oorlogs-verpleegsters die afgelopen week dan eindelijk hun recht haalden en nu officieel oorlogsveteranen zijn. Voortaan zullen ook zij pensioen van de overheid ontvangen. Argentijnse vrouwen konden tot voor kort geen oorlogsveteraan zijn omdat ze (zogenaamd) geen deel uitmaakten van de oorlog. Nou, deze stoere dames wel.

Oorlog mag dan geen rechten geven, zij trokken het recht naar hun kant! Het mobiele militaire ziekenhuis van de Argentijnse luchtmacht verplaatste zich in april 1982 voor onbepaalde tijd “naar het zuiden”. De verpleegsters vochten niet zelf maar stonden hun gewond geraakt collega´s bij in de 74 dagen die deze oorlog duurde. Als hoofd van de verpleegafdeling koos de toentertijd 24-jarige Alicia Reynoso collega´s van de intensive care en de coronaire afdeling om deze taak te gaan verrichten. (Toen waren zij al Heldinnen van de Zorg!) Als verpleegsters hadden ze geen tijd om bang te zijn. De vrouwen begonnen in 2010 een rechtzaak tegen de staat. Ze wilden erkenning voor hun rol en inzet, llieten zich niet uit de geschiedenis wegpoetsen. De uitspraak van het Argentijnse hof is een triomf voor de waarheid en een welverdiend eerbetoon aan deze volhardende vrouwen. ¡Bravas! 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten