Het was in de afgelopen dagen een gaan en komen van mensen, in levende lijve of op afstand. Afgelopen weekend videoappten wij met de jongetjes in Bali. Allereerst ging het over hun eindejaarsrapporten. Yuda ging met 7s en 8en over na de derde klas van de middelbare school, zijn jongere broer Damai deed dat met 8en en 9s. Hij gaat naar de laatste klas van de lagere school. Dit zijn belangrijke tijden voor hen. Wij waren onder de indruk van hun resultaten, zeker gezien het vele thuisblijven en zoomen. Ik denk niet dat de oudste ooit zo'n cijferlijst als zijn broertje mee naar huis bracht maar dat maakt niets uit. Wij, hun nenek kulit putih (oma´s met de witte huid), zijn trots op beiden. Moeder Elsa bereidde die avond een feestmaal voor hen: nuggets van kip en groenten. Ze werkten enthousiast mee in de keuken. De mannetjes kijken uit naar een maand vakantie houden. Met zwemmen, voetballen, slapen, spelen, lezen, ceremonies (onder andere Galungan) en op visite gaan bij oma krijgen ze hun dagen wel vol.
Niet lang daarna meldde vader Ketut zich aan, via hetzelfde medium. Hij was voor het eerst van zijn leven in Israël! Zijn cruiseschip verbleef daar een week; vanuit de noordelijke havenstad Haifa voer het verder zuidelijk (zodat passagiers een uitstapje naar Jerusalem konden maken). Er werd daar veel af- en opgestapt. Hij zei er een speciale vibe te voelen.
Ook vertelde hij hoe zijn procedure verliep om een visum voor aan de wal te verkrijgen. Zijn collega´s van de Filipijnen en India doorliepen de procedure in een mum van tijd; bij hem was dat anders. Hij vroeg zich af wat er met zijn paspoort aan de hand was... Dat kon ik hem wel uitleggen maar dat deed ik niet. Op dat document staat dat hij uit Indonesië komt, de grootste moslimnatie ter wereld. Deze landen onderhouden geen diplomatieke banden met elkaar. Aan zijn paspoort lees je niet af dat hij Balinees is, ook niet dat hij geen moslim is maar een gelovige Hindoe. Dat is etnisch profileren en dat praat ik niet goed maar dat gebeurt op heel veel plekken ter wereld. Ze bleven maar vragen stellen over zijn eenvoudige naam (I Ketut); zoals dat gebruikelijk is bij Balinezen als hij. Nee, geen Abdul, Ali, Rahman of Hasan, gewoon de vierde uit een gezin. Daar kon de lokale douanebeambte kennelijk niet mee uit de voeten. Uiteindelijk kreeg hij zijn visum. We leerden hem een paar woordjes Ivriet: shalom, toda raba, lehitraot en bokir tow.
Mijn liefje vertelde hem dat zij ruim 50 jaar geleden in Israël woonde en werkte. Ze verbleef drie jaar in een kibboets in het noorden van het land, niet ver van Haifa. Daar plukte ze aanvankelijk grapefruits en katoen. Daarna werd ze te werk gesteld in de plaatselijke kippenren maar dat bleek geen werk voor haar. Sweet memories voor haar en een orenklapperend verhaal voor Ketut. Jawel, ze delen een arbeidsmigratieverleden. Tegen mij sprak ze daarna ook nog over het genot van een ijskoude biertje (Carlsberg) met falafel in Haifa, in gezelschap van haar Noorse vriendin Inger. Die avond gingen ze liftend terug naar hun tijdelijke thuis. De zwart-witfoto van de spetter verderop in mijn blog, is mijn liefje in die tijd.
We zagen Ketut later zelf op foto´s door Haifa lopen met de berg Karmel op de achtergrond. Hij verbaasde zich over de granieten stoeptegels overal. Dat begrijp ik. In Lovina kun je je ernstig verwonden als je in een van de vele gaten in het trottoir stapt. Dat is andere koek.
Hij vertelde ons ook dat hij met het geld van zijn vorige contract een lokale investering deed. Zijn zwager Adi, echtgenoot van Nur (wij waren gasten op hun bruiloft in 2011) verloor zijn baan bij een bank tijdens de corona pandemie. Hij heeft nog steeds geen werk, Nur wel. Ketut stelde voor vier miljoen roepiah, ongeveer €250, te besteden aan de aanschaf van een moedergeit en vaderbok. Dat echtpaar wordt nu verzorgd in de achtertuin van de zwager. Niet voor melk of vlees maar voor de lammeren. Er zijn inmiddels vier kleintjes geboren. Elke nakomeling brengt ruim €40 op dus dat lijkt een slimme zet.
Het slechte nieuws is echter dat Indonesië momenteel kampt met mond- en klauwzeer (MKZ) die runderen, schapen, varkens en geiten treft. Deze virusziekte werd eerst geconstateerd in Oost-Java en Atjeh maar heeft zich mogelijk al verspreid. Vanwege nationale feestdagen zou het snel op Bali hebben kunnen aankomen en dat zou de volgende nekslag voor het eiland kunnen zijn. Dan zal het belangrijkste toerisme uit Australië volledig tot stilstand komen. En de geiten van Ketut & Adi moeten dan mogelijk worden geruimd. Adu!
Onze Deense buren keerden tijdelijk terug naar hun Vaderland, met medeneming van hun viervoeter Chilli. De hond mis ik met name want zij staat dagelijks aan de poort voor een aankomstknuffel, een korte maar grondige inspectie van ons terras en huis en een afscheidsaai. Ze wordt heel vaak uitgelaten en dat begint zo vroeg op de dag dat wij doorgaans nog niet op zijn. Ze staat dan tegen ons hek te krabben, naar verluidt, maar niemand is of komt naar buiten dus dan druipt ze teleurgesteld af. Er zijn echter veel momenten over de dag verspreid waarop we elkaar wel zien en spreken. Gek genoeg praat ik doorgaans Engels met haar, roep enthousiast en luid “Hey Chilli” en dan begint ons vaste toneelstuk. De ochtend na hun vertrek voelde ik een leegte in mij...
De hond en haar baasjes werden in de afgelopen jaren onderdeel van ons leven en daar zijn we blij mee. Een praatje, de uitwisseling van het een en ander, regelmatig koken voor elkaar en verjaardagen vieren. Voor mijn verjaardag ontving ik dit jaar van Bente een miniatuurhond. Om het gemis van Chilli te verzachten als zij er tijdelijk niet is. Dit opgezette hondje staat nu in mijn kantoor en ziet op mij neer. Zelf wacht ik geduldig op de terugkeer van de warmbloedige versie. De hond van vlees en bloed zit soms gebiologeerd te kijken naar een eter in de hoop een graantje van het lekkers op het bord mee te pikken. We geven haar nooit iets, op uitdrukkelijk verzoek van haar ouders. Ze volgt al jarenlang een gezond dieet maar het aflikken van een schaaltje waarin ijs lag, laat ze zich -met permissie- niet ontzeggen!
Mijn liefje is niet per se een hondenmens maar Chilli vindt ook zij leuk en lief. Bij mij staat ze op haar achterpoten als een heuse circushond, zet ze zich vast tussen mijn benen zodat er optimaal kan worden geaaid. We kroelen wat af met elkaar. Het is therapeutisch! Onderzoekers ontdekten recent dat knuffelen bij vrouwen (niet bij mannen) het stresshormoon cortisol verlaagt dus Chilli en ik zijn goed bezig. Met haar doet de hond dat anders, voorzichtiger. Ik moest grinniken om de manier waarop zij deze viervoeter voorheen benaderde en aanraakte. Je herkent het waarschijnlijk: de hand met een grote boog eerst naar de achterkant van het hondenlichaam brengen en dan onwennig naar voren schuiven, richting koppie. Ze verbeterde haar hondengeaai aanzienlijk in de afgelopen maanden. Haar hand gaat nu rechtstreeks naar Chilli´s hoofd en er wordt echt geaaid.
De hond kreeg tijdens hun recente bezoek last van lichamelijk ongemak; waarschijnlijk een ontsteking van een tand of kies. Haar snuit zwol op tot tweemaal de normale afmeting en je kon haar daar niet aanraken. Door die zwelling leek ze meer op een pitbull dan op haar eigen ik. Ze werd naar de dierenarts gebracht. Het duurde maar en duurde maar... Wij, wachtenden werden met het uur nerveuzer. Op enig moment hoorden we de tractor (hun grote auto) aankomen. Bedrukt bleef ik staan wachten bij de eigen poort. Bente stapte als eerste uit en sprak de verlossende woorden “We still have a dog”. De kleine kwispelaar sprong van de achterbank. Opluchting! De dierenarts besloot niet in te grijpen. Chilli is minstens zo oud als de Britse Queen en dan is een operatie, inclusief narcose een te groot risico. Ze kreeg medicijnen en was weldra weer de oude. Sinds hun vertrek ontvangen we af en toe een foto van Chilli-in-actie. Zittend op een stoel aan tafel, geduldig wachtend op haar ontbijt, vrij in appelgroene velden met bloeiende bloemen. Hartverwarmende plaatjes. Wij hopen van harte dat ze over een tijdje weer naar haar hondenhok onder de Spaanse zon terugkeert.
Onze vrienden Frans & Roland streken hier ook weer neer. Net als de Madrileense overburen Guillermo en María Victoria. Het weerzien was zeer hartelijk, al hielden we afstand van elkaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten