Translate

woensdag 22 juni 2022

Al 374 jaar geen wapengekletter

De vrede van Münster werd in 1648 getekend. Dat verdrag betekende het einde van de 80-jarige oorlog tussen de Lage Landen/Zeventien Provinciën/Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, onder leiding van Willem van Oranje en Spanje onder koning Filips II, III en IV. Daarna werden de Nederlanden internationaal als soevereine staat erkend. Er kwam wel een grens tussen de Republiek en de Zuidelijke Nederlanden. Spanje ging de zuidgrens van de Zuidelijke Nederlanden (het huidige België) verdedigen tegen mogelijke Franse invallen. 

De belangrijkste Spaanse onderhandelaar zou destijds hebben gezegd dat hij de Hollanders voor gewetensvoller en betrouwbaarder hield in het houden van de belofte en eed van vrede, dan de Fransen. De Spanjaarden konden zich met meer zekerheid verlaten op wat zij met de Hollanders overeenkwamen. Deze vreedzame coëxistentie duurt voort tot op de dag van vandaag. Dat betekent echter niet dat het daarna nooit meer knetterde tussen beide landen of hun inwoners.   

Dat alles en meer bedacht ik mij toen wij, Hollandse ingezetenen van España, afgelopen weekend werden belaagd door Spanjaarden. Dat zat zo. Mijn liefje en ik genoten zaterdagavond van een rustig etentje op eigen terras, aan de verfrissende oostkant van ons huis. Het was pais en vree totdat ons gekeuvel werd overstemd door het geronk van zware motoren in de straat. Nieuwsgierig als ik ben, liep ik naar de poort om te zien waar dat lawaai vandaankwam. Er doken negen motormuizen op met indrukwekkende motoren, de ene kostbaarder dan de andere. Vooral een strak vormgegeven zilverkleurige BMW trok mijn aandacht. 

Zelf wilde ik nooit motorrijden maar in de jaren '80 van de vorige eeuw probeerde ik wel mijn scooterrijbewijs te behalen in Amsterdam. Het praktijkgedeelte kreeg ik niet onder de knie en dat was frustrerend. Mijn autorijbewijs behaalde ik in de jaren '70 namelijk bij de eerste poging, met twee vingers in mijn neus. Tijdens het scooterexamen gleed ik uit over de tramrails in een drukke hoofdstraat. Als gevallen vrouw zag ik de tram nèt voor mijn neus stoppen. Dat was de druppel,  daarna gaf ik de pijp aan Maarten. 

Op de stalen rossen in de straat zaten stevig ingepakte mannen. Toen ze hun helmen afdeden, zag ik dat ze van middelbare leeftijd waren. Aan een van hen vroeg ik waar ze vandaan kwamen. Uit Madrid waar het snikheet was, voegde hij eraan toe. Alleen al de blik op hun dikke kleding deed mij plaatsvervangend puffen. 

Mijn liefje zei dat ik mij beter niet teveel met die motorclub moest bemoeien maar ik wist haar te vertellen dat ze bepaald geen leden van de Hells Angels, Bandidos of Satudarah waren. Deze mannen deugden. Het waren buurman Carlos en zijn maten, een en al vriendelijkheid. Onze aardige taxichauffeur uit Madrid kennen wij al vier jaar persoonlijk. Hij is een e-step, mini-bike, brommer- en autogek maar hij is kennelijk ook verwoed motorrijder. (Hij maakt in zijn eentje wel vaak herrie met zijn gemotoriseerde collectie maar dat vergeven we hem...) Hij en zijn vrienden reden die dag via een fraaie route naar de kust om te zwemmen in de Middellandse Zee. ¡Qué idea tan buena!

Illustratie: Jip van den Toorn
Het vakantiehuis van Carlos en zijn echtgenote Cristina is eenzelfde huis als wij bewonen dus er zijn drie slaapkamers, voor zes slapers. Niet alle motormuizen pasten erin, een aantal van hen reed naar een ander onderkomen. Het duurde even voordat zes motoren in rij op het terras stonden geparkeerd. Een kwartiertje later liepen er negen kerels in korte broek en op teenslippers met een handdoek om de schouders richting strand. Zij gingen later die avond te voet naar een lokaal restaurant en daarna hoorden we niets meer van hen. De motorrijders gingen de volgende ochtend vroeg uit de veren om op hun gemak terug te keren naar het bloedhete Madrid. 

De zondag erop gingen wij juist naar het strand voor een feestelijke lunch. Lilian, de zus van onze vriend Roland, trouwde vijf jaar geleden met haar Arlo en kwam met een groep van 30 familieleden en vrienden naar de Costa Blanca om te feesten onder de Spaanse zon. Wij organiseerden destijds een etentje met de voetjes in het zand. Dat werd een memorabele middag. Nu ze hun houten huwelijk vierden (5 jaar later), wilden ze dat graag herhalen bij Chiringuito Ramón. Mijn liefje wierp zich wederom op als organisator. Zij kan lezen en schrijven met de baas, zijn zoon Josémi en hun kokkies. De meeste gasten wilden paëlla met schaal- en schelpdieren, de rest koos voor paëlla met kip als hoofdgerecht. 

Ondanks de perfecte organisatie (😉) begon de lunch nogal ongeorganiseerd. Dat was een doorn in het oog van mijn perfectionistische liefje, aka De Akela. Al vroeg sprong ze op om te co-managen en te helpen. De nieuwe mannen in de bediening zijn erg aardig maar niet ieder van hen is in de wieg gelegd voor een baan in de horeca... Om te beginnen was het niet de tafel (voor 12) die zij had aangevraagd. Lekker onder de overkapping, met goed zicht op water en horizon en een maximale zeebries. We waren vroeg genoeg om die misser recht te zetten. Daarna moesten we wachten op de tafelkleedjes. Toen ze kwamen, hielp eenieder een handje mee. De bestelde amandelen kwamen nooit aan (te duur geworden?!), de olijven wel maar na meermalig aandringen, stokbrood met tomaat en aïoli kwam gelijk op tafel met de gemengde salade, het voorgerecht. Lilian was de mama die de dressings toediende; naar goed Spaans gebruik.   

De wittte wijn vloeide rijkelijk en dat zal niemand verbazen die dit gezelschap van horecaprofessionals en liefhebbers kent. Sinds zoon Josémi de zaak van zijn pa overnam, staan er betere wijnen op de kaart: Mar de Prades, Ramon Bilbao en andere bekende wijnen sieren de kaart; maar jonge, frisse rosé verdient nog een upgrade, wat mij betreft. Tijdens de lunch zag ik een personeelslid van de strandtent met armen vol witte flessen naar de grote koelbox lopen, zich realiserend dat een koele voorraad bij dit tempo hard nodig zou zijn. Hij had gelijk. De paëllas waren om te zoenen, goed gevuld en mooi van smaak. Er bleef één garnaal achter in de grote pan en dat zegt genoeg. Vriend Frans en ik ruilden: hij mijn mosselen, ik zijn garnalen in de schil. Hij houdt niet van gepiel, ik juist wel. Vers citroensap over de handen en alle kleurtjes & geurtjes verdwijnen, Paco! 

Die haperingen mochten de pret niet drukken, het werd weer een zeer geanimeerde middag. De voetjes gingen zelfs van de vloer. De hoofdact aan een andere tafel, een struise Zuid-Amerikaanse met tatoeages over haar hele lichaam en een bulderende lach, stapte recht op onze bruid af. (Een nieuwe manier van kolonisatie!)

Mijn liefje, de vrouw die tijdens de pandemie leefde als non en twee jaar lang geen vriend of kennis een hand gaf, kuste of knuffelde, danste een soort kwispeldans met een volslagen vreemde, geblondeerde Spaanse. Even leek er een nieuw huwelijk in de maak... ¡Vaya! (Spaans voor `we mogen weer´.) Er werd gelachen, met handen en voeten gesproken en samen gedanst. Het was luid maar gezellig, er viel geen onvertogen woord. De foto´s zijn te vinden in mijn webalbum elders op mijn blog. Het bruidspaar zegde toe over vijf jaar terug te komen voor hun tinnen feestje in Spanje. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten