Translate

woensdag 1 juni 2022

Leven zonder ‘Made in China’

Keramiek van Koos Buster
Yuda, onze grote kleine vriend op Bali, vertelde ons onlangs dat hij met zijn klasgenoten plastic ging rapen op het strand van Singaraja. Het is een van de laatste projecten van dit schooljaar; hun eindejaarsvakantie en zijn rapport komen eraan. Hij is zeker dat hij overgaat naar de 3de klas. Joehoe! 

Bali, het eiland van de Goden en de meest toeristische provincie van Indonesië, worstelt met plastic. Op de bekendste stranden van Kuta en Legian wordt in het regenseizoen dagelijks 60.000 kilo plastic afval verwijderd. Het lijkt een jaarlijks patroon te worden. Als ik zijn beide grootmoeders zou spreken, weet ik niet hoe zij hierop zouden reageren. Zij pakten vroeger alles in bananenbladeren in en dat was zoals hun voorouders het  eeuwenlang deden. Na de introductie van plastic werd voedsel langer houdbaar en zo kregen vrouwen een beetje meer vrijheid in de huishouding. Tenminste, dat las ik ooit in een boek over het onderwerp. Inmiddels zijn ook ouderen het erover eens dat het anders moet. 

Een tijdje geleden las ik een artikel in een Nederlandse krant over een gezin dat in 2020 besloot plasticloos door het leven te gaan. 99% van het plastic wordt geproduceerd uit fossiele brandstoffen, de hoeveelheid plastic in het milieu blijft maar groeien en wetenschappers ontdekten onlangs dat er zelfs microplastics in ons bloed zitten. De vrouw des huizes was de grote motor achter het project om haar huishouden op een streng plasticdieet te zetten. Ik las het met aandacht. Wat mij bijbleef, was dat het proces om het doel te bereiken helemaal niet gemakkelijk is. Eerst werd al het plastic uit huis gedaan. Dat was de gemakkelijkste stap. Vervolgens werd een deel van het afgedankte spul vervangen door glas, roestvrijstaal of hout. 

Alternatieve artikelen zijn duur. 25 voor een rvs-drinkfles past niet in ieders budget. Een herbruikbare apothekersfles met bijbehorende schoonmaakmiddel-tabletten (aan te lengen met water) is een alternatief. Een setje bijenwasdoekjes om voedsel vers te houden kost ruim 20; daarvan kun je meer dan 1.500 meter vershoudfolie kopen. Dit soort alternatieven kan niet elk gezin in Nederland of Spanje zich veroorloven. 

Een expert die voor dit artikel werd geïnterviewd, was van mening dat er simpelweg niet genoeg landbouwgrond is om alle polyester kleding, beddengoed en huishoudtextiel te vervangen door biologisch katoen. Het Oostenrijkse duurzaamheidsadviesbureau ‘Denkstatt’ schetste het scenario van een wereld waarin alle plastics werden vervangen en kwam tot de conclusie dat dit zou leiden tot een verdubbeling van het energieverbruik en de broeikasgasemissies. We zouden veel van onze welvaart moeten inleveren en ook de energietransitie zou zonder plastic vrijwel onmogelijk zijn. Denk maar eens aan zonnepanelen en elektrische auto’s die zonder kunststof veel te zwaar zouden zijn. 

Ruim tien jaar geleden schaften we een keramische filter aan van Britse origine die het water uit de kraan zuivert. Die wordt jaarlijks tweemaal vervangen omdat we er veel gebruik van maken. Dat scheelt heel veel plastic. Water met prik koop ik echter nog steeds in de winkel. Ik hik aan tegen nóg een keukenapparaat. 

Als ik plastic-bewust door en om ons huis loop, moet ik constateren dat we nog lang niet plasticvrij zijn, al maakten we vorderingen. Denk alleen al aan onderdelen en inhoud van de koelkast, keukenapparatuur, verzorgingsproducten in de badkamer (al kwam de ouderwetse washand weer uit de la), opbergkratten in de buitenkast, de kussenbox en ga maar door. Buiten staat nogal wat kunststof. Ook dat materiaal wordt uit fossiele brandstoffen vervaardigd maar het is duurzamer en beter herbruikbaar dan gebruiksplastic.

Naast huisvrouw, keukenprinses en tuinkabouter ben ik ook consument. Daar vinden we misschien nog wel de grootste doos van Pandora. Wc-papier, tandpasta, keukenrol, zonnebrandcrème, yoghurt, melk, kaas, boter, beschuit, toast, koekjes, theezakjes, noten, sinaasappels; de lijst van in plastic verpakte producten is eindeloos. Om moedeloos van te worden. In lokale supermarkten treffen we eindeloos en onnodig veel plastic aan, zelfs dubbele verpakkingen. We praten er hier af en toe over met vriendinnen en die doen precies dezelfde dingen: één afbreekbaar zakje met drie, vier verschillende losse producten ineen, de etiketten netjes naast elkaar. Frankrijk verbood plasticverpakkingen voor groenten en fruit reeds in winkels, Spanje volgt binnenkort. Hoog tijd! 

Kortom: plastic houdt ons in een wurggreep, maar alle beetjes helpen. 

Als je aan plastic denkt, denk je aan China. Dat is de grootste producent van plastic ter wereld. 52% van alle verkopers op Amazon is Chinees. Vorig jaar importeerde Nederland voor 50 miljard euro aan producten uit China. Het gebrek aan kwaliteit van artikelen ‘Made in China’ weerhoudt ons kennelijk niet. De Chinese megasupermarkten die hier op bijna elke straathoek zijn te vinden, staan bol van de plastic troep en minderwaardige producten al zie je ook daar steeds vaker producten van glas, rvs en hout opduiken. We kennen mensen die een bezoek aan zo´n koophal vermakelijk vinden en dat is het ook, maar niet vanwege kooplust. 

De koers die The People's Republic of China al jarenlang vaart, is een andere reden om geen plastic te kopen. Zeker, het is imposant hoe China in relatief korte tijd de armoede onder de bevolking wist terug te dringen. Het land bereikte dit specifieke doel tien jaar eerder dan gepland. Daarvoor neem ik mijn pet (biokatoen) af. 

De republiek zorgt echter niet voor al zijn people even goed. Wat Xi Jinping en collega´s doen met de Oeigoeren en andere etnische moslimgroepen in de autonome regio Xinjiang is een gotspe. Ik begon onlangs aan het boek ‘In the Camps - China’s High-Tech Penal Colony’ van de Amerikaanse antropoloog Darren Byler dat vorig jaar verscheen. Byler is een expert op het gebied van de Oeigoerse samenleving en van Chinese surveillance en deed tien jaar lang onderzoek voor dit boek. Hij interviewde ex-gedetineerden en -kamparbeiders. 

De Chinese overheid (gevormd door Han-Chinezen) eist onvoorwaardelijke conformiteit van burgers en dat lukt of bevalt Oeigoeren, Hui en Kazachen niet. In de regio Xinjiang ontstond een netwerk van heropvoedingskampen, internerings- of concentratiekampen of hoe je deze wrede gevangenissen ook noemt waarin ze terechtkomen. Sommigen worden gevangengezet als 'pre-crimineel', opgepakt voordat ze een overtreding begaan. Om wie ze zijn, om hun gewoonten en religie. Dat is helaas geen science fiction maar harde realiteit. De schending van mensenrechten die daar aan de orde van de dag is, is hemeltergend en mensonterend. Sinds het opzettelijk uitlekken van de 'Xinjiang Police Files' is er geen ontkennen aan. En Taiwan heeft ook steeds meer te duchten van agressief gedrag van de grote Westerbuur. 

Ik vroeg mij af welk percentage van de goederen die op Amazon worden verkocht in China wordt gemaakt. Hoeveel daarvan zijn gemaakt door Oeigoerse dwangarbeidarbeiders? Daar komt vooral biokatoen vandaan. Als consument is het niet te doen te weten waar jouw broek of t-shirt is gemaakt, helaas. Jij zult je als regelmatige lezer wellicht afvragen waarom het in mijn blogs vaak over politiek en misstanden in de wereld gaat? Omdat ik een kind van de jaren '70 en '80 ben. Van ‘Ban de Bom’, ‘Baas in eigen Buik’ en ‘Koen uit de Kast’. Protest en activisme zitten in mijn DNA maar ik kreeg dat niet van mijn ouders! 

Mijn liefje kocht onlangs nieuwe schoenen. Ze zag ze een tijdje geleden aan de voeten van de Spaanse koning tijdens zijn vakantie. Ik moet soms om haar lachen. Hoe ze kan zwijmelen bij iets moois maar eenvoudigs. Ze is dan als een kind zo blij met de aankoop, die ze steevast ‘een kado’ noemt. De eerste keer dat de schoenen worden gedragen, ontvangen ze een kusje van haar. Ik weet al heel lang dat ze schoenfetisjiste is. Zo kocht ze vroeger handgemaakte Amerikaanse loafers met kwastjes waarvan ik de naam vergat, handgemaakte Tod's, handgemaakte Crocket & Jones-laarsjes (vintage), Sebago-bootschoenen zonder dat ze destijds een boot had (later wel) en was ze early adaptor van Skechers voordat die wandelschoenen een wereldwijde rage werden.

Deze keer gaat het om stappers van het merk Yuccs. 100% Spaans, Made in Mallorca. In haar favoriete kleur (donkerblauw), van merinowol (bovenkant), rietsuiker (zool) en ricinusolie (inlegzool). Handgemaakt. Met een bedankkaart van het 100% lokale team. Zeker in haar maat is het een lieflijke schoen. Het comfort spat er vanaf. Een heel goed alternatief. 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten