Translate

zaterdag 21 januari 2023

Mad in Holland

Dit is deel 2 van een tweeluik over ongelijkheid. Afgelopen week kwamen de ‘High & Mighty’ der aarde naar Davos voor overleg over de toestand van de wereld. Daar, tijdens het World Economic Forum, riepen miljonairs wereldleiders op extreme rijkdom in hun landen aan te pakken. Meer dan 200 van hen pleitten voor een jaarlijkse vermogensbelasting voor de allerrijksten. Vooral de groepen Fight Inequality Alliance, Patriotic Millionaires en organisatie Oxfam lieten zich hierover uit. Als we geven om onze democratie, om onze gemeenschappen en onze aarde dan moet dit gebeuren, aldus de Oostenrijkse miljonairsdochter Marlene Engelhorn, mede-oprichtster van Taxmenow. Zij is lid van Millionaires for Humanity, een groeiend internationaal netwerk van multimiljonairs. Zij gaan een stap verder dan filantropie. Zij willen het bestaande systeem veranderen. 

Mijn liefje en ik bespraken een hiermee samenhangend nieuw verschijnsel uitgebreid aan de koffietafel: de limitaristen. In Nederland is dit een nog relatief kleine stroming in de politieke filosofie, gestart door de Utrechtse filosofe en hoogleraar Ethiek van Instituties, prof. dr Ingrid Robeyns. Kernpunt van Robeyns limitarisme: zolang er behoeftigen zijn, zouden mensen niet meer rijkdom mogen bezitten dan nodig is voor een ‘volledig florerend leven’. Daar is ook een ecologische reden voor: rijken vervuilen milieu en klimaat veel meer dan armen en kunnen de lasten van het klimaatbeleid gemakkelijker dragen. Ook de democratie kan in het geding zijn omdat vermogenden politieke invloed kunnen kopen (rechtstreeks en via lobbyisten) en minderbedeelden niet. 

Nederland behoort tot de rijkste landen ter wereld maar gelijk verdeeld is dat vermogen bepaald niet. De rijkste 1% van Nederland bezit ongeveer een derde van het totale vermogen, ofwel ruim 480 miljard euro. Binnen die groep heeft de top 0,1% rijksten een zesde van het vermogen in handen. De knip van Jan Modaal kromp in 2022 maar de rijksten van het land zagen hun vermogen stijgen tot een nieuw record. Vorig jaar kwamen er in Nederland twee miljardairs bij (de teller staat nu op 47). Uit internationaal onderzoek blijkt dat het vermogen in belastingparadijzen -plekken waar bedrijven en de superrijken belasting ontduiken- voor 80% bestaat uit dat van de rijkste 0,1%. Grote vermogens worden in Nederland weinig belast en er is een omvangrijke financiële sector die alle mogelijkheden biedt om het grote geld te laten renderen. 

Hoeveel heb je nodig om volledig florerend te kunnen leven? Over hoe hoog de vermogenslimiet zou moeten zijn, zag ik een aantal artikelen de revue passeren. (De meningen lopen uiteen van 2 tot 10 miljoen euro.) Alles boven iemands gemaximeerde vermogen zou dan het maatschappelijke belang moeten gaan dienen. Waarom niet? Nederland noemt zich immers graag een egalitair land. 

Limitaristen vinden dus dat het tijd is om grenzen te stellen aan iemands rijkdom. Er is al een bestaansminimum gedefinieerd, nu pleiten zij voor een bestaansmaximum. Iemand kan té rijk zijn als vele anderen tekortkomen. Schreeuwlelijkerds maakten hen in columns en op sociale media uit voor communisten. Dat is onterecht. Het moet gelijker en eerlijker in het land. 

Extreme ongelijkheid gaat niet zozeer over het precieze gat tussen arm en rijk. Het gaat erover dat er mensen zijn die veel te weinig hebben terwijl anderen veel meer bezitten dan ze nodig hebben. Als je grote rijkdom beter verdeelt, levert dat meer welvaart op voor meer mensen. In Nederland zijn er weinig miljonairs die de voorbeelden van Bill Gates en Warren Buffett volgen. (Zij schenken het grootste gedeelte van hun vermogen aan goede doelen.) Ook in mijn Vaderland is er behoefte aan vermogende mensen die zich inzetten voor de maatschappij. Is het vanwege vermogensschaamte? Altijd maar meer-meer-meer is moreel niet meer aanvaardbaar.

Zelf noem ik mij geen limitarist en ik ben ook geen communist. Ik gun ieder zijn of haar privébezit. Maar ik zie dit als meer dan een interessant gedachte-experiment. Wie kan er nou tegen meer gelijkheid zijn? En ook: wanneer heeft iemand genoeg? Er zijn tegenargumenten te over. Het bij wet bepalen van een bestaansmaximum zou niet doeltreffend en niet doelmatig zijn. Het zou averechts werken. De rijken zouden hun vermogen sneller gaan verbrassen, ze zouden het land ontvluchten. Maar ja, menig bezitter van grootvermogen doet dat al! Beter zou het zijn om als Nederlandse staat meer belasting te gaan heffen op vermogen (en minder op arbeid). 

Volgens het Orakel van Groningen -bij jullie beter bekend als mijn liefje- is limitarisme als beweging een kort leven beschoren. Niet omdat zij daarin geen heil ziet maar omdat ze denkt dat het een gedachtegang is die onvoldoende steun zal krijgen. Ik begrijp haar scepsis en zolang een VVD-regering de scepter zwaait in Nederland, zal zo´n vermogensplafond er zeker niet komen. Maar in de gedachte die erachter ligt, kan ik mij vinden. Het moet anders, het moet beter. Niet voor een kleine groep maar voor iedereen. En radicale verandering vereist visie, moed en een heel lange adem. 

De Franse econoom Thomas Piketty (1971) brak in 2013 wereldwijd door met zijn boek ‘Kapitaal in de 21ste eeuw’. Hij wordt gezien als dé criticaster van het kapitalistische systeem waarin de rijken exponentieel rijker worden, terwijl de middenklasse stilstaat en de armen armer worden. Dat ligt niet zozeer aan inkomensverschillen maar vooral aan vermogensverschillen. Het besef dat vermogensongelijkheid aan de basis ligt van een groot deel van de woede die mensen voelen, is zeker in een (verwend) land als Nederland nog maar mondjesmaat aanwezig. In landen als Duitsland en de Verenigde Staten is er inmiddels een meerderheid voor meer belasting op het vermogen van de superrijken. 

In Nederland bestaat een almaar groeiende vermogenskloof die leidt tot steeds meer ongelijkheid. Het wordt daar steeds moeilijker om van een dubbeltje een kwartje te worden. Dat moet anders, het roer moet om. Iemand die zich luid en duidelijk in dit publieke debat mengt, is Sander Schimmelpenninck (1984) Hij maakte vorig jaar een tv-programma, genaamd Sander en de kloof. Hem wordt verweten dat hij gemakkelijk praten heeft als kind uit een vermogend adelijk geslacht met zelf een dikke bankrekening maar waarom zou hij dat niet mogen doen? Zijn persoonlijke omstandigheden maken hem juist extra geschikt voor de boodschap, vind ik. Hem deert het niet. Op kromme tenen kun je niet staan.

Joris Luyendijk (1971) schreef een boek over kansenongelijkheid, getiteld De zeven vinkjes. Wit, man, hetero, hoog opgeleid (goed voor twee vinkjes), met minstens één hoog opgeleide ouder en een ouder of verzorger geboren in Nederland. Ik vinkte mijzelf af... Wit, vrouw, lesbo, zelf hoog opgeleid maar van laag opgeleide ouders, opgevoed door ouders die de cultuur van de meerderheid meegaven. Niet de volledige score. Desondanks greep ik de kansen die ik kreeg en kon zo mijn sociale klasse ontstijgen. Het Nederland van minder geprivilegieerden is een fundamenteel ander land dan dat van zevenvinkers. Wie na lezing van dat boek nog gelooft dat we in een land leven met gelijke kansen voor iedereen, is moedwillig stekeblind. 


Illustratie: Bas van der Schot
Robeyns stelt dat vermogen vaak onverdiend is. Het is vaak niet geheel of geheel niet de eigen verdienste van iemand maar die van de (voor)ouders. Dat is kansenongelijkheid in zijn puurste vorm. Veel mensen die rijk zijn, kregen een zetje van hun ouders. Dat is als de zijwieltjes aan een kinderfiets. We leren het allemaal maar met die extra wieltjes is het veiliger en gemakkelijker. 

Ook bij ondernemingen is het zeer de vraag in hoeverre succes volledig kan worden toegeschreven aan de verdiensten van individuen aan de top. McKenzie Scott, de ex van miljardair Jeff Bezos (CEO van Amazon die jarenlang de rijkste man ter wereld was), is van mening dat iemands persoonlijke rijkdom het product is van een collectieve inspanning en van sociale structuren die kansen bieden aan de een en voor de ander juist obstakels zijn. Het bezitten van honderden miljoenen of zelfs miljarden, kan doorgaans niet meer worden gerelateerd aan prestaties. 

Gisteren droegen activisten van Fight Inequality wereldwijd een zwarte armband om zich daarmee uit te spreken tegen ongelijkheid, vóór het dichten van de kloof tussen arm en rijk. Het was Black Band Friday. De privéjets en hun eigenaren keerden inmiddels naar huis terug. Tijdens het World Economic Forum van 2022 vlogen er 1.040 van en naar het Zwitserse bergresort; een recordaantal. Dit forum wil in 2030 klimaatneutraal zijn. Dat wordt nog een hele uitdaging met al die jets!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten