Translate

zondag 31 maart 2024

Drie ei is een paasei

De eerste poster van de Semana Santa (Heilige Week) die ik downloadde, was een minkukel. Het lichaam van de gekruisigde was zo gedrongen als een kabouter van Rien Poortvliet. Datzelfde gold voor de persoon met de puntmuts (capirote). Kennelijk een haastklus. 

Ik las trouwens ergens dat dragers van die capirotes dachten dat de punt hen dichter bij de hemel bracht. Ik las ook dat het hardgekookte ei, dat tevens symbool is van Pasen, door sommige Christenen wordt beschouwd als symbool voor de graftombe van Jezus. Het pellen van de schaal zou dan verwijzen naar zijn verrrijzenis. Daaraan zal ik vandaag denken als ik een eitje pel!

Toen ik enkele dagen later nogmaals de plaatselijke evenementenkalender raadpleegde, zag ik een geslaagdere versie van de poster. In ieder geval klopten de verhoudingen nu. Wat ik wel aandoenlijk vind, is dat iemand van het creatieve  team een element bedacht en aanbracht voor de ‘couleur locale’. Het gaat om de halve pilaar waarop het lijdend voorwerp steunt. Voor degene bij wie geen kwartje valt: wij wonen in Pilar de la Horadada, de pilaar van Horadada. Sinds kort weet ik wat horadada betekent: het is de cocon van de zijderups die aan twee kanten is doorboord. (Het Spaanse werkwoord horadar is doorboren.) Dat verzin je toch niet?! 

Onze woongemeenschap heeft voor dit jaar een budget van bijna 38 miljoen euro. Ter vergelijking: de gemeente Den Haag heeft een begroting van 3 miljard euro. Qua inwonersaantallen is dat 23.000 versus 565.000. Dit jaar komen we hier budget tekort dus de lokale belastingen gaan omhoog en er moet worden bezuinigd. Dat vind ik begrijpelijk. De gemeente gaat ook losse percelen verkopen waarop individuele woningen kunnen worden gebouwd. Ik vind het goed dat er zo wordt gehandeld in plaats van dat er geld wordt geleend om de kas aan te vullen. 

Om de belastingverhoging enigszins te compenseren krijgen bewoners van 65 jaar en ouder een korting van 20% of het bestaande afvaltarief. Dat noemen wij ‘een doekje voor het bloeden’ maar dat maakt ons niet uit. Het gaat om het gebaar. Een van de bezuinigingsmaatregelen is dat men het nationale departement van ‘Costas y Medio Marino’ vroeg verantwoordelijk te worden voor het beheer van de lokale stranden. Die moeten na de winter altijd worden gerepareerd vanwege erosie. Ik mag aannemen dat deze uitbesteding niet gaat over het dagelijks schoonhouden van de playas. Ik ben benieuwd of we als strandgangers iets gaan merken van een eventuele verandering. 

Waarop niet wordt bezuinigd, is de bouw van het nieuwe Cultureel Centrum waarin onder andere het Museum van de Semana Santa zal worden gevestigd (gebouw links). Daarin zullen alle acht lokale broederschappen die met Pasen zoveel te doen hebben, een plek krijgen. Daar kunnen ze dan hun spullen kwijt. De verwachting is dat de beide gebouwen na deze zomer in gebruik zullen worden genomen. Vrienden Simone en Han-Dick kijken vanaf hun solarium op de werkzaamheden aan dit nieuwe centrum. 

Volgens plan moeten tijdens fase 3 van de bouw nog twee extra panden verrijzen. Er komen nog twee bibliotheken, een conservatorium en een auditorium met 400 zitplaatsen. Wellicht kunnen we daar in de toekomst concerten gaan bijwonen. Dan hebben wij er als bewoners ook nog iets aan. De gemeente heeft voor deze bouwfase wel financiële steun gevraagd van de Generalitat de Valencia. 

Dit jaar viel de lokale Semana Santa-vieringen in sommige delen van Spanje in het water. Dat debacle werd veroorzaakt door storm Nelson. Zul je net zien: de winter was zeer gematigd, het was maandenlang kurkdroog en de grond en de boeren schreeuwden om regen. Dan valt de neerslag in de belangrijkste week van het jaar. Ook de hevige wind speelde de processies parten. In Spaanse kranten zag ik foto’s van huilende mannen omdat de Madrugá, een van de belangrijkste processies in Sevilla (Andalusië), werd afgelast door regen en wind. Zo hoog kunnen de emoties oplaaien. Sterker nog: in de 'Diario de Sevilla' stond een openbare excuusbrief van een Bekende Spanjaard aldaar. Hij was uitgegaan met vrienden op Heilige Woensdag in plaats van de kathedraal te bezoeken. Tja. Maart roert zijn staart. Er waren ook rustige dagdelen met strakblauwe lucht en windstilte maar wolken en wind waren nooit ver weg. 

De Semana Santa is niet compleet zonder torrijas op tafel; zelfgemaakt of gekocht. In de afgelopen week hadden lokale en landelijke kranten suggesties voor waar de lekkerste exemplaren te koop waren. Dit is een lekkernij die deze week overal wordt bereid en gegeten. Het is al een gebruik sinds de 16de eeuw. Het wordt gemaakt van oud brood, melk, ei, kaneel en suiker. Je kunt ze vergelijken met wentelteefjes maar de traditionele vorm is hier ovaal en de Spaanse versie is smeuïger. Overbuurvrouw María Victória maakte uit eigen beweging een ruime portie voor ons. Ze waren heerlijk. We deelden hun ruimhartige gift op onze beurt met onze Britse buren Pat & Sue.

Van hen kregen we op Goede Vrijdag zogenaamde Cross Buns, een Engelse traditie sinds de late 16de eeuw. Toen werden deze broodjes zelfs als heilig beschouwd. Als je ze bereidde buiten deze tijd van het jaar om, werden ze in beslag genomen en uitgedeeld aan de armen. Het is een soort krentenbol met een kruis erop die je wordt geacht warm te eten, met een lik boter. Ik vond het kleuterliedje dat Pat erbij zong ( Hot Cross Buns. One a petty, to a penny hot. Hot Cross Buns. If you don’t have daughters, give them to your sons. ♫) beter dan het broodje. Maar het gaat om het gebaar. Dit soort culturele uitwisselingen is hartstikke leuk.  

Jaarlijks schrijft onze gemeente een fotowedstrijd uit rond de Semana Santa. Deelnemers mogen maximaal tien foto’s inzenden. Vanzelfsprekend moeten die aansluiten op het thema van Pasen. Er wordt gejureerd op creativiteit en techniek. De winnende foto’s worden opgenomen in een tentoonstelling na de Heilige Week en worden eigendom van de gemeente. De eerste prijs is 500, de tweede 300. 

Op de avond van Goede Vrijdag gingen we naar de plaatselijke processie. Het bleef hier droog, de temperatuur was mild. Er was relatief weinig volk op de been. Wellicht bleef men weg omdat er regen werd voorspeld? Het blijft een indrukwekkend evenement om te aanschouwen. De nazarenos (boetedoeners) op hun blote voeten, de oudere vrouwen in hun zwartkanten kleding, de vele deelnemende kinderen, de trommels, de puntmutsen in diverse kleuren (elke broederschap een eigen kleur), het gewieg van de mannen onder de baar (paso), de vrouwen die de wenende Maria op hun schouders droegen. 

Zelf stuurde ik geen foto in voor de wedstrijd (niet speciaal genoeg). Ik had er wel een in gedachten. Een close-up van een nazareno met een gekleurde capirote. Door een mengeling van duisternis en straatverlichting werd één oog van die persoon roze, het andere blauwig. Dat was wel apart. De foto bleek bij thuiskomst onscherp. Fotograferen in het donker is best lastig. In mijn webalbum vind je meer foto's van die processie. 

Ik wens jou vrolijk Pasen. Wij gaan hier vandaag  een lunch organiseren voor Nederlandse vrienden. Dat vrolijke gaat dus wel lukken. De gevulde eitjes van Agnes gaan daaraan zeker bijdragen!


dinsdag 26 maart 2024

Keluarga

Werk van kunstenaar Arie Smit op Bali 
Dit is mijn 1.696ste blog. Hier begon de Goede Week, de Semana Santa. Onze overburen uit Madrid arriveerden (Guillermo & Maria Victoria), vandaag komt hun dochter Maria met haar twee kids, Cristina & echtgenoot Carlos uit Madrid reden binnen, net als de Tesla-man, de Meloenenman en de Arbeiders (uit Murcia). Zij anticiperen allen op Pasen, een van de grootste vieringen van het jaar in Spanje. Een groot deel van het land komt tijdelijk tot stilstand. Tijd voor bezinning. Wij gaan later deze week nog wel een Paasprocessie in de eigen woonplaats aanschouwen. Er zijn hier en daar al optochten afgezegd vanwege het druilerige weer. 

Er heerste afgelopen week in onze Balinese familie ook een gezonde spanning. Het cruiseschip waarop papa werkt, zou aanleggen in de haven van Benoa (Bali) en iedereen zou deze keer aan boord mogen komen. De twee oudste jongens Yuda en Damai stonden te popelen om dat een keertje mee te maken. Net als wij eerder deden. 

Wij stapten zelf tweemaal aan boord van een Regent Seven Seas-schip, als bezoekers. De eerste keer was in Cartagena (Spanje) en Ketut had geregeld dat we een rondleiding kregen. We bezochten zijn cabine onder de vloedlijn, onmoetten zijn kamergenoot en andere collega’s en werden geïntroduceerd bij zijn Amerikaanse HR-manager. Deze vrouw was verbaasd twee witte vrouwen te zien. Ketut had een familiebezoek aangekondigd en als een Balinees personeelslid dat doet, verwacht je mensen met een andere huidskleur te zien. Maar familie waren we! We wachtten hem daarna tweemaal aan de kade van een Spaanse haven op: in Valencia en in Alicante. (Hij werkte op diverse Regent-schepen.) 

De andere keer dat wij aan boord gingen, was op uitnodiging van Milou en Karel. Dat zijn de bereisde ouders van vriendin Joan. Zij waren rond de Middellandse Zee aan het cruisen met het bedrijf van Ketut en meerden in Cartagena aan. Joan, Ben en wij werden uitgenodigd om aan boord te komen lunchen. Dat werd extra memorabel toen het Indonesische personeel in de gaten kreeg dat wij een woordje Bahasa Indonesia spraken en meldden dat we familie van Ketut zijn. Nu heten honderdduizenden Balinezen Ketut dus dat zegt nog niks. Maar toen wij een foto van hem tevoorschijn toverden, vulde opwinding de ruimte. Een aantal van hen herkende hem en had met hem samengewerkt. Het werd een gezellige boel rond die tafel. 

Toen we Elsa & Ketut leerden kennen in 2008 in Noord-Bali waren ze getrouwd en was er een piepklein mannetje in het gezin dat met hen onze levens binnenstapte. Een nog wat verlegen ventje met een glanzend kaal koppie (type biljartbal) en een mooie naam: Yuda. Wat mij destijds al opviel, is dat Balinezen geen genegenheid tonen voor elkaar in het openbaar. Een ouder kan dat wel doen ten opzichte van een kind. Dan drukt men de neus tegen de wang van de ander. Ze kussen niet zoals Westerlingen dat doen; zeker niet in het openbaar. Andere Aziaten hanteren ook de neus-wang-aanraking. 

Toen wij een jaar later zelf in dat deel van Bali gingen wonen, kwam Yuda regelmatig bij ons en was hij niet meer weg te denken uit ons leven. Die dreumes veroverde onze harten. Hij had intussen haar, gelukkig. Wij speelden samen (blokken en auto's waren favoriet), spraken Engels met hem (en leerden zelf Bahasa Indonesia), namen hem mee het zwembad in, knuffelden hem. Hij kreeg menige kus op zijn zachte wangen. Dat verliep enkele jaren later ook zo met nummer twee van het gezin, Damai. Ook hem sloten we meteen in ons hart, ook hem overlaadden we met dezelfde liefde en tekenen van genegenheid.

Ik heb niet bijgehouden hoeveel kussen die kids van ons ontvingen maar het waren er kennelijk genoeg om er zelf een gewoonte van te maken. De neus-wang-aanraking is nog steeds in gebruik maar inmiddels de kus met de lippen ook. Hoe het ook gebeurt, als het maar gebeurt! De jongste van de familie, (Santia), het enige meisje, is de oogappel van papa en de grote jongens. Zij is een kleine tomboy en slim bovendien. Zij is altijd de eerste die op schoot wordt getrokken en met wie wordt getroeteld. Ketut, een tamelijk traditionele Balinees, drukt zijn neus nog steeds tegen haar wang. 

Afmerend in Tanjung Benoa, de Balinese haven die medio 2023 in gebruik werd genomen, stuurde Ketut ons een filmpje vanaf een balkon op het schip. Hij torende hoog boven het water uit. Wuivende palmbomen en glashelder water waren het decor. Waarschijnlijk werd hij door emotie overmand want de opname schudde als een blad aan de boom in herfsttijd. 

Op de kade stond een tentconstructie met een welkomsbord boven de ingang. Er lag een rode loper van het schip naar de tent maar die bedekte slechts de helft van de wandelroute. Aan het begin van de loper zat een lelijke lap zwart tape om het kleed vast te zetten. Ik moest erom gniffelen. Typisch Balinees! 

Ketut zoomde in op mensen met zonnehoed, teenslippers en korte broek die van boord stapten (de meeste passagiers zijn Amerikanen). Sommigen liepen naast de rode loper naar de tent. Geen gevoel voor decorum? Dat maakten de kleintjes van het gezin helemaal goed, óp de rode loper! Als kindsterren in de film. 

Benoa ligt ongeveer 100km van Lovina dus de hele familie trok een dag voor dit bezoek uit. Groot was de teleurstelling toen bleek dat de scheepsadministratie niet klopte. De datum in de papieren van de bezoekersaanvragen klopte niet met de kalender dus er lagen geen bezoekerspassen klaar. Voor niemand. Men was onverbiddelijk: ze mochten niet aan boord. Het kan zijn dat Ketut een foutje maakte. We hoorden er namelijk niets meer over van hem... Dan weten we genoeg: navragen is geen optie. Ik ken mijn Balinese pappenheimers inmiddels. Hij stapte zelf van boord om zijn gezin aan de wal te ontmoeten. Ook leuk maar minder opwindend. 

Als ik de reisroute van dit Amerikaanse cruiseschip nazoek, blijkt niet alles van dat schema te kloppen. Men zou volgens de beschrijving eerder in Benoa zijn aangekomen. Ketut en zijn collega’s stomen nu op naar Singapore, na andere stops in de Indonesische Archipel. In mei worden ze verwacht in de Middellandse Zee. Hoe en wanneer dit schip door het Suezkanaal gaat varen, is niet in detail aangegeven vanwege de huidige veiligheidsrisico’s in dat gebied. 

Moeder Elsa appte ons vanuit Benoa vergoelijkend dat het belangrijkste was dat de kids papa in levende lijve zagen, na maanden van afwezigheid. En zo is het. Ze aten een hapje met elkaar en er werd samen gespeeld. De oudste twee, pubers, zaten er echter wel een beetje beteuterd bij, vond ik. Begrijpelijk. Een bezoek aan een Amerikaans cruiseschip was hen door de neus geboord. Kasian.

Ketuts cruiseschip (zo blijf ik het maar noemen) zal in de komende weken de koers verleggen naar Europa. Elkaar in persoon ontmoeten is een leuke onderbreking van zijn zeer routinematige dagen. Dat realiseer ik mij altijd als ik hem enthousiast op ons af zie komen. We gaan hem dan weer opwachten aan de kade van Alicante. 

Hij was degene die ons als eerste zijn ‘familie’ (keluarga) begon te noemen. We voelen ons verbonden door alles dat we met elkaar meemaakten. In goede en slechte tijden. We waarderen de ouders maar hun oudste kids zijn het cement van onze relatie; daarover ben ik eerlijk. Met de twee kleintjes moet de relatie nog groeien. We zagen elkaar nog niet vaak in het echt. Dat bindingsproces zal anders verlopen dan met de twee grote; die waren veel meer onderdeel van ons leven. De volgende keer dat we Ketut in levende lijve zien, ga ik hem vertellen hoe bijzonder het is dat wij elkaar al bijna 16 jaar kennen. We zijn van ver gekomen. Ook figuurlijk. 


vrijdag 22 maart 2024

Totaal verrast!

En toen was het alweer lente! Tenminste, kijkend naar de kalender. Hier stormde het de afgelopen dag(en). Rond deze tijd is dit gedeelte van Spanje voor vrienden en kennissen met vakantiehuizen als een duiventil. Ze vliegen in en uit. Onze vrienden Paco & Rolando keren binnenkort terug naar Nederland om daar te gaan varen met hun nieuwe motorjacht, vrienden Piet & Agnes vlogen juist binnen. De Deense buren Jan & Bente maken zich op om naar Rio de Janeiro te vertrekken en daar aan boord van een cruiseschip te stappen dat hen in een langzaam tempo terug naar Europa vaart. 

Als ik aan de lente denk, komen witte asperges in mijn gedachten. Toen wij recent in Valencia waren voor Las Fallas, de uitbundige viering van de lente, brachten we onder andere een bezoek aan de Mercat Central (centrale markt). Dit is de oudste overdekte markthal van Europa die nog in gebruik is. De hal staat in het hart van de stad, op steenworp afstand van het treinstation. Het gebouw uit 1928 is gebouwd in art nouveau-stijl en huist meer dan 300 kleine handelaren van vooral groenten, fruit, specerijen, verse kruiden en vlees.

Het is een prachtige markthal, de koepel in het plafond is erg fraai. Als wij aan de Costa Blanca zoiets zouden hebben, zouden we er wekelijkse vaste klant zijn. Voor culinaire feestjes. Er is weinig dat we hier niet hebben of dat we missen maar zo’n plek zou een enorme aanwinst zijn. Er is een fraaie markthal in het centrum van provinciehoofdstad Alicante en die heeft ook zeker luxe producten maar te weinig om er wekelijks naartoe te rijden, wat mij betreft. 

We liepen daar ondere andere om te zien of er al witte asperges te koop waren. Aangezien de lente eerder was gekomen dan gebruikelijk, vermoedde ik dat deze witte lekkernij ook eerder in de winkels zou liggen. Dat bleek een juiste aanname. We namen ons voor er dit jaar vroeg bij te zijn maar het aanschouwen van de vele Fallas nam zoveel tijd en energie in beslag dat we het idee van het meenemen van deze 'espárragos blancos' lieten varen. De asperges die we bij de kraam van Virginia aantroffen, kostten €19 per pond. (Wat je noemt het witte goud...) Wel zouden we op de maandag erna naar de markt van San Pedro gaan om een bepaalde groenten- en fruitkraam te bezoeken. Er staat er daar een die jaarlijks in het seizoen witte asperges verkoopt. Zo gezegd, zo gedaan. 

Op maandagochtend was het ¡Bingo! Daar lagen ze bij de veronderstelde marktkraam, te wachten op ons, liefhebbers. Voor de prijs van €5,50 per pakje; er zaten negen witte stengels in. Misschien niet van de allerhoogste categorie maar mooi waren ze. We kochten meteen verse eieren, nieuwe aardappelen en ham. Ik zou het gerecht maken met botersaus, verse bieslook en peterselie en een snufje nootmuskaat; de traditionele bereiding. Ze waren heerlijk! 

Daar gaan we de komende weken vaker van genieten, in diverse vormen: in een hartige groententaart of als kleine quiche (met gegrilde asperges), traditioneel maar met hollandaisesaus, met foelie, pistache-champignonmayo en meer. Je kunt er eindeloos mee variëren. In ons geval niet tot ze onze oren uitkomen want zo lang zijn ze er niet. We deden overigens allebei een wens tijdens het eten. Dat is een goed gebruik in Huize Barefoot, als we iets voor de eerste keer doen. 

In een artikel in de Volkskrant van 5 maart jongstleden las ik een interview met een aspergeboer in Gemert (Brabant) die zei totaal verrast te zijn toen hij de witte kopjes boven de zwarte aarde zag uitsteken. Vorig jaar viel dat moment op 15 maart, dit jaar op 4 maart; een dag na de warmste 3 maartdag ooit gemeten. Zijn team was op dat moment nog niet klaar om te oogsten. Onze Brabantse vrienden Jos & Hemmie aten al witte asperges van de koude Brabantse grond, van een boer in de omgeving. Ze waren lekker maar Jos miste de grondsmaak nog ietwat. 

In het culinair tijdschrift Deliciouslas ik dat het witte aspergeseizoen in Nederland weliswaar officieel is begonnen maar dat het niet zeker is of er vóór Pasen al asperges in de winkels zullen liggen voor de massa. (Hier worden de supermarkten bedoeld, de groentenjuweliers bieden het witte goud al aan.) De planten zitten al een tijdje in de grond maar telers konden in de afgelopen periode nauwelijks het land op om aspergebedden aan te leggen. Het was te nat. De teelt kwam dus (te?) laat op gang. 

Onlangs lunchten we bij vrienden Simone en Han-Dick, op hun dakterras. Zij wonen op steenworp afstand van onze casa, aan de kant van de hoofdstraat. Hun kinderen deden hen bij de emigratie naar Spanje een Egg kado die handige Han-Dick in een zelfbedachte buitenkeuken inbouwde. We aten een subtiel gemarineerde visfilet (zalmforel) die met rooksnippers op de overdekte barbecue werd bereid. Met Simone’s onovertroffen gebakken aardappeltjes en een verrassende salade. Heerlijk! 

Voordat zij pensionistas in Spanje werden, waren ze hun hele carrière zeer betrokken leraren op scholen in de Randstad. We hebben altijd veel te bespreken samen. Terwijl we aten en dronken in de zon, kregen we het onder andere over discriminatie van Aziatische Nederlanders. Dat werd voor het eerst onderzocht, middels een steekproef die werd gehouden onder 2.505 personen. Er was net een onderzoeksrapport verschenen en de uitslag was niet mals: 36% van de bewoners, meer dan één op de drie, met een achtergrond uit (Zuid-Oost)Azië ervoer afgelopen jaar een of andere vorm van discriminatie. Zelfs 50% van de Chinese Nederlanders ervoer dat. Discriminatie wordt vooral gevoeld in de publieke ruimte (op straat), in het onderwijs en op het werk. 

Simone, die Indische roots heeft, was totaal niet verrast. Zij (leeftijdgenote) vertelde dat ze als kind ook te maken kreeg met discriminatie. Zij deelde een paar van die voorvallen met ons. Vreselijk. We zijn er als witte autochtonen in de loop van de tijd niet op vooruitgegaan. De onderzoekers menen zelfs dat we erop achteruit gingen, vooral sinds de coronapandemie. Niet alle mensen deugen! 

Dat gezegd hebbende, ik moest denken aan de nieuwe campagne van Rutger Bregman, auteur van het eerdere boek De meeste mensen deugen’. Over de titel had ik destijds gemengde gevoelens maar ik las het boek met veel interesse. In een lang artikel in de Correspondent deed Bregman afgelopen week zijn recente gedachtengoed en project uit de doeken. Die gaan over morele ambitie. (Er verscheen weer een boek van zijn hand.) Het is hoog tijd werk te maken van je idealen! 

In het artikel met de prikkelende titel ‘Nee, je bent niet goed zoals je bent’ (naar een lied van Justine Pelmelay) stond te lezen dat een voltijd carrière 80.000 uren beslaat, ofwel 10.000 werkdagen. Hoe je die tijd besteedt, is een van de belangrijkste vragen in een mensenleven. Talloze mensen verspillen hun tijd (en talent) in suffe, nutteloze of zelfs schadelijke banen. Morele ambitie is hét medicijn daartegen. Aldus Bregman. 

Hij onderscheidt vier categrorieën medewerkers: (1) niet zo ambitieus/niet zo idealistisch; (2) ambitieus/niet zo idealistisch; (3) idealistisch/niet zo ambitieus; (4) idealistisch en ambitieus. En waar zit jij? Hij richt zich vooral tot Millenials (mensen geboren tussen 1986 en 2000) en personen van Gen Z (geboren na 1996). Dat begrijp ik want die zijn nog drukdoende met het vorm c.q. inhoud geven aan hun loopbaan.

Al behoor ik niet meer tot zijn doelgroep, ik voelde mij wel aangesproken. Een paar keer in mijn carrière maakte ik als consultant bezwaar tegen werken voor een multinational X of een bepaald type multinational. Dat gold bijvoorbeeld voor de tabaksindustrie, de wapenindustrie en zware chemiebedrijven (als Tata Steel en Chemours). Bregman noemt dat de sin industry. Als klant waren zij een brug te ver voor mij. Men keek op van mijn standpunt maar respecteerde het wel. Ik wilde echt goed worden in mijn vak maar had ook principes waarmee niet te sollen viel. 

Ook liet ik weleens een goede baan achter mij omdat een van de partners in de adviesorganisatie een foute figuur was qua gedragingen jegens medewerkers. Nu noemen we dat grensoverschrijdend gedrag. Ik overhandigde de verbouwereerde man mijn ontslagbrief mèt toelichting en liep met opgeheven hoofd het kantoorpand uit. Zijn collega-partner, een oprechte kerel en goede consultant, probeerde mij nog te vermurwen. De belangrijkste klant van destijds probeerde dat ook nog. Tevergeefs. Dus ik ging weer op zoek naar een nieuwe werkgever (na het uitdienen van mijn opzegtermijn). Wel of niet je morele kompas hanteren, is dus van alle tijden. Bij de ene mens werkt dat ding nu eenmaal beter dan bij de andere. Daarop een appèl doen (zoals Bregman nu), vind ik wel een goede zaak. 

Een van Bregmans persoonlijke helden die hij opvoert in zijn boek, is pionier Peter Thiel en dat verraste mij hogelijk. Deze Amerikaan is techondernemer-miljardair-durfkapitalist. Hij was mede-oprichter van Paypal (met Elon Musk) en is nu voorzitter van het spionagetechnologiebedrijf Palantir Technology. (Hebben we daar iets aan, als mensheid?) Thiel is homoseksueel en getrouwd met Matt Danzeisen. Tijdens de vorige verkiezingscampagne van Donald Trump was Thiel een van zijn grootste politieke donateurs. Hij steunde destijds ook andere Amerikaanse anti-abortuskandidaten. (Dat mag hij niet meer... van zijn echtgenoot!)

Dan kun je wel filantroop zijn maar deze keuzen pleiten niet voor je, wat mij betreft. Diezelfde Thiel hanteert ideeën over vrouwen die uit het Stenen Tijdperk stammen. In een essay uit 2009 stelde hij dat het fout ging met het libertarisme in de wereld nadat vrouwen stemrecht kregen. Tja. Evenmin is hij fan van diversiteitsprogramma’s; die noemt hij kwaadaardig en dwaas. Dus ambitieus is deze man zeker. Maar moreel niet bepaald hoogstaand, in mijn ogen. 


zondag 17 maart 2024

Een 10 met een griffel

We gingen onlangs een paar dagen naar Valencia om daar van Las Fallas te gaan genieten. De Spaanse KNMI gaf onze eerste bezoekdag een 10 qua weer, de tweede dag kreeg een 9. De omstandigheden konden dus niet beter zijn. Het was uitgesproken goed weer om door deze aantrekkelijke stad te wandelen en de bezienswaardigheden te fotograferen. De laatste keer dat we er waren, was in 2022. Toen moesten we onverhoeds naar huis omdat een van mijn zussen in Nederland aan haar laatste levensdagen begon; ze leed aan uitgezaaide kanker. Ineke overleed niet lang daarna. Zo feestelijk en levenslustig als de Fallas zijn, ze zullen mij altijd doen denken aan haar dood.

De viering van de Fallas is een traditioneel katholiek feest ter ere van Sint-Jozef. Die dag wordt specifiek herdacht op de 19de maart. Voor wie dat niets zegt: hij was de timmerman uit Galilea die de man van Maria was maar niet de vader van Jezus. Het zal niemand verbazen dat in heel Spanje op die dag ook Vaderdag wordt gevierd. Het is een nationale feestdag. De Fallas worden rond in deze tijd van het jaar in de hoofdstad van de autonome regio Valencia uitbundig gevierd. Dat duur ruim twee weken. 

Het is ook een viering van de komst van de lente. Deze festiviteit werd in 2016 door UNESCO op de lijst van immatrieel cultureel erfgoed geplaatst. Dat is volkomen terecht, wat mij betreft. Ik denk dat alle Valencianen trots zijn op ‘hun’ Fallas. Jong en oud draagt tijdens dit festival speciale kleding (een soort boerenkiel en een sjaaltje), sommige van hen -mannen en vrouwen- dragen dan traditionele Valenciaanse klederdracht in het openbaar. 

We gingen voor ons doen nogal vroeg van huis en reden zonder oponthoud het centrum van de stad binnen. Met een kleine omweg moesten we naar de parkeergarage van het hotel rijden. Enkele wegen waren daar al voortijdig afgesloten vanwege de verwachte drukte en feestelijkheden van dit weekend. Sommige rotondes van Valencia zijn wereldberucht: 7 stroken breed zonder enige belijning. Zoek het dan maar zelf uit, lijken ze te zeggen. En dat deden we, rustig rijdend en goed om ons heen kijkend. Ook de smalle parkeergarage was een uitdaging maar er kwam geen schrammetje bij. Ons hotel lag op steenworp afstand van de wereldberoemde kunstwerken van Spaanse architect Santiago Calatrava. Ik ben al jarenlang groot fan van hem. Als 's avonds alle gebouwen zijn verlicht, waan je je in een science fiction-film! 

Bijna elke Valenciaanse wijk heeft een eigen Fallas-vereniging (Casal Faller). Die werft fondsen in de aanloop naar de feestelijkheden om zo de productie van hun Falla te bekostigen. Dat kan in de honderdduizenden euros lopen. Er zijn twee soorten Fallas: De volwassenenversie (Las Fallas) en de Fallas Infantiles (de kinderversie). Elke Falla bestaat uit een aantal poppen die ‘ninots’ worden genoemd. Sommige grote fallas kunnen wel 30m hoog worden. De kleintjes zijn meestal 2m hoog. De Falla Infantil die tot beste van het jaar wordt verkozen door het publiek wordt gespaard aan het einde van het festival. Die wordt bijgezet in het Fallas-museum van de stad. Dat gebeurde voor het eerst in 1934. De rest wordt verbrand op de laatste avond van dit jaarlijkse festijn. Datzelfde gebeurt met de grote Fallas. Op dag 2 van ons bezoek zagen we de jury uit de taxi stappen om naar fallas te komen kijken en ze te beoordelen op creativiteit en artisticiteit, innovatie en technische uitvoering. Ze waren te herkennen aan hun serieuze blik en notitieboeken. 19 maart is de laatste avond, die van ‘La Crema’. Alle poppen vliegen dan (gecontroleerd) in de fik. 

De Fallas zijn tevens onderverdeeld in secties. De zogenaamde Speciale Sectie, de koninginnencategorie van de Valenciaanse Fallas, bevat de meest spectaculaire fallas (ook vaak de grootste) met het grootste budget. Dit jaar waren dat er negen en  daarvan zagen wij er zelf zeven. Die hadden met elkaar een budget van ruim 6.6 miljoen euro. En dat gaat dan ‘gewoon’ in de fik na afloop... Valencia presenteert zich graag als groene stad (dat is het ook) maar als de ninots in brand staan, is het er toch even niet zo gezond en fris. Tja. 

De eerste keer dat we de Fallas van Valencia meemaakten, was in 2007. Toen blogde ik nog niet. (Een jaar later wel.) We bleven destijds tot diep in de nacht van de laatste avond, het moment van het allerlaatste, allergrootste vuurspektakel. Nou, dat hebben we geweten! Er stroomden honderdduizenden mensen door soms zeer smalle straatjes om naar de vlammende kunstwerken te kijken. Het piepschuim brandde als een fakkel. We konden op dat moment geen kant op, stonden hutje-mutje naar het handjevol brandweerlmannen te kijken dat de boel in de gaten moest houden en onze veiligheid moest garanderen. (Het loopt doorgaans goed af, hoor.) 

Dit jaar gingen we een paar dagen eerder dan de finale. Het was behoorlijk rustig dus we konden elk kunstwerk goed bekijken. Er stonden al veel ninots maar niet per se in de definitieve opstelling en met al hun onderdelen. De bouwers doen fan-tas-tische dingen met dat spul! Op zich vind ik het ook leuk om te zien hoe er aan de poppen wordt geknutseld en geverfd. 

Een geboren en getogen Valenciaan of Spanjaard in het algemeen ziet niet alleen kleurrijke poppen maar ziet ook de boodschap. Die is vaak politiek kritisch en satirisch van aard. Zo zag ik onder andere de tamelijk omstreden presidente van de autonome regio Madrid met een bijltje in haar hand (Isabel Ayuso) en de burgemeester van Madrid als centurion (José Luis Almeida), Carles Puigdemont als kleuter en satan (de verbannen Catalaanse ex-president die een illegaal afscheidingsreferendum organiseerde) en de president van Catalonië (Oriol Junqueras), Yolanda Diaz (de leider van de nieuwe linkse politieke partij Sumar) en Santiago Abascal (de leider van de extreemrechtse partij VOX). Allemaal in heel opmerkelijke uitdossingen. Premier Sánchez was zeker ook van de partij als ninot maar ik zag hem nergens. Ook ontwaarde ik internationale bekenden als Freddie Mercury, Michael Jackson, Marianne (symbool van Frankrijk), Einstein, Don Quichote (vechtend tegen de windmolens), Galileo, Picasso en Van Gogh. 

Nu moet je weten dat er jaarlijks honderden Fallas worden gebouwd; dit jaar waren het er 384 (8 minder dan vorig jaar). Dat las ik op de website van de Centrale Fallero-commissie. Dus je kunt ze echt niet allemaal zien als je maar een paar dagen in Valencia verblijft. Er zijn Spanjaarden die jaarlijks alles willen zien dat is gemaakt maar ze zijn een uitzondering. 

Wij hoorden op de middag van dag 1 van ons verblijf de ‘Mascleta’ in de verte donderen. Het plein voor het gemeentehuis vulde zich met veel jongeren, een hoop geknal, buskruit en een boel ander gedoe. Valencianene zijn dol op deze herrie. Dat behoort bij de Spaanse traditie maar niet per se tot de onze. Die avond werd de wedstrijd van de Fallas Infantiles afgesloten. 

Tot winnaar werd de Falla van het klooster van Jeruzalem uitgeroepen, voor de tweede keer op rij. Hun poppenspel (hierboven) is getiteld ‘Solidaris en Acció’. Het idee erachter was dat solidariteit voor mensen die anders zijn of het minder hebben in het leven al van jongs af aan moet worden bevorderd. Ontwerper José Gallego had dit jaar een budget van 54.000. Zelf vond ik dit ook een leuke Falla, gezien de hoeveelheid foto’s die ik ervan nam. Dit was de eerste keer dat ik met mijn nieuwe point & shoot-camera op pad ging (Tough TG-7). Die gedroeg zich erg solidair... de kleuren zijn echt goed en de batterij gaat best lang mee bij intensief gebruik. Toppertje!

Gisteravond laat werd de winnaar van de speciale sectie bekendgemaakt. Die eer viel te beurt aan een Falla die we zelf niet zagen, getiteld ‘Cambi Climatic’ van een debuterende fallero-artiest (Joshué Beitia). Met feeën, ridders en goblins is het een allegorie op klimaatverandering. Saillant detail is dat de winnende wijk enkele weken geleden werd getroffen door de tragedie van de verwoestende brand in een flat. De winnende vereniging heeft automatisch een jaar lang de Koningin van de Fallas in haar midden. 

Mijn liefje vond de een na laatste Falla die we zagen in de speciale sectie (in de wijk Cuba-Literator Azorin) het mooist. Daarin is de Mexicaanse kunstenares Frida Kahlo de centrale figuur. De titel van het kunstwerk is ‘Quiereme Loca’, van ontwerper Juan Ramón Vasquez. Dat betekent zoiets als ‘hou van mij, hoe gek ik ook ben’; mijn vertaling. Er staan andere kunstenaars rondom en boven haar die allemaal voor gek werden verklaard in hun tijd maar wier/wiens bijdrage aan de wereld naderhand als groot werd omschreven (bijvoorbeeld Van Gogh). Een mooie keuze, dat vond ik ook. 

Mijn favoriet was echter de falla met de titel ‘Vrijheidsbeeld’, van fallero-artiest Toni Pérez Mena. Volgens mij was hij eerder winnaar van de eerste prijs. Ik vond zijn kunstwerk indrukwekkend. Je herkent het Amerikaanse vrijheidsbeeld -Lady Liberty- met een automatisch wapen in haar hand, een mes in haar mond en handgranaten en kogels op haar bovenlichaam. Bommen en granaten vallen rondom uit de lucht. Op de voorgrond marcheren Stalin, Hitler, Pol Pot en Nero als skeletten. Einstein zit met opgeheven handen naast een doodskop en voor een uitdovende kaars. Helemaal bovenin zie je een Britse soldaat met een vredesteken en een vredesduif op de achtergrond. De strekking is duidelijk, lijkt mij. En dat alles met eenvoudig piepschuim... Wow!

Mijn webalbum bevat nog veel meer foto’s. Het was weer een prachtig evenement, een aanrader voor volgend jaar voor iedereen die het nog nooit heeft meegemaakt. En met de Fallas-app is het vinden van de kunstwerken in deze mooie stad een fluitje van een cent. 


woensdag 13 maart 2024

Hoop op nageslacht

Laatst hoorde ik op de Nederlandse radio dat de natuur daar door de warmte ongeveer één maand voorloopt op de kalender. Lenteplanten bloeien inmiddels gemiddeld een maand eerder dan 50 jaar geleden. Krokussen komen eerder op, planten en bomen hebben al knopen. De lente komt steeds eerder. Dat bleek te staan in een publicatie van Nederlandse wetenschappers in het vakblad Nature Today.

Ik ga er voor het gemak vanuit dat we hier, in (dit deel van) Spanje, ook voorlopen op de natuur. Er was in de afgelopen maanden nauwelijks sprake van een winter, de temperatuur lag regelmatig boven 20 graden Celsius. Afgelopen week hadden we atypisch weer: harde wind en grijs. Regen viel wel maar het was voor deze contreien onvoldoende. De waterbekkens in Andalusië en Catalonië zijn wel goedgevuld. En dan moet de sneeuw op de hogergelegen gebieden nog smelten. Ik heb dus goede hoop dat het met de droogte en waterschaarste tijdelijk minder pregnant is. 

In onze woonwijk hadden we tot voor kort twee ransuilen in een belendend parkje. Elke namiddag ging ik even kijken met de camera of ze er nog waren. We hoopten op baby-uiltjes omdat het vrouwtje in de buurt van een oud nest op een hoge tak in een ficusboom zat. Dat moest toch ergens op duiden? Totdat ze er niet meer zaten. Het einde van hun verblijf voorvoelde ik al toen een groep werkers van de lokale Plantsoenendienst er huis ging houden. Dagenlang werd er enorm drastisch gesnoeid; dat leek nodig maar ik hield mijn hart vast voor onze nieuwe buren... Mijn vrees werd bewaarheid: het ransuilenpaar vertrok. Soms menen mijn liefje en ik ’s nachts hun geroep te herkennen maar de bomen waarin ze eerder vertoefden, zijn en bljven leeg helaas. 

We hebben de hoop op nageslacht in de buurt echter nog niet opgegeven. Al jarenlang koesteren we een echtpaar torenvalk. Ze zijn onder andere te vinden in datzelfde park, bij ons om de hoek. Geen idee of er hier al sprake is van generaties residente torenvalken. Maar elk jaar ziet wel iemand uit de vrienden- of kennissenkring dat er wordt gecopuleerd. Torenvalken hebben doorgaans slechts één legsel per jaar. Dit jaar aanschouwden we zelf een aantal keren dat het mannetje op het vrouwtje neerstreek. Dat ging telkens gepaard met een hoop gekrijs, vooral van het vrouwtje. Soms deed het mannetje mee, als ware het een liefdesduet. Het is mij nog niet gelukt om de twee vogels in de paarstand te fotograferen. Die duurt ook maar kort. Voordat de zoomlens klaar is, is de vogel alweer gevlogen. 

Torenvalken beginnen acht weken voor de uiteindelijke leg een à twee keer per dag te paren. Dit aantal kan toenemen tot wel acht keer per dag en gaat door tot het legsel compleet is. Door vaak te paren, kunnen de mannetjes bovendien voorkomen dat de vrouwtjes worden bevrucht door andere mannetjes. De broedtijd is van april tot juli maar als de natuur voorloopt, kan het zomaar eerder gebeuren. Ik ben hoopvol. 

We liepen recent over de wandelboulevard langs de duinen voor ons dagelijke ommetje toen we een paar dwaalgasten tegenkwamen. We zagen voor het eerst met eigen ogen een paapje dat goed was te herkennen aan de witte band boven het oog. Deze vogel staat op de rode lijst van Nederlandse broedvogels; de status is ‘bedreigd’. In de jaren ’90 waren er nog 1.500 broedparen, nu zijn het er minder dan 250 (gegevens van de Vogelbescherming). 

Ze zitten graag op een paaltje en dat is precies waar ik dit vogeltje aantrof. Dit is een trekvogelsoort die naar het zuiden van de Sahara vliegt om daar te overwinteren. Zul je net zien dat ik geen telelens tot mijn beschikking heb. Ik maakte wel een foto met mijn nieuwe compact camera (Tough TG-7) en die lukte maar inzoomen kan ik er nauwelijks mee. Zodra je een stap dichter bij een paapje zet, vliegt het op of weg. 

De volgende dag liep ik langs hetzelfde traject, nu met mijn Canon SLR lens in de aanslag. Er stond een tamelijk harde wind dus vliegen en fotograferen met een lange lens is dan geen sinecure. De eerste vogel die ik vastlegde, was een roodborsttapuit; een beschermde inheemse vogelsoort. Dit is een vogel die ik hier vaak zie en fotografeer langs de duinrand. De Europese populatie wordt als niet-bedreigd bestempeld. De close-up lukte wonderbaarlijk goed. Het leek alsof dit vogeltje niets van mij te duchten had (en dat is ook zo). Het bleef zitten waar het zat. De vogel probeerde zich hoog in een uitbottende vijgenboom in evenwicht te houden in de stevige wind. Het zijn ware  evenwichtskunstenaars! 

Even verderop was het wederom raak. Daar zat een groenling mooi te wezen; eveneens een beschermde inheemse vogelsoort die echter niet wordt bedreigd. Het mannetje is goed te herkennen aan de gele banden aan de vleugels en staart. De kop is relatief groot en de snavel tamelijk stomp. Inzoomend zag ik dat het diertje een vieze snoet had. Waarschijnlijk had het net in de duinrand zitten scharrelen naar zaden. Deze soort behoort tot de standvogels, ze trekken niet uit hun gebied weg. Het is leuk om vogels te fotograferen als ze zingen, hun snaveltjes open. Dat hoort erg bij dit seizoen. Ze doen zó hun best om een maatje te verleiden! (Meer is te zien in mijn webalbum.) 

Als jij een vogel ziet, kun je ervan uitgaan dat de vogel jou ook ziet. De kleinste van de twee maakt direct een inschatting: is het veilig of moet ik er vandoor? De boodschap van veiligheid is voor een vogel duidelijker als je stopt met lopen (met benaderen) en zelfs een stapje achteruit zet. Dan zal het te fotograferen object je uiteindelijk meer willen geven. Daar geloof ik in al heb ik niet altijd het geduld om het in de praktijk te brengen. Soms is de drang naar het gewenste plaatje sterker. 

Enkele dagen ervoor wandelden we langs de boulevard van Los Urrutias, een plaats aan de Mar Menor in de provincie en autonome regio Murcia. Die plaats hadden we nog nooit bezocht, we waren er wel honderden keren langsgereden. Binnenkort gaan we daar lunchen met de 28 Club, ons maandelijkse uitje met Britse vrienden en kennissen uit de woonomgeving. Een traditie waarvan we al zeven jaar onderdeel uitmaken. Het was een nieuw restaurant in de reeks, wij wilden weleens met eigen ogen zien waar dat was.

Deze plaats heeft te lijden onder de dramatische achteruitgang (ondergang?) van de Mar Menor, Europa’s grootste binnenzee. Het was er dan ook zeer rustig terwijl er langs de boulevard van alles was te beleven: mooie zomerhuizen in alle maten en uitvoeringen, bankjes met mozaïekwerk, geïnspireerd op de zee en andere natuur. Een groepje mannen in droogpakken met harken was alg uit de zee aan het verwijderen. Zij hebben alg, wij hebben zeegras. Een groot verschil.  

Doordat het daar zo rustig is, stonden flamingo’s in de branding, heel dicht bij het strand. Zo dichtbij heb ik ze nog niet vaak gezien. Vanwege de lage waterstand waren er veel reigers aan het vissen. Ik ontdekte een grote purperreiger (zeldzamer dan de blauwe reiger), enkele grote zilverreigers, plus een paar kleine zilverreigers. Een purperreiger had een enorme vangst in zijn snavel. De vogel had moeite de grote vis in één keer te verorberen (hun modus). Die zou voorlopig geen honger hebben! 

Ook zwom er een zwartkopmeeuw op korte afstand van de branding. Die verdubbelde zich in één seconde. Pure magie! (Anderen noemen het een spiegelbeeld in het stille water.) Ook deze vogelsoort trekt binnenkort weer naar het noorden. 

De foto in de kop van deze blog is een van de kanshebbers in de fotowedstrijd waarop recent bij de Cornell Lab Bird Academy kon worden gestemd voor de vogelfoto van het jaar. Het is een Savannah gors in een tulpenveld in Georgia (VS), gefotografeerd door Leah Turner. Titel: ‘A Song in Full Bloom’. Ook zingend! Vorig jaar was dit de foto van de maand mei van de Audubon Fotogroep. In Nederland weet men: als de grutto zich weer vertoont, breken de zachte maanden aan. Voor mij zijn het vertrek van de spreeuwen en de komst van de hop tekenen dat de lente er aankomt.


vrijdag 8 maart 2024

Vrolijke ontmaskering van stereotypen

Vandaag is het Internationale Vrouwendag. Het volgende onderwerp leek mij passend voor een dag als deze. Ook voor een week als deze want het is tevens de Week van de Lentekriebels. Er hangt seks(e) in de lucht! 

Mijn liefje en ik zaten afgelopen zondagochtend in pyjama op de bank, luisterend naar een uitzending van een van onze favoriete radioprogramma’s Vroege Vogels. Daar vertelde emeritus-biologe  Charlotte Vermeulen van dierentuin Artis enthousiast en uitgebreid over de clitoris. Wij hadden nog niet eens een beschuitje achter de kiezen... 

Alle vrouwelijke zoogdieren hebben clitores, dat is geen geheim (voor de meeste mensen). In een van Vermeulens oude biologieboeken over gewervelde dieren stond te lezen dat ‘de clitoris een rudimentaire penis is zonder enige functie’. Vrouwtjesdieren zouden zwak en afhankelijk zijn van dominante mannetjes volgens Charles Darwin en diens (op)volgers. Vermeulen neemt de journaliste van het programma mee naar Artis om te tonen dat er genoeg vrouwtjesdieren zijn die niet aan dat stereotype beeld voldoen. 

Vermeulen was enthousiast over het boek Bitch. On the Female of the Species van De Britse Lucy Cooke (1969). Daaruit citeerde ze vrijelijk tijdens het radiointerview. Het intrigeerde mij dus ik downloadde haar Engelstalige boek. Dat gaat over de mythes die heersen over vrouwtjesdieren in de natuur. Het verscheen in 2022 maar werd pas recent vertaald in het Nederlands. Die uitvoering ligt sinds afgelopen dinsdag in de boekhandels. 

Vermeulen deed in de Amsterdamse dierentuin zelf jarenlang onderzoek naar seksuele diversiteit (haar specialisatie) en als ze iets afwijkends vond, werd dat doorgaans afgedaan als uitzondering op de regel. Als je met een bepaalde blik naar het dierenrijk kijkt, dan zie je wat je verwacht te zien. Als je verwacht dat mannetjes altijd dominant zijn en vol zitten met testosteron wat moet je dan met vrouwtjes die net zo dominant en agressief zijn als mannetjes? Die vrouwtjes zouden zijn ‘vermannelijkt’, zoals dat in menig boek heet. Maar vrouwtjes zitten ook vol met testosteron. Iets dergelijks gaat ook op voor homoseksualiteit in het dierenrijk: dat zou niet normaal zijn. Maar het komt juist veelvuldig voor; daarover zijn honderden boeken geschreven. Ik moest bijvoorbeeld denken aan het boek van de Nederlandse primatoloog Frans de Waal over homoseksualiteit bij mensapen. 

Ook Lucy Cooke stoorde zich enorm aan het stereotype beeld van vrouwtjesdieren tijdens haar studie zoölogie aan de universiteit van Oxford. Zelf was ze een goede studente maar ze voelde zich a sad misfit’ en ‘a loser. Dat schrijft ze in de introductie van haar boek. Niet vanwege het feit dat ze van spinnen houdt en onderzoek doet naar voedselpatronen in dierenpoep. Nee, omdat ze een vrouw is. Dat is van nature sneu. Sinds Charles Darwin zijn de meeste mannelijke evolutiebiologen van mening dat de mannetjes in het dierenrijk de interessantste studie-objecten zijn. Vrouwtjes doen er niet of nauwelijks toe. Cooke, die ook een National Geographic Explorer is, brengt hierin radicaal verandering met haar boek. 

Bitch bestaat uit acht hoofdstukken met prikkelende titels als Fifty Ways to Eat your Lover - over seksueel cannibalisme (vrij naar een lied van Paul Simon), ‘Love is a Battle Field’ – over genitale oorlogsvoering (naar een song van Kim Wilde), ‘Bitch eat Bitch – why females fight’ (naar een deuntje van Barefoot), ‘Sisters are doing it for themselves – life without males(naar de hitsingle van Annie Lennox en Aretha Franklin). Het zijn niet de enige knipogen in dit boek. Het zit vol met vermakelijke verrassingen over de sekserollen. Cooke is als wetenschapper heel feitelijk maar schrijft ook met veel humor. 

Ze stelt in haar boek dat de vorm en rol van vrouwtjes in de dierenwereld juist enorm varieert. Je vindt er een groot spectrum aan anatomieën en gedragingen. Niet alle dierengemeenschappen worden gedomineerd door mannetjes. Er zijn ook alfavrouwtjes en hun autoriteit varieert van welwillend (bonobo) tot brutaal (bijen). Meerkatmatriarchen zijn de moorddadigste zoogdieren ter wereld en lesbische hagedissen hebben helemaal geen behoefte aan mannetjes want ze klonen zichzelf. 

Haar beschrijving van de wreedheid van de Britse moerasspin vond ik hilarisch. Die leest als een thriller. Tijdens de kennismaking streelt het mannetje het vrouwtje door zijn poten over haar lichaam te laten trillen. Dan -Pats!- grijpt ze hem, doodt hem en zuigt hem leeg. Net vóór zijn dood mag hij zijn sperma nog overdragen waardoor haar eieren worden bevrucht. Daarna wordt hij opgevreten. 

Over met de vermeende ondergeschiktheid, volgzaamheid en monogamie van vrouwtjes in het dierenrijk maakt ze korte metten. Dat valt nogal mee. De wereld van de olifanten kent een leidster, de matriarch. De volwassen mannetjes zitten niet in de kudde, mannelijke jonge bullen verlaten de geboortegroep op jonge leeftijd. Tot op hoge leeftijd kan de matriarch jongen  krijgen; zelfs tot op 60-jarige leeftijd. Ook orka’s worden geleid door een matriach en kunnen eveneens zeer oud worden. Die vrouwtjes komen op enig moment in de menopauze, net als mensenvrouwen. Bij deze walvissoort verlaten de dochters de geboortegroep, de mannen blijven bij hun moeder. Moederskindjes... daar hoor je de heren evolutiebiologen niet over! 

Onder de ringstaartmaki’s van Madagaskar en de meerkatten van de Kalahari zijn de vrouwtjes het dominante geslacht. Vrouwelijke antilopen van de Masai Mara-graslanden (Kenia) verzamelen zich met honderden tegelijk om met hun gewei te strijden om de kans op seks met de voornaamste bull. Grote aantallen vrouwtjesdieren, van berberapen tot pimpelmezen, zoeken seks met talloze partners. Een leeuwin kan tijdens de bronst wel 100 keer per dag paren met verschillende leeuwen.

Cooke’s boek staat vol met dit soort vergissingen. (Om daaraan recht te doen, is dit een langere blog dan gebruikelijk.) Bij de zwarte slingeraap zagen Vermeulen en Cooke beiden hetzelfde: er slingerde iets tussen de benen van de dieren dus iedereen dacht dat het mannetjes waren. Fout! Bij deze apensoort hangt juist de clitoris van het vrouwtje tussen de benen. De mannetjes dragen hun geslacht onzichtbaar, ingetrokken. (Die penis is bovendien kleiner dan de clitoris.) In het verleden werden daarmee vaak fouten gemaakt in fokgroepen. Bleek er ineens nageslacht te komen terwijl dat niet was voorzien. En vrouwelijke slangen hebben twee hemiclitores. Die zitten daar niet voor niets want in de natuur wordt niets verspild. Die hebben wel degelijk een functie. 

De Afrikaanse gevlekte hyena, die op de Engelse kaft van het boek staat afgebeeld, heeft een clitoris van 20cm lengte, in de vorm van een penis; deze dieren krijgen ook erecties. Bij dolfijnen heeft de clitoris de vorm van een paar extra grote burgerbroodjes. Zo rudimentair zijn deze clitores dus niet! 

Vagina van een wilde vrouwtjeseend
Evolutiebiologe Patricia Brennan van de Universiteit van Massachusetts -die gigaclitores verzamelt- is ervan overtuigd dat dolfijnen plezier beleven aan seks. 

Zij was de eerste wetenschapper die aantoonde dat een vagina in de dierenwereld niet per se is gevormd naar de penis. De doolhofachtige vagina van wilde vrouwtjeseenden bijvoorbeeld, is in staat het ongewenst binnendringen van een penis tegen te houden. In de wereld van de wilde eenden komen veel (groeps)verkrachtingen voor. Dat ken ik uit het leuke boek van Guus Kuijer, getiteld ‘Eend voor eend’. Eenden behoren tot de 3% vogels die een heuse penis hebben. De rest copuleert middels een zogenaamde 'cloaca-zoen'. 

Veel andere vrouwtjesdieren, bijvoorbeeld oorwurmen, doen hetzelfde. Zij gebruiken hun vaginale anatomie om sperma te voorkomen of de penis te dwarsbomen om zo zelf het nageslacht te kunnen controleren. Ooit hoopt Brennan een Institute of Vagina Research te openen. De vagina verdient een eigen lab! Tot nu toe had men in de biologie meer aandacht voor de sleutel dan voor het slot. Meer kennis en begrip en minder stereotypering zal vrouwtjesdieren en ook (mens)vrouwen ten goede komen.

Vrouwelijke bonobo’s (een apensoort in Congo) streven seksuele voldoening na met elkaar. De Caribische krijtbaarsvis wisselt wel 20 keer per dag van geslacht. De hersenen van een anemoonvis beginnen als mannelijk en worden later vrouwelijk. Oorlogvoerende Nemos (vrouwtjes anemoonvissen) verdedigen hun territorium terwijl mannetjes voor de eieren zorgen. Sommige vrouwtjes zorgen heel goed voor hun nakomelingen maar bij tweederde van de vissoorten zorgen alleenstaande mannetjes voor hun jongen. Vrouwtjes verdwijnen nadat ze hun eieren hebben overgedragen. Kortom, er is juist veel variatie en diversiteit in het vrouwelijke deel van het dierenrijk. 

Dit boek is een vermakelijke verkenning van de vrouwelijke seksualiteit in de dierenwereld en zet een boel onbegrip en misverstanden recht. Wetenschap is samengebalde kennis en die draagt Cooke inspirerend uit. Eén dierenwereld, duizend vrouwtjes (vrij naar het thema van deze dag). Ik genoot van haar verhalen. Aanrader. 

Het is nu hoog tijd biologieboeken te gaan herschrijven, aldus Vermeulen in de uitzending van Vroege Vogels.

Vandaag, op Internationale Vrouwendag, is Lucy Cooke in Artis waar zij een rondleiding zal verzorgen, samen met Charlotte Vermeulen. Als ik in Nederland zou zijn, zou ik daaraan deelnemen. Dan zou ik ‘R-e-s-p-e-c-t’ (Aretha’s wereldhit uit 1967) zingen voor deze vrouwelijke wetenschappers.


zondag 3 maart 2024

Eenoog

Het boek ‘De onzichtbaren’ van de Nederlandse auteur Frank Nellen (1982) las ik net uit. De auteur is ook jurist en econoom en als docent verbonden aan de Universiteit van Maastricht. 
Op de internetradio kwam zo vaak reclame langs voor zijn boek dat ik er het mijne van wilde weten. Het verscheen in 2023 en werd door de Nederlandse boekhandels uitgeroepen tot beste boek van het jaar. Ook in kranten kreeg het heel goede recensies. Nellens debuutroman bleef onopgemerkt, boek nummer twee bleek een sensatie. Het staat op de longlist (18 werken) voor de Libris Literatuurprijs 2024. Op 11 maart wordt de shortlist (zes boeken) bekendgemaakt. Dit boek staat er geheid op, denk ik. Voor de uiteindelijke prijs moet hij wel concurreren met eerdere winnaars als Tommy Wieringa en Ilja Pfeijffer dus dat is geen uitgemaakte zaak. 

Het verhaal is gesitueerd in en rond Kiev (Oekraïne) in de jaren '80 van de vorige eeuw; een tijd waarin de Sovjetunie begint te wankelen. Het verhaal gaat over een groepje jongens dat daar opgroeit, met Dani als verteller. Hun verveling druipt van de pagina’s. Dat verandert door de komst van een nieuwkomer: Pavel. Zijn vader, moeder en oom overleden en hij gaat wonen bij zijn oudtante, mevrouw Janovitsj. Deze intelligente buurjongen en klasgenoot is anders: hij leest boeken en draagt een lapje voor een oog. Door het vele lezen is hij een rasverteller die iedereen in het dorp weet te fascineren. Met dat ene helblauwe oog kijkt hij dwars door mensen heen. Als lezer krijgen we te weten hoe hij Eenoog werd. 

We volgen de jongemannen in het verhaal tot ver in de jaren '90. Tsjernobyl, de tragische neergang van de Unie, het nepotisme, de corruptie, het wegkwijnen van de Brezjnev-generatie in collectieve ellende, de lege fraseologie van de overheid. ‘De ouderen hadden de revolutie, hun kinderen de genocide van de Holodomor, hun kleinkinderen de grote vaderlandse oorlog en de kampen van Stalin’. 

De verhalen van de inmiddels volwassen Pavel zijn jaren later nog steeds te horen, via de ether. Pavel veranderde van een adept van het communisme in een agitator. Hij werd de spreekbuis van degenen die ‘in de Siberische moerassen van de vergetelheid [..] zijn weggezakt’. (Dat zijn de onzichtbaren.) Toch is deze roman niet zwaarmoedig of stemt tot treurigheid, vind ik. Nellen schrijft ook met humor. Dit boek sleurt je in grote vaart mee, de taal is trefzeker. Ik begrijp die nominaties goed. Het zou mij niet verbazen als deze roman op termijn wordt verfilmd. Nellen schrijft zó beeldend! Aanrader. 

Eenoog Pavels lapje was aanleiding tot deze blog. Dat zit zo. Een jaar geleden werd ik geopereerd aan het maculagat achter een van mijn ogen. Daarvoor werd ik opgenomen in een ziekenhuis in Murcia met een specialistische oogkliniek, waar een arts mij microchirurgisch -met magneten rond mijn hoofd vastgeklonken aan een stalen operatietafel- van dat euvel afhielp. Dit type operatie heet vitrectomie. Aangezien je in het jaar daarop een grote kans hebt op het ontwikkelen van staar, zou er tijdens diezelfde operatie een kunstlens in het oog worden geplaatst. Ik was het eens met die aanpak en tekende ervoor. 

Het maculagat was binnen twee weken dicht. Na de operatie had ik echter een grijze vlek in mijn zicht. Die zat in het midden van mijn geopereerde oog. In het afgelopen jaar ging ik regelmatig op consult bij de oogarts. Mijn zicht werd dan gecontroleerd, soms deed ik een test aan een machine. Dat zicht verbeterde aanvankelijk maar tijdens al die afspraken mopperde ik over die vlek. Het verdween maar niet. Dokter Joaquín verklaarde telkens dat die vlek te maken had met de nog rafelige rand bij mijn macula. (Hij toonde mij dan het scanresultaat.) Die grijze vlek werd in de afgelopen maanden inderdaad minder compact maar recent werd het zicht in dat oog onscherper. Het leek wel alsof ik verziend werd... Dus ik maakte zelf een afspraak voor een consult. 

Ik vroeg de arts waarom mijn zicht verslechterde, ondanks de kunstlens die tijdens de operatie was geplaatst. Daarmee zou ik toch weer scherp moeten zien? “Kunstlens?”, herhaalde hij verward. “Er zit geen kunstlens in jouw oog”. Toen keek ik hem op mijn beurt verward aan. Huh?! Ik had toch getekend voor die ingreep tijdens de operatie? Daarop had hij geen antwoord. Hij wist niet waarom zijn collega in Murcia had nagelaten de lens te plaatsen. Ontwikkelde ik nu dan staar? Was dat de verklaring voor mijn wazige zicht? Het lood zakte in mijn schoenen. Weer een operatie, een die onnodig was bovendien. 

Dat gegeven leidde recent tot nader onderzoek aan twee verschillende machines. Met eentje werd een scan gemaakt van mijn macula, met de ander van mijn retina en de zenuwen eromheen, mogelijk ter beoordeling van glaucoom. (Glaucoom kan tot blindheid leiden.) Aan één oog leverde dat nogal kleurrijke plaatjes op. Mijn rafelrandje was nog steeds zichtbaar, een jaar later. In mijn geval duurt genezing langer dan gedacht en gehoopt. De nieuwe waas zou het begin kunnen zijn van staar, niet per se ongewoon voor iemand van mijn leeftijd.

Voor de goede orde: van staar word je niet blind. Een staaroperatie is de meest uitgevoerde operatie ter wereld dus dat is niks bijzonders. In Nederland zijn dat er jaarlijks 160.000, in Spanje rond de 450.000 per jaar.

Dokter Joaquin is toegewijd en erg aardig. Hij zat in zijn maag met mijn trage genezing en mijn nieuwe klacht, dat was aan hem te merken. Maar ik vermoed ook dat hij niet gewend is aan heel mondige patiënten. Als ik de voorkeur gaf aan een cataractoperatie, zou hij die kunstlens nu plaatsen. Zelf vond hij het onderzoeksresultaat te summier voor een operatie. Daarin volgde ik hem. 

De mogelijkheid bestaat ook nog dat iets anders in mijn oog de waas veroorzaakt. Daarover ga ik het met hem hebben tijdens het volgende consult. Ik moet voorlopig oogdruppels gebruiken in het sneue oog tot de nieuwe afspraak. We gaan zien hoe dit verdergaat (pun intended). Ik bedacht mij dat Pavel het ook doet met één oog. In het land der blinden is eenoog koning. 

Om te vieren dat er op korte termijn geen operatie aan de orde is, bezochten we de lokale Chinees. Mijn liefje en ik bedenken altijd wel iets om te vieren. Op aanraden van vriendin Simone -met Indonesische roots- bestelde ik mihoen Singapore (goedgevuld en pittig), mijn liefje koos groenteloempia (die we deelden) en een rijstgerecht. Onze bestelling werd opgenomen door een leuke Aziatische jongeman die er niet Chinees uitzag. Hij blijkt uit Indonesië te komen. Verder doorvragen leerde dat hij Komang uit Bali is. (De bijnaam die iedere nummer drie in een Balinees gezin krijgt toegewezen.) Toeval bestaat!

Tijdens de pandemie begon hij zich op het Eiland van de Goden stierlijk te vervelen. Daarom besloot hij naar het buitenland te vertrekken, op zoek naar bezigheden en avontuur. Zo kwam hij in Spanje terecht en in onze woonplaats - of all places! Hij kwam aan op een toeristenvisum; dat was gemakkelijk volgens hem. Ook hier komt men handen te kort in de horeca. Zijn nieuwe Chinese baas zorgde daarna voor de juiste papieren en verschafte hem onderdak. (Hij woont hier ook.) Ik kon mijn Bahasa Indonesia weer een beetje afstoffen. Eind van dit jaar denkt hij voor het eerst weer een paar maanden naar Bali te gaan om begin volgend jaar naar Spanje terug te keren. Dat idee speelt ook door ons hoofd.