Translate

woensdag 19 november 2025

Weeë wijfheid


Michael Dwyer - AP
Deze blogtitel bedacht ik niet zelf, die leende ik van Emma Curvers (1985), columniste van de Volkskrant. Ik vond het uitdagende alliteratie. Na de recente parlements verkiezingen ontstond reuring onder (sommige) mannen over voorkeursstemmen voor vrouwen en waartoe dat leidt. Haar artikel gaat daarover. 

‘De vrouwenzaak’ ben ik al heel lang toegedaan. Ik noem muzelluf dan ook feminist. Al jarenlang stem ik principieel op een vrouw; ver voordat de actie Stem op een vrouw ontstond. Niet alleen omdat ik van mening ben dat er een groter aantal vrouwelijke politici moet komen in de Tweede Kamer vanuit het oogpunt van gelijkheid, ook vind ik dat meer vrouwen in de politiek een positieve invloed zal hebben op wetgeving en beleid. Marjolein Faber, Femke Boersma, Caroline van der Plas, Mona Keijzer en Dilan Yesilgöz logenstaffen dat idee echter...

Ja, hoe word je feminist? Bij sommige vrouwen zat het er al van jongs af aan in. Al vroeg had ik, als jongste in een meidengezin, een eigen wil. ‘Zelf doen’ bleek mijn lijfspreuk; mijn oudere zussen en mijn moeder mochten mij vaak niet helpen, bij wat dan ook. Op de lagere school zwichtte ik niet toen ik door de handwerkjuf, een eersteklas feeks, werd gedwongen als linkshandige met mijn rechterhand te gaan haken, breien, borduren, punniken, naaien en wat ze nog meer bedacht met dat beperkte brein van haar. Ik verdomde dat eenvoudigweg. Ik had toch ook met mijn linkerhand leren schrijven? Nou dan. Baas in eigen poot! Haar hele vak stond mij overigens tegen. Liever deed ik met de jongens mee bij handenarbeid.

Ik hield mijn poot stijf in deze kwestie en mijn ouders bleken vierkant achter mij te staan. Dat was geen gelopen race met een moeder die vroeger hoofdcoupeuse was in een Overijssels naaiatelier. Kledingmaken was haar lust en (halve) leven en haar breisels waren foutloos. Alsof er een machine aan te pas was gekomen. Dat gen heb ik niet van haar geërfd. 

De handwerkjuf kwam op een avond naar het ouderlijk huis om mijn recalcitrante gedrag aan de kaak te stellen. Ze hoopte op medestanders. Ik lag in pyjama bovenaan de trap stiekem te luisteren naar hoe ‘het gesprek’ zich in de woonkamer ontvouwde. Zij droop af. De daaropvolgende week stapte ik over naar handenarbeid, met toestemming van het hoofd van de school. Om te figuurzagen, solderen, timmeren, gutsen, kleien, klieren enzovoort. Ik bleek een ware freubelaar en paste bovendien prima tussen de jongens. 

Op de foto hiernaast kun je het recalcitrantje er zo, aan haar flaporen, uitlichten. De zachtroze jurk met kanten boord die ik hier draag, is van de hand van mijn moeder. De voorkeur zou spoedig uitgaan naar het dragen van broeken. Dat ik mijn tong uitstak op een klassenfoto, vonden mijn ouders minder geslaagd. 

In het begin van de jaren '70 abonneerde ik mij al op feministische tijdschriften. Zo werd ik mij bewust van maatschappelijke thema’s. Ik las boeken van Anja Meulenbelt, Joke Smit, Germaine Greer, Gloria Steinem, Simone de Beauvoir en andere feministen. Dat was ook de tijd van de flower power en de liefde. Zelf ontdekte ik de vrouwenliefde in die jaren en zocht naar Nederlandse en buitenlandse rolmodellen. Die zoektocht voerde mij onder andere naar het werk van Andreas Burnier, Anna Blaman, Doeschka Meijsing, Audre Lorde en Rita Mae Brown. Al vrij vroeg werd ik eveneens politiek bewust. Nooit van mijn leven stemde ik op een politieke partij ter rechterzijde van het politieke spectrum. 

In het decennium daarna werd ik zelf actief in de Vrouwenbeweging. Ik ging aan de slag als vrijwilliger in het Vrouwenhuis (klussen, bardienst), sloot mij aan bij het team van de (illegale) Vrouwenradio, was medeoprichter van Delft Potterie (geen pottenbakkerscursussen!), deed mee aan illegale plakacties op straat (activistische posters) en acties van Vrouwen tegen Seksueel Geweld.

En daar zit ik nu als vrouw van bovengemiddelde leeftijd. Terugkijkend op vroegere jaren maar ook reflecterend op wat zich nu om ons heen afspeelt. Nog steeds als feminist, dat zweer je volgens mij nooit af. Tenminste, niet uit vrije wil.

Ik verbaasde mij over de reactie van Wimar Bolhuis, een man op plaats 18 van de GL-PvdA-kieslijst die publiekelijk zijn beklag deed over de vrouwen die lager op die lijst stonden dan hij maar met voorkeursstemmen alsnog in de Tweede Kamer terechtkwamen en hem van zijn zetel in de Kamer ‘beroofden’. Alhoewel hij de vier vrouwen hartelijk feliciteerde, ging dat volgens mij niet van harte. 

Wat ik nog het kwalijkst vond, is dat hij suggereerde dat deze vrouwen hem vooral door de Stem op een Vrouw-actie passeerden. Hij ging hiermee geheel voorbij aan het feit dat ieder van hen expertise meebrengt op een specifiek terrein en haar sporen daarin ruimschoots heeft verdiend. Neem Barbara Kathmann (1978). Zij stond op plek 32 maar kreeg meer dan 30.000 voorkeursstemmen (Wimar 5.000) via de zogenaamde ‘Nerd Vote’, een partij-overstijgende campagne die kiezers opriep op een tech-georiënteerde kandidaat te stemmen. Kathmann volgt de ontwikkelingen in de digitale wereld al jaren op de voet en doet wetsvoorstellen waar nodig. Twee jaar op rij werd zij verkozen tot ‘meest digibewuste Kamerlid’. Die mensen hebben we harder nodig dan ooit, met de razendsnelle ontwikkelingen in AI.

Curvers schrijft in haar column onder andere over het feit dat een mannelijke podcastpresentator vreesde dat er met de komst van zoveel vrouwen nu ‘een vrouwenlucht gaat overheersen’ in de Tweede Kamer. Het gaat om Gijs Groeteman. (Dat zal zijn feministische moeder niet waarderen...) Het zijn er in totaal 64, meer dan ooit. Ruim 3,5 miljoen mensen stemden deze keer op een vrouw, bijna 650.000 brachten een strategische stem uit. De verhouding man-vrouw is in de Tweede Kamer nog steeds niet 50-50. 

Nederland zakte in de Global Gender Gap Index van dit jaar met vijftien plaatsen naar een sneue 43ste plek. Ik zocht het rapport op en las dat Nederland net boven Burundi staat en op een plek net onder de Verenigde Staten. Dat zegt van alles!

Begin november stond er een opiniestuk in The New York Times. Daarin werd een transcriptie weergegeven van een podcastgesprek tussen twee conservatieve mediavrouwen. Een van hen is de onder conservatieve Amerikanen zeer populaire columniste en auteur Helen Andrews. Zij zit ter rechterkant van het politieke spectrum en is critica van het feminisme. De titel van haar oorspronkelijke essay dat onderwerp van gesprek was, was ‘Did Women Ruin the Workplace?’. Dat werd door de Times veranderd in het iets genuanceerdere ‘Did Liberal Feminism Ruin the Workplace?’

Andrews pleit voor ‘rechtse genderpolitiek’. De samenleving is volgens haar verregaand ‘gefeminiseerd’. Deze feminisering zou zorgen voor de ‘ineenstorting van instituties’ want vrouwen zijn niet goed in conflictbehandeling en niet ‘op zoek naar de waarheid’. Ze zijn -met uitzondering van Andrews zelf- emotioneel en empathisch. En empathie is ‘toxic’ (giftig). #MeToo werd in haar ogen te woke, universiteitscampussen werden te woke, de Amerikaanse wetgeving was te woke. Op basis van niks stelt Andrews dat wokeness een vrouwelijk fenomeen is en daar hebben ze nu eenmaal een schurfthekel aan in die hoek. Maar... het is gelukkig nog nét niet te laat! Als de VS nu snel die weeë wijfheid uit haar instituties en bedrijven verwijderen, is het tij nog te keren. Het zal niemand verbazen dat dit precies is wat Trump en consorten doen.

We hoeven de Grote Plas niet over te steken om dit soort standpunten te vinden. Wij hebben Joost Eerdmans (JA21)! Hij vindt het streven om in 2026 45-55% vrouwen in topfuncties op ministeries te krijgen ‘woke gekkigheid’. Vorig jaar oktober diende deze politicus een motie in de Tweede Kamer in voor het instellen van een Nationaal Coördinator Wokebestrijding. Als ik het niet met eigen ogen op de website van de Tweede Kamer had gelezen, zou ik hebben gedacht dat het een 1 April-grap is. Gelukkig werd die motie door een grote meerderheid verworpen. 

Vandaag is het Internationale Mannendag. Nederland staat erbij stil, Spanje niet. In Nederland vindt volgens een recente peiling van Ipsos I&O Publiek 37% van de ondervraagde mannen dat het feminisme is ‘doorgeslagen’. (Er wordt nooit gepeild waarop ze dat baseren.) Dit zijn emotionele reacties en daar hebben vrouwen als Curvers en ik empathie voor. 


zaterdag 15 november 2025

Twee Samaritanen

Pa Ketut vloog recent van Denpasar (Bali) naar Barcelona om daar aan boord te stappen van het cruiseschip van zijn werkgever. Men voer vervolgens naar de Franse havenstad Marseille om daar een maand in droogdok te gaan. Ketut toonde ons foto’s van zichzelf in de sportschool. Zo’n fase in een droogdok betekent dat het schip uit het water wordt gelicht en wordt geïnspecteerd, gereinigd en eventueel gerepareerd. Dat betekent niet dat werknemers aan boord vakantie hebben. Dat is ook de tijd waarin het interieur van het schip grondig wordt gereinigd. ‘A Big Clean’ noemt hij dat en hij heeft er verstand van! Daarna zal het cruiseschip zonder passagiers (wel met personeel) naar Miami varen en van daaruit gaat het winterprogramma in die regionen starten. 

Ketut verbaasde zich erover hoe weinig zijn twee oudste kids thuis doorbrengen. Zij hebben als pubers een minstens zo druk ‘werkschema’ als pa. Die gasten zijn met van alles en nog wat bezig. Ik zag Yuda met zijn vriendengroep met verlichte t-shirts op een donker pleintje staan. Oefenend voor een volgende schoolvoorstelling. Ik herken onze lange slungel uit duizenden, ook gezien op de rug. Moeder Elsa schafte een airfryer aan (of kreeg er eentje kado) en is daar nu volop mee aan het experimenteren. Elsa was onze kokkie toen wij zelf op Bali woonden. Zij kookt voortreffelijk, traditioneel en met moderne middelen. Ik weet zeker dat de knullen thuiskomen voor de maaltijden van hun ibu!

Ik zat een essay van Peter Giessen (Volkskrant) te lezen over de herdenking van de terroristische aanslagen in Parijs tien jaar geleden. Hij stelde (terecht) dat die daad een aanval was op de waarden van de Verlichting. Giessen was daar destijds correspondent en de aanval vond bij hem om de hoek plaats. Die avond tien jaar geleden vermoordden terroristen (geradicaliseerde moslims) 132 mensen in de Bataclan, op de terrassen in de buurt waar hij woonde. Hij schrijft dat hij toen een existentiële schok ervoer. Deze mannen keurden onze Westerse manier van leven af, inclusief onze ‘heiligste principes’ van democratie, rechtstaat en vrijheid van meningsuiting. Ik zie muzelluf als erfgename van de Verlichting, vooral als verdedigster van de emancipatorische idealen van die beweging. Ik ben er voorstander van het geluk voor zoveel mogelijk mensen te vergroten (in plaats van een kleine groep).

Terwijl ik zat te lezen, vroeg mijn liefje aandacht voor iets dat een van onze Balinese mannetjes zojuist met ons deelde via Whatsapp. Damai stuurde foto’s van zichzelf en vertelde dat hij die ochtend druk was geweest met het distribueren van gratis rijst aan minderbedeelden in hun omgeving. Hij staat op de foto met een paar ontvangers van pakjes rijst. We prezen hem en de actie uitvoerig; appten terug dat wij mensen die goeddoen in onze wereld ‘barmhartige Samaritanen’ noemen. 't Is dat hij zijn helm niet afnam voor de foto, anders had ik deze kleine held een auriool gegeven! En dan die tas met Kerstdecoraties... Hij en de overige gezinsleden zijn hindoe maar hun school is van alle religies. 

Niet veel later appte grote broer Yuda ons ook zijn verhaal. Hij was net zo goed bezig geweest. Iedereen in zijn klas had een collecte gehouden en het opgehaalde geld was aan een lokaal weeshuis geschonken. Hun middelbare school is ook zeer actief op sociaal vlak en zij passen daar als betrokken leerlingen uitermate goed. Het zijn kereltjes met het hart op de juiste plaats, wat ons betreft. Mijn liefje en ik leerden hen al op jonge leeftijd te delen met anderen en compassie te voelen voor mensen die een minder voortvarend leven leiden. Aanvankelijk voelden wij dat vooral voor henzelf, als kids uit een arm gezin dat niet veel kansen had. Daarna zetten wij met elkaar grote stappen voorwaarts op de economische en sociale ladder. Ik kijk met warme gevoelens en met enige trots terug op dat geslaagde ontwikkelingsproject

De huidige president van Indonesië, Prabowo Subianto, startte dit jaar een programma om rijst te verstrekken aan inwoners die weinig tot geen geld hebben. Daarnaast startte hij ook een landelijk maaltijdprogramma op scholen om ondervoeding en groeiachterstand tegen te gaan. Een nobel streven dat alleen maar kan worden toegejuicht. 

Het gratis maaltijdprogramma -budget 3,2 miljard- voorziet volgens het Nationaal  Voedingsagentschap (BGN) dagelijks in maaltijden voor 39 miljoen scholieren, peuters, zwangere vrouwen en jonge moeders. Het doel is om tegen het einde van het jaar 83 miljoen van hen te hebben bereikt. Sinds de start van dit programma raakten ruim 15.000 personen vergiftigd door het eten van die voedselpakketten. De implementatie van het programma was op zijn minst ‘onzorgvuldig’ te noemen, aldus een woordvoerder van een van de betrokken NGOs, Mother & Child Health Movement.  

Prabowo bagatelliseerde de omvang van het probleem. Hij stelde dat van de meer dan 1 miljard geserveerde maaltijden, de vergiftigingsgevallen slechts 0,0017%vertegenwoordigden. Een prestatie waarop hij trots zei te zijn. Dat was waar maar hij was niet de geeïgende persoon om dat te zeggen. Hij zei ook dat het programma de aanwezigheid van leerlingen op scholen en hun schoolprestaties verbeterde. Ook dat is -waarschijnlijk- waar maar hij had de kwestie niet op die manier moeten (willen) vergoelijken. Hij werd een straatjeschoonveger. Arrogantie van de macht? 

Critici in het land zeiden dat dit programma was bedoeld als een 'snelle overwinning' voor Prabowo's eerste 100 dagen in functie. Dat pakte averechts uit. De situatie werd een groot probleem voor de president. Mensen in het land zijn boos, er is nu veel negatieve publiciteit voor Prabowo. Maar niet van onze mannetjes. Die spreken respectvol over hun ‘mister president’. 

Uit onderzoek naar de gevallen van voedselvergiftiging bleek dat onjuiste bewaring van de pakketten, slechte hygiëne (E.coli-bacterie) en te late bezorging van gekookte maaltijden vaak de oorzaken waren. Volgend jaar heeft de regering een budget van ruim 5 miljard gereserveerd voor dit programma.

Nu ben ik zelf geen fan van deze voormalige generaal die president werd. Toen hij in zijn nieuwe functie aantrad, gaf ik hem het voordeel van de twijfel. Die twijfel werd groter in de loop van de tijd. Afgelopen maandag (10 november) was het nationale ‘Heroes Day’ in Indonesië. In Bahasa Indonesia klinkt dat leuker: Hari Palawan. Dan worden nieuwe helden en heldinnen van de Indonesische Republiek gekozen en geeërd. 

Indonesië telt inmiddels 237 Nationale Helden, onder wie 18 vrouwen. Een van deze heldinnen waarover mijn liefje en ik het volkomen eens zijn, was Raden Ajeng Kartini (hiernaast afgebeeld). Zij staat bekend als de Indonesische die streed voor vrouwenemancipatie en gendergelijkheid. Ze wilde dat vrouwen dezelfde toegang tot onderwijs kregen als mannen. Een andere heldin was Martha Christina Tiahahu. Deze jonge vrouw uit de Molukken was de dochter van kapitein Paulus Tiahahu. Op 17-jarige leeftijd nam ze de wapens op tegen de Nederlandse koloniale bezetter. Ze motiveerde andere vrouwen om te helpen op het slagveld. Dat zijn twee typen vrouw naar mijn hart: onderwijshervormers en politiek activisten. 

Deze week werd voormalige president en generaal Suharto (1921-2008) door Prabowo aan het Helden-lijstje toegevoegd. Een niet onomstreden keuze. Saillant detail is dat Prabowo de voormalig schoonzoon was van Suharto. Ik moet beamen dat Suharto aan het begin van zijn presidentschap ervoor zorgde dat Indonesië een snelle industrialisatie, economische groei (het BBP groeide met circa 7% per jaar), verbeterd onderwijs en een toename van binnenlands ondernemerschap bereikte. Hij wordt tot op de dag van vandaag ‘de vader van de economische ontwikkeling’ genoemd. Uit een recente peiling blijkt dat 80% van de Indonesiërs vindt dat hij dit heldendom verdient.

Deze nieuwe Nationale Held voerde echter drie decennia lang een ijzeren bewind in het land. Volgens onderzoekers was het leger van Suharto betrokken bij massamoord op onder meer vermeende communisten (1965-1966). Daarbij kwamen tenminste 500.000 Indonesiërs om. Indonesië heeft die moordpartijen nooit onderzocht. 

Zij houden Suharto ook verantwoordelijk voor mensenrechtenschendingen in de provincies Papua en Atjeh en voor de  verdwijningen van critici. Mensenrechten organisaties, waaronder Amnesty International Indonesia, riepen de regering voorafgaand aan heldendag op om de titel van Suharto in te trekken. Hij werd overigens ook beschuldigd van grootschalige corruptie en nepotisme, ten gunste van familie en vrienden. Ik las er bloedstollende boeken over.  

Het protest weerspiegelt de bredere zorgen over het historisch revisionisme dat onder Prabowo zijn intrede deed. De zwarte bladzijden uit de geschiedenis worden witgewassen. Maar daar gaan we onze Samaritaantjes niet mee lastig vallen.


maandag 10 november 2025

Bye, bye Gruslandia

We zijn terug op het Spaanse honk en kijken terug op een mooi en leuk uitje naar de autonome regio Extremadura. Daar lagen nog niet veel van onze voetstappen maar daarin is nu verandering gekomen. Als de kraanvogels uit het Hoge Noorden niet daar  naartoe zouden zijn gevlogen, had ik deze regio nu niet gekozen als bestemming. 

Het is een van de armere regio’s van Spanje, zeer groot, dunbevolkt en tamelijk ongerept, met veel land, landerijen en landbouw (olijven en druiven, bijvoorbeeld). In grote delen van de regio vind je nog oude steen- en kurkeiken. Daar scharrelen de zwartpootbiggen rond die zich voeden met de eikels van die bomen en uiteindelijk als ‘jamon ibérico de bellota’ op je bord belanden. Wij aten in het eerste hotel het lekkerste bordje ham dat we ooit proefden. Er zijn prachtige (middeleeuwse) steden te bezoeken maar die houden we voor een volgend bezoek: Badajoz, Cáceres, Trujillo en Plasencia blijven voorlopig op het reiswensenlijstje staan. 

Vóór ons vertrek naar Extremadura belde ik met iemand van het klooster van Guadelupe in de provincie Cáceres. Of we, als groep van twee, een kaartje moesten reserveren voor ons geplande bezoek? Dat was niet nodig. Bij aankomst konden we die kopen. We zouden dan tevens een tijdslot ontvangen. Zo verliep het. Vanwege het relatief vroege tijdstip van aankomen, konden we goed parkeren in een dwarsstraat van het dorp. 

Guadelupe telt minder dan 2.200 inwoners (telling van 2021). Het vormde zich rond het 14de eeuwse klooster van Santa María. Het verhaal gaat dat een herder daar een beeld van de maagd Maria vond langs de rivier de Guadelupe. Voor haar werd ter plekke een altaar opgericht. Dat groeide uit tot een kapel en zij tot de patroonheilige van de regio. Langzaam maar zeker werd Guadelupe een steeds belangrijker pelgrimsoord. De toenmalige Castiliaanse koning droeg een belangrijke zege over de moslims -het was de tijd van de Reconquista- op aan Onze-Lieve-Vrouwe-van-Guadelupe en door dit koninklijke patronaat breidde de faam van deze plek zich verder uit. De kapel werd een kerk en ernaast werd een klooster gebouwd. De Hiëronymieten, een besloten katholieke kluizenaarsorde uit de 14de eeuw met nauwe banden met de toenmalige Spaanse en Portugese vorstenhuizen, namen het klooster in gebruik en zetten de verdere stappen op weg naar een religieus bolwerk. De rest is geschiedenis. Hedentendage is het UNESCO Werelderfgoed. Er kwamen die zaterdagochtend meer toeristen op af dan er bewoners zijn. We hoorden geen enkele andere taal dan Spaans. 

Mijn liefje en ik maakten deel uit van de 11:40-groep, uitsluitend bestaande uit Spanjaarden op leeftijd. Dat schrijft de vrouw die de ouderenkorting op haar entreebewijs in dankbaarheid aanvaardde. De Spaanse gids was een goede vertelster. 

Nog nooit in mijn leven heb ik zo’n indrukwekkend, imposant klooster van binnen gezien. Het kent verschillende bouwstijlen (mudejar, barok, rococo, gotiek), is enorm groot (ruim 1ha) en spreidt een immense rijkdom en creativiteit tentoon. Binnen de muren van het klooster vind je een borduurwerkmuseum, een museum van boeken (grote van 1.700kg per stuk en kleine, zeer rijk versierd) en het museum van beeldende en schilderkunst dat originele werken van El Greco en Goya heeft. Er mocht in het klooster en de kerk niet worden gefotografeerd maar dat zag ik te laat. Toen waren deze foto's al geschoten. Geniet ervan. 

Er is tevens een zaal van de Zeven Sterke Vrouwen (!) en een speciale Mariakamer waar zich de reliekschrijn bevindt. 
De kamer met die sterke vrouwen uit de Bijbel, Maria, Sara, Esther, Jaél, Deborah, Judith en Ruth, wordt 'Camarín' genoemd; een woord dat ik niet kende. Het blijkt te gaan om een  kleedkamer maar dat klinkt nogal ongebruikelijk voor wat hier is te zien. Het is een grote achthoekige ruimte die blinkt van het goud. Het wordt wel 'het voorportaal van de hemel' genoemd. In de laatstgenoemde vertrekken van het klooster werden we rondgeleid door een Franciscaner monnik. Voor de ingang van het klooster staat een beeld van Franciscus van Assisi (oprichter van deze orde), al had hij niets met het ontstaan van dit klooster te maken. Wel hadden de beide ordes de verering van Maria gemeen. 

In de kleine Mariakamer die je tegemoet straalt, staat een cederhouten beeld van de Zwarte Madonna op een troon. De monnik pakte een zilveren amulet van de maagd in zijn ene hand en een poetsdoek in zijn andere. De eerste vrijwilligers stapten naar voren. Wij bleken de enige atheïste en agnoste te zijn in een menigte diepgelovigen. Zij kusten bijna allen het portret van de maagd, sommige in volledige devotie: met gesloten ogen en zelfs soms een traan. Wij niet. Yakkiebah, zeker niet. (Ik ben net hersteld van corona of griep...) Van dit evenement maakte ik nu eens geen foto. Te intiem, wat mij betreft. 

Over intimiteit gesproken, Extremadura is ook een walhalla voor vogelaars. Er zijn daar circa 300 vogelsoorten te spotten; daarenboven nog eens bijna 200 trekvogels in deze tijd van het jaar. 

Ongeveer 75% van het gebied in deze regio wordt omschreven als Belangrijk Vogelgebied van Spanje. Er is dus altijd wat te zien. Alhoewel wij vooral kwamen voor de migrerende kraanvogels, was er te allen tijde veel reuring in de lucht. We zagen ooievaars op hun nest - alleen of als paar (helaas niet de zwarte), hoorden bijna overal gefluit van zangvogels, zagen grote en kleine ibissen en reigers in bijna elk veld of poeltje dat we voorbij reden, reden onder electriciteitsmasten door waar drie vale gieren zaten uit te rusten van de jacht, zagen een meeuw in het stuwmeer van Alange een te grote vis verorberen. Dagelijks cirkelden arenden, buizerds, valken en gieren boven onze hoofden. De blauwe eksters waren niet op de vingers van vier handen te tellen. 

En wat zagen we veel kraanvogels (grus grus) tijdens dit uitje! Dat kwam vooral omdat we voor hen opstonden en op hen wachtten. Kraanvogels bij zonsopgang het water verlatend, kraanvogels bij zonsondergang naar het water, kraanvogels overdag foerangerend in de recent geoogste rijstvelden, kraanvogels die van veld naar veld vlogen. In grote en kleine groepen. Dat was hun dagschema. Wij volgden dat ritme op de voet. Als je iets wilt zien, moet je wat ondernemen. 

Mijn liefje vond het opvallend dat er zo weinig enthousiasme lijkt te bestaan voor deze vogels bij de inwoners van Extremadura. Toen we vorig jaar naar de lagune van Gallocanta afreisden (autonome regio Aragón) leek bijna het hele leven er in het teken te staan van de grus grus. Hotels en pensions die ernaar waren vernoemd, muurschilderingen van de vogels, bordjes en koffiekopjes met hun afbeelding, boekjes, posters, magneten, beeldhouwwerken in individuele tuinen. Het kon niet op. Als we Extremaduro's nu vroegen naar uitkijkposten of bijzondere velden, leken mensen soms zelfs te schrikken. Er was geen poster of vogelmagneet te vinden. Het drama van de vogelgriep onder migrerende kraanvogels in en rond de lagune is nu onbeschrijflijk groot. Er zouden al meer dan 900 dode dieren zijn geruimd; en je dan te beseffen dat het migratieseizoen nog maar net is begonnen. Tja. 

Op de ochtend van ons vertrek reden we nog één keer naar het veldje waar we ze ontdekten op het laatste adres. Ze stonden er weer, nu dichterbij dan ooit. Joehoe! Ik zag mijn kans schoon. Er waren zelfs jonkies in de groep. Terwijl ik de auto aan de kant van de (smalle) weg parkeerde, het portier zachtjes sloot en met mijn telelens rustig naar de overkant van de weg stapte om te gaan fotograferen, vlogen ze op. Er werd volop getrompettert: de vijand nadert. Ze vlogen op met de ochtendzon op hun grote lichamen. Een mooi gezicht. Het is misschien wel mijn dierbaarste shot van dit uitje. Je vindt het complete fotoalbum hier. Dit was bij nader inzien een toepasselijk afscheid van Gruslandia.

En voor de regelmatige lezer: we stuurden in de afgelopen dagen een paar geluidsopnamen in voor het nieuwe buitenlandproject van 'Vroege Vogels'. Eind 2025/begin 2026 wordt er een nieuw programma gemaakt met alle inzendingen van luisteraars in het buitenland. Dat deed ik in 2023 voor de eerste keer. Er werd enthousiast op de inzendingen van dit jaar gereageerd dus ik vermoed dat het project doorgaat. Wordt vervolgd. 


vrijdag 7 november 2025

Wie vertelt, legt vast

Als je van huis wegrijdt, ben je onwetend over wat je later overkomt. Dat gold zeker voor ons deze keer. We reden met goed weer en een lekkere temperatuur weg uit de Costa Blanca, op weg naar de autonome regio Extremadura. Als chauffeur wist ik dat mij een lange route te wachten stond. Wat ik niet wist, is dat we midden in een tornado terechtkwamen na circa 600km te hebben gereden. We waren ongeveer op een uurtje rijden van onze bestemming toen het steeds donkerder en dreigender werd. De lucht kleurde steeds dieper paars. Op enig moment begon het in die donkere wolk te flitsen van jewelste; eerst horizontaal, daarna ook verticaal.

De hemelpoorten openden zich na enkele minuten en de wind wakkerde enorm aan. De auto begon daardoor hevig te schudden. In drie seconden tijd zag ik geen hand meer voor ogen. Er kwam een muur van water op ons af, de ruitenwissers konden het niet aan. De jonge olijfbomen aan de linkerkant van de rijweg werden hevig door elkaar geschud. Ik minderde direct vaart en reed stapvoets naar de rechterkant van de weg. Min of meer op gevoel, ik zag namelijk niets. Dat moest wel met beleid gebeuren want ter rechterzijde van de rijstrook bevond zich een talud. Zo wachtten we het noodweer af, de motor hield ik voor de zekerheid aan en de alarmknipperlichten ook. 

Opgelucht konden we even later de weg vervolgen. Eenmaal aangekomen in het hotel vertelde de receptioniste ons dat het bij hen onderliep in de hal en een boom knalde omver op het buitenterras. Overal in de receptie en centrale hal stonden nog van die gele uitklapbare waarschuwingsborden voor gladde ondergrond op de marmeren vloer. 

Daarna klaarde het snel op. In de plaats Cáceres bleek zich op dat moment een drama af te spelen. Auto’s dreven daar door de straten. De brandweer moest eraan te pas komen maar niemand raakte gewond. In een half uur tijd daalde er 180 liter regenwater per vierkante meter neer! Dat lazen we de volgende dag in ‘el Periodico de Extremadura’. 

Ons eerste hotel was een voormalig kuuroord, op loopafstand van de oevers van het grote stuwmeer van Alange. Deze locatie was ons door een kraanvogeldeskundige aangeraden. Van hieruit konden we deze machtige vogels voor zonsondergang zien overvliegen naar hun overnachtingsplek in het water. Dat bleek te kloppen. We stonden op het geijkte tijdstip goed uitgerust (telefoon en camera’s) te wachten op hun komst. De zonsondergang was die avond kleurrijker dan ooit. Er vlogen honderden kraanvogels over, zij het op grote afstand en op 100 à 200m hoogte. We waren echter diktevreden met het resultaat. We zagen ze! 

De volgende ochtend hoopten we ze te zien vertrekken naar de voedergronden; vooral reeds geoogste rijstvelden in de (verre) omgeving hebben de voorkeur. Die ochtend was nóg beter voor de kijker: ze kwamen lager over en de opkomende zon bescheen hun onderlichamen fraai. 
Voor de luisteraar was die ochtend echter een drama. Vanwege die tornado moesten veel bomen worden gekapt en flink gesnoeid. Mannen met luide kettingzagen vulden de vroege ochtendlucht. Wij hadden ons voorgenomen die ochtend geluidsopnamen te maken voor mijn nieuwe ‘Vroege Vogels’-project maar dat was onmogelijk vanwege de herrie. Ik kon er wel om lachen. Mijn liefje, de geluidsvrouw, ook... 

Ik blijf mij erover verbazen hoe kraanvogels hun lange nekken recht kunnen houden als ze zo lang vliegen. Dat vergt volgens mij een flinke inspanning. Meestal waren het grote groepen kraanvogels, soms kleine(re) plukjes die overvlogen. Als ze nog niet in V-formatie vliegen, is het een getrompetter en geroep van heb ik jou daar. Alsof ze elkaar nog even moeten vinden. Als ze eenmaal in optimale vliegvorm bewegen, neemt het getetter af. Je lijkt dan alleen de koploper en de achterste vogel te horen communiceren. Ik vind dat fascinerend! 

We zijn sowieso blij met elk rondvliegend gevleugeld vriendje, gezien de dramatische toestand van de vogelgriep. Er stond een alarmerend artikel in Trouw over de veldslag die nu in die gelederen woedt. De journalist noemde het ‘een gevleugelde pandemie’. In de nieuwsbrief 'Vogelkijken' stonden hartverscheurende verslagen van zieke vogels in Noord-Duitsland en delen van Frankrijk die moesten achterblijven terwijl de rest van de groep doortrok. In sommige gevallen bleven ook jonkies achter om bij een zieke ouder(e) te blijven. 

Een besmette vogel vertoont al na enkele uren de eerste symptomen en overlijdt meestal binnen drie dagen. De vogels verzwakken enorm en sterven doorgaans door verdrinking omdat ze niet genoeg kracht hebben om hun kop boven water te houden. Het virus tast de ademhalingswegen, het spijsverterings- en zenuwstelsel aan waardoor zieke vogels vaak ongecontroleerde bewegingen gaan maken. Dat is niet om aan te zien.  

Op dag 2 bezochten we overdag hoofdstad Mérida (vroeger ‘Augusta Emerita’ genoemd), een stad met eeuwenoud UNESCO Werelderfgoed in en om het centrum. Bij strakblauwe lucht liepen we over de Romeinse brug, zagen we het Romeinse theater en amfitheater, de tempel van de Romeinse godin Diana en meer van heel dichtbij. Men noemt het ook wel het archeologische ensemble van de stad. Had ik niet willen missen. Overal op het terrein zaten archeologen hun werk te doen. Op de vraag van mijn liefje wat ze precies zochten, zei een van hen 'todo'. Ofwel van alles. Er werd genoteerd, materiaal in genummerde zakjes gedaan en opgeborgen. Serieus werk. Mérida wordt wel 'het Roma van Spanje' genoemd. Al is het een stad met prachtige geschiedenis, ik weet niet of de vergelijking werkelijk opgaat...  

Op de laatste ochtend van ons verblijf in Alange stonden we extra vroeg op. De lucht boven de embalse kleurde mooi maar er waren wolken. Wij waren vroeg, maar de kranen niet. Die kwamen relatief laat over. We hadden ons voorgenomen die ochtend een laatste poging te doen geluidsopnamen te maken van hun passage. Dat ging best goed. Vanwege de kilte en het lange wachten, zaten de vingers van mijn liefje vastgeklonken aan het telefoonscherm. Kasian. Vroege Vogels-redactrice Jasmijn smacht inmiddels naar enkele fatsoenlijk hoorbare bijdragen, vermoed ik. 

Inmiddels zijn we op bestemming 2. Op weg hier naartoe reden we over de campo (binnenland), zoekend naar die grijze lichamen. Eigenlijk is het gekkenwerk. Het personeel van het toeristenbureau in Alange wist ons niet te vertellen waar de kraanvogels zich precies ophouden overdag. Dat is aan biologen, was hun oordeel. 

Toen we op weg waren naar ons tweede hotel vroegen we een jonge kerel van de Guardia Civil waar we de grootste kans hadden foeragerende kraanvogels te zien. Hij pakte de telefoon direct van mijn liefje over en typte een bestemming in in Google Maps. Het resultaat gaf hij aan haar terug. Op die instructies reden we vervolgens door. 

Onderweg zag ik op een bepaald moment veel grijze stenen in een geoogst veld aan de linkerkant van de weg. Je begrijpt het: die stenen waren levende kraanvogels. Joehoe! We parkeerden de auto aan het begin van een boerenpad en liepen voorzichtig richten de grazende dieren. Kraanvogels zijn nogal schuw, ze vliegen op bij het minste of geringste. Zo fotografeerde ik de eerste ‘grullas’ op de grond zichzelf voederend (inclusief jonkies die met hun ouders meevliegen; die zijn niet witgrijs maar bruinig). Mijn liefje maakte nieuwe opnamen.

Morgen wordt ook weer een dag waarop we cultuur en natuur combineren: we gaan de zwarte madonna van Guadelupe en het koninklijke klooster bezichtigen (eveneens UNESCO Werelderfgoed), een plaatselijk geopark bezoeken, een eeuwenoude boom fotograferen en meer vogels op het veld zien in wat wel het epicentrum van migrerende kraanvogels wordt genoemd (provincie Badajoz). Fingers crossed. 

Al verblijven we nu in een leuk hotel (met restaurant) in de buurt van het stuwmeer van Orellana, we staan niet meer vroeg op om ze te zien overvliegen. Het is goed zo. Onze belevenissen kun je ook in beeld volgen in mijn webalbum, getiteld ‘Extremadura 2025’.


dinsdag 4 november 2025

Wie ziet, kan vertellen

We gaan weer touren in eigen land. Deze keer voert de tocht ons naar de autonome regio Extremadura. We reden er weleens doorheen, speelden en overnachtten 20 jaar geleden op de golfbaan van Cáceres maar verder liggen er geen voetstappen. Extremadura betekent ‘harde rand’ of ‘extreem moeilijk’ in het Spaans. Het is niet per se moeilijk om er te komen. Als wij vanaf de zuidoostkust in een (bijna) rechte lijn naar het westen rijden richting Portugal kom je er, onder Madrid en Toledo door. Regio Extremadura kreeg zijn benaming doordat het zich destijds aan de buitenrand van het katholieke koninkrijk bevond ten tijde van de Reconquista. Dit is de periode in de geschiedenis van het Iberisch Schiereiland (bijna 800 jaar) waarmee de verhitte strijd van de christenen om gebied terug te veroveren op de moslims wordt aangeduid. 

Mérida is de hoofdstad van de regio en staat op de lijst van UNESCO Werelderfgoed. In de Romeinse tijd werd deze plaats Emerita genoemd. Je vindt er een eeuwenoude Romeinse brug, een groot amfitheater van acht eeuwen voor onze jaartelling, de tempel van godin Diane (uit de tijd van de eerste Romeinse keizer Augustus) en het Alcazaba (groot Arabisch fort). Allemaal zeer de moeite waard. Die stad gaan we dan ook bezoeken, net als het verderop gelegen klooster van de zwarte madonna: Onze-Lieve-Vrouwe van Guadelupe; eveneens UNESCO Werelderfgoed. In 1493 vernoemde Columbus (daar heb je 'm weer!) de Franse archipel Guadeloupe naar de heilige van dit 13de eeuwse klooster. Na de ontdekking van de Nieuwe Wereld maakte de ontdekkingsreiziger zijn eerste pelgrimstocht naar deze plek in de oude wereld. De bouw van dit klooster liep door in de 14de en 15de eeuw. Tot ver in de 19de eeuw bleef dit het belangrijkste convent van Spanje. 

De steden Cáceres, Trujillo en Plasencia alsmede het nationaal park Monfragüe, een vogelparadijs in het noorden van Extremadura, bewaren we voor een volgende keer. Na uitgebreide lezing in reisgidsen en op het web weten we dat er genoeg reden is om terug te keren naar deze regio (net als Columbus deed). 

Maar de hoofdreden voor dit uitje is de Europese of Euraziatische kraanvogel (grus grus), 'grullas' genoemd in het Spaans. Om vele redenen een fascinerende vogel. Het is een oeroude diersoort waarvan fossielen zijn gevonden die 2,5 miljoen jaar oud zijn, dus uit de tijd van de mammoet. Kraanvogels blijven hun hele leven bij elkaar zodra ze een partner hebben gevonden. Dat kan wel 20 tot 30 jaar duren. Een kraanvogelpaar versterkt hun band jaarlijks door samen te trompetteren en te dansen. Mijn liefje en ik doen dat ook sinds we dit weten... 

Hun getoeter reikt ver, over kilometers afstand. Dat komt door de lange luchtpijp die ze hebben (1,5m) die gekruld ligt in het borstbeen en zo fungeert als een soort natuurlijke geluidsversterker. Kraanvogels zijn in staat om over de hoogste bergketen ter wereld te vliegen: de Himalayas, op ruim 8.000m hoogte. Baby-kraanvogels zijn bijna direct na geboorte in staat om te lopen, te zwemmen en het nest te verlaten.   

In de aanloop naar dit uitstapje zocht ik uit waar in Extremadura we het best naartoe kunnen gaan om deze vogels goed te zien. Er zijn een stuk of tien zones waar deze gevleugelde vriendjes overwinteren maar we gaan die niet allemaal bezoeken. Er moest een keuze worden gemaakt. Extremadura is dé overwinteringsplaats voor ruim 50% van alle migrerende kraanvogels uit Scandinavië, de Baltische Staten en Oost-Europa. (Slechts een klein percentage vliegt door naar Noord-Afrika.) De piek werd hier geteld in 2022. Toen kwam men op ruim 136.000 kraanvogels. 

November 2024 bezochten we de lagune van Gallocanta in de autonome regio Aragón. Ook daar strijken jaarlijks tienduizend tot meer dan honderdduizend kraanvogels neer. Je weet niet wat je ziet en hoort als ze in grote V-formaties over je hoofd vliegen. Hun karakteristieke getrompetter hoor je al van verre aankomen. Spectaculair!

Wat we daar leerden, is dat deze vogels 's ochtends van hun slaapplaatsen naar de weiden en akkers trekken om te foerageren en 's avonds -voor zonsondergang- van die dehesas naar de meren en lagunes terugvliegen om daar te gaan slapen. Ze slapen in water omdat ze dan veilig(er) zijn voor roofdieren op het land. Kraanvogels zijn alleseters: insecten, granen en zaden maar soms ook eikels. Dat laatste doen ze vooral in Extremadura waar de zwartpootvarkens (Ibérico-varkens met hun patas negras) de scepter zwaaien op de landerijen met steen- en kurkeiken. Die krijgen dus enkele maanden concurrentie van deze grote groepen vogels! Ik hoop wel een paar gemengde groepen in het veld te kunnen fotograferen. 

Voor het samenstellen van een reisprogramma maakte ik gebruik van ChatGPT. Op basis van een lange prompt kreeg ik een lijst van locaties in het noorden, midden en zuiden van de regio waar de vogels overwinteren. Daarna was het edel hand- en denkwerk om een definitieve keuze te maken. Dat kun je (nog) niet aan een AI bot overlaten. Ergens in die veelheid van gegevens las ik dat Moheda Alta ‘het epicentrum van de kraanvogels’ is. Nu hoeft dat niet waar te zijn dus ik zocht verder naar bevestiging van deskundigen. 

Zo legde ik contact met een organisatie die de kraanvogels in Extremadura telt in de herfst. Ze noemen zichzelf een studie- en beheergroep (Grus Extremadura). Daar kreeg ik contact met ene José die mij veel tips gaf, onder andere over akkers en waterpartijen in en om zijn eigen woonplaats; inclusief de vele uitkijkpunten. In zijn eerste mail meldde hij dat er op dat moment 400 kraanvogels waren geteld, de keer daarop ging het al om meer dan duizend exemplaren. Ze waren onmiskenbaar in aantocht. Hij bevestigde de betekenis van Moheda Alta. 

Van het een kwam het ander. José stuurde mij daarna een persbericht die de voorpret enigszins temperde. Daarin wordt uitgelegd dat de vogelgriep, het H5N1-virus, niet alleen al tienduizenden dode kraanvogels veroorzaakte onderweg, vooral in Duitsland maar ook in Frankrijk, maar dat het virus inmiddels ook op Spaans grondgebied toesloeg; onder andere in en om de lagune van Gallocanta waar wij vorig jaar waren. Het is de eerste keer dat kraanvogels in het wild worden geraakt door deze vogelgriep. Het tijdstip van deze uitbraak had niet beroerder kunnen zijn! In een krant werd de ziekte een vliegende pandemie genoemd. De vogels komen tijdens de migratie in groten getale samen -ook op tussenstopplekken- en dan gaat een besmetting snel rond. De vrees bestaat dat deze vogelgriep weleens 10 à 15% van de hele migrerende kraanvogelpopulatie zou kunnen treffen. Dat zou een ongekend drama zijn. De Europese kraanvogel heeft nu de status 'niet bedreigd' maar dat zou zomaar kunnen veranderen. We moeten 112 bellen als we dode kraanvogels zien in het gebied. Niks aanraken, alles melden. 

In mijn laatste mail stelde ik José voor elkaar persoonlijk te ontmoeten in zijn woonplaats. Of in de receptie van het plaatselijke hotel. (Dat heeft trouwens een muurschildering met grote kraanvogels in het restaurant, zag ik op de website.) Een soort Vrouw zoekt Boer maar dan anders. In mijn mails aan hem gebruikte ik bewust de ‘wij’-vorm. Opdat hij zich maar niets in het hoofd haalt! Hij zou ons dan kunnen rondleiden en vertellen wat we zien. Dat lukte niet. Wel was er een uitnodiging voor een praatje in het plaatselijke cultureel centrum, gevolgd door een bezoek aan een uitkijkpunt (mirador) over een waterreservoir.  Dat lukte evenmin. Op die avond zijn we alweer op een andere plaats.

Mijn favoriete radioprogramma ‘Vroege Vogels’ (NPO1 op zondagochtend) deed weer een oproep aan Nederlandse luisteraars in het buitenland. In 2023 deed ik voor de eerste keer mee aan hun eindejaarsprogramma en ook dit jaar meldde ik mij. Toen ging het om vogels in de omgeving van mijn woonplaats: reuring in de salinas en de sneue toestand van de hevig vervuilde Mar Menor, Europa's grootste binnenzee. Nu stelde ik voor een reportage te maken over migrerende kraanvogels in Extremadura. Redactrice Jasmijn en collega’s zijn enthousiast over dat idee. Ik ga de komende dagen dus ook geluidsopnamen maken. Kijken of dat lukt. (Wordt vervolgd.) 

We hebben zin om weer even op pad te gaan. Het zal ongetwijfeld tot boeiende vergezichten en verhalen leiden. Die hoor en zie je binnenkort.

P.S. De foto's van volle velden en in de lucht zijn van eigen makelij. Een nieuw webalbum is in de maak. 


zaterdag 1 november 2025

Griezels

Nee, even geen verkiezingsblog al ben ik blij met de overwinning van D'66 en Rob Jetten als 's lands nieuwe Jeune Premier. De eerste openlijk homoseksuele minister-president van het land. Joehoe! Mijn stem kwam niet bij de winnaar terecht maar de zegen is hem (pro-democratie, pro-Europa, pro-klimaat) van harte gegund. In de Britse krant The Guardian werd hij neergezet als een politicus die aantoont dat het politieke midden stand kan houden in barre tijden. De anti-Wilders.

Hij maakte de verkiezingsleus van zijn partij meer dan waar: ‘het kan wél’. De gematigde Nederlander leek te snakken naar een positief verhaal, een narratief zonder gif. Ervan uitgaande dat achter één zetel in de Tweede Kamer circa 70.000 stemmen staan, betekent het dat ruim 1.8 miljoen Nederlandse kiezers op deze partij en deze partijleider stemden. Sommigen noemden hem in de euforie ‘Kennedy aan de Waal’ (Jetten komt uit Uden, Brabant). De vergelijking was niet met de huidige Amerikaanse Health Secretary (minister van Volksgezondheid) met dezelfde achternaam. Deze vaccinscepticus besloot onlangs alle vaccinatieprogramma’s te stoppen omdat ze een gevaar zouden zijn voor de volksgezondheid. Een gevaarlijke beleidswijziging... Wij gaan onze prikken binnenkort weer halen.

Ik vraag mij wel af hoe de griezels zich nu voelen die enige tijd geleden nog met fakkels voor het Haagse hoofdkantoor van D'66 stonden en er stenen door de ramen gooiden. Ik hoop dat de nieuwe regering ook hen straks weet te verenigen, al realiseer ik mij dat grote vraagstukken zich niet in één termijn laten oplossen. Maar hoop doet leven. Ook ik sla het Grote Boek van Negativiteit en Haat graag dicht. Weg met de extreemrechtse wurggreep op de politiek, weg met de polarisatie, weg met het populisme. Laten we de mouwen opstropen en samen aan de slag gaan. Voor Nederland!

Mijn liefje en een clubje vrienden keken gisteravond gebiologeerd naar, in kleurrijke kleding uitgedoste dansers. Wat dat clubje gemeenschappelijk heeft, is dat iedereen in dezelfde woonwijk woont als permanent resident en dat we allemaal korte of lange tijd in Engeland woonden in een ver verleden. Vooral dat laatste telt: als je er woont, leer je genieten van Indiaas eten, met curry’s als uithangbord voor deze keuken.

Die gerechten leerden we waarderen toen we in Caversham Heights woonden, een fraaie, hoog gelegen buitenwijk van universiteitsstad en graafschap Reading in Berkshire. Met stijgingspercentages van 14%, heel veel bomen en zicht op de Theems. 
Eenmaal leende ik de Jaguar van mijn liefje om naar mijn werk in hartje Londen te gaan. Ik reed de tank zo leeg dat zij de auto de volgende ochtend in zijn vrij moest zetten om daarna beneden bij de benzinepomp aan te komen. Dat lukte haar net... Als straf mocht ik haar auto een tijdje niet lenen. Dat was terecht, vond ik toen en nu. (Zelf had ik echter ook een auto, een Jeep Grand Charokee die ik later naar Spanje exporteerde en die jarenlang een caravan door Europa trok.) Dat 'leegrijden' was wel verwend en egocentrisch drakengedrag van mijn kant.  

We hadden in Caversham destijds een kleine buurtsuper -annex videoshop- die werd gerund door een Indiase familie, op ongeveer 200m van ons huis. Erg aardige lui al mengden we sociaal nooit. We gingen regelmatig eten in een van de vele Indiase restaurants in de omgeving. Als we op vrijdagavond te moe waren om uit te gaan, kochten we soms een Indiaas voedselpakket. Type rijsttafel, met een voorafje, hoofd- en bijgerechten en een toetje. Bij Waitrose. 

Een van mijn teamleden destijds, Veronica Kumar, was Indiase. Een prachtige, slimme meid. We werden uitgenodigd voor haar traditionele huwelijk in het Hilton hotel aan Hyde Park. Het was een happening van jewelste! Met honderden gasten. Mooi dat een keer te hebben meegemaakt. Zo leerde ik Indiaas eten zeer waarderen en die goesting is er tot de dag van vandaag.

Als je wilt weten wat je moet kiezen, vind je hierbij een handig kaartje dat ik overnam van de blog ‘de wereld op je bord’. 

In het noorden eet men vooral: paratha/naan, yoghurt, boter, noten, gedroogd fruit, vlees (vooral lam), Tandoori-gerechten, kashmiri chillies en paneer (Indiase kaas). In het westen vind je met name groenten, linzen en granen, chapati (platbrood), palmsuiker en vindaloos (stoofgerechten). In het zuiden krijg je rijst en rijstprodukten, zoals dosas (rijst wraps) en Idlis (rijst cakes), vis, kokosnoot, zeer pittige chillies (bird’s eye), tamarinde, limoensap en curryblaadjes. En tenslotte, in het oosten serveren ze mosterdolie en -zaad, panch phoran (kruidenmix, 5-spice), zoetwatervis, desserts en andere zoetigheden.

In onze woonwijk hebben we sinds enkele maanden een goed Indiaas restaurant. Alle mannen in de bediening hebben Indiase roots. De eigenaar is een Sikh (draagt een tulband), een aantal van hen komt uit Punjab, uit het hoge Noorden van India. In de eerste week van opening stonden we daar al op de stoep. Zij bieden gerechten aan uit elke regio van het land. Ze zijn zeer klantgericht en de keukenbrigade is top.

Recent organiseerden zij een Bollywood-avondje voor de vaste gasten. Het was er bomvol, vooral Britten, sommige van hen in Halloween-uitdossing. Er hing een goede sfeer. 

Er werd gedanst door vrouwen in traditionele kleding, op zeer opzwepende muziek. Het was soms moeilijk om stil te blijven zitten. De jongste in de bediening (rechts op de foto) kwam telkens vertellen uit welke streek de nieuwe dans stamt. Het werd een leuke avond. Mijn Bhuna curry (uit Bengalen, noordoost-India) was de lekkerste van alle curry's die ik daar tot nu toe at!