Translate

zaterdag 7 januari 2017

Myanmore (part 3)

Nu we het rustig aan doen in Myanmar, is er ook meer gelegenheid tot bloggen. Tijdens de rondreis was daar vanwege het drukke reisschema nauwelijks tijd voor. Nu zou ik het liefst iedere dag iets publiceren, ter compensatie. Wifi is hier oké al zijn er westerse sites en apps zoals kranten.com, Nos.nl en Whatsapp die thans niet op de apparaten willen laden. De verbinding met de plaatselijke router is sterk, daarachter gaat het fout. Het probleem lijkt bij de internet provider te liggen. Op internet zoeken gaat nog maar doorklikken ho maar! Deze keer worden de frustraties vooral gevoeld door mijn liefje-de-nieuwsfreak. De provider moet wellicht een domein-switch omzetten maar ga dat maar eens uitleggen in een land met een communicatieprobleem. Misschien blokkeert men wel alles dat heeft te maken met Nederland? Als straf voor Klaas Haijtema-de-stekkertrekker- en diens landgenoten? Tja.

Er is veel meer dat ik zou willen schrijven over dit bijzondere land en de Myanmarese bevolking. Elke dag beleef of overdenk ik wel iets dat een blog verdient. Vanmorgen las ik online in The Guardian -die het wel doet- dat het lichaam van de laatste koning van Birma, Thibaw Min, na bijna 130 jaar hoogstwaarschijnlijk naar zijn geboortegrond terugkeert. De koninklijke familie week uit naar India toen de Britse kolonisator hier voet aan wal zette. Na de onafhankelijkheid was er geen reden terug te keren want de militairen die de touwtjes in handen namen, zagen de royals als een gevaar. Naypyidaw, de grootse maar lege hoofdstad die de generaals van Myanmar voor miljarden dollars voor zichzelf bouwden (ook ondergronds) betekent “verblijfplaats van koningen” hetgeen aangeeft wat hun aspiraties waren. Niemand woont er, men werkt daar slechts…

In het artikel stond tevens te lezen dat een achter-achterkleinzoon van de koning dit jaar met de hoogste militair van Myanmar een bezoek bracht aan de begraafplaats van zijn voorouder in India. Familieleden van de voormalige koninklijke familie mochten dit jaar voor het eerst het Royal Palace, ‘hun’ eigen paleis in Mandalay bezoeken. Er zit dus schot in de zaak en dat vind ik goed nieuws. Wij bezochten een replica van het paleis in Bago. Het oorspronkelijke gebouw werd ernstig beschadigd door Engelse bombardementen gedurende de Tweede Wereldoorlog. Mensen van Bago zijn trots op ‘hun’ namaakpaleis, men leert nu pas over hun koninklijk verleden. Toen wij er rondliepen, was het druk. Het leidde tot grappige taferelen. Mensen wilden, zoals gebruikelijk, met ons op de foto, ik zag verliefde stelletjes over de verhalen van hun koningen gebogen staan, zowel binnen als buiten werden honderden selfies geschoten. 

Wij hebben het naar de zin in onze moderne, bovengrondse bungalow aan Silver Beach. Het was een hele toer om hier te komen maar nu we er eenmaal zijn, staan we open voor de geneugten van de plek. We slapen onder klamboes omdat er muggen zijn; niet veel maar een kan al teveel zijn. We hebben een terras met zitje, een buitendouche achter het huis en zicht op een riante tuin die direct aan het strand ligt. Het resort heeft een zwembad, een spa en een goed restaurant. 's Morgens ontbijten we met vers tropisch fruit, verse fruitsapjes, eieren naar keuze of een pannenkoek. We huurden fietsen waarmee we op vlakke wegen op onderzoek uitgaan.

Er is niet veel te doen in de badplaats zelf, die mij sterk doet denken aan Lovina. Links en rechts van de hoofdstraat bevinden zich winkels waar ze bijna allemaal dezelfde prullaria verkopen. Rechts en links vind je restaurants die op de menukaarten veel dezelfde gerechten hebben. Hier bestelde ik reeds gegrilde tijgergarnalen met citroensaus en soft shell-krab in Aziatische marinade. Beide schotels waren om de vingers bij op te eten; erg vers en uiterst smakelijk bereid.

Mijn liefje en ik namen een verfrissende duik in het zwembad en liepen daarna naar de warmere baai van Bengalen. We deden allebei een wens, die we overigens nooit hardop uitspreken. Dat doen we al bijna 28 jaar zodra we iets dat we graag willen, uiteindelijk doen. (Wel kan ik verklappen dat vele wensen reeds uitkwamen.) Er zijn overdekte ligplaatsen op het strand en een lokale verkoper voorziet ons voor de deur van sap van verse kokosnoot. 

Het zeewater is warmer dan de boventemperatuur; rond 29 graden Celsius, vermoed ik. Het verschil tussen eb en vloed is groot. 's Morgens liggen ettelijke rotsblokken bloot in de branding, 's middags staan ze ruim onder water. Overdag komt het niet boven 30 graden Celsius, de luchtvochtigheid ligt rond 10%. In deze tijd van het jaar heerst hier een heel aangenaam klimaat.

Net als in andere delen van het land hebben we ook hier te maken met ont-zet-tend lieve, jonge personeelsleden van wie het Engels echter te wensen overlaat. Ze zeggen van alles maar er is vaak geen touw aan vast te knopen. Hun tongval in hun eigen taal  is zó anders dan de Engelse en dat speelt hen parten. Zelf ging ik inmiddels over op kindertaal maar zelfs dan is het lastig converseren. Zo was ik een tijdje bezig met degene die een azuurblauwe margarita (cocktail) kwam brengen terwijl het exemplaar van de vorige avond de gebruikelijke lichtgele kleur had.

Ik vroeg haar ‘why’ mijn favoriete drankje die kleur had. Ze antwoordde dat er geen wine in de cocktail zit... Tja. Ze sprak het woord ‘waarom’ een paar keer uit - geen enkele keer klonk het zoals ik het zei; niet dat mijn uitspraak de norm is maar toch. Ze vroeg mij vervolgens het woord op haar betaalbon te spellen. Om te oefenen? Ik realiseer mij dat Engelse taalvaardigheid hier een issue is. Ze doen erg hun best maar diegene met de beste taalvaardigheid wordt hier te pas en te onpas uit zijn morgen-, middag- en avondslaapje gehaald om te komen vertalen of te reageren. Kasian.



1 opmerking:

  1. oef wat ben ik jaloers. Ik ben nog steeds aan het bijkomen! Geniet en wat schrijf je verslavend leuk.Geniet nog lekker daar met je lief.

    BeantwoordenVerwijderen