Ngwe Saung, de badplaats waar we thans verblijven, betekent zilveren
strand. Het is ongeveer tien kilometer lang. Het ligt aan de baai van Bengalen,
de grootste baai ter wereld. Volgens deskundigen is dit het een na mooiste
strand van Myanmar. De mooiste stranden liggen in Ngapali, eveneens aan de
westkust maar een stuk noordelijker; om precies te zijn in de Rakhine-staat,
waarover nu zoveel is te doen. Daar moet je naartoe vliegen, wij namen de bus van
Yangon naar de kust.
In een reisgids las ik dat cycloon Nargis in mei 2008 enorme schade aan
het gebied berokkende. Daarbij vielen 138.000 doden en circa 50.000 mensen
werden vermist. Het is Myanmars dodelijkste cycloon ooit. Ik vind het bizar dat
het nieuwsfeit geheel langs mij heen ging… Vier jaar daarvoor, met de tsunami (in
hetzelfde gebied), was de hele wereld in rep & roer. Birma zat toen nog op
slot en de militaire junta weigerde aanvankelijk elke buitenlandse hulp. De
manager van het resort vertelde ons dat Ngwe Saung niet werd geraakt, in tegenstelling
tot zuidelijker gelegen townships in de Irrawaddy-delta. Het geteisterde gebied
bleef daarna jarenlang afgesloten, met stagnerende ontwikkeling
tot gevolg.
Er gebeurt hier nog steeds niet veel maar er is van alles te beleven als
je oog hebt voor de presentjes van Moeder Aarde. Vanzelfsprekend heeft het zilveren
strand twee mini-zedi’s op een rots; we mogen dan off the beaten track zijn, het
blijft een boeddhistisch land. Het ene moment van de dag staan de rotsen met de
voetjes in het zeewater, het andere moment staan ze ruim op het droge. Met de
strakblauwe lucht levert dat mooie plaatjes op.
Doordat het verschil tussen eb en vloed groot is hier, ziet het strand er bij laag water uit als de
oceaanbodem; een apart verschijnsel. Door die compacte ondergrond racen lokalen
met hun brommers langs de branding. Als je niet uitkijkt, word je van je flip-flops
gereden! Je kunt tegen betaling achterop een quad bike, een brommer of een
paard over het strand draven. Wij doen niets van dat alles, wij wandelen. Mijn
liefje-de-fitbitch had een topweek: ze zette bijna 100.000 stappen. Joehoe!
Sinds mijn kindertijd ben ik een verwoed beach comber dus er valt altijd
wel iets te rapen of van dichtbij te bekijken. Er schijnt hier van alles aan te
spoelen. In het resort ligt een skelet van een kleine walvis of een grote
dolfijn. Het is een dier met een betrekkelijk lange snuit dus het kan een soort
vinvis of een langsnuitdolfijn zijn. Tijdens mijn eerste zwempartij in de baai vond ik een zware, zwarte armband (natuursteen, amber?) in de branding. Birmees
amber is wereldberoemd. Mijn liefje en ik kochten in Yangon tweekleurige armbanden
van hetzelfde materiaal om daarmee -alvast- ons 28-jarige verbond te vieren dat
volgende maand plaatsvindt.
Het strand is habitat van veen van Boeddha’s schepselen, klein en groot. Krabben en
slakken schieten weg voor onze grote Westerse voeten. Ze laten echter fraaie
fresco’s achter op het zand.
De schelpenvondst is niet spectaculair maar als liefhebber buk ik met plezier voor bonte tweekleppigen in diverse kleuren en maten, gladde olijfjes en fraaie kauri’s die ik hier vind. Ik vermoed dat de lokalen 's ochtends heel vroeg de mooiste schelpen oprapen. Men verkoopt hier sieraden en andere schelpensouvenirs. Er is een zelfs een nationaal bord- of dobbelspel dat hier met schelpen wordt gespeeld, genaamd Kyway En. Een Duits vrouwenstel (alweer een!) uit het resort vond een fraaie koraalroos in zee; toen ik het ding zag, moest ik mijn jaloezie verbijten. Zij vroegen de receptionist vervolgens of ze de vondst mee naar huis mochten nemen. Dat mag niet… en dat is maar goed ook. Ik snorkelde een enkele keer voor de kust maar dat was meer tijdverdrijf dan doel. De golfslag en de stroming werden afgelopen dagen wel sterker; dat is niet verwonderlijk want het werd volle maan.
De schelpenvondst is niet spectaculair maar als liefhebber buk ik met plezier voor bonte tweekleppigen in diverse kleuren en maten, gladde olijfjes en fraaie kauri’s die ik hier vind. Ik vermoed dat de lokalen 's ochtends heel vroeg de mooiste schelpen oprapen. Men verkoopt hier sieraden en andere schelpensouvenirs. Er is een zelfs een nationaal bord- of dobbelspel dat hier met schelpen wordt gespeeld, genaamd Kyway En. Een Duits vrouwenstel (alweer een!) uit het resort vond een fraaie koraalroos in zee; toen ik het ding zag, moest ik mijn jaloezie verbijten. Zij vroegen de receptionist vervolgens of ze de vondst mee naar huis mochten nemen. Dat mag niet… en dat is maar goed ook. Ik snorkelde een enkele keer voor de kust maar dat was meer tijdverdrijf dan doel. De golfslag en de stroming werden afgelopen dagen wel sterker; dat is niet verwonderlijk want het werd volle maan.
Toen mijn liefje en ik onlangs over het strand naar het resort
terugliepen voor een kopje koffie, riep zij “zeearend!” Mijn nek schoot stante pede in
de spotstand. In de lucht was een white bellied sea eagle te zien, cirkelend
boven het wijde water. High & mighty. We stonden minutenlang gebiologeerd
en aan de grond genageld, al was het niet de eerste keer dat we deze imposante vogel met
eigen ogen zagen. Australië, Maleisië en Sri Lanka gingen Myanmar voor. De foto
is -wederom- niet scherp maar de spanwijdte en de gretige kop staan op mijn
netvlies gegrifd. Het blijft een prachtig gezicht. Never a dull moment.
Wij gaan dit paradijsje morgen verlaten. Ik zal het
geruststellende geluid van de branding aan de baai van Bengalen gaan missen. We
reserveerden twee stoelen (plaats 1 en 2!) in de aircobus naar Yangon waar we
nog éénmaal overnachten voordat we beginnen aan de lange thuisreis. De volgende
blog komt weer van het Spaanse honk, Leo Dovente. Er valt nog veel te
vertellen. Hierbij tevens de laatste stand van het Myanmar-webalbum.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten