Nu we het rustig aan doen in Myanmar, is er ook meer gelegenheid tot
bloggen. Tijdens de rondreis was daar vanwege het drukke reisschema nauwelijks
tijd voor. Nu zou ik het liefst iedere dag iets publiceren, ter compensatie. Wifi
is hier oké al zijn er westerse sites en apps zoals kranten.com,
Nos.nl en Whatsapp die thans niet op de apparaten willen laden. De verbinding met
de plaatselijke router is sterk, daarachter gaat het fout. Het probleem lijkt bij
de internet provider te liggen. Op internet zoeken gaat nog maar doorklikken ho maar! Deze
keer worden de frustraties vooral gevoeld door mijn liefje-de-nieuwsfreak. De
provider moet wellicht een domein-switch omzetten maar ga dat maar eens
uitleggen in een land met een communicatieprobleem. Misschien blokkeert men wel
alles dat heeft te maken met Nederland? Als straf voor Klaas
Haijtema-de-stekkertrekker- en diens landgenoten? Tja.
Er is veel meer dat ik zou willen schrijven over dit bijzondere land en de
Myanmarese bevolking. Elke dag beleef of overdenk ik wel iets dat een blog
verdient. Vanmorgen las ik online in The Guardian -die het wel doet- dat het
lichaam van de laatste koning van Birma, Thibaw Min, na bijna 130 jaar hoogstwaarschijnlijk
naar zijn geboortegrond terugkeert. De koninklijke familie week uit naar India
toen de Britse kolonisator hier voet aan wal zette. Na de onafhankelijkheid was
er geen reden terug te keren want de militairen die de touwtjes in handen
namen, zagen de royals als een gevaar. Naypyidaw, de grootse maar lege
hoofdstad die de generaals van Myanmar voor miljarden dollars voor zichzelf
bouwden (ook ondergronds) betekent “verblijfplaats van koningen” hetgeen
aangeeft wat hun aspiraties waren. Niemand woont er, men werkt daar slechts…
In het artikel stond tevens te lezen dat een achter-achterkleinzoon van
de koning dit jaar met de hoogste militair van Myanmar een bezoek bracht aan de
begraafplaats van zijn voorouder in India. Familieleden van de voormalige
koninklijke familie mochten dit jaar voor het eerst het Royal Palace, ‘hun’
eigen paleis in Mandalay bezoeken. Er zit dus schot in de zaak en dat vind ik
goed nieuws. Wij bezochten een replica van het paleis in Bago. Het
oorspronkelijke gebouw werd ernstig beschadigd door Engelse
bombardementen gedurende de Tweede Wereldoorlog. Mensen van Bago zijn trots op
‘hun’ namaakpaleis, men leert nu pas over hun koninklijk verleden. Toen wij er rondliepen, was het druk. Het leidde tot grappige taferelen. Mensen wilden, zoals gebruikelijk, met ons op de foto, ik zag verliefde stelletjes over de verhalen van hun koningen gebogen staan, zowel binnen als buiten werden honderden selfies geschoten.
Wij hebben het naar de zin in onze moderne, bovengrondse bungalow aan Silver
Beach. Het was een hele toer om hier te komen maar nu we er eenmaal zijn, staan
we open voor de geneugten van de plek. We slapen onder klamboes omdat er muggen
zijn; niet veel maar een kan al teveel zijn. We hebben een terras met zitje,
een buitendouche achter het huis en zicht op een riante tuin die direct aan het
strand ligt. Het resort heeft een zwembad, een spa en een goed restaurant. 's
Morgens ontbijten we met vers tropisch fruit, verse fruitsapjes, eieren naar
keuze of een pannenkoek. We huurden fietsen waarmee we op vlakke wegen op
onderzoek uitgaan.
Er is niet veel te doen in de badplaats zelf, die mij sterk doet denken
aan Lovina. Links en rechts van de hoofdstraat bevinden zich winkels waar ze bijna
allemaal dezelfde prullaria verkopen. Rechts en links vind je restaurants die op
de menukaarten veel dezelfde gerechten hebben. Hier bestelde ik reeds gegrilde
tijgergarnalen met citroensaus en soft shell-krab in Aziatische marinade. Beide
schotels waren om de vingers bij op te eten; erg vers en uiterst smakelijk
bereid.
Mijn liefje en ik namen een verfrissende duik in het zwembad en liepen
daarna naar de warmere baai van Bengalen. We deden allebei een wens, die we
overigens nooit hardop uitspreken. Dat doen we al bijna 28 jaar zodra we iets
dat we graag willen, uiteindelijk doen. (Wel kan ik verklappen dat vele wensen reeds
uitkwamen.) Er zijn overdekte ligplaatsen op het strand en een lokale verkoper
voorziet ons voor de deur van sap van verse kokosnoot.
Het zeewater is warmer dan de
boventemperatuur; rond 29 graden Celsius, vermoed ik. Het verschil tussen eb en
vloed is groot. 's Morgens liggen ettelijke rotsblokken bloot in de branding, 's
middags staan ze ruim onder water. Overdag komt het niet boven 30 graden
Celsius, de luchtvochtigheid ligt rond 10%. In deze tijd van het jaar heerst
hier een heel aangenaam klimaat.
Net als in andere delen van het land hebben we ook hier te maken met
ont-zet-tend lieve, jonge personeelsleden van wie het Engels echter te wensen
overlaat. Ze zeggen van alles maar er is vaak geen touw aan vast te knopen. Hun
tongval in hun eigen taal is zó anders
dan de Engelse en dat speelt hen parten. Zelf ging ik inmiddels over op
kindertaal maar zelfs dan is het lastig converseren. Zo was ik een tijdje bezig
met degene die een azuurblauwe margarita (cocktail) kwam brengen terwijl het
exemplaar van de vorige avond de gebruikelijke lichtgele kleur had.
Ik vroeg haar ‘why’ mijn favoriete drankje die kleur had. Ze antwoordde dat
er geen wine in de cocktail zit... Tja. Ze sprak het woord ‘waarom’ een paar
keer uit - geen enkele keer klonk het zoals ik het zei; niet dat mijn uitspraak
de norm is maar toch. Ze vroeg mij vervolgens het woord op haar betaalbon te
spellen. Om te oefenen? Ik realiseer mij dat Engelse taalvaardigheid hier een issue is. Ze doen erg hun best maar diegene met de beste taalvaardigheid
wordt hier te pas en te onpas uit zijn morgen-, middag- en avondslaapje gehaald
om te komen vertalen of te reageren. Kasian.
oef wat ben ik jaloers. Ik ben nog steeds aan het bijkomen! Geniet en wat schrijf je verslavend leuk.Geniet nog lekker daar met je lief.
BeantwoordenVerwijderen