Zij is helaas niet de eerste
zus die met borstkanker wordt geconfronteerd. In het gezin waarin ik werd geboren,
ervaart iedereen kanker als een regelrechte vloek. Enkele jaren geleden ontdekten
medici een genmodificatie die wordt aangeduid als BRCA-1/BRCA-2 (van ‘BReast
CAncer’). Vrouwen die draagster zijn van deze mutatie hebben verhoogde kans op borstkanker
en eierstokkanker. Mannen kunnen ook drager zijn en ook zij kunnen in hun leven
borstkanker ontwikkelen.
Mijn vader bleek drager. Dat ontdekten we na zijn dood toen een zieke neef contact opnam met mijn
moeder. We wisten al wel dat mijn vaders jongste zus op betrekkelijk jonge
leeftijd overleed aan de gevolgen van borstkanker. Ook zijn oudste zus overleed
aan kanker. Inmiddels weet ik dat tenminste één neef en een aantal nichten -kinderen
van ooms en tantes- de diagnose borstkanker kregen gesteld.
Sinds ik mij in deze
materie verdiepte, raakte ik steeds meer ervan overtuigd dat mijn vader zelf
ook aan borstkanker leed. In zijn tijd werd borstkanker bij mannen niet
onderkend. Ja, hij was tevens hartpatiënt. Hij bleef echter ‘pijn op de borst’
houden, zelfs nadat cardiologen en -chirurgen alles hadden gedaan wat medisch mogelijk was. Zeker in die tijd keken hartdeskundigen naar het hart en niet naar tumoren. Dat was het vakgebied van oncologen, een andere medische discipline.
Een vader die mogelijkerwijs borstkanker had, was nooit onderwerp van gesprek in de familie. Nu doet dat er niet meer toe. Mijn vader gaf die genetische ‘weeffout’ -onwetend- aan zijn kinderen door. Behalve aan mij. Een Spaanse medicus meldde het mij, enkele jaren geleden. Ik was blij en opgelucht maar blijdschap tonen, vond ik ongepast gezien de omstandigheden. Temeer daar mijn beste vriendin Nelly, die leed aan ongeneeslijke longkanker, met haar man bij ons in Spanje logeerde op het moment van de uitslag.
Een vader die mogelijkerwijs borstkanker had, was nooit onderwerp van gesprek in de familie. Nu doet dat er niet meer toe. Mijn vader gaf die genetische ‘weeffout’ -onwetend- aan zijn kinderen door. Behalve aan mij. Een Spaanse medicus meldde het mij, enkele jaren geleden. Ik was blij en opgelucht maar blijdschap tonen, vond ik ongepast gezien de omstandigheden. Temeer daar mijn beste vriendin Nelly, die leed aan ongeneeslijke longkanker, met haar man bij ons in Spanje logeerde op het moment van de uitslag.
De zus voor wie ik nu blog, noemde mij ooit 'een zondagskind'. Ik begreep goed waarom zij dat zei. Toen al. Desondanks (of wellicht: daarom) is kanker mijn aartsvijand, mijn Nemesis.
Wij skypten in de afgelopen
weken regelmatig met elkaar. Zo zijn we toch dichterbij. Als
ervaringsdeskundigen steunen mijn liefje en ik haar zo goed mogelijk. We helpen
haar met het stellen van de juiste vragen, geven haar raad en spreken haar moed
in. Het aanstaande traject
vergt veel van iemand die dat moet ondergaan; zij is daarenboven alleengaand, al
is zij niet eenzaam. Haar eerste bestraling
begint vandaag.
Lieve zus, het is een
bittere pil die je moet slikken maar met het begin van de behandeling ga je tegelijkertijd
op weg naar herstel. Houd je aan die gedachte vast en geloof in jouw eigen
kracht.
Ik schenk je woorden en tel met jou af.
Ik schenk je woorden en tel met jou af.
My sister L. is bigger than
me
And lifts me up quite easily.
I can't lift her, I've tried and tried;
She must have something heavy inside!
And lifts me up quite easily.
I can't lift her, I've tried and tried;
She must have something heavy inside!
Spike Milligan (1918-2002)
Deze week gaan vrijwilligers in Nederland weer op pad met de KWF-collectebus. Kankerbestrijding is een zéér goed doel dus mis die bus niet! Dat verzoek komt uit het
diepst van mijn hart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten