Gisteren vlogen we van Santiago de Chile naar Guayaquil in Ecuador. We
kozen voor die dag omdat we niet wilden vliegen op vrijdag de 13de. We kennen
de reputatie van vliegmaatschappij LAN nog niet en je moet de goden niet verzoeken,
aldus ons beider devies. Het werd een prima ervaring: we zaten op een brede rij van drie maar de middelste
stoel bleef opzettelijk vrij. We kregen tijdschriften en een aardige maaltijd met Argentijnse rode wijn van wijnestate Rutini, een van de mooiste Malbecs. Het Ecuadoraanse
kabinepersoneel vertelde ons dat we twee uur tijdverschil hadden, onze klok
ging achteruit (met Nederland hebben we nu zes uur tijd tijdverschil).
De vlucht naar Quito nam
vijfenhalf uur in beslag, daarna moesten we een uurtje in het vliegtuig wachten
waarna we in 35 minuten terugvlogen naar bovengenoemde eindbestemming. Van
goede foto’s nemen kwam niets; we zaten namelijk aan een vies raampje. De
mannen aan de andere kant van het gangpad, LAN-piloten op weg naar hun
beginbestemming, boden aan voor ons foto’s van de Andes te nemen door hun
schonere raam. Welnu, ik hoop dat ze beter vliegen dan dat ze fotograferen!
We passeerden de evenaar reeds
tweemaal vliegend en dat is niet voor het laatst. Het was een betrekkelijk
rustige vlucht met af en toe wat turbulentie waarvoor tijdig werd gewaarschuwd.
Tijdens de tussenstop op luchthaven Quito verlieten de meeste passagiers het
vliegtuig. De deur van de cockpit ging open en ik zei tegen mijn liefje dat dit
dé kans was een blik te werpen op het instrumentarium van een Airbus 319. Waar kan dit nog? Ik
pakte mijn camera, liep de cockpit binnen, gaf de kapitein een hand en zei hem
dat ik het erg leuk zou vinden een foto te maken. Hij nodigde mij uit plaats te
nemen in de stoel van de co-piloot en begon zijn meters en handels toe te
lichten. Die kleine ruimte... Ik zou geen piloot willen zijn! Vanwege de open deur kelderde de temperatuur in het vliegtuig rap. Zelfs mijn trui was niet afdoende om de kou tegen te houden. Quito ligt op bijna 3.000 meter dus het is er koud.
Ik vermoed dat ik op dat moment een koudje opliep. Afgelopen nacht deed mij keel zeer en
kreeg ik een snotkop.
We landden om 22:45 uur en onze
koffers stonden reeds klaar naast de bagagecaroussel. We waren tamelijk moe: in
onze beleving was het al 24:45 uur. Gelukkig landden wij vóór een groot
vliegtuig vol Amerikanen. De jongedame van de immigratiedienst was erg aardig.
Ze vroeg honderduit over onze herkomst, over mijn achternaam: welk deel van
mijn vaders- en welk deel van mijn moederskant kwam (typisch Spaanse origine)
en toen kwamen de stempels.
Met ons paspoort overhandigde
zij ons een boekwerk met veiligheidstips. Het is namelijk zo dat je geen boek
over Ecuador kunt openslaan of er wordt gewaarschuwd voor criminaliteit. Je mag
niet zomaar in een taxi stappen -je moet eerst allerlei checks uitvoeren-, je mag
je persoonlijke spullen geen moment uit het oog verliezen, je moet oppassen
voor zakkenrollers, geen snoepjes aannemen van onbekenden, alleen verlichte
ATMs gebruiken, bepaalde pleinen ’s avonds vermijden en een sliert andere aanwijzingen.
We werden van het vliegveld
afgehaald door een hotelmedewerker met een naambord en hun chauffeur dus dat
was gemakkelijk. Eenmaal ingecheckt, was het tijd om de taxichauffeur te
betalen. Mijn liefje greep in haar schoudertas en verschoot van kleur. De
portemonnee was zoek. Op luchthaven Santiago had zij een nieuwe
Kipling-schoudertas gekocht met veel vakken. Samen hadden we de spullen
omgepakt en de nieuwe tas ingericht. De oude ging ter plekke in de bak voor hergebruik. Daarna had ze de laatste Chileense pesos
goed besteed.
En
nu was de beurs met twee van de drie creditcards en alle Amerikaanse dollars (hét
betaalmiddel in Ecuador) niet in het geldvak te vinden. Ze keek mij radeloos aan en sloeg haar handen voor haar gezicht. Eerst kwam de compassie, toen de lichte paniek. Ook de baliemedewerkster had met haar te doen en vroeg
waar de portemonnee het laatst was gebruikt. Het betrof een winkel op het vliegveld.
Zij stelde voor die winkel te bellen totdat ik haar vertelde dat het in Chili
was... We vielen alle drie even stil. Ik onderzocht ondertussen rugtas twee, voor
alle zekerheid. Niets te vinden. Mijn liefje haalde al haar spullen uit haar
nieuwe schoudertas en tot ieders opluchting kwam de portemonnee alsnog uit een vak. De opluchting was immens. Het scheelt immers veel telefoontjes naar Nederlandse banken en andere kopzorgen. Vanwege alle commotie duurde het lang voordat we de slaap konden
vatten.
Om zes uur vanochtend werden
we gewekt door het carillon van de kathedraal die recht tegenover ons hotel
ligt. We doezelden nog een tijdje. Het ontbijtbuffet is uitstekend, we zijn in
de tropen dus papaya’s en mango’s staan op het menu. Voor het hotel ligt tevens
een park waar grote leguanen huizen. Een tropische vogel pikte aan een rijpe mango aan de boom.
Het zijn voorschotjes op het aanstaande bezoek
aan de Galapagoseilanden. Guayaquil is een drukke stad met 2.2 miljoen
inwoners. We zijn hier in de eerste plaats omdat het beginpunt is van een
bijzondere treinreis die zondag start maar de havenplaats op zich heeft eigen bezienswaardigheden,
zoals de wandelboulevard Málecon, de heuvel Santa Ana, de kleurrijke wijk Las
Peñas en enkele fraaie gebouwen. Op
straat zagen we vandaag weinig witte personen; je ziet hier veel mensen met inheemse
trekken en meer armoede dan in de voorgaande weken. Ambulante verkopers prijzen
van alles aan, tot en met flesjes water voor 0,25 dollarcent. Daar kan een mens toch niet
van leven?! Vandaag ben ik hangerig en zweterig maar aspirine helpt. Op dit
moment valt er een bui. De hotelkamer heeft een comfortabel zitje waar het goed
toeven is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten