De huidige gouverneur van Bali, Made Mangku Pastika -die zich volgend
jaar niet verkiesbaar zal stellen maar met pensioen gaat-, nodigde vrijdag
jongstleden consuls van 34 buitenlandse consulaten uit voor een vergadering op
zijn kantoor. Hij wilde de situatie uitleggen rondom vulkaan Agung. Hij
vertelde die diplomaten dat daarover veel onzin wordt verkondigd en dat is te
wijten aan foute vertalingen. Pastika is van mening dat er onnodig veel annuleringen
plaatsvinden. Bali is veilig!
Mocht de vulkaan weer tot uitbarsting komen dan verplaatst de gouverneur
zijn kantoor naar de luchthaven om ervoor te zorgen dat de uitreis van binnen-
en buitenlandse toeristen efficiënt en effectief zal verlopen. Hij ging zelfs
een stap verder: als reizigers alternatief transport nodig hebben naar
luchthavens buiten Bali, dan zal het provinciale bestuur de kosten daarvan voor eigen
rekening nemen. Ik knoopte de boodschap in mijn oren.
Diezelfde gouverneur riep jonge(re) generaties in de afgelopen weken op om
werkgelegenheid en toekomst te zoeken in sectoren buiten de toeristenindustrie.
Hij denkt dat dit een uitgelezen kans is om Bali’s agricultuur nieuw leven in
te blazen. “Maybe now is the time to return to agriculture; let’s return to our
birthright – farming and livestock development” aldus Pastika. Wat mijn liefje
en mij opvalt, is dat Agung op het eiland van de Goden zelf zoveel paniek veroorzaakt.
Er is drie maanden stagnatie vanwege een sputterende vulkaan en iedereen is in
zak en as. Waar is de veerkracht? Wij in Spanje (en andere Europese landen)
zaten jarenlang een economische crisis uit zonder dat het land of het continent
in elkaar donderde en burgers de hoop opgaven!
De situatie rondom Gunung Agung luidde hier dus een tijd in voor
reflectie en dat vind ik goed. Want waar is de visie voor dit geliefde oord? Balinezen
zijn volgens mij niet van de langetermijnplanning. Het bestuur lijkt
geen plannen voor infrastructuur en hotelbouw te hebben, laat staan dat er een
algemeen ontwikkelingsplan is. Als er een grote internationale conferentie gloort,
is er weer geld beschikbaar voor het upgraden van een weg of iets dergelijks. Het bestuur van het eiland lijkt
slechts één ding te aspireren: zoveel mogelijk toeristen trekken. Ik heb sterk de
indruk dat men in Bali heden ten dage alles wenst wat de wijde wereld te bieden heeft maar er
zelf niets of weinig voor wil laten. Vanwege de vulkaan zal 2017 geen
recordjaar qua bezoekers worden en dat wordt alom betreurd terwijl ik juist blij
zou zijn met minder toeristen. Ongecoördineerde groei brengt het eiland juist aan
de rand van de vulkaan. Tja.
Als je mijn vorige blog hebt gelezen, zie je mogelijk ook in dat er nogal
wat haken & ogen zitten aan de oproep van gouverneur Pastika. Heeft Bali in de
nabije toekomst wel voldoende water om agricultuur te doen herleven? Is het
sexy genoeg voor de jeugd? Ga je net als je opa of je overgrootvader de
rijstvelden in of achter het vee aan als je een goed opgeleide Balinees bent? Perfect
Engels zal geen heilige koe sneller doen lopen… Ik geef Pastika gelijk als hij
doelt op het belang van gerichtere en betere beroepsopleidingen voor jongeren. Het percentage
jeugdwerkloosheid in Indonesië ligt op 19.4%. De Internationale Arbeidsorganisatie
(ILO) is van mening dat Indonesië meer is gebaat bij de ontwikkeling van
hoogwaardige fabricage en high-value dienstverlening. Dus niks landbouw en veeteelt.
Het hoofd van de Nationale Restaurant Associatie en het
hoofd van het Balinese Bureau voor Toerisme (Anak Agung Gede Yuniartha
Putra), zeiden onlangs in een kranteninterview dat de gevolgen van de
uitbarsting van berg Agung verstrekkender zijn dan die van de eerste terroristische
bomaanslag (2002). Dat is nogal wat.
Mijn liefje en ik waren voor het eerst in Bali na de bom van 2005. Destijds voelde
het voor mij dramatischer aan. Die aanslag was immers een opzettelijk verwoestende daad van kwaadwillende mensen. Het was geen natuurverschijnsel dat slechts te controleren is maar niet te stoppen. Ik herinner mij dat we op een uitgestrekt
maar leeg Jimbaran-strand zaten te dineren en keken naar de golven en de
ondergaande zon. De pret met een grote groep musicerende Balinezen was er niet
minder om.
Gede Yuniartha Putra vertelde in datzelfde interview dat men een sociale
media-campagne begon die onlangs viraal ging, getiteld #I’minBaliNow. “We are doing
everything we can. We have to promote Bali.”
Ik verwacht dan ook dat het Balinese hotelwezen klanten die wel (willen)
komen, tegemoet zal komen. Wij overwegen aan het einde van ons verblijf in het
noorden nog een paar dagen in het zuiden door te brengen. We zochten op
internet naar aantrekkelijke accommodatie in Nusa Dua, een deel van Bali waar
we niet eerder verbleven. Daarop mailden we enkele hotels met de vraag naar gratis
annulering en zonder vooruitbetaling, uit coulance voor hen die wel komen.
Er zijn hotels die flinke korting geven op hun kamerprijzen. Ik vond het echter
opmerkelijk dat men vasthoudt aan annuleringskosten en betalingen vooraf. Het
antwoord op onze vriendelijke verzoeken om die te laten vallen, was telkens ontkennend. Op het eiland wordt
steen en been geklaagd over haperend toerisme maar als je als individuele klant
vraagt om een tegemoetkoming, geeft men nul op request of begrijpen ze je vraag
niet.
Er was één hotelmanager die een verklaring gaf voor de weigering:
hij heeft die inkomsten hard nodig om zijn personeel te betalen. Zo droevig
is het dus gesteld op het eiland van de Goden... (Misschien laten we ons plan varen voor Nusa Dua; we zien wel.)
Yes, we’re in Bali now en het eiland is veilig volgens de
lokale overheid. De Indonesische crisismanager van de vulkaan laat echter de
hoogste alarmcode intact: code 4, ‘Awas’. Gloeiend lava was gisteren te zien bij
de krater. Agung roert zich dus nog steeds.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten