Als blogger heb ik het maaar druk met al die Special Interest-dagen! Dit is overigens
blog nummer 1111. Vandaag is het Wereldboekendag en een boekenwurm als ik staat
daar graag bij stil. Op dit moment lees ik de laatste bladzijden van ‘De
tolk van Java’, geschreven door de Haagse auteur Alfred Birney (1951). Leesvriend
Ben bracht het boek mee in zijn koffer. Dat won vorig jaar de Nederlandse Libris
Literatuur Prijs èn de Henriëtte Roland Holst-prijs. In een van de
juryrapporten las ik het volgende: “Alfred Birney gaat in de clinch met gezaghebbende
stemmen als die van Multatuli, Couperus en Haasse. Vast van plan om het
geruststellende tempo-doeloe beeld en de verheerlijking van de blanke idealist
type Havelaar te versplinteren.” Dat was hoog nodig.
De recensent van de Volkskrant vond het een meesterlijke roman over Nederlands-Indië
die je bij de strot grijpt. De recensent van de NRC noemde deze tweedegeneratieroman
een grotejongensboek. “Birney slaagt er in [..] om voor deze vechtersbaas, die
voor zijn kinderen eerder een kampcommandant was dan een vader, toch nog enige
sympathie te kweken.” Dat van de strot begrijp ik, sympathie voelde ik nauwelijks
voor de hoofdpersoon. Wel mededogen voor het op drift geraakte, onwettige kind
van een Schotse planter en een Chinese moeder, een Indo die zoekt naar zijn
identiteit. Het boek trok mij aan en stootte tegelijkertijd af... Tijdens het
lezen dacht ik vaak aan mijn dienstplichtige vader die in de jaren ’50 van de
vorige eeuw onder valse voorwendselen naar deze hel werd gestuurd. Ver-schrik-ke-lijk.
Ter viering van het 50-jarige bestaan van de prestigieuze Man Booker Prize
maakte de organisatie begin 2018 bekend dat er dit jaar een extra prijs zal
worden ingesteld, genaamd de Golden Man
Booker Prize. Die eenmalige prijs zal worden uitgereikt aan de beste winnaar
ooit. Er kan worden gekozen uit 33 mannen en 16 vrouwen die de prijs tot dusver
wonnen. Hilary Mantel, J.M. Coetzee, Salman Rushdie en Peter Carey wonnen de
prijs tweemaal dus zij behoren tot de grootste kanshebbers. Voor dit doel ga ik
nul werk herlezen; ik wacht gewoon op de uitslag van 8 juli aanstaande. Op 26
mei zal de ‘Golden Five Shortlist’ bekend worden gemaakt. Daarna kan het
publiek een maand lang stemmen.
Er is momenteel gedoe in de gelederen van de Man Booker Prize. Een grote meerderheid van de zogenaamde ‘Folio Academy’
richtte zich onlangs tot de Booker Foundation met een dringend verzoek. Die
academie bestaat uit internationaal bekende schrijvers en literaire critici.
Daartoe behoren enkele van mijn favorieten, zoals Pat Barker, Margaret Atwood,
Sebastian Faulks, Amitav Ghosh, Val McDermid, Ian McEwan, Jeanette Winterson en
vele, vele anderen.
Velen van hen zijn van mening dat de Man Booker terug moet naar de tijd
dat uitsluitend schrijvers uit het Verenigd Koninkrijk, Ierland en landen van
het Gemenebest konden deelnemen. Toen was de Man Booker Prize in zijn opzet nog
bijzonder nu is het een prijs als alle andere, aldus sommige ondertekenaars. Sinds
2014 mogen ook Amerikaanse schrijvers meedoen. Men vreest dat zwaargewichten
uit de Amerikaanse literatuur onbekende, jonge auteurs uit de overige
Engelstalige gebieden zullen verdringen. (De bekende Amerikaanse auteur George
Saunders won de Man Booker Prize in 2017.) Amerikaanse literaire prijzen zijn doorgaans
uitsluitend open voor Amerikaanse auteurs. Kennelijk is er onder Engelstalige auteurs behoefte aan eenzelfde soort afscherming.
Een tegenargument is dat het belangrijkste criterium voor de prijs -het
beste Engelstalige literaire werk van het jaar schrijven- niet moet worden
beperkt tot een postkoloniaal territorium dat half ter ziele is; refererend aan
het Gemenebest van Naties. De Booker Foundation gaf tot nu toe als reactie dat
men niet de indruk heeft dat diversiteit van de werken door de nieuwe regel in
het geding is. “[..] this
mission cannot be constrained or compromised by national boundaries.” Een rake boodschap in Brexit-tijden. De
verwachting is dan ook niet dat aan het verzoek gehoor zal worden gegeven. De 50ste Man
Booker Prize wordt, zoals gebruikelijk, in oktober uitgereikt.
Voor de duidelijkheid: sinds 2005 bestaat er ook een Man Booker International Prize. Deze prijs stond aanvankelijk
open voor schrijvers van alle nationaliteiten maar sinds 2016 wordt die toegekend
aan het beste, in het Engels vertaalde werk. Hiermee is een bedrag van £50.000
gemoeid, te verdelen tussen auteur en vertaler. Slechts éénmaal deed een
Nederlandse auteur mee: Harry Mulisch met ‘The Discovery of Heaven’ (2007). Hij
won deze prijs niet maar dat jaar bleek wel een kroonjaar voor Mulisch; hij won
andere prijzen en ontving eervolle titels. De Poolse Olga Tokarczuk gooit dit
jaar naar verluidt hoge ogen. “One of the greatest living writers you
have never heard of.” Ik had inderdaad nog nooit van deze auteur gehoord terwijl ze toch al zes boeken schreef. Op 22 mei aanstaande
weten we het.
Op een feestelijke dag als vandaag mag aandacht voor de bewaarplaats van
boeken niet ontbreken. Vriendin
Bernadette stuurde mij onlangs artikelen en foto’s uit haar kranten over de
mooiste bibliotheken ter wereld. Daar komt de blogtitel vandaan.
Zo leerde ik over de bibliotheek van Tianjin Binhai (China), ontworpen door het Nederlandse bureau MVRDV en de Qatar National Library in Doha, ontworpen door bureau OMA (Rem Koolhaas).
Dichter bij huis is ook van alles te bewonderen. Want wat te denken van de bibliotheken van Birmingham en de TU Delft, beide ontworpen door het Nederlandse bureau Mecanoo? De bibliotheek van Aalst (Vlaanderen) door KAAN Architecten, de Varna Regional Library (Bulgarije) van het Rotterdamse collectief ‘Architects for Urbanity’ en de Boekenberg van Spijkenisse eveneens van MVRDV?
Boeken verdienen een prachtig onderkomen en deze Nederlandse architecten doen dat principe eer aan. De genoemde gebouwen zijn stuk voor stuk -futuristische- meesterwerken. Het ontwerp van ‘The Eye’, zoals de bieb van Tianjin inmiddels wordt genoemd (hierboven afgebeeld), vind ik het allermooist. Bernadette opperde dat we in de toekomst best een reisje langs ’s werelds mooiste biebs kunnen gaan maken. Het staat inmiddels op onze bucket list. Boeken veranderen levens maar bibliotheken kunnen dat ook!
Zo leerde ik over de bibliotheek van Tianjin Binhai (China), ontworpen door het Nederlandse bureau MVRDV en de Qatar National Library in Doha, ontworpen door bureau OMA (Rem Koolhaas).
Dichter bij huis is ook van alles te bewonderen. Want wat te denken van de bibliotheken van Birmingham en de TU Delft, beide ontworpen door het Nederlandse bureau Mecanoo? De bibliotheek van Aalst (Vlaanderen) door KAAN Architecten, de Varna Regional Library (Bulgarije) van het Rotterdamse collectief ‘Architects for Urbanity’ en de Boekenberg van Spijkenisse eveneens van MVRDV?
Boeken verdienen een prachtig onderkomen en deze Nederlandse architecten doen dat principe eer aan. De genoemde gebouwen zijn stuk voor stuk -futuristische- meesterwerken. Het ontwerp van ‘The Eye’, zoals de bieb van Tianjin inmiddels wordt genoemd (hierboven afgebeeld), vind ik het allermooist. Bernadette opperde dat we in de toekomst best een reisje langs ’s werelds mooiste biebs kunnen gaan maken. Het staat inmiddels op onze bucket list. Boeken veranderen levens maar bibliotheken kunnen dat ook!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten