Dit jaar freubelde ik weer aan een paastak. Ooit vond ik een
set houten paashazen en -eieren aan een koordje. Daarna nooit meer dus ik
koester het kleinood. In de loop van de tijd werden pluizige kuikens aan de
collectie toegevoegd. Telkens als ik zo’n diertje uit de doos haal, moet ik
denken aan de Vieze Man die iedereen Vrolijk Pasen wenste met
zijn paaskuikentjes (Koot & Bie). “De kuikentjes kunt u ook op de t̶e̶p̶e̶l̶ theepot van uw vrouw zetten...” Onovertroffen. Ze zijn er inderdaad heel geschikt voor! Deze keer gebruikte ik een tak van een
palmboom aan de boulevard van El Mojón. Het bleek geen goed idee: in een dag
was de grote tak verschrompeld tot een iele stok. Niet wat je noemt een
overwinningspalm. De paasdecoraties komen wel goed tot hun recht.
Zoals viel te verwachten, is het volle bak in onze Spaanse
straat. Onze overburen uit Madrid, Guillermo en Maria, kwamen twee weken
geleden aan en de eerste logees zijn alweer naar huis. Onze Britse buurvrouw
kreeg haar dochter en kleindochter te logeren. Ook andere buren, uit andere
delen van Spanje, togen naar hun vakantiehuizen om hier de Semana Santa, een
van de belangrijkste weken van het jaar, aan de kust te vieren. Een Spaanse
buur complimenteerde mij met mijn taalbeheersing en dat deed mijn Duolingo-hart
goed. De meeste van hen kennen elkaar al meer dan tien jaar; ze kwamen hier gelijktijdig
wonen. Het is dan ook een komen en gaan naar elkaars poort of terras,
gesprekken worden midden op straat gevoerd. Doorgaans heel gezellig.
Zelf kregen we dit jaar geen paashaas te logeren. Vriend
Frans verblijft in zijn eigen huis aan de kust maar we gingen wel samen op de
avond van Witte Donderdag naar de processie in onze stad. Het was een
bescheiden stoet, met weinig trommels en weinig aanhang. Tijdens deze rondgang om
de kerk waren de trommelaars jonge kinderen. Sterke mannen droegen het enige
beeld van de processie op hun schouders: dat van Jezus aan het kruis.
In een artikel in de Volkskrant las ik recent dat mensen het
lijden van Jezus interessanter vinden
dan zijn wederopstanding. Fascinatie voor andermans ellende heeft mogelijk een
evolutionair nut. Freud sprak over catharsis, de zuivering die nodig is om
jezelf na afloop beter en rustiger te voelen. Door van lijden iets moois en
heldhaftig te maken, zullen mensen minder snel tegen hun eigen lot in opstand
komen.
En: “je kijkt naar iets waarvan je niet wilt dat het jou overkomt en
trekt daar lessen uit. Het vermijden van pijn, gevaar, geweld en misère is
nuttig. De evolutie beloont ons met een vorm van plezier, genot, spanning en
sensatie als we dit soort lessen leren.” Frans, die in Spanje niet eerder Semana
Santa meemaakte, was vooral gefascineerd door de wiegende beweging van het
Jezus-beeld en zijn dragers. Op enig moment ging de straatverlichting uit en
kwam het licht op van de kaarsen die mensen meedroegen. Stemmig.
Die avond gingen we voor het eerst naar restaurant ‘El Gallego’
(de Galiciër) in de hoofdstraat. Galicië is een provincie in het noordwesten
van Spanje. Ze spreken er hun eigen taal -el galego-, hebben hun eigen runderras
(rubia gallega) en hun eigen cowboys. Nou dat hebben we geweten. Vorig jaar
liepen we daar na de vrijdagavondprocessie met Bernadette rond 12 uur ’s avonds
naar binnen om een laatste glas wijn te drinken. Het zat destijds tjokvol. Mijn
liefje nam zich op dat moment voor dit jaar in dat restaurant te eten met Pasen.
En wat ze in haar kop heeft, heeft ze niet in haar kont (zou mijn moeder
zeggen). Ondertussen renoveerde men en breidde de zaak uit.
Voor we gingen, lazen we nog enkele Tripadvisor-reviews. Wat
opviel, was het uiteenlopende commentaar. Sommigen vonden het niks, anderen
aten daar de beste biefstuk van hun leven. Iedereen was het erover eens dat de
lappen vlees over de rand van je bord liggen en als je de mixed grill bestelt,
de tafel vol is. We waren dan ook heel benieuwd hoe onze eigen ervaringen
zouden zijn. Mijn liefje is niet vies van een stukje biefstuk op haar tijd en
bij Frans gaat vlees er altijd in. Ik ging mee voor de gezelligheid.
Ik kan kort zijn over deze culinaire ervaring bij de
Galiciër: het was niets, nada, noppes. Mijn liefje bestelde solomillo en Frans
en ik entrecôte, ieder met verschillende bereidingswijzen. Zelf houd ik niet van
doorbakken vlees maar ik wil evenmin bloed zien op mijn bord. Frans’ zijn
cuisson was niet zoals gewenst dus zijn bord keerde terug naar de keuken. Het
klinkt ongelofelijk maar hij at zijn bordje niet leeg. De garing van mijn bestelling was
redelijk goed maar het vlees was niet op smaak en bestond uit te veel oneetbare
stukken. Mijn liefje’s grote biefstuk was ge-butterflied, in plakken gesneden.
Dat was goed voor de portie maar niet voor de garing; te ver. Ze kon slechts twee
-van de vijf- plakken op. Dit werd ons Laatste Avondmaal ter plekke. Het enige
goede dat ik erover kan zeggen is dat we er niet op Goede Vrijdag heen gingen; dan
behoort een goed katholiek namelijk geen vlees te eten. Die avond ging ik zelfs
met honger naar bed. Een beetje lijden moet kunnen...
Op de avond van de kruisiging van Jezus wilden mijn liefje
en ik nog samen een uurtje naar de veel uitgebreidere processie gaan kijken. Aan
het begin van de avond regende het en van uitstel kwam afstel. Het zij zo. We zagen
reeds vele paasprocessies in Spanje. Voor de paaslunch krijgen we Frans en zijn
moeder vandaag op visite. Eieren, zalm, bubbels, een soepje, broodjes, chocola
en ijs; je kent het wel. Deze keer komt er geen vlees aan te pas.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten