Translate

zondag 12 mei 2019

Die Oriolanen, toch!

We maakten weer eens een uitstapje naar de stad Orihuela, de hoofdstad van de Vega Baja del Segura. Deze stad ligt aan de oever van de rivier Segura en aan de voet van de Sierra Orihuela. Vroeger woonden mijn liefje en ik in Orihuela Costa, het conglomeraat van 57 urbanisaties direct aan de kust. Als bewoners van dit kustgebied voelden we ons in de loop van de tijd steeds meer achtergesteld. De kuststreek heeft de meeste inwoners maar het grootste deel van het budget ging (en gaat) naar de stad. Je zag en ziet die ongelijkheid duidelijk als je rondrijdt in Orihuela Costa: overal achterstallig onderhoud. De koers van het bestuur van Orihuela deugt al jaren niet, in mijn ogen. Het was voor ons één van de redenen om te verhuizen. De burgemeester, Emilio Bascuñana (lid van de Partido Popular), is niet onomstreden.

Orihuela maakte zichzelf onlangs onbedoeld belachelijk met nieuwe bewegwijzering langs de A-7. De gemeente plaatste borden waarop wordt gesuggereerd dat de stad op de UNESCO-lijst van werelderfgoed staat. Ze willen het al jaren maar de status van  Patrimonio de la Humanidad bereikte de stad nog niet, ondanks dat het zeker historisch interessant is. De verantwoordelijke bestuurder legde de schuld direct en volledig bij het creatieve bureau dat de opdracht kreeg. De borden werden subiet verwijderd. Gênant...

We planden geen bezoek aan het stadscentrum van Orihuela. We keerden terug naar de noordelijke buitenwijk San Isidro. Hier vind je het eerste en enige openluchtmuseum in de regio, opgedragen aan de Oriolaanse dichter Miguel Hernández. Deze wijk beslaat ongeveer 12 km2 en heeft bijna 2.000 bewoners. Relatief veel zigeuners, een handjevol Marokkanen en een grote groep alternatieve Spanjaarden. Het is een aparte plek: je waant je in een andere wereld zodra je begint te wandelen. Er heerst een vrijgevochten sfeer die je in alle straten ervaart. Overal in de wijk zie je revolutionaire teksten, vrouwentekens, symbolen die verwijzen naar anarchie, Hernández-gedichten en bijna 200 bijzondere muurschilderingen. Oproepen om op Podemos te stemmen completeren het beeld. Kortom: flinks links!

In een lokale krant las ik onlangs dat er sinds 28 maart van dit jaar 30 nieuwe muurschilderingen werden aangebracht als eerbetoon aan de bekendste inwoner van San Isidro. Voor het eerst is er ook een website over de muurschilderingen en kun je ter plekke met behulp van QR-codes via het web aanvullende info over elke kunstwerk tot je nemen. Dat was een bezoek waard.

Miguel Hernández was een militante Republikein. In 1939, na de Spaanse Burgeroorlog, vluchtte hij naar Portugal maar werd aan de grens aangehouden en aan de Guardia Civil overgedragen. Hij kwam in de gevangenis terecht waar hij op 28 maart 1942 op 31-jarige leeftijd overleed aan tuberculose. Zijn laatste woorden waren “Adiós, hermanos, camaradas, amigos, despedidme del sol y de los trigos” (Tot ziens, broeders, kameraden, vrienden, zeg maar dag tegen de zon en de tarwe). Zijn gedichten hebben titels als de zon, de roos, de uienkinderen, de dochter van de ossenwagenmenner. Die thema’s vind je terug op de muren. De eerste schilderingen die aan hem werden opgedragen, werden in 1976 aangebracht.

De route die we deze keer naar San Isidro volgden, is werkelijk prachtig. We zoefden over een licht glooiende, bochtige weg door en langs pijnboombossen. Waar je ook kijkt, zie je citrusvelden en olijfboomgaarden; jonge aanplant en stokoude exemplaren. Wat opviel, is dat de citroenen dit jaar niet worden gepluk want die brengen thans te weinig op. Dat geldt bepaald niet voor de sinasappels. Op deze route, langs de CV-95 en CV-925, kwamen we ook langs het grote stuwmeer ‘La Pedrera’ met zijn bijzondere waterkleur.  

Net voor we de stad Orihuela binnenreden, zag ik enorme buizen voor mij opdoemen. Daarin blijkt rivierwater van de Taag te worden vervoerd. Het wordt opgevangen in de rivier Segura, in midden-Spanje. De buizen hebben een doorsnee van bijna 2.5 meter en liggen op 200 pilaren van zes meter hoogte. Deze installatie ligt op de grens van de provincies Murcia en Alicante.

Het Taag-Segura-project is onderdeel van misschien wel het grootste staaltje hydraulische engineering van Spanje. Ingenieur Manuel Lorenzo Pardo stelde in 1932 een plan op voor het nationaal beheer van water. Het plan kwam destijds niet van de grond. In 1966, ten tijde van Franco, kwam het weer uit een diepe la en werd er begonnen met de bouw. Dat stoort sommige mensen nog steeds... Het traject van Taag naar Segura heeft een lengte van 292 kilometer. Dit deel van het nationale waterbeheersysteem werd in 1976 in gebruik genomen. In 1979 ontving de Segura het eerste Taag-water uit Guadalajara. Deze watertransfer stelde de regio in staat een van de belangrijkste groenten- en fruitschuren van Spanje te worden. Ik vind wel dat er meer onderhoud moet worden gepleegd. Sommige buizen lekken namelijk heel erg en dat is doodzonde. Ook de pilaren blijken een goede ondergrond voor graffiti en straatkunst.

We wandelden met 31 graden en een strakblauwe lucht door de straten van San Isidro. Hier en daar maakten we een praatje. Voor een tapa en een drankje liepen we rond lunchtijd bij ‘Casa Diego’ binnen. Hij en zijn partner Monse koken in een piepkleine keuken al minstens 25 jaar de sterretjes van de hemel. Het gevulde eitje, de Russische salade maar vooral de versbereide artisjokkenharten waren om te zoenen. De grote kaart is pas later op de dag beschikbaar. Daarop staan gerechten waarbij het water mij nog steeds in de mond loopt. Een heel goede reden om terug te gaan.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten