We reden afgelopen week naar het regionale natuurpark Sierra Espuña in de
provincie Murcia. Dat ligt ongeveer 100 kilometer landinwaarts. Het was twaalf
jaar geleden dat we daar voor het laatst waren. De vorige keer gingen we met mijn beste vriendin
Nelly en haar Diederik.
Het was mijn liefje die tijdens deze trip memoreerde dat het mijn vriendin
was die mij overtuigde om het bij tijd en wijle steile parcours op de motor aan
te rijden. Destijds reden we in een Jeep Grand Cherokee (automaat) maar de
schakelbak had ook handmatige versnellingen die ik niet of nauwelijks gebruikte.
Nelly, een goede en ervaren chauffeur, zei mij hoe ik dat het best kon doen en
dat deed ik terstond. Mijn liefje herinnerde het zich waarschijnlijk omdat ze mij dat principe al
minstens tien jaar tevergeefs probeerde bij te brengen. Tja. (Onze recente rondreis
door Chili maakte mij een volleerd berg- en steile hellingenrijder.)
Wat we destijds ook deden, was met de auto over een traject rijden dat vooral
begaanbaar was voor voetgangers. Nelly leed aan longkanker en kon niet heel ver
lopen, al werd het een memorabele wandeling. Als goede vriendin lapte ik de
regels dan ook deels aan mijn laars. We reden over paden die weliswaar voor
auto’s toegankelijk waren maar vooral als wandelpaden waren bestemd.
Net als tijdens de recente trip naar San Isidro, volgden we ook voor deze dagtrip een
interessante route alhoewel een deel van het traject langs een lelijk
industrieterrein voert. Deze keer kwamen we bij een andere ingang het nationale
park binnen. We slingerden langs oude pijnbomen en velden vol amandelbomen. De
bloesem is voorbij, de groene takken zijn echter al zwaar van beginnende noten.
Het bood prachtig zicht op de Sierra, het gebergte dat deel uitmaakt van de
Betische Cordilla.
We hadden goed zicht op het weerstation van de Sierra dat op het hoogste
punt in het park staat. Er kan sneeuw vallen in dit gebied en op de toppen vind je dan ook sneeuwhutten.
Het verre en lange kijken liet ik over aan mijn medepassagier. Op de hier en
daar smalle route, vaak zonder vangrail, moest ik mijn koppie erbij houden.
Bovendien deelden we de weg met wielrijders die zich soms met ware
doodsverachting naar beneden stortten. Het zou mij niets verbazen als professionele
teams daar aan het trainen zijn voor de ronde van Spanje of de ronde van
Frankrijk. Vooral bij haarspeldbochten was het belangrijk uiterst rechts te blijven
rijden. Dat is niet per se gemakkelijk voor een links type…
We reden via de bergdorpjes El Berro (op 600 meter hoogte) en Gebas naar Los
Barrancos de Gebas, de ravijnen met dezelfde naam. Spanjaarden noemen dit
gebied ook wel ‘Het Verborgen Meer’. Het stuwmeer van Algeciras ligt middenin
een beschermde gebied dat deel uitmaakt van de Sierra Espuña. Het is bijna
1.9 hectare groot. Je waant je op de maan! Deze halfwoestijn is grillig en woest,
de kleurnuances van de kloven en ravijnen zijn reuze interessant. Van zo’n landschap
krijg je niet gauw genoeg.
De extreme regenval van ruim een maand geleden deed ogenschijnlijk veel
goeds voor de plantengroei en de vele kleuren in het gebied. Ik zag wilde
bloemen die ik niet eerder zag. (Er blijken 1.000 plantensoorten voor te komen
dus er is nog veel te exploreren.) In dit gebied komt de vlinder ‘Aricia
Morronensis’ voor, het Spaanse bruin blauwtje. Die spotte ik niet, wel een stuk
of vijf andere soorten. Sommigen waren gewoonweg te snel en te nerveus voor de
camera. Aan de zuidkant van de uitkijkpost (de Mirador, op 351 meter hoogte)
loopt een kronkelend pad naar het stuwmeer. De vorige keer liepen we dus met Nelly een
eindje in die richting, nu deden wij dat niet. Het was gewoonweg te heet (29 graden Celsius), al droegen
we zonnecrème en een hoed.
We lunchten in het dorp Alhama de Murcia, bij restaurant ‘De Gouden Kan’.
Weer eens iets anders dan een gouden leeuw. Als je ergens veel arbeiders of lokalo’s
ziet zitten, weet je dat de keuken in orde is. We zegen neer op een snel vollopend
terras en bestelden tweemaal het dagmenu. Het bleek te gaan om vijf gangen: goedgevulde
sla, voorgerecht (voor mij een bordje paëlla
mixta, voor mijn liefje een bonenschotel) en hoofdgerecht (varkensvlees van de bbq voor
mijn liefje, een tongetje voor mij). De smaken waren bepaald niet gek. De rest
sloegen we over: toetje (mijn liefje kreeg wel een hapje vanillepudding van de
buurman) en koffie. In de prijs (€10 per persoon) zaten een karaf wijn naar
keuze, een liter water en een biertje. Kom er eens om?! DizisSpeen!
We keren binnenkort terug naar Sierra Espuña, er is daar nog heel veel meer
te zien en te beleven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten