Translate

donderdag 27 juni 2019

Denken aan Nederland…

…zie ik molens, dijken, bergen stroopwafels, nieuwe haring, de kleur oranje, vrijheid, tulpen, loeiende koeien, wuivend graan, kou, waddeneilanden, ijs, Lightyear One (het prototype van de elektrische auto die zichzelf oplaadt met zonne-energie), Vincent van Gogh, polders en polderen, Urgenda, water, de duim van Hansje Brinker, meisjes die vingers in dijken steken, Aletta Jacobs, surfen, Rembrandt, zonnebloemen, sport,  Maarten van der Weijden, regen en wind, Erwin Olaf en nog veel meer. 

En ik zie professor doctor Kim Putters (1973). Volgens mijn liefje heeft hij misschien wel de mooiste baan van Nederland”. Sinds 2013 is deze bofkont directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Zelf begon zij ooit monter aan een studie Sociologie aan de Erasmus-universiteit in Rotterdam. De studie van groepsgedrag was voor haar het walhalla. Totdat het vermaledijde vak Statistiek roet in het eten gooide. Dan maar geen doctoranda! Het kwam alsnog goed. Ze werd een topper in haar vak. Deze blog is voor haar.

Gisteren kwam het rapport ‘Denkend aan Nederland’ uit. Het onderzoek werd uitgevoerd door het Sociaal en Cultureel Planbureau. Ik downloadde de documenten en begon te lezen. Het beschrijft wat Nederlanders zien als een Nederlandse identiteit en wat ons verbindt en scheidt (van verdeeldheid blijkt geen sprake). Prinses Máxima zei ooit na haar inburgeringstijd dat zij ‘dé’ Nederlandse identiteit niet had kunnen vinden. Daar had ze een punt. Maar van ‘een’ Nederlandse identiteit is wel degelijk sprake. Voor het eerst is op deze schaal aan Nederlanders zelf in een landelijke enquête gevraagd hoe zij daarover denken.

Het rapport heeft 18 hoofdstukken die afzonderlijk kunnen worden gelezen. Kansen en bedreigingen, verschillen en overeenkomsten tussen sociale groepen, internationale vergelijking van normen en waarden, perspectief van mensen van buiten Nederland over Nederland, perspectief van Nederlanders in het buitenland, de rol van landschap, instituties, cultureel erfgoed, de opvatting van jongeren (tot 25 jaar) en nog heel veel meer. Hierbij een greep uit de highlights, plus enkele voor zichzelf sprekende grafieken. Dat scheelt (jou) weer leestijd.

Op de vraag of er een Nederlandse identiteit bestaat, antwoordt 41% van de Nederlanders hier volmondig ‘ja’ op. 42% denkt dat er in sommige opzichten sprake van is en 6% wijst absoluut af dat er zoiets als een Nederlandse identiteit bestaat. Er zijn opvallend weinig verschillen tussen Nederlanders naar geslacht, leeftijd en opleiding.

Het zijn met name culturele kenmerken die als typerend voor Nederland worden benoemd: eerst en vooral de Nederlandse taal maar ook nationale feestdagen, tradities en gewoonten, symbolen en iconen. Behalve deze elementen worden ook landschappelijke of omgevingskenmerken (zoals water) als karakteristiek gezien. Onder de kenmerken die men als het minst typerend beschouwt, domineren verwijzingen naar religies (boeddhisme, islam, jodendom). Kenmerken die betrekking hebben op ons politieke stelsel, burgerlijke vrijheden en het rechtsstelsel zijn afwezig in de top 20.

Democratie en burgerlijke vrijheden zijn niet zozeer typerend voor Nederland (omdat ze ook in andere landen zijn te vinden) maar blijken wel van groot belang voor de verbondenheid met Nederland. Sociale voorzieningen, waarden en normen en een hoog welvaartsniveau zijn aspecten waarvan men hoopt dat die over 50 jaar nog steeds herkenbaar zijn voor ons land. Intolerantie en discriminatie zien Nederlanders liever vandaag nog verdwijnen uit Nederland.

Verbonden met Nederland voelen Nederlanders zich vooral via de taal. Dat is hét belangrijkste element van collectieve identificatie. Verder voelen mensen die verbondenheid via symbolen, iconen, tradities en grote samenkomsten. Het tweede spoor waarlangs Nederlanders zich verbonden voelen, loopt via waarden als vrijheid, gelijkheid tussen man en vrouw en tussen homo en hetero, democratie en algemeen kiesrecht, de grondwet, persvrijheid, vrijheid van meningsuiting en van onderwijs. Religies zoals de islam, boeddhisme en in mindere mate ook het christendom zijn geen bron van verbondenheid voor de meerderheid van de Nederlanders.

Vrijheid geldt als Grote Gemene Deler voor veel Nederlanders. De invulling van dat begrip verschilt echter in soms tegengestelde richtingen. Waar voor de één ‘vrijheid’ betekent dat je vrij bent om vast te houden aan bepaalde tradities, is voor de ander ‘vrijheid’ juist de mogelijkheid om daartegen te demonstreren. Bij fundamentele kwesties ontstaat een spanning tussen mensen die zich verbonden voelen met Nederland op basis van symbolen en tradities, en mensen die juist binding met Nederland ervaren op basis van de burgerlijke vrijheden.

Sommige Nederlanders neigen meer naar het benadrukken van symbolen en tradities in hun verbondenheid met Nederland, anderen meer naar burgerlijke vrijheden (zoals het recht op demonstratie en de vrijheid van religie) en een derde groep Nederlanders heeft geen uitgesproken mening. Dé Nederlander bestaat niet, maar een profielschets van de verschillende manieren waarop Nederlanders zich identificeren met Nederland bestaat wel.

De overgrote meerderheid van de Nederlanders associeert Nederland met ‘thuis’ en de plaats waar men ‘hoort’. Dat ligt in ons geval anders. Mijn thuis is Spanje, de plek waar ik hoor is naast mijn liefje, aan de Costa Blanca. Home is where the heart is”.  Ondanks de fysieke afstand voel ik mij zeer betrokken bij het reilen en zeilen van mijn vaderland. Wekelijks blog ik wel over iets dat daar gebeurt, wat er van belang is of wat de rol van mijn eigen Nederlanderschap is. Heimwee naar mijn geboortegrond ken ik niet. Ik voel mij een wereldburger met een sterke Nederlandse kern.

Hoofdstuk 11 van het rapport is getiteld ‘Nederlanders in het buitenland.’ Daar valt te lezen dat wat Nederlanders in het buitenland vooral bindt aan Nederland, in de eerste plaats familie en vrienden zijn. Daarnaast is het de Nederlandse taal en cultuur (eten, feestdagen, tradities) en Nederland als land waar men is geboren en getogen.

De 1416 Nederlanders in het buitenland die aan de SCP-enquête meededen, wonen in de negen landen waar de meeste landgenoten wonen: Australië, België, Canada, Duitsland, Frankrijk, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Zwitserland. (Degenen in Spanje maken 11% van de groep uit.) Ze moesten minstens vier maanden in het buitenland wonen. De gemiddelde leeftijd van de respondenten bedraagt 52 jaar en varieert van gemiddeld 41 jaar voor Nederlanders die in België wonen tot 63 jaar voor Nederlanders in Frankrijk die de enquête hebben ingevuld. 62% is vrouw en 14% heeft naast de Nederlandse nationaliteit ook nog een andere nationaliteit. 

Waarom zijn de ondervraagde Nederlandse emigranten in het buitenland gaan wonen? De meestgenoemde redenen voor de verhuizing zijn werk of een partner die in het buitenland woont en werkt of studeert. Studie en onvrede met Nederland worden ook regelmatig genoemd. Overigens verschilt dit laatste percentage nogal afhankelijk van het land waar men woont. In Zwitserland en de Verenigde Staten geeft slechts 5% aan (mede) uit onvrede te zijn verhuisd, terwijl in Spanje, Duitsland, Frankrijk en Australië de percentages respectievelijk 29%, 19%, 18% en 16% zijn. Het onderzoeksteam vroeg 175 respondenten die (mede) uit onvrede met Nederland zijn geëmigreerd, naar hun redenen hiervoor. Verreweg het vaakst werd ‘druk en vol’ genoemd. Enkele citaten: ‘Woonde in het westen van Nederland. Vond het te druk, te veel mensen en te lawaaiig’. ‘Te vol, te vuil, te onveilig. Geen rust en ruimte’. ‘Te vol, te druk, te vies, te onbeschoft’. ‘Een grote schoenendoos met té veel mensen... en dit gaat maar door’. ‘Druk, vol, duur, geen werk, geen ruimte, geen natuur, geen rust’. 
Daarnaast worden de politiek, hoge kosten, gebrek aan werkgelegenheid, asociaal gedrag, het weer, de bureaucratie, stress en werkdruk, en mensen met een migratieachtergrond vaak genoteerd als redenen voor vertrek.

Nederlanders buiten de landsgrenzen staan bijna allemaal nog regelmatig in contact met familie, vrienden en kennissen die in Nederland wonen. De meesten van hen ontmoeten de thuisblijvers een aantal keer (43%), één keer (25%) of minder dan één keer (22%) per jaar in hun nieuwe land. Zelf gaan ze bij familie, vrienden en kennissen in Nederland één keer (21%) of een aantal keer per jaar (35%) op bezoek en een ruime meerderheid (87%) heeft minstens een paar keer per maand contact met hen via telefoon, Skype, sms, e-mail of sociale media. Een ruime meerderheid (75%) bezoekt Nederland een keer per jaar of vaker.

Op de vraag waar Nederlanders in het buitenland blij van worden en positief over zijn, springen sociale voorzieningen (onderwijs en zorg), economie, het open karakter en de goede organisatie, infrastructuur en vrijheid in het oog. Het lijkt alsof van een afstand het alledaagse vooral bindt, terwijl de voorzieningen en vrijheden meer bijdragen aan een trots gevoel op Nederland. 79% leest minstens een aantal keer per maand een Nederlandse krant en bijna de helft (48%) doet dit zelfs dagelijks. Kortom: ook al woont men niet meer in Nederland, toch blijft men vrij intensief contact houden met familie, vrienden en kennissen in Nederland en volgt men het Nederlandse nieuws doorgaans min of meer op de voet.

Nederlanders die in het buitenland wonen, valt het op hoe vol en druk, maar ook hoe gezellig en goed georganiseerd Nederland is. Hiermee slaat het rapport de spijker op zijn kop! Nederlanders zijn in de ogen van veel Nederlanders in het buitenland soms lomp en gedragen zich asociaal maar diezelfde kenmerken worden ook wel als direct en nuchter omschreven. Bureaucratie en regels in Nederland vallen op in het buitenland, maar zaken in ons land zijn ook goed georganiseerd. Nederland is ook duur maar heeft goede sociale voorzieningen. Lageropgeleiden leggen daarbij wat meer nadruk op Nederlandse tradities, eten en feestdagen, terwijl bij hogeropgeleiden de tolerantie, openheid en goede organisatie in Nederland juist in het oog springen. Die tolerantie is volgens een deel van hen aan het afnemen. Nederlanders zijn niet meer zo tolerant als ze zelf vaak denken.

Uit een grootschalige internationale vergelijking van culturele verschillen is de Nederlandse samenleving te kenmerken als sterk individualistisch, relatief egalitair en hoog scorend op waarden die het belang van gelukkig zijn en plezier maken benadrukken. Nederlanders positioneren zich met deze culturele kenmerken tussen de Scandinavische en Angelsaksische landen in. Nederland is in vele opzichten een uniek land maar op basis van de gangbare waarden en normen goed te karakteriseren ‘als het meest zuidelijke Scandinavische land dat zich graag spiegelt aan Angelsaksische landen en met wortels in het Duitstalig deel van Europa’.

Voor wat betreft globalisering in het algemeen en Europese integratie in het bijzonder, maken Nederlanders die van mening zijn dat een Nederlandse identiteit bestaat zich sneller zorgen over het verdwijnen van Nederland als zelfstandig land. Zij beschouwen internationalisering en Europeanisering eerder als bedreigende (in plaats van versterkende) ontwikkelingen voor Nederland.

Dit rapport toont aan dat de grote mate van verbondenheid die mensen voelen met Nederland, niet betekent dat men zich daarmee ook betrokken of verantwoordelijk voelt. Laat staan dat men bereid is om op de barricades te gaan. Lang niet altijd loopt identiteit over in loyaliteit. Vroeger in Nederland ging ik de barricades op voor onderwerpen die mij aan het hart lagen, deed mee aan demonstraties en andere vormen van protest. Nu blog ik erover. Een op vijf ondervraagden zegt zich niet verantwoordelijk te voelen voor Nederland, een op drie heeft zelfs de indruk geen invloed te kunnen uitoefenen in het land.

Nationalisme is niet iets wat alleen opvalt als het Nederlands elftal speelt.” In het rapport wordt onder meer gesteld gesteld dat, zodra er iets te winnen valt, Nederlanders van de partij zijn. De uitspraak toverde direct een grijns op mijn gezicht. Dat slaat zeker op ons. Mijn liefje -nooit een gokje uit de weg gaand- deed onlangs mee aan een voetbalpoule. Met haar juiste voorspelling (2-1 overwinning voor de leeuwinnen van Oranje) won ze een mooie fles wijn. Oranje verbroedert, aldus het rapport. Het is jammer dat de zo gewaardeerde Nederlandse taal het woord ‘verzustert’ niet kent. Dat is dan weer meer mijn ding. Wij hebben de komende dagen ruim voldoende gesprekstof in Huize Barefoot!


zondag 23 juni 2019

Hou je Kop-knop

Illustratie: Mark Long
Onze buren meldden ons onlangs dat ze weer veilig op het Deense honk arriveerden. Ze verbleven bijna twee maanden naast ons en vertelden aan de vooravond van hun vertrek dat ze frisse tegenzin hadden om weg te gaan. Ze hebben het zó naar hun zin hier! Ze zouden er twee dagen over doen met hun snelle bolide maar het werd gelukkig iets langer. Mijn liefje en ik begrijpen niet dat mensen (van onze leeftijd) in twee dagen ruim 3.000 kilometer willen afleggen, temeer daar Jan als chauffeur zich niet 100% voelt… Zij en hun lieve hond Chili overleefden de tocht. Later dit jaar keren ze terug, dan (semi-)permanent. Hun grote hoeve op het Deense platteland staat thans te koop. Ze willen dat te zijner tijd inruilen voor een pied-à-terre in de stad. Ook echtgenote Bente heeft tegen die tijd de pensioengerechtigde bereikt en dan komen ze vaker en langer. We hebben goed contact met hen maar overlopen elkaar niet. Zij hebben hun vriendenkring, wij de onze; af en toe mengen we, drinken een glaasje of eten een hapje samen.

Als ze terugkeren, gaan ze de scheidingswand tussen hun woonkamer en die van hun Spaanse buren isoleren. Juan en Marta kennen wij sinds we hier wonen. We maken af en toe een praatje met elkaar. Het is een aardig echtpaar van 80+ uit de provincie Murcia dat hier jaarlijks de zomermaanden doorbrengt. Ze zijn slechthorend dus hun televisie staat hard. Zelfs zó hard dat Jan & Bente moeite hebben hun eigen muziek en programma’s te beluisteren, of in alle rust een boek te lezen. Ook voor ons zou die geluidsoverlast onacceptabel zijn. Wij kunnen ons echter roeren in de Spaanse taal en zouden het onderwerp bij hen ter sprake brengen. Onze Deense buren spreken wel Engels maar geen Spaans, de Spaanse buren spreken uitsluitend hun moedertaal. Ze praten met elkaar maar dat doen ze met behulp van de Google vertaalapp. Beide echtparen staan dan met de telefoon in de hand tegen elkaar te oreren en dat ziet er apart uit. Wij bevolen het degelijke isolatiesysteem aan dat wij in onze vorige woning aanbrachten.

Vorige week las ik een aardig Engelstalig artikel over de ontwikkeling van de stilteknop. Deze ‘mute button’ werd in 1956 uitgevonden door de Oostenrijkse ingenieur Robert Adler die werkte voor een Amerikaans bedrijf. Hij werkte destijds aan de Space Command 400, de eerste afstandsbediening voor tv die commercieel zou gaan worden gebruikt. De aanwezigheid van een mute-knop was de eis van zijn baas die reclames verafschuwde.

Taxibedrijf Uber experimenteert momenteel met nieuwe functies voor hun Executive Service. Een van die snufjes is de “Quiet preferred”-knop waarmee je als passagier kunt aangeven dat je niet wenst te worden gestoord door praatjes van de chauffeur. Die knop wordt niet door iedereen gewaardeerd. Een Uber-chauffeur in Londen vindt de knop ronduit beledigend en cru. Ze hadden het wat hem betreft ook de “Hou je kop”-knop kunnen noemen.

Zelf ben ik er niet op tegen al maak ik doorgaans een praatje met de chauffeur. Ik herinner mij echter een taxichauffeur in Santiago de Chile die steeds vervelender en dwingender werd naarmate de rit door de stad vorderde. Hij was niet te stoppen, werd steeds ongemanierder in zijn uitingen. Zelf zat ik tenslotte met mijn kaken op elkaar geklemd achterin. Al was hij niet van Uber, die stilteknop had ik graag ik op hem uitgeprobeerd! Hij zette ons ook nog bij het verkeerde adres af en gooide er nog een laatste serie beledigingen uit voordat ik de deur met een knal achter mij dichtsmeet. Tja.

In het betreffende artikel kwam ook een klinisch psycholoog aan het woord die toelichtte dat mensen vandaag de dag omwille van sociale media alles voor de buitenwacht doen. Zo’n stilteknop is dan een welkome afwisseling en brengt een moment van rust in het jachtige bestaan. Twitter en Instagram bouwden die functionaliteit al in 2017 in. “We aren’t necessarily adapted to be interacting with strangers all the time. People find it incredibly tiring. At least in a taxi, you have an opportunity to sit and be quiet.”

Een andere deskundige in sonische anthropologie (ik wist niet dat zo'n vakgroep bestond?!) aan de universiteit van Exeter lichtte toe dat de behoefte aan stilte logisch is, aangezien we als mens nu eenmaal geen oorleden hebben. Alles komt binnen! Ongewenste muziek of ongewenst geluid staat steevast in de top5 van grootste ergernissen. Koptelefoons komen dan het dichtst bij de blokeerfunctie voor geluidsoverlast.

Aan het einde van het artikel werd nog een mooie tip gegeven om ongewenst geluid dragelijk te maken. Neem vijf geluiden uit je dagelijkse leven in gedachten die je een prettig gevoel geven. Denk daaraan als het tè rumoerig om je heen wordt. Zelf denk ik dan aan fluitende vogels, de branding, zingende Balinese mannetjes, geluidloosheid onder water en nog wat van dergelijke situaties. Het werkt, maar niet altijd. Soms is gewoonweg actie vereist. In het artikel las ik overigens dat “hearables” de nieuwe “wearables” van Silicon Valley zijn. Amazon, Apple en Google zouden ermee aan het experimenteren zijn, onder andere in combinatie met entertainment en gezondheidgerelateerde functies. ‘The future is ear’ is nóg een leuke zinspeling die ik in dit verband vond.

Onlangs kwam er een einde aan geluidsoverlast door een hijskraan in onze buurt. Zoals in eerdere blogs beschreven, wordt er thans in onze woonwijk flink gebouwd. Er is één bouwbedrijf waarmee ik al maanden praat over verbetering van onze leefomgeving. Helemaal stil krijg je het nooit maar elke verbetering die kán worden bereikt, moet je nastreven. Dat is mijn uitgangspunt. Mijn liefje en ik werden in de loop van de jaren steeds allergischer voor geluidsoverlast. De slechtste ervaring deden we op nadat een comercieel centrum in de directe omgeving van Lomas de Campoamor de deuren opende. Het waren de nep-Nina Hagens en nep-Rod Stewarts die daar 's avonds en 's nachts met microfoons op de terrassen van Engelse pubs stonden te krijsen. Ik schreef brieven aan de bareigenaren, sprak persoonlijk met de managers, belde de politie. In het begin hielp dat nog, later niet meer. We gaven het op. Verhuizen was uiteindelijk de enige optie.

Hier zette het bedrijf een torenkraan op. Het ding maakte lawaai, zeker in vergelijking met belendende bouwkranen. Na dit weken te hebben aangehoord, ging ik maar eens op zoek naar de baas van de bouwplaats. Het bleek een ontzettend aardige man-op-leeftijd te zijn. Hij was het eens met mijn klacht en nam contact op met kantoor. Enkele weken later werd de haperende motor verwijderd en een nieuwe geïnstalleerd. Het werkte aanvankelijk goed maar in de loop van de tijd begon de kraan weer meer geluid te maken. Totdat het ergerlijk werd. Op dat moment begon het volgende hoofdstuk in geluidsbestrijding. En in onze relatie. Hij en ik voerden altijd vriendelijke gesprekken; ik mocht hem, zag dat hij ook van het probleem af wilde. Nooit verloor ik mijn geduld tegenover hem, al zat ik er weleens dicht tegenaan.

Enkele weken geleden zag ik een man op de hoge giek staan; het bleek de reparateur voor de kraanrevisie te zijn. Staand naast de bouwopzichter bekeek ik zijn verrichtingen boven onze hoofden. De baas maakte mij er overigens op attent dat hij zelf inmiddels eveneens met oordoppen op maat rondliep. De ventilator van de kraan moest worden vervangen. De weken daarna hield ik de vinger aan de pols. Ik had het idee dat ik zelfs werd gemist als ik een weekje oversloeg… Tijdens een van die bezoeken sprak ik via de telefoon van de opzichter met iemand van het hoofdkantoor, bij een ander bezoek ontmoette ik een technische vrouw die polshoogte kwam nemen. Zo leer je Spaans praten als Brugvrouw! Het duurde lang voordat men tot actie overging.

Na die technische revisie op niveau werd geconstateerd dat de hele giek en een deel van de mast eraf moesten. Dat was een flinke klus en moest goed worden gepland. De bouwactiviteiten mochten immers niet stil liggen. Ze zochten naar de beste partij die de klus mocht klaren; zelf dacht ik dat ze vooral naar de goedkoopste op zoek waren. Daar had ik begrip voor, maar niet meer voor heel lang. Afgelopen week was het zover. Er stond een mobiele kraan op het bouwterrein en de herriesmaker werd ontmanteld. Het hijswerk lag een dagje stil. Toen ging de kraan weer aan de slag, zonder overlast. Joehoe! Als dank gaf ik twee pakken Hollandse stroopwafels af, voor de chef en zijn team. Hij was verrast, vond het een leuk gebaar. Hasta luego” (tot ziens), zei hij toen ik de bouwplaats verliet. Ik dacht het niet, antwoordde ik met een lach. Mijn taak zit erop. De stilteknop doet het nog steeds.


woensdag 19 juni 2019

Juni Pride-maand

Juni werd tijdens het presidentschap van Bill Clinton uitgeroepen tot  Pride-maand. Google heeft deze maand doodles met dit thema. We memoreren dit jaar bovendien 50 jaar Stonewall. Dat was de naam van een homobar in Greenwich Village (New York) die op 28 juni 1969 door de politie werd bestormd. De populaire Stonewall Inn was één van de weinige homogelegenheden waar kon worden gedanst. Deze ontmoetingsplaats werd opgezet en beschermd door de lokale maffia. De plaatselijke politie kwam regelmatig langs om geld op te halen. Zo werden deze en andere homoplekken oogluikend toegestaan. Homoseksualiteit was destijds nog strafbaar in de Verenigde Staten. De wetten van toen onderdrukten en discrimineerden leden van de LGBTQ-gemeenschap.

Op de bewuste avond in juni liep het uit de hand. De politie viel de bar onaangekondigd binnen en sleepte tenminste één vrouw in mannenkleding naar buiten waar ze vervolgens werd gearresteerd. Deze keer leidde het politie-optreden tot hevig protest en verzet dat zes dagen aanhield. 21 personen werden gearresteerd. De huidige baas van de NYPD bood begin deze maand publiekelijk min of meer zijn excuses aan voor het optreden van destijds. It should not have happened. Tja.

Onder de protesteerders bevonden zich twee transgenders die later de geschiedenis zouden ingaan als sleutelfiguren van de homobevrijdingsbeweging: Sylvia Rivera en Marsha Johnson. Het huidige stadsbestuur kondigde onlangs aan budget vrij te maken voor een standbeeld dat voor de beide dames zal worden opgericht. Het monument zal in 2021 worden onthuld.

Tijdens mijn eerste bezoek aan New York in de jaren '80 van de vorige eeuw bezocht ik het pand waarin de iconische homobar ooit was gevestigd; het was destijds dichtgespijkerd. Ik herinner mij dat moment goed, voor muzelluf was het belangrijk daar te staan. Tijdens die vakantie ging ik weleens naar een bar voor pottenkindjes in Greenwich Village. Daar ontmoette ik een aantal zogenaamde lipstick lesbo’s. Een vlammetje van toen was vertegenwoordigster bij Estée Lauder. Dat cosmeticamerk bleef jarenlang mijn huismerk. Misschien is de onthulling van het standbeeld van Rivera & Johnson een goede aanleiding voor mijn liefje en mij om in 2021 naar deze stad terug te keren, vooropgesteld dat Trump dan geen president meer is. Die man verwijt ik dat hij ruimte geeft aan en boegbeeld is geworden van extreemrechts, conservatieve evangelicals, vrouwen- en homohaters. Zijn Amerika is mijn Amerika niet meer.

28 juni 1969 wordt algemeen bestempeld als het begin van de burgerrechtenbeweging al wordt dit betwist door historici van de homobeweging. Er zou al eerder sprake zijn geweest van politiek homo-activisme. De Stonewall-protesten waren evenmin het begin van Pride. In 1966 werd in Los Angeles namelijk al een nieuwsbrief gelanceerd die ‘Personal Rights in Defense and Education’ (PRIDE) heette. De eerste Pride-parade ter wereld vond plaats in New York in 1970.

Overigens bestaat de oudste lesbobar van New York, opgericht in 1991, nog steeds. Het etablissement heet ‘Henrietta Hudson’ en staat in de West Village. Op het zonnescherm aan de gevel staat simpelweg Bar and Girl (een knipoog naar Bar & Grill?). In een recent Forbes-artikel las ik een interview met de eigenaressen. Toen ze 28 geleden openden, stond er alleen een jukebox in de ruimte. Tegenwoordig wil  men ‘een ervaring’. Dj’s van over de hele wereld komen om er op te treden. De weekagenda is propvol, ook met programma’s van elke denkbare sport in de nationale LGBTQ-liga.

Foto: Thomson Reuters Foundation
Laatst hoorde ik iets afschuwelijks op tv tijdens een gesprek over vrouwenvoetbal: een openlijk lesbische voetballer van het Cameroense elftal was ‘correctief’ verkracht en vermoord vanwege haar geaardheid. Ik kon mijn oren niet geloven… mijn nekharen gingen overeind. Conversietherapie (in de volksmond ‘homotherapie’) is één ding maar dit?! Na dat bericht keek ik anders naar het elftal dat afgelopen zaterdag tegen de Oranje Leeuwinnen speelden op het WK. (Ik las dat sommige Nederlandse voetbalsters bont en blauw van het veld stapten vanwege het harde, fysieke spel van deze tegenstanders. We wonnen met twee prachtige goals van spits Miedema.)

Toen ik in de materie dook, ontdekte ik allereerst dat verkrachting strafbaar is in Cameroen. In dit conservatieve West-Afrikaanse land is homoseksualiteit illegaal en strafbaar. Je kunt vijf jaar cel tot zelfs de doodstraf krijgen als je homoseksueel actief of activistisch bent. Correctieve verkrachting is er wijdverbreid en wordt niet alleen door vreemdelingen toegepast; familieleden van de vrouwen maken zich er ook schuldig aan. Bovendien bleek deze praktijk ook in Zuid-Afrika met enige regelmaat voor te komen terwijl dat land in 2006 het homohuwelijk legaliseerde. Oeganda, Ecuador en India worden eveneens genoemd als landen waar dit op grotere schaal voorkomt. De bekendste vrouw die dit werd aangedaan, heette Eudy Simelane. Deze Zuid-Afrikaanse was een steengoede middenvelder van het nationale team, openlijk lesbisch en fanatiek LGBTQ+-activiste. In april 2008 werd zij, op 31-jarige leeftijd slachtoffer van correctieve groepsverkrachting en dodelijke messteken. Twee daders kregen celstraf, twee werden vrijgesproken.

In LGBTQ Nation las ik dat er tenminste 30 lesbische en biseksuele vrouwen meedoen aan dit WK voetbaltoernooi voor vrouwen; het hoogste aantal ooit. Het gaat dus de goede kant op met het doorbreken van een taboe. Wat niet verbaast, is het relatief grote aantal Westerse vrouwen. In het geval van Afrikaanse of Zuid-Amerikaanse elftallen betreft het een witte vrouw die uit de kast kwam. (Het zou goed zijn als dat ook onder mannelijke collega's gemakkelijker wordt...)

Nederland voert de lijst aan. Ik doe hier een ererondje: Vivianne Miedema, Sherida Spitse, Shanice van de Sanden, Anouk Dekker, Merel van Dongen en Daniëlle van de Donk (Nederland), Megan Rapinoe, Tierna Davidson, Adrianne Franch, Ashly Harris en Ali Krieger (Verenigde Staten), Karen Bardsley, Magdalena Eriksson, Hedvig Lindahl, Nilla Fischer en Caroline Seger (Zweden), Lucy Bronze, Rachel Daly en Beth Mead (Engeland), Sam Kerr, Chloe Logarzo en Tameka Yallop (Australië), Katie Duncan en Hannah Wilkinson (Nieuw-Zeeland), Lorena Benítez (Argentinië), Lisa Evans (Schotland), Stephanie Labbé (Canada), Isabel Herlovsen (Noorwegen), Fernanda Pinilla (Chili), Janine van Wyk (Zuid-Afrika). Girls to be proud of!

En om dit blog met een reuzenuitsmijter te eindigen, kan ik hier melden dat de Canadese kinderserie ‘My Little Pony’ binnenkort tante Holiday en tante Lofty introduceert in de episode getiteld ‘The Last Crusade’. Gezien de toestand in de wereld op dit vlak, zal het zeker niet de laatste kruistocht zijn. En niet de laatste blog over dit onderwerp.


zondag 16 juni 2019

De Spaanse vaan heeft de orkaan doorstaan

De zomer komt eraan maar het wil hier nog niet echt zomeren, zoals we het zijn gewend in deze tijd van het jaar. We glijden langzaam naar de langste dag (21 juni) maar het weer is nog niet stabiel. Gedurende een aantal dagen in de afgelopen week woedden er hier zomerstormen. De Spaanse weerdienst noemde het matige wind maar wij waaiden uit onze sokken.

De wind draaide als een tol, soms naar drie à vier verschillende richtingen in één uur: van pal noord naar pal oost, van noordoost naar west en zelfs strak uit het zuiden. Daar was niets matig aan. Telkens als we terugkeerden van een wandeling aan zee, kon ik de zandkorrels van mijn huid vegen en mijn schoenen leeggooien. Wat het vermelden meer dan waard is, is dat mijn liefje gisteren de Nijlbadge in ontvangst nam van Fitbit. Sinds ze de armband draagt die ze in 2016 kocht in Tasmanië (Australië), legde ze bijna 6.650 kilometers te voet af, net zoveel als de route langs de langste rivier op aarde. There is no deNILEing how impressive that is.Joehoe!

De rode vlag wapperde afgelopen week aan zee dus het was verboden om te zwemmen; niet door hoge golven, waarschijnlijk vanwege verraderlijke zeestroming. De reddingsbrigade zat op het strand maar had niets te doen. Zelf stak ik mijn teen nog niet in zee en dat is opmerkelijk voor deze tijd van het jaar. Wel zwom ik in het zwembad van onze vrienden Frans en Roland. Ook bij hen op Cabo Roig stak de oostenwind een stokje voor recente zwempartijen. Het badwater is weliswaar 26 graden Celsius of meer maar als je uitstapt en de ooostenwind grijpt je  bij de kladden… Brrrrrr! (Ja, ik werd een watje!)

Over vanen gesproken, gisteren was het vlaggetjesdag in het Vaderland. Van een aantal vrienden kregen we foto’s van nieuwe haringen en van Haagse Robbie achter zijn haringkar. Het eerste tonnetje bracht op de Scheveningse visafslag een recordbedrag op van €95.500. De opbrengst komt dit jaar ten goede aan de Stichting ‘Mag Ik Dan Bij Jou’ die ervoor zorgt dat jonge kinderen met kanker tijdens hun behandeling altijd worden vergezeld van hun ouders of andere verzorgers.

Deze zilte lekkernij is dit jaar wederom van uitzonderlijke kwaliteit: mals en goed vet. Ik herinner mij dat de eerste Hollandse Nieuwe van het jaar altijd het lekkerst smaakt. Dat is het enige dat we ècht missen in Spanje. Ik zou er zo vroeg in het seizoen wel elke dag eentje aan de staart willen weghappen. De gemissen zijn voor mij niet de Hema, kroketten, kaas of Sinterklaas. (Nou goed dan… vrienden en familie wèl, al bouwden we hier ook mooie vriendschappen op.)
Op dit moment zou ik wel in een tijdmachine willen stappen om in een handomdraai naar Den Haag, de stad van de beste haring achter de duinen, te worden gebuzzt. Vrij snel nadat het eerste vaatje is geveild, wordt bij de Nederlandse supermarkt ‘Diferente’ in Benijófar een haringpartij gehouden voor ex-pats in de regio. Een Amsterdamse met zware tongval staat hier op zaterdagmiddag dan een paar honderd haringen schoon te maken. Niet zo vakkundig als Robbie het doet, maar het kan er ruimschoots mee door. Ik verwacht ze volgende week of snel daarna. Aftellen!

Gisteren was ook de dag van de uitreiking van de overgangsrapporten aan onze jongens in Noord-Bali. Het was als verwacht. Damai had een heel goed rapport met uitsluitend dikke achten. Zijn hoogste score haalde hij voor sociale vaardigheden (8.9). Yuda had een goed rapport in de zevenreeks, met flink wat 7.9’s, een 8 voor Bahasa Bali en een 9.1 voor sport & spel. Een jaar of twee geleden merkte een toeriste op die in hetzelfde resort verbleef als wij en lerares bleek te zijn, hoe speels Yuda was. Ze had destijds een punt, hij is dat echter nog steeds. Zo braaf als Yuda was in lagere klassen in het vak Burgerschap, zo ‘normaal’ scoort hij echter nu voor een bijna 12-jarige. Er is progressie…

Op elk schoolrapport worden de resultaten vermeld van de leerling-in-kwestie, van het gemiddelde van de klas waarin die leerling zit en van het Indonesisch landelijk gemiddelde. Ik hoef niet te vermelden dat de beide jongens ver boven dat gemiddelde zitten met hun scores. (Maar ik doe dat graag!) Voor de goede orde: deze uitgestrekte archipel heeft 50 miljoen studenten, het lerarencorps is drie miljoen mensen sterk en er zijn 300.000 scholen. Wat mij in de loop van de tijd ook opviel, is dat de landelijke gemiddelden lager komen te liggen naarmate de leerlingen in hogere klassen van de lagere school zitten.

Mijn liefje en ik gingen gedurende de afgelopen vijf jaar bijna jaarlijks naar deze school om presentaties bij te wonen, feestjes mee te vieren of gewoon met hoofdmeester Sid en zijn team te praten. Tijdens die bezoeken werd mij duidelijk dat vooral kinderen van geprivilegieerde ouders op deze school zitten; van artsen, juristen, notarissen en dergelijke. Ook het aantal Chinese Balinezen (vaak middenstanders) alsmede het aantal kinderen uit gemengde huwelijken (Westerse mannen met Aziatische vrouwen) viel op. Sommigen erfden de grijze cellen van hun intelligente ouders, anderen kregen de ambities met de paplepel ingegoten. Chinese ouders staan erom bekend hun kinderen aan te sporen en erop toe te zien dat zij hun stinkende best doen. Westerlingen zijn bekend met onderwijs dat op individuele leerlingen is afgestemd.

Ambitie is er op zich wel bij Elsa en Ketut maar zij stimuleren hun kids niet per se. Zelf zijn zij intelligent en volgden Senior High School, het zogenoemde Sekolah Menengah Atas (SMA) in Singaraja. Dat opleidingsniveau wordt maar door 60% van de studenten in Indonesië gevolgd en afgerond. Daarna hield het studeren op voor hen beiden vanwege gebrek aan geld in de families. Als ouders zitten ze hun kids wel achter de broek en scheppen ze thuis een omgeving waarin kan worden geleerd en gewerkt. Ik weet tegelijkertijd dat ze aan het einde van een schooldag niet met de jongens praten over wat ze die dag leerden of ontdekten. Dat is geen kritiek maar een beschrijving van de feitelijke situatie.

Vanzelfsprekend willen deze ouders het beste voor hun kinderen. Het leven van de kids is al zoveel beter dan dat van henzelf en dat is een mooi gegeven. Elsa heeft overdag een baan in de huishouding bij een Nederlands echtpaar en heeft nu tevens haar handen vol aan baby Varen, nomor 3. Ketut werkte enkele jaren op een cruiseschip om groot geld te verdienen maar is thans baanloos. Hij lijkt nu om een of andere reden niet aan boord te kunnen terugkeren. Desalniettemin onderneemt hij van alles om extra geld voor zijn gezin te verdienen. Zo hebben ze inmiddels een goeddraaiende toko in de buurt en gebruikt hij hun auto om toeristen in de regio rond te rijden.

Zoals viel te verwachten, was moeder Elsa waarderender over de resultaten van nummer 2 dan over die van haar oudste zoon. We merkten wel voor het eerst dat de stress bij haar ontbrak. Misschien ziet zij net als wij inmiddels in, dat dit het niveau is van Yuda. Hij kan nog zó dromen... Deste blijer zijn we met het feit dat hij juist op deze school zit, met meer persoonlijke aandacht en meer tijd voor creativiteit. Ik vermoed dat hij veel minder uit de verf zou zijn gekomen op een standaardschool. Daar wordt vooral een systeem van drillen en uit het hoofd leren gehanteerd in plaats van argumentatie en uitleg, zelfonderzoek en uitvinden.

Persoonlijk maakte ik als student Bahasa Indonesia van taalapp Duolingo iets in die richting mee in de afgelopen maanden. Al oefenend ervaar ik soms inconsequenties in het taalprogramma en vraag dan aan een forum waarom iets is of hoe dat precies zit. Neem ‘ada’ en ‘adalah’; beide woorden betekenen er is/er zijn. Je kunt ze klaarblijkelijk niet ongestraft verwisselen en dat begreep ik niet. Meermalen kreeg ik als antwoord dat het nu eenmaal zo is in die taal; dat is voor iemand als ik onbevredigend. Hoe het ook zij, het drukt de pret niet. Ik zit inmiddels op niveau 17 van dit bètaprogramma en leer elke dag bij. Wat ik vooral leuk vind, is dat er wekelijks gemiddeld twee taalsuggesties van eigen hand worden overgenomen.

De schoolvakantie van de mannetjes in Bali breekt nu aan, ze vroegen aan hun moeder of ze in die periode af en toe naar Engelstalig zomerkamp mogen. Wij juichen dat toe.


woensdag 12 juni 2019

Weer in het hier & nu

Na de goede afloop van de medische perikelen van afgelopen weken, sta ik weer stevig met beide benen in het hier en nu. Er is van alles gaande in de grote en kleine wereld om mij heen dus er is veel te melden. Maar een blogger moet nu eenmaal keuzes maken.

In Frankrijk begon het WK Voetbaltoernooi voor vrouwen. Op de eerste dag van het toernooi plaatste Google een doodle met enkele getekende voetbalvrouwen. Eentje droeg een oranje shirt, had een bruine huid en razendsnel haar. Dat kon maar naar één persoon verwijzen: Shanice van de Sanden. Deze enthousiaste aanvaller doste zich met haar ultrakorte luipaardkapsel spraakmakend uit voor het toernooi. Ik vind de haarkeuze opmerkelijk omdat zij allesbehalve een lui paard is in het veld. Als iemand zich in een wedstrijd de benen uit het lijf rent, is zij het. Ik ben fan van dit team en nam mij voor al hun wedstrijden live te zien. Hun eerste wedstrijd tegen Nieuw-Zeeland was echter niet om over naar huis te schrijven. De tegenstander was kwalitatief veel minder maar stug, de Nederlandse dames waren slordig in hun pases. Die waren vaak te kort of juist te lang. Shanice kon in deze wedstrijd geen verschil maken. Invalster Jill Roord, de eeuwige nummer 12 van het elftal, kopte de bal in de extra tijd behendig in de touwen. Hun spel hield mij op het puntje van mijn stoel. Het kan en moet beter. Er werd teveel gewandeld, aldus het commentaar van de coach na de wedstrijd.

In de polls is Nederland geen favoriet voor de cup maar dat deert de Oranje Leeuwinnen niet. Als Europees kampioen zijn ze ‘dark horse’ en kunnen dus zonder teveel extra druk in het toernooi groeien. Het Amerikaanse elftal is torenhoog favoriet; ook zij speelden gisteren. In een artikel las ik dat het eerste vrouwenvoetbalseizoen op nationaal niveau in de Verenigde Staten al in 1995 van start ging. Ze kennen dus een traditie van bijna 25 jaar. Er voetballen daar momenteel negen miljoen meisjes en vrouwen dus het mag niet moeilijk zijn om de Beste Elf te selecteren. Ze veegden de Thaise tegenstander met 13-0 van de mat. Het is een record. 

Als er niets is dat boeit op de Vaderlandse buis, zappen we graag naar Netflix. Dit zijn mijn aanraders van 2019 tot dusver: (1) ‘After Life’ met een anders dan andere Ricky Gervais in de hoofdrol. Deze acteur is zo veelzijdig! In zes afleveringen tot nu toe speelt hij een man-met-hond die zijn grote liefde verloor aan kanker en zijn best doet door te leven. Een prachtige serie met een lach en een traan. Ik hoop dat het een meerjarige reeks wordt.

(2) De Spaanse film ‘Elisa y Marcéla’ speelt zich in Noord-Spanje af aan het einde van de 19de eeuw. Deze langzame film in zwart-wit die mij bij tijd en wijle aan ‘Roma’ deed denken, gaat over twee vriendinnen op een nonnenschool die verliefd worden op elkaar. De film is gebaseerd op een waar gebeurd verhaal. De meisjes werden bekend als de eerste Spaanse vrouw die als man ging leven om zijn vriendin te kunnen huwen. In de film gaan ze meermalen vrijwillig en gedwongen uit elkaar. Triest maar mooi.

(3) Seizoen 1 van ‘Street Food’ trakteert de kijker op een serie prachtige portretten van soms stokoude (!) Aziatische amateurkoks die hun plek onder de culinaire zon ruimschoots verdienden met traditioneel straateten. Eén vrouw, de excentrieke Jay Fai uit Bangkok, ontving zelfs een Michelinster en is sindsdien wereldberoemd vanwege haar krabcakes. Het authentieke gerecht van de Indonesische legende Mbah Satinem uit Yogyakarta bracht sweet memories en water in de mond. Op de dag- en avondmarkt van de stad verkoopt ze jajan pasar.

Op mijn volgende kijklijst staat de serie ‘When They See Us’ over vijf zwarte tieners in New York die in 1989 ten onrechte werden veroordeeld wegens verkrachting. De serie kreeg een heel goede pers. Ik las dat Linda Fairstein, destijds de hoogste aanklager in de rechtzaak tegen de vijf tieners en nu suksesvolle thrillerauteur nooit haar excuses aanbood na die welbewuste rechterlijke dwaling. Haar uitgever verbrak afgelopen week de banden met haar. Ook Trump is te zien in deze serie. Hij deed destijds een publieke oproep tot de doodstraf voor de vijf jongens. Hij bood evenmin zijn excuses aan voor zijn moedwillig foute standpunt. Wie roept nu om zijn afzetting?

Afgelopen week begon in Australië de editie van Masterchef Australia 2019, mijn all time favorite kookprogramma. Uit voorzorg verwijderden we de app van de krant Sydney Morning Herald van de iPad. We willen immers niet in de situatie terechtkomen waarin er ongewenste tipjes van de sluier worden opgelicht. Ik wacht rustig af totdat het programma weer op de Nederlandse tv zal worden vertoond. Wat ik al wel zag is dat Poh Ling Yeow, de kandidaat die tweede werd in de allereerste editie van dit programma, dit seizoen terugkeert als mentor van amateurkoks. Ik ben ook fan van creatieveling Poh met haar aanstekelijke lach. Zij onderging dit jaar een metamorfose: ze knipte haar lange haar af en ging van kort naar korter.

En tenslotte het Verenigd Koninkrijk. What puts the ‘Great’ in Britain? Nou, niet iemand als Boris Johnson! Columniste Polly Toynbee van The Guardian schreef gisteren een boeiend stuk dat ze in een vermakelijke vorm goot. Haar column werd geschreven vanuit het perspectief van Rip van Winkle. Hij komt na tien jaar uit coma in een Engels ziekenhuis. (Ter info: Rip van Winkle was de hoofdpersonage in een kort verhaal van de Amerikaanse schrijver Washington Irving, geschreven in 1819. Van Winkle is in dit verhaal van Hollandse origine, verdwaalt in de Catskill Mountains en wordt 20 jaar later wakker. Daardoor miste hij de Amerikaanse revolutie compleet!)

De Rip van de Britse Polly wordt na tien jaar wakker in een ziekenhuis, kijkt om zich heen en schrikt zich rot. Hij spreekt met gestresst personeel, ontdekt dat er 100.000 vacatures zijn in de NHS (de Britse Gezondheidszorg) en twee miljoen mensen op de wachtlijst staan. Hij vraagt het personeel op wat voor nazorg hij mag rekenen na zijn wonderbaarlijk ontwaken. Niet veel. 1.4 miljoen kwetsbaren in de samenleving ontvangen geen enkele sociale (na)zorg omdat gemeenten in de afgelopen tien jaar de helft van hun budget moesten inleveren.

Van Winkle gaat googelen en ondekt voorts dat lagere scholen -deels in vervallen staat, de meesten met heel veel achterstallig onderhoud- 8% minder fondsen per leerling ontvingen en middelbare scholen zelfs 16% per leerling, waardoor het aantal leraren drastisch slonk. Kunst-, dans-, ontwerp-, muziek- en dramalessen verdwenen uit het lesprogramma. (Saillant detail is dat het gebeurde onder bewind van de vroegere staatssecretaris van Onderwijs Michael Gove die nu tevens kandidaat is voor de opvolging van May.)

Rip ontdekt bovendien dat Britse kinderen van nu honger hebben; tegenwoordig kunnen aanzienlijk minder scholen gebruik maken van gratis maaltijden. Vier op tien kinderen in Groot Brittanië leeft in armoede, het hoogste percentage in 60 jaar. Het woord ‘voedselbank’ kent Van Winkle niet vanwege zijn lange slaap maar hij ontdekt dat er 2.000 van zijn voor één miljoen hongerige gezinnen. Sociale zekerheid kreeg tijdens zijn afwezigheid te maken met grote krimp. Voor het eerst in zijn leven, leven Britten van zijn leeftijd niet langer maar korter. Terwijl hij sliep verkortte zijn leven met één jaar. Voor het tweede achtereenvolgende jaar nam het aantal babysterftes toe; iets wat hij niet eerder meemaakte. Het aantal kinderen dat zorg ontvangt verdubbelde maar het aantal zorgverleners liep drastisch terug.

Salarissen bleven steken op het niveau van tien jaar geleden en inkomens liggen nog niet eens op dat niveau; ongekend sinds de tijd van Napoleon. Het aantal daklozen nam met 250% toe maar Van Winkle las tot zijn ontsteltenis dat het aantal miljardairs in het Verenigd Koninkrijk verdubbelde. 30% van hen ontdook overigens het betalen van belasting in eigen land.

Foto: The Guardian
Het zijn de gevolgen van het afbraakbeleid van de regerend Conservatieven. De vermaledijde Tories dompelen het land al jaren in chaos onder en er lijkt geen einde aan te komen.

Toen Van Winkle tenslotte op de ziekenzaal zijn tv aanzette, zag hij tien kandidaten. Zij doen thans mee aan de stoelendans om de vacante zetel van premier Theresa May. Toen sloeg de depressie pas echt toe! Deze kandidaten, veelal ministers die verantwoordelijk zijn of waren voor bovengenoemde daden, beloven dat alles goed komt na Brexit. With Brexit, this can be the best country in the world.

In de polls maakt Boris de Pfeffel Johnson de meeste kans om premier te worden. Hij was de man die een blauwe maandag als minister van Buitenlandse Zaken flop op flop stapelde. Hij was ook de man die tijdens de Brexit-campagne de grootste leugenaar bleek. Daarom omarmt Trump hem, zowel letterlijk als figuurlijk. Soort zoekt soort. Het is Johnson die nu zegt de scheidingsbetaling aan de EU te weigeren. Daarmee hoopt hij stemmen te trekken. Het is moeilijk om als mens niet cynisch te worden… Met BoJo op Downing Street 10 gaat de volksverlakkerij in het onverenigd koninkrijk nog wel even door.  Polly Toynbee geeft goed aan: een blad is om te beschrijven, niet om voor de mond te nemen.


vrijdag 7 juni 2019

Meten is (z)weten

De regelmatige lezer weet dat ik jaarlijks een verplichte controle onderga in het plaatselijke ziekenhuis, al blog ik zeker niet over elke gelegenheid. Het gaat onder andere om een mammografie en een echografie van de mama’s. Ik kom uit een familie met een erfelijke vorm van borst- en eierstokkanker.  Alhoewel ik persoonlijk geen draagster ben van de genmodificatie die de ziekte met een hoge waarschijnlijkheid veroorzaakt, kreeg ik het advies mij elk jaar te laten onderzoeken. Dat laat ik al 12 jaar lang uitvoeren, altijd zonder morren en tot dusver zonder complicatie.

Bij het recente medisch onderzoek werd echter een knobbeltje in een borst geconstateerd. Het bracht mij terug naar mijn jeugd, toen ik een jaar of 13 of 14 was. Ik had pijn in mijn ontluikende puberborst, had koorts en verbleef in bed. Mijn ouders waren in alle staten. Zij kregen ruim tien jaar daarvoor te maken met een dochter met een knobbeltje onder haar voet. Dat overkwam mijn oudere zus Angela, die als kind aan de gevolgen van uitgezaaide botkanker overleed toen ik twee jaar oud was. Mijn vader zat toen aan mijn bed met een blik vol glacés. Op de middelbare school kocht ik die af en toe in de kantine. Het knobbeltje bleek destijds een cyste die weldra verdween. Ik at daarna nooit meer één roze koek. (Een dat was maar goed ook nu ik weet waar die kleur vandaan komt...)

Deze keer werd het knobbeltje ontdekt tijdens de echografie, niet op foto’s van de mammografie. De radioloog, een nieuw gezicht voor mij, bleef vrij lang met de sonde op een plek aan één kant bewegen en maakte meer foto’s dan gebruikelijk. Hij was klaar en wilde de behandelkamer verlaten. Als ik niet had gevraagd hoe het ervoor stond, was hij weggelopen zonder iets te zeggen. Tja. Hij zei dat hij een nodulo” had geconstateerd (dus geen cyste), die waarschijnlijk goedaardig was en vanaf dat moment regelmatiger en structureel moest worden gevolgd. Er gingen geen alarmbellen bij mij af maar ik liep wel bedremmeld de behandelkamer uit. Bij mijn liefje, die voor de deur stond, gleed de glimlach van haar gezicht.

Ik maakte daarop een vervolgafspraak met de gynaecoloog. In die twaalf jaar ‘versleet’ ik er al drie in dat ziekenhuis. Mijn huidige arts is relatief jong (al draagt hij sinds enige tijd een baard), noemt mij altijd cariña” tijdens het consult en zingt als hij iets opzoekt in het computersysteem, een uitslag print of bevindingen vastlegt in het systeem. Wat je noemt een vrolijke vent. Deze keer kon er geen lachje vanaf. Er werd niet gezongen!

Hij bevestigde het knobbeltje en sprak de wens van een biopsie uit. Meten is weten. Ik keek mijn liefje aan, die voor de eerste keer in al die jaren mee naar binnen ging. Zij beaamde dat zij dat de enige juiste vervolgstap vond. Ook ik stemde met deze ingreep in. Meten is inderdaad weten al is een biopsie beladen. Maar ik ben geen wegkijker. Kanker kan iedereen overkomen, uit een besmette familie of niet. Eén op drie personen krijgt de diagnose gesteld, een op zeven à acht vrouwen krijgt bij leven borstkanker. Mijn drie zussen overkwam het, een kreeg het zelfs tweemaal, bij een ander werd het te laat geconstateerd. Zij overleefde de uitzaaiingen niet.

Wij van Huize Barefoot zijn geen vreemden van biopsies. Ook mijn liefje kreeg de diagnose borstkanker tien jaar geleden gesteld, nadat de biopsie een agressieve tumor aantoonde.

De afspraak werd gemaakt voor 20 mei jongstleden, toevallig de ‘Dag van de Klinische Tests’ genoemd. Ik verzin dit niet. De nacht ervoor had ik goed geslapen maar ik werd vroeg wakker. Tijdens de douchebeurt zeepte ik ‘haar’ extra goed in. Het ontbijt sloeg ik over, ik moest nuchter verschijnen. De dame aan de afsprakenbalie wierp mij een allerliefste glimlach toe, wenste mij sterkte en duimde voor een goede uitslag. Hoe aardig.

De biopsie zou om 9:00 uur plaatsvinden maar de klok tikte ruim voorbij het uur. Mijn liefje leidde mij af met foto’s van recente reizen en van Balinese jongetjes (die van onszelf, welteverstaan). Toen ik in de behandelkamer werd geroepen, kon ik alleen maar denken aan Damai in Zen-houding en zijn twee broers, vreugdes van mijn leven. 

Ook de verpleegster was erg aardig. Ze legde uit wat haar rol zou zijn, dat er plaatselijke verdoving aan te pas kwam en dat ik, voor de zekerheid, een infuuskraantje in mijn arm kreeg. Mocht ik misselijk worden of iets dergelijks, dan kon men direct iets toedienen. Ik heb geen weerzin tegen injecties. Ik krijg ze immers al twaalf jaar lang minstens tweemaal per jaar (bloedtests op tumormarkers). Dat lag anders voor de holle naald die in mijn borst zou worden gestoken en hapjes uit mij zou nemen. Pijn(tjes) kan ik goed verdragen maar het schenden van mijn lichamelijke integriteit vind ik wel een dingetje, om het populair te zeggen. Daar laat ik achteraf een traantje om. Dat gebeurde na de heupoperatie in 2017 en nu weer.

Er zijn verschillende soorten biopsies, afhankelijk van hoe iets wordt ontdekt: op mammo- of echofoto’s. Vervolgens heb je echogeleide biopsie of biopsies met behulp van andere technieken, zoals röntgenstralen of MRI. In mijn geval werd het een echogeleide naaldbiopsie. Daarvoor stapten een mij eveneens onbekende radioloog en een bekende radiologisch laborant de behandelkamer binnen. Laatstgenoemde nam achter het echoscherm plaats en nam de sonde ter hand. De arts stelde zich aan de andere kant van de behandeltafel op, toonde belangstelling, maakte een grapje en gaf uitleg.

De borst werd door de verpleegster ontsmet, de arts spoot plaatselijke verdoving op de  huid waar de dunne naald zou prikken. Na enige wachttijd werd de onderhuidse verdoving aangebracht. Pas daarna kwam de holle naald in zicht. Het speelde zich pal onder mijn neus af dus wegkijken kon niet. De eerste keer voelde ik de naald naar binnen gaan dus er werd meer verdoving toegediend. Op aanwijzing van de laborant schoof de arts de naald even later diagonaal naar de plek van het knobbeltje. De verpleegster die aan het hoofdeinde stond, greep mijn hand vast en liet die niet meer los; een lief gebaar. Er werd drie keer geknipt, de wond bleek nauwelijks te bloeden. Het weefsel werd door de radioloog persoonlijk naar het laboratorium gebracht, aldus mijn liefje die wederom voor de deur van de behandelkamer stond.

Later die dag vroeg Elsa hoe het met ons ging. Die vraag stelt ze vaak maar nu kwam die op een a-typisch tijdstip: middenin hun nacht. Reeds eerder vermoedde ik telepatische krachten tussen hen en ons... Het bericht ging vergezeld van een allerliefste selfie die Yuda maakte van zichzelf en Damai. Een pleister op de wonde!

De volgende dag was wereldwijd I Need A Patch-dag. Ook dat is geen verzinsel. Wat opmerkelijk was, is dat de ongehavende borst als eerste verkleuringen vertoonde en wel op drie plekken. Dat kwam door de terugslag van het apparaat op mijn huid, na elke knip. De behandelde borst vertoonde geen bloeduitstortingen maar verkleurde wel. Dat was anders na de biopsie van mijn liefje: die van haar was destijds bont en blauw!

De uitslag was in principe een week later bekend. Dokter Rodolfo ging echter een week op vakantie en ik besloot op zijn terugkeer te wachten. Mijn liefje vond dat niet per se een goed plan maar dat was mijn keuze. Tweeenhalve week wachten op de uitslag bleek af en toe lastig, inderdaad. We zochten afleiding, maakten uitjes, gingen op pad met vrienden, aten comforteten. En ik had mijn handen vol aan de prachtige roman van de Georgische schrijfster Nino Haratischwili, getiteld Het achtste leven (voor Brilka)’; bijna 1.300 pagina’s leesplezier. Het boek is inmiddels uit, het liep goed af.

Eerder deze week was het zover: de uitslag. Er viel niets kwaadaardig in de drie hapjes borst te ontdekken. Joehoe! Het schema van controle wordt wel uitgebreid. Voor de zekerheid. All good. Vandaag begint het WK Voetbaltoernooi voor vrouwen in Frankrijk. De eerste wedstrijd zou worden gefloten door de suksesvolle Canadese scheidsrechter Carol Anne Chenard (1977). Dat feest ging niet door, zij had minder mazzel dan ik. Deze microbiologe van beroep kreeg eerder deze week wèl de diagnose borstkanker gesteld. Kasian.


P.S. Je moet je als familielid en vriend niet gepasseerd of buitengesloten voelen door het feit dat ik deze situatie niet eerder met jou deelde. Daar meende ik goede redenen voor te hebben. Temeer na nu blijkt dat het loos alarm was.

zondag 2 juni 2019

Snap jij dat nou?!

Afgelopen week keerden onze overburen uit Madrid naar hun vakantiehuis aan zee terug. Het is erg warm in de hoofdstad, het stadsbestuur gaf Code Rood uit. Niet vanwege het weer maar omdat daar afgelopen weekend de finale van een Europees voetbaltoernooi plaatsvond, uitsluitend met Engelse fans. Er was meer politie op de been dan gebruikelijk. De burgemeester van Liverpool vroeg de burgemeesteres van Madrid in de aanloop naar deze wedstrijd om grote schermen in de stad te plaatsen voor de tienduizenden Britse fans die geen kaartje in het stadium konden bemachtigen. Zij weigerde. Gelukkig kwam het niet tot ongeregeldheden. 

Desalniettemin achtten onze buren het verstandiger zich naar elders te verplaatsen. Twee dagen later arriveerden hun dochter María met echtgenoot en lieflijke zoon. Zij wonen in dezelfde stad en hadden wellicht dezelfde reden om hun  woonplaats tijdelijk in te ruilen voor een plek aan zee.

Madrid had tot dusver een burgemeesteres met de naam Manuela Carmena (1944), leider van de beweging ‘Mas Madrid’. Deze gepensioneerde advocate en rechter die sinds 2015 namens burgerplatform ‘Ahora Madrid’ alcalda is, zette eind vorig jaar een project op in haar stad: ‘Madrid Central’. Het komt erop neer dat delen van de stad autoloos en -luw werden gemaakt. Het stadse autoverkeer werd daarmee met 24% gereduceerd. Binnen een maand na aanvang van het project, liep de uitstoot van stikstofoxide (NOx, nitrogen oxide) met 38% terug, die van CO2 met 14%. Onderzoek dat men daar vorige maand deed, toonde aan dat het percentage stikstofdioxide (NO2) met bijna 50% daalde ten opzichte van 2018. De kwaliteit van de ingeademde stadse lucht verbeterde dramatisch.

Bij de recente gemeenteraadsverkiezingen kreeg de beweging van Carmena weliswaar de meeste stemmen maar aangezien Mas Madrid een beweging is en geen politieke partij kan het geen macht uitoefenen. De Partido Popular (PP) is dat wel en gaat nu zowel de burgemeester leveren als deel van het stadsbestuur uitmaken. Het eerste dat de nieuwe PP-voorzitter van de Madrid-regio (Isabel Díaz Ayuso) wist te melden, is dat haar partij het project ‘Madrid Central’ per direct gaat stopzetten.
Dit is wat Ayuso voorts (letterlijk) zei: “I do not think [traffic jams] are a reason for enjoyment but it is a sign [of the] identity of our city, that the street is always alive. Congestion is part of life in Madrid, the city’s nightlife goes hand in hand with traffic jams”. Aldus een artikel in The Guardian van afgelopen week. Ook de extreem-rechtse partij Vox was er als de kippen bij om te verklaren dat het project binnenkort dood zou zijn.

Snap jij dat nou?! Kennelijk is Spaanse identiteit belangrijker dan de gezondheid van burgers. Tja. Het is door dit soort besluiten dat politiek een slechte naam krijgt. Het zou voor het eerst in de geschiedenis zijn dat een politieke partij in een Europese hoofdstad de maatregelen voor schone(re) lucht voor burgers terugdraait. Elk jaar overlijden 30.000 mensen in Spanje aan de gevolgen van luchtverontreiniging, volgens een rapport van de ‘European Environment Agency’ (2015). Daarmee staat het na Italië, Polen en het Verenigd Koninkrijk op plaats 4 van landen met de schadelijkste uitstoot van fijnstof, ozon en stikstofoxide.

Ik ga binnenkort maar eens aan de overburen vragen wat zij van deze situatie vinden. Ik kan mij voorstellen dat ze als liefhebbende grootouders het beste voor hebben met hun nageslacht. Hun jongste kleinzoon is vijf maanden oud. Het ventje heet Marco (geen Marcos), naar goed Italiaans gebruik. Zijn glimlach wordt breder naarmate we meer Nederlands met hem spreken. Daar wordt een mens vrolijk van! Het is maar goed dat hij niet snapt wat de snode plannen zijn van señora Ayuso & Co.

Frisse lucht hebben we hier in voldoende mate, we hebben immers geen industrie maar wel zee en filterende zoutmeren om ons heen. Toch is niet alles koek en ei in de regio. Afgelopen weekend wandelden we over de boulevard van Lo Pagán, aan beide zijden geflankeerd door de Mar Menor, modderbaden en flamingo’s. Alhoewel het zeewater er kristalhelder is, wapperen deze zomer geen blauwe vlaggen op de stranden van deze kustplaats. 590 andere Spaanse stranden ontvingen die kwalificatie wel, waaronder al onze eigen playas aan de Middellandse Zee.

De kwaliteit van het zeewater in de grootste binnenzee van Europa is voor de derde keer op rij ongeschikt bevonden om in te zwemmen. Dit wordt veroorzaakt door de vele lozingen van besmet water uit omringende landbouwgebieden in buurprovincie Murcia. De president van de associatie die de blauwe vlaggen toekent, verklaarde dat het aan de Murcianen zelf ligt om aan te geven dat ze genoeg hebben van die vervuilde en vervuilende toestand. Ik snap niet dat de buren niet in actie komen…

Vanmorgen hadden we hier weer een video-sessie met de familie in Bali. Het hoofd van de jongste, Varen -evengoed Hoop in Bange Dagen-, was zo kaal als een biljartbal terwijl hij tot voor kort mooi donker dons op zijn kleine koppie had. Het blijkt een voorschrift te zijn voor zijn zesmaandenceremonie. (Het is volgens mij als zijn vijfde of zesde ceremonie sinds zijn geboorte.)

Deze ceremonie heet ‘Ngotonin’. Het knippen van babyhaar is gebaseerd op de overtuiging dat het eerste haar van een baby vies is. Balinezen zijn hindoe, zij geloven in reïncarnatie. Door een baby van zes maanden zijn of heur haar af te knippen of te scheren, bevrijdt men de baby van zonden uit een vorig leven. Het kind kan dan in de nieuwe incarnatie een beter leven gaan leiden. Volgens mij heeft Nomor 3 nu al veel zin in zijn leventje! 

Hier valt niets aan te snappen, dit is een kwestie van geloven. Mijn liefje en ik maakten al menig ceremonie mee in Bali maar deze kende ik nog niet. Ook wij gaan later deze week naar kapper Carla. Niet om onze kansen op een beter leven te vergroten, daar geloven we niet in. Wel om de aanstaande zomer frisser tegemoet te treden.